De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 8 april pagina 3

8 april 1922 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

8 April '22. No. 2337 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAEREL8' Meubileerlng-MQ. AMSTERDAM COMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin 128 - Tel. 4541 N. SIGAREN EEN ECHT JONGENSBOEK G. HOLLE DeZoonvandenlerenleiiler RQk gtHlustrterd; teekinlngin door B. VAN VLIJMEN Jr, Bindteektnlng van JOH, BRAAKENSIEK Prijs, Ingenaaid f2.90 In prachtb. gebonden f 3.90 Ultnvi vin VAIHOLXEUA i MIEIDOIF, Amit. Motor- en Zeiljachten TE KOOP,in diverse groottenen prijzen. Lijst van in commissie staande vaar tuigen gratis en franco toegezonden. BINGHAM d LUOT AFD. JACHT AGENTUUR Slepersvest 1 Rotterdam LUXE- EN VRACHTAUTO'S B ENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam. lllllltllllltlllllllllllllllllllllllillltlllllllllllllllllllllllllIIMIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII'i IIIIIlttmillHlllllllllllllllllllllll n ANC/ F. FEDDEMA WAGENSTR. 67 DEN HAAG Telefoon 879 COMPLETE SOCTEECING NIEUWSTE - MODELLEN ZeoWEL IN HET EENVfoUDIGE AIS LUXE GENRE KETTNEU AMJTERPAM ME.ILIC.EWEG HILVERTUM UTRECHT STATIONSPLEIN fll Illl IllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllltlllllllllllIIllllllllllllllllllIIIIIIIII Illllllllllllllltlllllllllllllllllll BERGEN BINNEN. HET HUIS DE HAEMSTEDE" ( Telefoon No. 10 1ste rangs Familie-pension = Heerlijk voorjaarsverblijf in de onmiddellijke nabijheid van i bosch en duinen. l IIMMIimiMIMimiMMII Illlllllllllllllllltllllllllllllll miiMiiiiiimii iiiiniiiiiiii tiiiiiiiimii iiti iiiini NIEUWSTE MODELLEN Heerenschoeisel vanaf f 12.50 CHENARD&WALOKER N A S H M. A. N. Automobielen en Vrachtwagens N.V. Automobiel Mij, HET CENTRUM" Parkstraat 91a - 's-Gravsnhage Tel Hap.g 3569 FIAT AUTO'S het BEROEMDE MERK TORPEDO'S 4 cyl., 4 zitpl. type 5O1 f 5.2OO. 4 6 SOS ,, 7.000. 6 6 5/0 ,, 9.OOO. 6 ,f 4 Sport f, /?.000.Allo oompleet mot MICHILIM luolibanden, afneemt», wielen, reservewiel met bant/, Snelheidsmett r. J. LEONARD LANG :-: Stadhouderskade II4 :-: Amsterdam EUROPA'S HOOP The Hope of Europe by Philip Gibbs (Slot) Nog meer tragisch dan Wilson's physieke val was de spiritueele val van Lloyd George. De schrijver haatte hem om zijn rede over de Knockout blow" op een oogenblikt, oen er geen eind van den oorlog te zien was behalve door het uitroeien der jongeling schap; om het sluiten van een vrede die den auteur de voorlooper leek van nieuwe oorlogen; om zijn stellen van lerlands lot in de handen van een man als Carson; om zijn geheele hehandelingvan de lersche quaestie. Maar toch, hij gevoelt geen haat voor this amazing little man", wel bewondering ge mengd met spijt, genegenheid, door toorn verdraaid, hilariteit afgebroken door gekreun. De zuivere grondbeginselen van eerlijke mannen krijgen een deuk onder zijn invloed. De auteur heeft ze zelf onder de charme van die blauwe kinder-oogen zien verzwakken. Zij treden Lloyd George's kamer binnen, vastberaden, vol moed, geen duimbreed zullen ze van hun overtuiging afwijken, zijn vleitaal zal hen koud laten. Maar na minder dan een uurtje met hem, hebben zij hem in niets weerstaan, zijn van al hun vaste punten afgeweken en komen naar buiten, schaap achtig, slapjes glimlachend, zeggende: Marvellous !" De schrijver heeft eens de eer gehad, bij Lloyd George aan huis te ontbijten. Er was geenerlei deftigheid. Lloyd George zelf deelde de toast rond en mevrouw L. G. schonk koffie. Hoe staan de zaken in Frankrijk?" had Mrs. L. G. gevraagd. Dreadful mess", antwoordde de gastheer, en tot Gibbs: Het eerste wat ik ervan hoorde was toen ik uw artikelen las." Dat was listige vleierij, tegen over een oorlogs-correspondent. En onderwijl .maakte hij grappen, vroeg om meer koffie, plaagde zijn dochter, en kwam van Gibbs een bepaald feit te weten: de reden van de invitatie tot het ontbijt. De schrijver ging ver heugd weg. Hier was de man die het lot van een groot Rijk, van de geheele wereld bijna, in handen had, en hij was blij geweest, Gibbs' opinie te weten; met heldere, begrijpende oogen had hij geluisterd naar Gibbs' mededeelingen. Hij had een van ibbs' zegswijzen overgenomen en aan zijn vrouw meegedeeld. Is het gemakkelijk zulke vleierij te weerstaan? En de schrijver antwoordt: het is onmogelijk. Als minister zal Lloyd George in de geschiede nis genoemd worden na den ouderen 'Jitt. Maar mogelijk is het ook dat van hem zal worden gezegd, dat hij, door zijne idealen op te offeren op het moment toen Europa riep om geestelijke leiding, mede schuldig was aan Europa's moreele inzinking en materieele ellende, al werkte hij later ook moedig mede tot het herstel der schade. Een ander woordportret: Winston Churchill. Niemand in Engeland gelooft in zijn wijsheid. Hij is geestig, tuk op avontuur, moedig, niet weinig met zichzelven ingenomen, heelt de koele brutaliteit van den speler, maar hij heeft geen overleg en zelfs geen geluk met zijn waaghalzerijen. Mannen met heel wat minder hersens blundered through" naar succes sen, of wisten ten minste hunne fouten te bedekken. Maar Churchill had overal tegen spoed, bad luck." In Antwerpen, aan de Dardanellen. En met de expedities naar Rus land was het zoo erg dat niemand er eigenlijk over durft spreken ! Hij heeft de mentaliteit van den speler en onwillekeurig spreekt hij in de taal van spelers: The war is the biggest gamble in the world"; we are playing for the biggest stakes." Ook Churchill is niet een lei der in de nieuwe idealen, maar een man van gisteren, with tomorrow coming near." Ook Sir Edward Carson is een dier mannen van gisteren: een stevig gezicht, maar zonder schoonheid of iets van vriendelijkheid of geestelijk vuur of menschlijke warmte, spook achtig; misschien wel door de herinnering aan al het vuil en de hebzucht en de wreed heid die aan de advocaten voorbij gaan in de gerechtshoven. In Ierland heeft hij allen ouden haat, alle dweepzucht, alle oude vendetta's en tiranny als met een mesthaak overhoop gehaald. Zoo zal men zich hem herinneren. Van Lord Curzon wil Gibbs niet veel weten, den man met den narrow, mid-Victorian mind", en impregnable conceit", uiterst gewichtig, reeds in zijne Oxford-dagen God's butler" bijgenaamd. Balfour mag hij wel, zoo volmaakt in wel levendheid, zoo wijsgeerig in zijn betoog, zoo minzaam in zijn waardigheid, zoo gemoedelijk ook nu zijne haren zilver lijken, maar zoo vast geroest in het oude, zoo onbuigzaam voor nieuwe nooden, zoo onverdraagzaam voor TH.FIMENvH.VINIiEIHOED Hofleverancier - Amsterdam Willemsparkweg 9. Tel. No. 1793 Zuid. KOUDE EN WARME SCHOTELS JOODSCHE HEILIGEN Veelcn zal het onbekend zijn, eeveirils het mij tot voor korten tijd was, dat er in het Joodsche volk tijdens hun ballingschap, een reeks van groote mannen heeft geleefd, die voor de incarnatie kunnen gelden van Jood sche Wijsheid, Joodsche zeedeleer, en Jood sche mystiek. Men kan ze heiligen" noemen zonder daarmee aan de lange reeks van groote christelijke heiligen te kort te doen. Ze enkel met den naam Wijzen" te bjtitekn is n'et billijk. Hun wijsheid sloot stellig het begrip heiligheid in. Zij gelijken op de christelijke heiligen, ccven als die van hot Oosten, Brahmaansche en Boeddhistische heiligen, door de waardcschatting van hun volk. Voor eieu Jood zijn zij heilig, om hun dougdsaam loeven, en al is dat loeven niet ingesteld op de groote zon van heiligheid: de Christus, wij kunnen het waardeeren en bewonderen. Deeze reeks van heiligen is ecu paar eeuwen geleeden begonnen, in de Pools-Joodsche cul tuur. In de steeden Nikolsburg, Hanipol, Lisensk, Berditschew, Ladi, Lublin, Rizin o.a. De eerste en grootste van de rei was Baalschcm. De laatste, Mendel von Kozk, stierf in 1859. Hun algemeine titel was Zaddik, hun volgelingen heetten zich Chassidim, en de b:wecgingkau muiChassidismusnoemen. Hun teegenstanders noemden zij Mitnagdim (meervoud van Mitnagod: tee ge'tistander). De eerste Zaddik, die Baalschcm opvolgde, word de groote Mag'gid l) genoemd, Rabbi Bar. Deeze Rabbi Bar ging Baaischem opzoeken, in Mezbiz, zijn stad. Daar werd hem gezegd door Baaischem, dat zijn weeten nietig was, want het had geen ziel. Toen nam de groote Maggid zijn intrek in de stad om Baalchem's wijsheid te loeren. In het schoone en merkwaardige boek van Martin Buber oover den groote n Maggid worden zeventien heiligen of Zaddikim besnrooken. Do eerstvolgende is Rabbi Abraham, bijgenaamd de Engel, wiens aanblik zoo ver hoeven was, dat de nienselien haar niet kou den verdragen. Deeze was een zoon van den grooten Maggid. Na den dood van doezen laatsten kreeg Abraham een verschijning van zijn vader. Maar hij zeide : Ik ken gceneii Vader naar (iet vleeseh, alleen den allerharmhartigsten Vader van al wat leeft". De groote Mnggid zeide: Gij hebt mijn erf deel aangenoomen en mij daarmee als vader erkend". Maar Abraham de Engel riep: Ik doe afstand van mijn erfdeel". Op het zelfde oogcnblik brak er een brand uit in huis, en het geringe erfdeel van den Maggid aan zijn zoon verbrandde. Op den geweldigen Abraham den Engel volgde zijn zoon Menachem Mendel van Witebsk. Als knaap begeleidde hij nog den grooten Maggid, in wiens huis hij leerling was, naar Baaischem te Mezbiz. Baaischem zeide van hem: Deze oovermoedige knaap is in waarheid deemoedig". Menachem Mendel ging naar het land Israëls, en bezocht eerst den grooten leerling van Baaischem, den ouden Rabbi Jaakob Jossef te Polnoj. De Chassidim van "Polnoj ergerden zich aan Rabbi Mendel, want hij reed met eer, drie-span, zonder hoed, met een lange pijp in den mond en schoenen met zilveren gespen aan. De Chassidim noemden hem hoogmoedig, maar de Zaddik van Polnoj zeide, dat Rabbi Mendel zijn deemoed in hoogmoed verborg als een parel in een aschhoop, waar niemand haar zoeken zou. menschelijke hartstochten, zoo cynisch ovej geestdrift en spiritueel vuur. In Oxford heet te hij dear Arthur", en dat typeert hem. Eigenlijk is heel Engeland trotsch op dear Arthur" en Gibbs als Engelschman ontkomt niet aan het typisch-Engelsche m Balfour. Chamberlam noemt hij knap als een bankdirekteur, correct als een aartsdeken, maar koud als een standbeeld, met even weinig in spiratie als de secretaris van een assurantiemaatschappij, maar eerlijk en oprecht." Clemenceau heeft Gibbs ook gezien. Hij had meer van een goedigen walrus in een circus dan van een tijger. Op de slagvelden ging hij in de gevaarlijke streken, vooral toen alles slecht ging en een nederlaag mogelijk scheen, misschien wel om den dood maar te vinden, of om nieuwe voorraden en inspiratie van haat op te doen. Want dat was zijn hartstocht, al de kiacht in de ziel van dezen ouden man, die de trail of the Beast" over zijn beminde land had zien gaan in 1870 en nu weer. Hij wilde misschien leven om Duitschland in het stof vernederd te zien. Maar hij was een cynicus, een ongeloovige en voor Wilson's idealen had hij niet dan bijlenden, godlasterenden hoon en spot. Over Poincaréis Gibbs evenmin goed te spreken. Hij was het die in Frankrijk wantrou wen tegen Engeland opwekte; die den invloed van Engeland op alle conferenties vijandig tegen Frankrijks politiek noemde: Alas, Alas! It was not good work by M. Poincaréin regard to England. It was worse work for Europe." Misschien is Gibbs hier wat onrechtvaardig, zooals ongeveer alle Engelsche humanisten: Wells, Norman Angell e.a. Zij geven Frankrijk de schuld van veel hetgeen in de laatste drie jaren gebeurd is. Maar was Engeland, waren de Engelsche mannen van gisteren dan gereed voor de idealen der humanisten? Heeft niet Engeland op het stuk van de veertien punten van Wilson reserves gemaakt? De humanisten zien te dikwijls over het hoofd dat niet de vrede van Versailles, hoe onvolledig ook, schuld is aan den toestand van heden, maar de oorlog. Niet het Rok-ei dat te Versailles gelegd is, maar de afgrijselijke oorlogsvogel die het legde is in do eerste plaats de schuldige. Heeft Engeland groote pacifisten (humanisten) aan te wijzen, Frankrijk kan trotsch zijn op een idealist als Loon Bourgeois, die niettegen staande alles is blijven aandringen op een Statejibond, waarbinnen een Internationale Politie de orde zou waarborgen. Maar van hem maakt ibbs met geen woord melding. Wel van Briand, den vriend en vroegeren medewoeker van Jam es, maar ook Briand werd zijn vrorger ideaal ontrouw en wist niet tot het hooge denkbeeld van een werkelijken Volken bond te rijzen. J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND Gibbs geeft toe dat ook in Duitschland de leiders der oude traditie verraad pleegden aan de nieuwe denkbeelden. Zij werden daarin gesteund door den vrede van Versailles. Gibbs gelooft dat een zeer edelmoedige vrede het geheele Duitsche volk tot hartelijke mede werking aan de denkbeelden der humanisten gebracht zou hebben. Maar uu? No nation would receive tliem. No enemy would forgive them. No hope would be given them." Terwijl men hun een nieuw internationaal ideaal ontnam, keerden zij terug tot de oude militaire kaste, zij verbarrikadecrden zich in haat tegen haat, en hun ecnige hoop is wraak. Gibbs wil de schuld van Duitschland niet verdoezelen, noch Frankrijks recht op vergoeding van schade ontkennen. Maar wanneer de geallieerden opi echtelijk de nieuwe idealen tot de hunne hadden gemaakt, zou het Duitsche volk met nieuwe geestdrift voor een betere wereld bezield geworden zijn. Hoover, Robert Cecil, Anatole Franco zijn dat met ibbs eens en zoo is hij in goed gezel schap. Een apart hoofdstuk wijdt ibbs aan de idealen der humanisten, Jaurès, Bernstein, Webb, Wells, Anatole Franco, Perris, Barnes, Robert Cecil, Massingham, Nevinson. Heel veel macht hebben zij niet in de wereld, zegt Gibbs. Maar er zijn andere krachten aan het woelen in de psychologie der volkeren, die op onbewuste wijze aan het werk zijn naar een groote verandering in onze sociale structuur. Wanneer de humanis ten, die toch een zekeren invloed over den geest der mensclien hebben, zich in alle landen konden combineeren onder oen groo ten Leider, zouden ze Europa kunnen ophef fen uit het tegenwoordige moeras naar een zuiverder en lichter hoogte van menschelijken vooruitgang. . Gaarne zou ik de overige hoofdstukken van dit prachtige boek verder bespreken: De waarheid over Ierland; de Vereenigde Staten en de Wereldvrede; het nieuwe Duitsch land; de waarschuwing van Oostenrijk; de behoefte aan een nieuwen geest; de prijs der overwinning in Frankrijk; de sociale re volutie in het Engelsche leven, maar ik durf niet op te voel ruimte aanspraak maken. Alleen over het laatste hoofdstuk The Chance of youth", de jeugd, de hoop van Europa, nog een kort woord. Het heeft Gibbs getroffen hoezeer tijdens den oorlog de jeugd, die werd opgeofferd, de oude mannen" haatte. Niet alleen in hot Engelsche leger, maar in alle legers. En waarom? Omdat zij aanhangers waren van de oude denkbeel den omtrent internationale rivaliteit,oude di plomatie, macht als basis voor onderhande lingen, patriotisme als de hoogste deugd, klassen-bevoorrechting, en al hetgeen den oorleig ten slotte toch moest teweegbrengen, ook al had Duitschland dien niet geprovoceerd. De opkomende generatie zal gebruik moeten maken van den nieuwen geest en moeten er kennen dat wij aan het einde staan van het ons bekende industrialismc, dat ons heeft gebracht monsterachtige, overbevolkte steden, propvol mensclien die leven van den ruil van kunstmatige dingen en onnooüige weel de-artikelen, gaande gehouden door den vreugdeloozen arbeid van mannen en vrouwen in fabrieken. ... Maar de armoede die Europa overkruipt zal weelde in den ouden overmaat niet meer toelaten, zooals dat reeds in Rus land, Oostenrijk en Polen gebeurt. Ook zonder de opwinding van den oorlog is er voor de Jeugd nog voor duizend jaren arbeid, zijn er nog allerlei nieuwe werelden te ver overen: do verlenging van het leven, de over winning van ziekten, de verbetering van het mensclien ras, de verzoening van leven en dood door het geloof, in de ziel der wereld hersteld God! If I had youth again, I should like that great adventure and take the chauce." Met die tragische woorden eindigt dit schoone boek. H. D u N i o l' TMRSPOIIT Mij. Weesperzijde 94, AMSTERDAM Tel. Zuid 427I. Tel.-Adres Transport" VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto verhuiswagens met aanhangwagen. Binnen een rayon van 80 Km. bespaart men Hotelkostan. BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ Machinale Stofreiniging. Be wa a rp l aatse n voor inboedels iiiiiiniiiiiiiiiliiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMmmimMMimiM Op Rabbi Mendel volgde Schmelke van Nikolsburg. Deeze sprak eens tot een leerling, die hem vroeg, hoe men zijn naaste kon be minnen als zichzelve, wanneer die naaste hem kwaad aandeed. Rabbi Schmelke antwoordde: Versta het woord aldus: Heb uwen naasten lief als iets, dat gij zelve zijt. Want alle zielen zijn n, ieder is toch een vunkje uit de oer-ziel, en deeze is geheel in hun allen, /.ooals uw ziel in alle lieden van uw lichaam is. Het kan ge beuren, dat uw hand bij ongeluk uzelve slaat, /uit ge dan een stok neemen en uw hand tuchtigen, omdat ze dom was, en zoo uw pijn nog verergeren? Zoo is het, als uw naaste, die n met u is in ziel, u uit gebrekkig inzicht kwaad doet. Wreekt gij u, zoo doet ge uzelve pijn". De leerling vroeg: En als ik dan een mensch ontmoet, die hoos is voor God, hoe kan ik dien beminnen?" Weet ge dan niet," zei de Rabbi Schmelke, ,,dat de oerziel kwam uit het weezen Gods en dat iedere menschenzie! een deel van God is? Zoudt ge u dan niet oover haar erbarmen, als ge ziet, hoe een van zijn heilige vonken verdwaald is en dreigt te dooven?" Op den tweeden Isar van het jaar 5538riep Rabbi Schmelke, recht-op in zijn hoog ge stoelte zittend, zijn gelaat stond helder en zijn oogen waren onbeneeveld als altijd zijn leerlingen tot zich, en zeide tot hen: Weet, dat heeden mijn sterfdag is". De Chassidim braken in tranen uit. Maar de Rabbi wees hen terecht en zeide: Weet, dat de ziel van den profeet Samuel in mij is. Daar voor zijn drie uiterlijke teekenen: ik heet Samuel eevenals hij, ik ben uit den Levitenstam als hij, en mijn loeven duurde als het zijne twee-en-vijftig jaar. Maar zijn naam werd Samuel uitgesprooken en de mijne Schmelke. En zoo bleef ik Schmeike". Daarop liet hij de weenende leerlingen ver trekken, leunde rugwaarts ui stierf. Na hem kwam Sussja van Manipol. Deeze hoorde in zijn jonge jaren tot de gi.mci.iite van den Maggid, Rabbi Bar van Mezritseh. Hij doet ons soms aan de u grooten Christelij ke n Heilige denken, Sint l:ranciscus van Assisi. Vooral om zijn deemoed en zijn kinderlijk',' blijmoedigheid. Ook Sussja had de voogvis liet'. Toen hij eens langs een herberg ging, zag hij een groote kooi vol voogtls, die gevangen waren om gegceten te worden. Nauwelijks had Sussja hen gezien of hij zeide tot zichzelf: daar loop je nu je voeten af, Sussja, om gevangenen te bevrijden, ui welke bevrijding zou grooter zijn dan deeze - die voogels uit hun kooi los te laten?" En hij Dopende de kooi en de voogels vloogen in vrijheid. Natuur lijk was de waard woedend. Maar Sussja zeide alleen: Heb je niet in de psalmen geleezen: en Zijn erbarmen oover alle creatuur". De waard gaf hem een geducht pak ransel, tot zijn hand moe was, en smeet hem de deur uit. En Susja ging vroolijk verder. Is dit niet alsof Erancisciis het beleefd hee ft? Ook het verkeer niet zijn broeder Rabbi Elimelech doet denken aan de franciscaner broeders en hun wedstrijd in deemoed en blijmoedig dragen van leed en teegenspocd. Rabbi Sussja had echter een vrouw. De kuischheids-gelofte schijnt geen reegel ge weest te zijn onder de /;\ddikim. Maar de vrouw van Sussja was \oor hun wat Xantippe was voor Socrates, een beproeving van 't ge duld. De vrouw klaagde voortdmirend en wilde van hem gescheiden worden. Rabbi Sussja wekte haar toen op eui nacht, en toonde haar zijn kussen, dat geheel door weekt was. Daarbij zeide hij: Er staat geschreeven in de Gemara, wie zijn eerste vrouw verdrijft, zelfs het altaar zal om hem tranen vergieten. Van deeze tranen is mijn kussen doorweekt. Wil je nu nog den schei-brief?" Van dat ooj-cnblik werd de vrouw stil; toen ze stil geworden was, werd ze blijde. Toen ze blij geworden was, werd zo goed, Rabbi Sussja bad eens tot God om hem meer te doen vreezen: Heer!", zeide hij, ik heb U zoo lief, ik vrees U niet genoeg. Laat mij U vreezen, zoo als een engel U vreest als Uw vrcesclijke naam hem door 't har! gaat". En God verhoorde Sussja's p. bed, en de Naam voer door ziin verborgen hart, zooals het bij de Engelen gebeurt. Toen kroop Sussja onder 't bed als een hondje, en dierlijke angst ontzette hem, tot hij luid op huilde: Heer! laat mij weer liefhebben als Sussja". En God verhoorde hem ten tweede maal. Tot de aarde zei Sussja eens: Aarde, aarde, je bent beeter dan ik, en toch vertreed ik je onder mijn voelen. Maar spoed;" zal ik onder je liggen en je onderdaan zijn". Rabbi Sussja werd zeer oud. Zeven jaren lang voor zijn dood lag hij op IK t ziekbed. Want men schreef van hem, dat hij het leed op zich had genoomen om Israël te ontzondigen. Opzijn graf staan deeze woorden: Hij dien de God in Liefde, hij was blijde in leed, hij onttrok veelcn aan de schuld". Op hun volgde Elimelech van Lisensk, zijn broeder. Oover doezen een volgend maal'. i.-: n E N (l Prediker.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl