Historisch Archief 1877-1940
8 April '22. No. 2337
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAEREL8'
Meubileerlng-MQ.
AMSTERDAM
COMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tel. 4541 N.
SIGAREN
EEN ECHT JONGENSBOEK
G. HOLLE
DeZoonvandenlerenleiiler
RQk gtHlustrterd; teekinlngin door
B. VAN VLIJMEN Jr,
Bindteektnlng van JOH, BRAAKENSIEK
Prijs, Ingenaaid f2.90
In prachtb. gebonden f 3.90
Ultnvi vin VAIHOLXEUA i MIEIDOIF, Amit.
Motor- en Zeiljachten
TE KOOP,in diverse groottenen prijzen.
Lijst van in commissie staande vaar
tuigen gratis en franco toegezonden.
BINGHAM d LUOT
AFD. JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
LUXE- EN
VRACHTAUTO'S
B ENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam.
lllllltllllltlllllllllllllllllllllllillltlllllllllllllllllllllllllIIMIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII'i IIIIIlttmillHlllllllllllllllllllllll
n ANC/
F. FEDDEMA
WAGENSTR. 67
DEN HAAG
Telefoon 879
COMPLETE SOCTEECING
NIEUWSTE - MODELLEN
ZeoWEL IN HET EENVfoUDIGE AIS LUXE GENRE
KETTNEU
AMJTERPAM
ME.ILIC.EWEG
HILVERTUM
UTRECHT
STATIONSPLEIN
fll Illl IllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllltlllllllllllIIllllllllllllllllllIIIIIIIII Illllllllllllllltlllllllllllllllllll
BERGEN BINNEN. HET HUIS DE HAEMSTEDE" (
Telefoon No. 10 1ste rangs Familie-pension =
Heerlijk voorjaarsverblijf in de onmiddellijke nabijheid van i
bosch en duinen. l
IIMMIimiMIMimiMMII
Illlllllllllllllllltllllllllllllll
miiMiiiiiimii iiiiniiiiiiii tiiiiiiiimii iiti iiiini
NIEUWSTE
MODELLEN
Heerenschoeisel vanaf
f 12.50
CHENARD&WALOKER
N A S H M. A. N.
Automobielen en Vrachtwagens
N.V. Automobiel Mij, HET CENTRUM"
Parkstraat 91a - 's-Gravsnhage
Tel Hap.g 3569
FIAT AUTO'S het BEROEMDE MERK
TORPEDO'S
4 cyl., 4 zitpl. type 5O1 f 5.2OO.
4 6 SOS ,, 7.000.
6 6 5/0 ,, 9.OOO.
6 ,f 4 Sport f,
/?.000.Allo oompleet mot MICHILIM luolibanden,
afneemt», wielen, reservewiel met bant/,
Snelheidsmett r.
J. LEONARD LANG :-: Stadhouderskade II4 :-: Amsterdam
EUROPA'S HOOP
The Hope of Europe by Philip Gibbs
(Slot)
Nog meer tragisch dan Wilson's physieke
val was de spiritueele val van Lloyd George.
De schrijver haatte hem om zijn rede over
de Knockout blow" op een oogenblikt, oen
er geen eind van den oorlog te zien was
behalve door het uitroeien der jongeling
schap; om het sluiten van een vrede die
den auteur de voorlooper leek van nieuwe
oorlogen; om zijn stellen van lerlands lot
in de handen van een man als Carson; om
zijn geheele hehandelingvan de lersche quaestie.
Maar toch, hij gevoelt geen haat voor this
amazing little man", wel bewondering ge
mengd met spijt, genegenheid, door toorn
verdraaid, hilariteit afgebroken door gekreun.
De zuivere grondbeginselen van eerlijke
mannen krijgen een deuk onder zijn invloed.
De auteur heeft ze zelf onder de charme
van die blauwe kinder-oogen zien verzwakken.
Zij treden Lloyd George's kamer binnen,
vastberaden, vol moed, geen duimbreed
zullen ze van hun overtuiging afwijken, zijn
vleitaal zal hen koud laten. Maar na minder
dan een uurtje met hem, hebben zij hem in niets
weerstaan, zijn van al hun vaste punten
afgeweken en komen naar buiten, schaap
achtig, slapjes glimlachend, zeggende:
Marvellous !"
De schrijver heeft eens de eer gehad, bij
Lloyd George aan huis te ontbijten. Er was
geenerlei deftigheid. Lloyd George zelf deelde
de toast rond en mevrouw L. G. schonk
koffie. Hoe staan de zaken in Frankrijk?"
had Mrs. L. G. gevraagd. Dreadful mess",
antwoordde de gastheer, en tot Gibbs: Het
eerste wat ik ervan hoorde was toen ik uw
artikelen las." Dat was listige vleierij, tegen
over een oorlogs-correspondent. En onderwijl
.maakte hij grappen, vroeg om meer koffie,
plaagde zijn dochter, en kwam van Gibbs een
bepaald feit te weten: de reden van de
invitatie tot het ontbijt. De schrijver ging ver
heugd weg. Hier was de man die het lot van
een groot Rijk, van de geheele wereld bijna,
in handen had, en hij was blij geweest, Gibbs'
opinie te weten; met heldere, begrijpende
oogen had hij geluisterd naar Gibbs'
mededeelingen. Hij had een van ibbs' zegswijzen
overgenomen en aan zijn vrouw meegedeeld.
Is het gemakkelijk zulke vleierij te weerstaan?
En de schrijver antwoordt: het is onmogelijk.
Als minister zal Lloyd George in de geschiede
nis genoemd worden na den ouderen 'Jitt.
Maar mogelijk is het ook dat van hem zal
worden gezegd, dat hij, door zijne idealen op
te offeren op het moment toen Europa riep
om geestelijke leiding, mede schuldig was aan
Europa's moreele inzinking en materieele
ellende, al werkte hij later ook moedig mede
tot het herstel der schade.
Een ander woordportret: Winston Churchill.
Niemand in Engeland gelooft in zijn wijsheid.
Hij is geestig, tuk op avontuur, moedig, niet
weinig met zichzelven ingenomen, heelt de
koele brutaliteit van den speler, maar hij
heeft geen overleg en zelfs geen geluk met zijn
waaghalzerijen. Mannen met heel wat minder
hersens blundered through" naar succes
sen, of wisten ten minste hunne fouten te
bedekken. Maar Churchill had overal tegen
spoed, bad luck." In Antwerpen, aan de
Dardanellen. En met de expedities naar Rus
land was het zoo erg dat niemand er eigenlijk
over durft spreken ! Hij heeft de mentaliteit
van den speler en onwillekeurig spreekt hij in
de taal van spelers: The war is the biggest
gamble in the world"; we are playing for the
biggest stakes." Ook Churchill is niet een lei
der in de nieuwe idealen, maar een man van
gisteren, with tomorrow coming near."
Ook Sir Edward Carson is een dier mannen
van gisteren: een stevig gezicht, maar zonder
schoonheid of iets van vriendelijkheid of
geestelijk vuur of menschlijke warmte, spook
achtig; misschien wel door de herinnering
aan al het vuil en de hebzucht en de wreed
heid die aan de advocaten voorbij gaan in de
gerechtshoven. In Ierland heeft hij allen ouden
haat, alle dweepzucht, alle oude vendetta's
en tiranny als met een mesthaak overhoop
gehaald. Zoo zal men zich hem herinneren.
Van Lord Curzon wil Gibbs niet veel weten,
den man met den narrow, mid-Victorian
mind", en impregnable conceit", uiterst
gewichtig, reeds in zijne Oxford-dagen God's
butler" bijgenaamd.
Balfour mag hij wel, zoo volmaakt in wel
levendheid, zoo wijsgeerig in zijn betoog, zoo
minzaam in zijn waardigheid, zoo gemoedelijk
ook nu zijne haren zilver lijken, maar zoo vast
geroest in het oude, zoo onbuigzaam voor
nieuwe nooden, zoo onverdraagzaam voor
TH.FIMENvH.VINIiEIHOED
Hofleverancier - Amsterdam
Willemsparkweg 9.
Tel. No. 1793 Zuid.
KOUDE EN WARME SCHOTELS
JOODSCHE HEILIGEN
Veelcn zal het onbekend zijn, eeveirils het
mij tot voor korten tijd was, dat er in het
Joodsche volk tijdens hun ballingschap, een
reeks van groote mannen heeft geleefd, die
voor de incarnatie kunnen gelden van Jood
sche Wijsheid, Joodsche zeedeleer, en Jood
sche mystiek. Men kan ze heiligen" noemen
zonder daarmee aan de lange reeks van groote
christelijke heiligen te kort te doen. Ze enkel
met den naam Wijzen" te bjtitekn is n'et
billijk. Hun wijsheid sloot stellig het begrip
heiligheid in. Zij gelijken op de christelijke
heiligen, ccven als die van hot Oosten,
Brahmaansche en Boeddhistische heiligen, door
de waardcschatting van hun volk. Voor eieu
Jood zijn zij heilig, om hun dougdsaam loeven,
en al is dat loeven niet ingesteld op de groote
zon van heiligheid: de Christus, wij kunnen het
waardeeren en bewonderen.
Deeze reeks van heiligen is ecu paar eeuwen
geleeden begonnen, in de Pools-Joodsche cul
tuur. In de steeden Nikolsburg, Hanipol,
Lisensk, Berditschew, Ladi, Lublin, Rizin
o.a. De eerste en grootste van de rei was
Baalschcm. De laatste, Mendel von Kozk,
stierf in 1859. Hun algemeine titel was
Zaddik, hun volgelingen heetten zich Chassidim,
en de b:wecgingkau muiChassidismusnoemen.
Hun teegenstanders noemden zij Mitnagdim
(meervoud van Mitnagod: tee ge'tistander).
De eerste Zaddik, die Baalschcm opvolgde,
word de groote Mag'gid l) genoemd, Rabbi Bar.
Deeze Rabbi Bar ging Baaischem opzoeken,
in Mezbiz, zijn stad. Daar werd hem gezegd
door Baaischem, dat zijn weeten nietig was,
want het had geen ziel. Toen nam de groote
Maggid zijn intrek in de stad om Baalchem's
wijsheid te loeren.
In het schoone en merkwaardige boek van
Martin Buber oover den groote n Maggid
worden zeventien heiligen of Zaddikim
besnrooken. Do eerstvolgende is Rabbi Abraham,
bijgenaamd de Engel, wiens aanblik zoo ver
hoeven was, dat de nienselien haar niet kou
den verdragen. Deeze was een zoon van den
grooten Maggid. Na den dood van doezen
laatsten kreeg Abraham een verschijning
van zijn vader. Maar hij zeide : Ik ken gceneii
Vader naar (iet vleeseh, alleen den
allerharmhartigsten Vader van al wat leeft".
De groote Mnggid zeide: Gij hebt mijn erf
deel aangenoomen en mij daarmee als vader
erkend". Maar Abraham de Engel riep:
Ik doe afstand van mijn erfdeel". Op het
zelfde oogcnblik brak er een brand uit in
huis, en het geringe erfdeel van den Maggid
aan zijn zoon verbrandde.
Op den geweldigen Abraham den Engel
volgde zijn zoon Menachem Mendel van
Witebsk. Als knaap begeleidde hij nog den
grooten Maggid, in wiens huis hij leerling
was, naar Baaischem te Mezbiz. Baaischem
zeide van hem: Deze oovermoedige knaap is
in waarheid deemoedig".
Menachem Mendel ging naar het land
Israëls, en bezocht eerst den grooten leerling
van Baaischem, den ouden Rabbi Jaakob
Jossef te Polnoj. De Chassidim van "Polnoj
ergerden zich aan Rabbi Mendel, want hij
reed met eer, drie-span, zonder hoed, met een
lange pijp in den mond en schoenen met
zilveren gespen aan. De Chassidim noemden
hem hoogmoedig, maar de Zaddik van Polnoj
zeide, dat Rabbi Mendel zijn deemoed in
hoogmoed verborg als een parel in een
aschhoop, waar niemand haar zoeken zou.
menschelijke hartstochten, zoo cynisch ovej
geestdrift en spiritueel vuur. In Oxford heet
te hij dear Arthur", en dat typeert hem.
Eigenlijk is heel Engeland trotsch op dear
Arthur" en Gibbs als Engelschman ontkomt
niet aan het typisch-Engelsche m Balfour.
Chamberlam noemt hij knap als een
bankdirekteur, correct als een aartsdeken, maar
koud als een standbeeld, met even weinig in
spiratie als de secretaris van een
assurantiemaatschappij, maar eerlijk en oprecht."
Clemenceau heeft Gibbs ook gezien. Hij had
meer van een goedigen walrus in een circus
dan van een tijger. Op de slagvelden ging hij
in de gevaarlijke streken, vooral toen alles
slecht ging en een nederlaag mogelijk scheen,
misschien wel om den dood maar te vinden,
of om nieuwe voorraden en inspiratie van haat
op te doen. Want dat was zijn hartstocht, al
de kiacht in de ziel van dezen ouden man, die
de trail of the Beast" over zijn beminde land
had zien gaan in 1870 en nu weer. Hij wilde
misschien leven om Duitschland in het stof
vernederd te zien. Maar hij was een cynicus,
een ongeloovige en voor Wilson's idealen had
hij niet dan bijlenden, godlasterenden hoon
en spot.
Over Poincaréis Gibbs evenmin goed te
spreken. Hij was het die in Frankrijk wantrou
wen tegen Engeland opwekte; die den invloed
van Engeland op alle conferenties vijandig
tegen Frankrijks politiek noemde: Alas, Alas!
It was not good work by M. Poincaréin regard
to England. It was worse work for Europe."
Misschien is Gibbs hier wat onrechtvaardig,
zooals ongeveer alle Engelsche humanisten:
Wells, Norman Angell e.a. Zij geven Frankrijk
de schuld van veel hetgeen in de laatste drie
jaren gebeurd is. Maar was Engeland, waren
de Engelsche mannen van gisteren dan gereed
voor de idealen der humanisten? Heeft niet
Engeland op het stuk van de veertien punten
van Wilson reserves gemaakt? De humanisten
zien te dikwijls over het hoofd dat niet de
vrede van Versailles, hoe onvolledig ook,
schuld is aan den toestand van heden, maar
de oorlog. Niet het Rok-ei dat te Versailles
gelegd is, maar de afgrijselijke oorlogsvogel
die het legde is in do eerste plaats de schuldige.
Heeft Engeland groote pacifisten (humanisten)
aan te wijzen, Frankrijk kan trotsch zijn op
een idealist als Loon Bourgeois, die niettegen
staande alles is blijven aandringen op een
Statejibond, waarbinnen een Internationale
Politie de orde zou waarborgen. Maar van hem
maakt ibbs met geen woord melding. Wel
van Briand, den vriend en vroegeren
medewoeker van Jam es, maar ook Briand werd zijn
vrorger ideaal ontrouw en wist niet tot het
hooge denkbeeld van een werkelijken Volken
bond te rijzen.
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
Gibbs geeft toe dat ook in Duitschland de
leiders der oude traditie verraad pleegden aan
de nieuwe denkbeelden. Zij werden daarin
gesteund door den vrede van Versailles. Gibbs
gelooft dat een zeer edelmoedige vrede het
geheele Duitsche volk tot hartelijke mede
werking aan de denkbeelden der humanisten
gebracht zou hebben. Maar uu? No nation
would receive tliem. No enemy would
forgive them. No hope would be given them."
Terwijl men hun een nieuw internationaal
ideaal ontnam, keerden zij terug tot de oude
militaire kaste, zij verbarrikadecrden zich
in haat tegen haat, en hun ecnige hoop is
wraak. Gibbs wil de schuld van Duitschland
niet verdoezelen, noch Frankrijks recht op
vergoeding van schade ontkennen. Maar
wanneer de geallieerden opi echtelijk de nieuwe
idealen tot de hunne hadden gemaakt, zou
het Duitsche volk met nieuwe geestdrift
voor een betere wereld bezield geworden zijn.
Hoover, Robert Cecil, Anatole Franco zijn dat
met ibbs eens en zoo is hij in goed gezel
schap.
Een apart hoofdstuk wijdt ibbs aan de
idealen der humanisten, Jaurès, Bernstein,
Webb, Wells, Anatole Franco, Perris, Barnes,
Robert Cecil, Massingham, Nevinson.
Heel veel macht hebben zij niet in de
wereld, zegt Gibbs. Maar er zijn andere
krachten aan het woelen in de psychologie
der volkeren, die op onbewuste wijze aan het
werk zijn naar een groote verandering in
onze sociale structuur. Wanneer de humanis
ten, die toch een zekeren invloed over den
geest der mensclien hebben, zich in alle
landen konden combineeren onder oen groo
ten Leider, zouden ze Europa kunnen ophef
fen uit het tegenwoordige moeras naar een
zuiverder en lichter hoogte van menschelijken
vooruitgang. .
Gaarne zou ik de overige hoofdstukken
van dit prachtige boek verder bespreken:
De waarheid over Ierland; de Vereenigde
Staten en de Wereldvrede; het nieuwe Duitsch
land; de waarschuwing van Oostenrijk;
de behoefte aan een nieuwen geest; de prijs
der overwinning in Frankrijk; de sociale re
volutie in het Engelsche leven, maar ik durf
niet op te voel ruimte aanspraak maken.
Alleen over het laatste hoofdstuk The
Chance of youth", de jeugd, de hoop van
Europa, nog een kort woord. Het heeft
Gibbs getroffen hoezeer tijdens den oorlog
de jeugd, die werd opgeofferd, de oude
mannen" haatte. Niet alleen in hot Engelsche
leger, maar in alle legers. En waarom? Omdat
zij aanhangers waren van de oude denkbeel
den omtrent internationale rivaliteit,oude di
plomatie, macht als basis voor onderhande
lingen, patriotisme als de hoogste deugd,
klassen-bevoorrechting, en al hetgeen den
oorleig ten slotte toch moest teweegbrengen, ook
al had Duitschland dien niet geprovoceerd.
De opkomende generatie zal gebruik moeten
maken van den nieuwen geest en moeten er
kennen dat wij aan het einde staan van het
ons bekende industrialismc, dat ons heeft
gebracht monsterachtige, overbevolkte steden,
propvol mensclien die leven van den ruil
van kunstmatige dingen en onnooüige weel
de-artikelen, gaande gehouden door den
vreugdeloozen arbeid van mannen en vrouwen
in fabrieken. ... Maar de armoede die Europa
overkruipt zal weelde in den ouden overmaat
niet meer toelaten, zooals dat reeds in Rus
land, Oostenrijk en Polen gebeurt.
Ook zonder de opwinding van den oorlog is er
voor de Jeugd nog voor duizend jaren arbeid,
zijn er nog allerlei nieuwe werelden te ver
overen: do verlenging van het leven, de over
winning van ziekten, de verbetering van
het mensclien ras, de verzoening van leven en
dood door het geloof, in de ziel der wereld
hersteld God! If I had youth again,
I should like that great adventure and take
the chauce." Met die tragische woorden
eindigt dit schoone boek.
H. D u N i o l'
TMRSPOIIT Mij.
Weesperzijde 94, AMSTERDAM
Tel. Zuid 427I. Tel.-Adres Transport"
VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto
verhuiswagens met aanhangwagen.
Binnen een rayon van 80 Km. bespaart
men Hotelkostan.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ
Machinale Stofreiniging.
Be wa a rp l aatse n voor inboedels
iiiiiiniiiiiiiiiliiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMmmimMMimiM
Op Rabbi Mendel volgde Schmelke van
Nikolsburg. Deeze sprak eens tot een leerling,
die hem vroeg, hoe men zijn naaste kon be
minnen als zichzelve, wanneer die naaste
hem kwaad aandeed.
Rabbi Schmelke antwoordde: Versta het
woord aldus: Heb uwen naasten lief als iets,
dat gij zelve zijt. Want alle zielen zijn n,
ieder is toch een vunkje uit de oer-ziel, en
deeze is geheel in hun allen, /.ooals uw ziel in
alle lieden van uw lichaam is. Het kan ge
beuren, dat uw hand bij ongeluk uzelve slaat,
/uit ge dan een stok neemen en uw hand
tuchtigen, omdat ze dom was, en zoo uw pijn
nog verergeren? Zoo is het, als uw naaste, die
n met u is in ziel, u uit gebrekkig inzicht
kwaad doet. Wreekt gij u, zoo doet ge uzelve
pijn".
De leerling vroeg: En als ik dan een mensch
ontmoet, die hoos is voor God, hoe kan ik dien
beminnen?"
Weet ge dan niet," zei de Rabbi Schmelke,
,,dat de oerziel kwam uit het weezen Gods en
dat iedere menschenzie! een deel van God is?
Zoudt ge u dan niet oover haar erbarmen,
als ge ziet, hoe een van zijn heilige vonken
verdwaald is en dreigt te dooven?"
Op den tweeden Isar van het jaar 5538riep
Rabbi Schmelke, recht-op in zijn hoog ge
stoelte zittend, zijn gelaat stond helder en
zijn oogen waren onbeneeveld als altijd
zijn leerlingen tot zich, en zeide tot hen:
Weet, dat heeden mijn sterfdag is". De
Chassidim braken in tranen uit. Maar de
Rabbi wees hen terecht en zeide: Weet, dat
de ziel van den profeet Samuel in mij is. Daar
voor zijn drie uiterlijke teekenen: ik heet
Samuel eevenals hij, ik ben uit den
Levitenstam als hij, en mijn loeven duurde als het
zijne twee-en-vijftig jaar. Maar zijn naam werd
Samuel uitgesprooken en de mijne Schmelke.
En zoo bleef ik Schmeike".
Daarop liet hij de weenende leerlingen ver
trekken, leunde rugwaarts ui stierf.
Na hem kwam Sussja van Manipol. Deeze
hoorde in zijn jonge jaren tot de gi.mci.iite
van den Maggid, Rabbi Bar van Mezritseh.
Hij doet ons soms aan de u grooten Christelij
ke n Heilige denken, Sint l:ranciscus van Assisi.
Vooral om zijn deemoed en zijn kinderlijk','
blijmoedigheid. Ook Sussja had de voogvis
liet'. Toen hij eens langs een herberg ging, zag
hij een groote kooi vol voogtls, die gevangen
waren om gegceten te worden. Nauwelijks
had Sussja hen gezien of hij zeide tot zichzelf:
daar loop je nu je voeten af, Sussja, om
gevangenen te bevrijden, ui welke bevrijding
zou grooter zijn dan deeze - die voogels uit
hun kooi los te laten?" En hij Dopende de
kooi en de voogels vloogen in vrijheid. Natuur
lijk was de waard woedend. Maar Sussja zeide
alleen: Heb je niet in de psalmen geleezen:
en Zijn erbarmen oover alle creatuur".
De waard gaf hem een geducht pak ransel,
tot zijn hand moe was, en smeet hem de deur
uit. En Susja ging vroolijk verder.
Is dit niet alsof Erancisciis het beleefd hee ft?
Ook het verkeer niet zijn broeder Rabbi
Elimelech doet denken aan de franciscaner
broeders en hun wedstrijd in deemoed en
blijmoedig dragen van leed en teegenspocd.
Rabbi Sussja had echter een vrouw. De
kuischheids-gelofte schijnt geen reegel ge
weest te zijn onder de /;\ddikim. Maar de
vrouw van Sussja was \oor hun wat Xantippe
was voor Socrates, een beproeving van 't ge
duld. De vrouw klaagde voortdmirend en
wilde van hem gescheiden worden.
Rabbi Sussja wekte haar toen op eui nacht,
en toonde haar zijn kussen, dat geheel door
weekt was. Daarbij zeide hij: Er staat
geschreeven in de Gemara, wie zijn eerste vrouw
verdrijft, zelfs het altaar zal om hem tranen
vergieten. Van deeze tranen is mijn kussen
doorweekt. Wil je nu nog den schei-brief?"
Van dat ooj-cnblik werd de vrouw stil;
toen ze stil geworden was, werd ze blijde.
Toen ze blij geworden was, werd zo goed,
Rabbi Sussja bad eens tot God om hem meer
te doen vreezen:
Heer!", zeide hij, ik heb U zoo lief, ik
vrees U niet genoeg. Laat mij U vreezen, zoo
als een engel U vreest als Uw vrcesclijke naam
hem door 't har! gaat". En God verhoorde
Sussja's p. bed, en de Naam voer door ziin
verborgen hart, zooals het bij de Engelen
gebeurt. Toen kroop Sussja onder 't bed als
een hondje, en dierlijke angst ontzette hem,
tot hij luid op huilde: Heer! laat mij weer
liefhebben als Sussja". En God verhoorde
hem ten tweede maal.
Tot de aarde zei Sussja eens: Aarde, aarde,
je bent beeter dan ik, en toch vertreed ik je
onder mijn voelen. Maar spoed;" zal ik onder
je liggen en je onderdaan zijn".
Rabbi Sussja werd zeer oud. Zeven jaren
lang voor zijn dood lag hij op IK t ziekbed.
Want men schreef van hem, dat hij het leed
op zich had genoomen om Israël te
ontzondigen.
Opzijn graf staan deeze woorden: Hij dien
de God in Liefde, hij was blijde in leed, hij
onttrok veelcn aan de schuld".
Op hun volgde Elimelech van Lisensk, zijn
broeder. Oover doezen een volgend maal'.
i.-: n E N
(l Prediker.