De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 15 april pagina 3

15 april 1922 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

15 April '22. No. 2338 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND SpoorS Mosterd WA spoörjr_ Culemborg J. KUHR Mantelcostuums naar maat vanaf f 120.HEERENGRACHT 304, AMSTERDAM fA'dam, 28 Februari 1922. Firma Gebr. NEFKENS, Amsterdam. Mijne Heeren! _ Ter beantwoording van Uw schrijven van den 24en dezerdoen wij U onderstaand de door U gevraagde verklaring toekomen. De 2 tons vrachtwagen type WHITE" werd door U in April 1920 geleverd en door ons den 26en April 1920 in gebruik geno men. Reparatie hebben wij tot op heden zoo goed als niet gehad. Naar onze berekening heeft de wagen circa25.000 K.M. geloopen. Onderhoud vereischt de wagen niet veel. Wat betreft de massieve banden zoo kunnen wij U mededeelen, dat deze voorloopig nog niet vernieuwd behoeven te wor den, daar deze naar onze bere kening nog we! 15.000 K.M. rijden kunnen. De wagen voldoet uitste kend. Hoogachtend ? (w.g.) AMSTERD. CHININEFABRIEK Motor- on Zeiljachten TE KOOP,in diverse groottenen prijzen. Lijst van in commissie staande vaar tuigen gratis en franco toegezonden. BIMGHAn & LUGT AFD. JACHT AGENTUUR Slepersvest 1 Rotterdam CHENARD&WALGKER N A S H M. A. N. Automobielen en Vrachtwagens l.V. Automobiel Mij. JET CEHIRUM" Parkstraat 91a - 's-Gravenhage Tel. Haag 3569 DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar ei EENIGE SPECIALITEIT KH O& ? -të S| KRlMPVRIjE l pi GEZONDHEIDS- |S gf ONDERGOEDEREN g Bid, Nederlandsch Fabrikaat 'Kg Ft. 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON M. 5812 HEMDEN HAAR KSAAJ ENZ. LUXE- EN VRACHTAUTO'S B ENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam. "lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll IIMIIIIIIIIIIIinillllllllllMIIIM I BERGEN BINNEN. HET HUIS DE HAEMSTEDE" | = Telefoon No. 10 1ste rangs Familie-pension l Heerlijk voorjaarsverblijf in de onmiddellijke nabijheid van \ l bosch en duinen. = iinniiiimiitniinnnittiiiiin iiiniimiiiiiiiiiiim iitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiitiiimiiimiii. ISnilschrillRlEllTSejkLT ~ z Zelfond. 99 Cant fr. ^~" 0~O~f In den Boekh. en na . postw. bij RIËNTS BALT, Den Haag, Daguerrestraat 28. DEGELIJKE OPLEIDING, mond. en schrift. aan bovenstaand adres FIAT AUTO'S,,lot WERELDVERMAARDHEIO Sedart tal van jaren* LAN D AU LETS Type 505 4 cyl. 6 zitplaatsen f 9.OOO. 510 6 6 11.OOO Compleet met HIIGHELIH luchtbanden, afneembare wielen, reservewiel met hand, snelheidsmeter, | J. LEONARD LANG Stadhouderskade 114 Amsterdam ZONDER BOORDJE 't Is nog niet lang geleden, dat e ambachts man naar karwei ging in z'n werkpak. Hij kon zich in 't zweet, werken; hij mocht zich bezoedelen; zijn werkpak werd er niet minder van. En zijn boordje werd niet vuil: hij was zonder boordje. Zelfs op Zondag, als hij genoeglik slenterde langs de straat, met de vrouw of de jongens, in de konfektiebroek en de hemdsmouwen, ook dan ging hij zonder boordje. Het boordje was er alleen voor trouwen en begraven. In die dagen waren alle idealistiese jonge mensen rood. De Dageraad der volksbevrijding gloorde aan de kim:wij hoorden de dreuningder stappende kohorten van het zich zelf be vrijdende proletariaat; hand aan hand trokken wij in gedachte al mee op, de ogen toekomstzeker omhoog, met onze markante koppen naar de snit der nieuwe generatie. Aan de binnenwanden van Diamantstadburcht (Plan tage, Franse laan), in de bladzijden van de Nieuwe Geboort', van Berthold Meryan, en meer van die mooie oude kunst en litteratuur, daar zijn onze verleden schone verbeeldingen nog te vinden, dierbaar en uit-dc-tijd als de lOcent 1O cent Sumotra C BUITENGEWOON ) Sigaar JOODSCHE HEILIGEN II. De Chassidische beweeging heeft geestelijke dynastieën die in twee linieën uit een loopeu. Ze is, volgens Buber, ten onder gegaan door deeze scheiding. De eene linie zoekt de leering in de ballingschap, de andere in de oude volks-gemeenschap. De eenc zoekt de diepste wijsheid, de ander het staatkundig leven. Baal-Schem, (Heer van den naam) eigenlijk gehecten Rabbi Israël ben Elié'ser (1760) is de stichter der beweeging, hij vereenigde de twee richtingen. Onder zijn leerlingen zijn de grootsten en meest apostolische: Jaakub Josscf van Polnoj, en Dow (Bar) van Mesritsch, de groote Maggid. De eerste was een man van schriftuur, de andere, eeven als Baal-schem, de man der leevende spraak. Mendel von Witebsk (1788) was de laatste onder de Chassidim die in zijn jeugd den Baalschem nog gekeild heeft. Deeze Menachein Mendel trok" met driehonderd volgelingen naar het Land" Palestina. Schmelke (1778) is de groote Prediker. De prediking was zijn element, want hij ge loofde aan de goddelijkheid van het ,,echte" woord. Elimelech was de broeder van Sussja. Van hem wordt gezegd dat hij, als hij op den Sabbat het gebed der heiliging sprak, van tijd tot tijd de wijzerplaat van zijn horloge moest bezien, om zich in den tijd te doen blijven. Want de woorden die hij sprak trokken hem met alle macht in de tijdeloosheid. In het huis van den Zaddik waren dienst meiden die wel eens kibbelden onder elkaar, zooals dat gaat. Maar teegen den Sabbat voelden zij allen iets wat hen er toe bracht, elkaar om den hals te vallen en te-vragen: ,,Mijn hart ! vergeef mij wat ik je deeze gansene week heb aangedaan". Elimelech werd arts der zielen genoemd. Een andere Rabbi, David van Zelow, had zich twaalf jaren lang gekastcid, gevast van Sabbat 'tot Sabbat en allerlei zelfkwelling bedroeven, doch het gaf hem geen rust. Hij wist niet wal nog meer te doen. Zoo ging hij tot Elimelech op Sabbat-avond toen voelen verbleekte portretten van Groiner-op-de Nieuwendijk in het vochtig gespikkeld portret album uit onze kinderjaren. Heorlikc beweging, die 't socialisme voor ons was l ,,Wit laait, het groote hart des volks: dat vuur verdampt alle twijfels die nu verlammen, een nieuwe deugd vernieuwt onze natuur, als ijzer staal wordt door den doop der vlammen Onder het wereldkrake' en fel gevaar komt een gelukswoord op de lippen bloeien: Broeders, de kloven zijn gedempt"' .... Toen nam de esdeejapee de zaak ter hand; wij beleefden de stille nacht, de heilige nacht van het Comitévan verweer, waarin de spoor wegstaking zijn einde nam, toen Domela zijn ontroerende rode hield over stukgeslagcn eieren voor ommelets; Wat nu!" kreet Troelstra; de lucht daverde van bezielende strijdwoorden als kiesrecht, acht uren; en voor het laatste woord der heilsverwachting: de grond en de produktiomiddelen," dweep ten wij menige late avond in de Löwenbrau, in d' opgang van die blijdschap, in die blos van jonge broederschap". Wel 'n ver vreemd verhaal, nu. Wie kijkt er nog om naar do grond en de produktiemiddelen"; hot kiesrecht veroverden wij met gelijk oversteken tegen de vrije school, de achturendag met de omwenteling.... van oen glaasje water. Broeders, do kloven zijn gedempt". e kloven zijn gedempt. Een enkel achterlik mens die 't soms nog vergoot. Men beraadbij den Rabbi waren. Doch deezo groette allen on reikte hen do hand, alleen van Rabbi David wendde hij zich af. Deeze dacht dat hij hom voor een ander aanzag, en kwam don volgendon dag weer, dos avonds na 't gobod. Maar do ontvangst was als to vooron. Rabbi David weende don gansenen nacht, on durfde dos morgend het gobods-huis van don Zaddik met moor to botreedon. Hij wilde naar huis toe; doch op 't laatst waagdo hij hot toch tot hot venster to sluipen on to luisteren naar de woorden van do Loer die do Rabbi sprak op het uur van hot heilige derde maal: toon hoorde hij dat do Rabbi zei de, dat vaak monschon tot hom kwamen, dio zich afsloovoii mot vasten on foltorpijn. Ja mecnigecn volbrengt do grooto kastijding on houdt hot twaalf jaren vol. Dan houden zij zich waardig voor den heiligen Geest on koomon tot mij, opdat ik dio op hen doo noodordalon. Het kleine gebrek dat dan nog in hen ooverblijft moet ik aanvullen. Maar in waarheid is al hun oefening en gezwoeg minder dan oen droppel in de zee, on al hun dienst stijgt niet tot God, maar tot de afgoden van hun hoogmoed. Zij moeten weerkeeren tot (iocl mot volkomen afwenden van hun doen tot dusver. Zij moeten van vooron af aan don dienst beginnen mot oen oprecht hart". Toon Rabbi David dii hoorde greep de geest hom met zooveel geweld, dat hij bijna van zinnen raakte, sidderend on snikkend stond hij achter het venster. Toon do Habdala het Sabbats-einde voleindigd was, ging hij met ingehouden adem naar do deur on oopende dio zeer zachtjens on bleef op don drempel staan. Toen stond Rabbi Elimelocli op, ging op don roerloozen toe, omhelsde hem on riep: gezeegond zij de binnen tredende !" Daarna trok hij hom aan den tafel on zetto hem naast zich. Toon kon do zoon van don Zaddik Eleasar, zich niet langer bedwingen en zoido: Vader! dat is toch de man dien gij twee-malen hebt afgewoe/en, daar gij zijn aanblik niet verdragen koudot". O neon !" antwoordde Rabbi Elimelech dat was een geheel andere, deeze hier is onze lieve Rabbi David". Zijn hier niet diep-christelijke gevoelens? Het verlangen naar vroomheid, zonder poze of openbaarheid, zonder vertoon of hoogmoed? De ware Zaddik schituwt ook do opzettelijke, do mooijo" vvelsproekoiidlioid Toen men slaagde ergens in een raadsvergadering. 't Was over reizende kommissies voor gemeentcrekening. Een burgerlik" raadslid ragumenteerde vurig en argeloos: Duys had toch ook gelijk...." Een van de" partij sprong toornig recht: Meneer Duys asje blief !", ging weer zitten, en verschikte zijn uit 't lood geraakt boordje. In de dagen van illuzie waren wc nog kameraden". Nu zijn we meneeren asje blief"; men gaat met gesteven linnengoed naar zijn werk; bergt or de heer op in de blauwe mouwvostbroek; na de arbeid ont bloot men weer de heer, schikt zijn ver schoven boord recht Broeders, do kloven zijn gedempt". Ja dat boordje. Ik had er als jongen van 10 jaar al ruzie over met mijn moeder, 'i Was over 'n jongeheerekraag, zo'n platte brede; en die was altijd vuil, dikwijls zook, en zat nooit recht, boven op mijn hes. Ik heb 't nooit kunnen vinden met mijn boordjes. Eindclik ben ik van zo afgekomen, dat heb ik aan de krisis van ons, de nieuwe armen, te danken. SPAANSOH, E MG ELS O H, FRANS G H, DUITS OH 0*0. Bortitz-Schoot Heerengrmoht 451 U. 3286 Pract Onderwijs door bnitenl. Leeraren Gedurende do ergste oorlogsjaren liep ik mot zo lang mogelike hals, dat mijn boordje minder gauw vuil werd; (soms maar drie i n twoe weken, maar dan 'n wollen das en geen boord om op Zondag). In de was moesten de boordjes ton slofte toch, on in de was werden ze rafelig; Wat loefde men toen met dat dure linnengoed in de wasserijen. Thuis v/assen? Moest mijn arme vrouw, nog al meer werken. En wat was dat goed duur, zelfs op uitverkopen! Toon heb ik raad geschaft: ik liet een kleermakertje komen en toonde hem oen van mijn oude Indiese toebocbjassen, met gesloten kraag om de hals, een officicrsjas van wit koper om zoo te zeggen. In Oud-Leusden, op do leger-de kens-uitverkoop kochten wij een lap, ge schikt voor een pak, daar liet ik mijn kleer makertje een toebocbjas met broek van maken met, in de kraag, oen boordje van dun bruin loer, in do mouwen dunne bruine leren nianchetjes, bevestigd mot drukknoopjes, nu on dan af te sponzen. En nu bon ik van mijn hele fijne was af, mijn brave vrouw is er ook van af; mijn hals is niet meer zo vermoeiend lang; de strijd mot de rafeltjes is over, dure dassen zijn geschrapt van .'t budget; mijn totaalbe sparing in gold bereken ik op zowat 150 gulden por jaar. Broeders, oen nieuwe klove gaapt, 't Spijt ine. Maar go kunt dio makkelik dompen. Gooit er met Uw menerigheidjes Uw boordjes in en Uw linnen hemden. En gaat voortaan, als ik, met stille trots op onze nieuwe vrijheid zonder boordje. E. B o N E B A K K E R VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden A. G. te A. Hoe kan ik het best onder zoeken of mijn hond raszuiver is? Bestaat er een vereeniging die dit onderzoekt? Een zoodanige vereeniging bestaat niet. Wanneer U hadt opgegeven tot welk ras Uwhond behoort, haddon wij U beter kunnen inlichten tot wien U zich moet wenden, daar er zooveel verschillende hondenrassen bestaan dat er wol niemand is dio van allo rassen verstand heeft. Wij raden U aan U te wenden tot den hoer G. F. Krebs, sigarenhandelaar, Kinkerstraat 132 alhier. Deze hoor, die een zeer bekwaam kynoloog en keur meester is, zal U wellicht kunnen inlichten, on zoo hij U zelf niet kan helpen, het adres willen opgeven van een kenner van het betreffende ras. J,S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND i m i i m n n n i i Rabbi Baruch, den kleinzoon van den Baal schem, vroeg Laat ons woorden van do Loer hooron, gij spreekt zoo mooi !" toen antwoordde hij: oor ik mooi spreek mag ik stom worden". En hij hield op mot spreckon. Zoo is hot oprechte deemoed, innigheid en echtheid die do Zaddiks aan hun Chassidim loeren. Men herkont do oodclo neigingen van het oude volk dor profeeten. Helaas ! Zij wee te n het nu, zij hebben geen profeeten meer. Geen Zaddik mag zich profeet noemen. Ooveral komt het licht van den grooten Pro feet wiens bloed zij op hun hoofd lieten koomon, door do kieren van hun gebedshuis schijnen. Hot komt mij voor dat een geloerde dio hun verband tot den Christus niet zou kennen, toch zou begrijpen dat hun leer oovorschaduwd werd door oen donkere schuld, vol ontzetting en geheim. Daarom zei Buber ook eens teegen mij in ecu diep gesprok: Er is geen Christen dio Jezus zoo goed kan ver staan als oen Jood het kan". Ik begrijp dit gezegde, on do Loer der Chas sidim maakt deozo woorden duidelijk. Hooft do Christus niet juist dit volk uitverkoorcn om in to loeven on op to groeven V Alleen dit volk kon do grootste misdaad bedrijven die ooit bedreevon is, on er do vreesselijke boete voor doen. Rabbi Lovi Jischak van Berditschow, bijgenaamd de Batmhartige, brak eens zijn gebed af on richte zijn woord tot God: Hoor der Waoreld !" zoido hij (jij moet Israël zijn zonden vergeeven Doet gij het, dan is hot goed. Maar doet gij hot echter niet, dan zal ik iedereen zeggen dat gij in ongeldige Tefillin (gebeds-nemen) gaat. Want welke spreuk is in uw Tefillin beslooten? Do spreuk van David, uwen gezalfde: Wie is als uw volk Israël, oen oenig volk op aarde?" Ver geeft gij echter Israël zijn zonden niet, dan is hot niet meer oen nig volk, dan is ook die spreuk onwaar, dan -/ijn ook uw Tefillin niet geldig". Een andermaal zei hij: Hoor der Waoreld, Israël is uw Tefillin van het hoofd. Als oen geringe Jood zijn Totillin vallen laat, dan neemt hij zo zorgvuldig op en reinigt on kust /o. God, uvvTefillin zijn op don grond gevallen."' Hoe diep is hier do zin van doezen kroot. God's gebedsriemen zijn in 't stof gevallen. De diopsto boeto is nog niet diep genoeg. Maar or is oen ander wooid tot Israël gesproken Vergeef, Vader, want zo wee te n niet wat zo doen". Schnëur Salman van Ladi woonde na zijn huuwolijk bij zijn schoon-oudors in, volgens hot gebruik. Maar zijn afgezonderdheid, zijn wijze van bidden, en a! zijn eorodienst scheenen niet naar den smaak van zijn schoon-ouders, zo bewonderden zijn geleerd heid, maar verachtten hom als oen malle. Te vergeefs drongen zo er bij hun dochter op aan dat zo om een schei-brief zou vragen on hem verlaten. Maar ze moesten zich tevrooden stellen niet hun schoonzoon to plagen en hom 't loeven zuur to maken. Hij kroeg geen kaarsen, zoodat hij bij maanlicht de Loer moest leezen. En in de winternachten als hij vaak tot de scheomoring op bleef, lieten zo hom kou lijden. Alles droeg hij mot wat wij echt christelijk geduld zouden noemen, totdat hij op zijn twintigste jaar een beedevaart dood naar den grooten Maggid te Mesritsch. Toon do groote Maggid gestorven was, bleef Schnëur'Salman nog een jaar in Mesritsch on de Chassidim kwamen nu tot hem, in grooten getale. En toen Salman uit het venster zag en do moenigte zag aankomen, word hij ontzet, on riep in angst: Wat willen ze van mij? Waarom komen ze naar mij toe? Wat zien zo aan mij?" Toon sprak zijn vrouw tot hem: Stil maar! zo komen niet tot jou, maar omdat jij in do schaduuw van den hei ligen Maggid heb gewoond, willen ze van liom hooron vertellen". Dan is het goed" zei Salman en stelde zijn hart gerust Ver tellen ! ja dat wil ik, van hom vertellen". Maar toen hij begon to vertellen kon hij de Leer niet langer onbesproken laten. Eens brak Salman zijn gebed af on sprak tot don Heer: Ik wil uw Paradijs niet, ik wil uw toekomstige Waerold niet, ik wil Uzelvon, Uzelven alleen". Zou dit ook niet door do H. Marie Therosia gezegd kunnen zijn? Het schijnt wel alsof de Zaddiks oen gezinslooven leidden en geen monniksleovon. Som migen waren vermoedelijk welvarende burgers, me't een patriarchale waardigheid en blooyend bedrijf. Maar or word toch door den waren Zaddik al niet veel anders oover geld gedacht als door de christelijke monniken en heiligen. Rabbi jaakob Tischak vau Zublin had tot reegel dat hij van do geld-geschenken die hem in de loop van den dag gebracht werden, ook niet do kleinste munt behield, en alles vór don nacht aan de armen uit-doolde. Deoze Rabbi Jaakob Tischak was eens bij den kleinzoon van Baalschem te gast. Deezo laatste, Rabbi Baruch wordt oen trotscho, geheimzinnige man genoemd, die eens gezegd had dat hij de aanvoerder der Zaddikim zou zijn. Een der heilige gebruiken bij do Ziddikins was het dnikbail" dat dus wol met don doop dor oudste Christenen te vergelijken zal zijn. Rabbi Barnen nam zijn gast in een wagen moe, den dag vór den Sabbat, om naar het duikbad" te rijden. Rabbi Jaakobs Tischak werd de Ziener" genoemd, 011 toon zij uit den wagen stoegcn vroeg Rabbi Baruch aan zijn gast: Wat ziet do Ziener?" Rabbi Jaakob Tischak antwoordde: do akkers van het heilige land". Toen zij oover den heuvel schroodon, die den weg van cie beek scheidde, vroeg Baruch: Wat ruikt do Ziener?" Hij antwoordde: do lucht vau don tompolberg". En toen zij beiden in de beek dookon, vroeg do kleinzoon van den Baalschem Wat neemt do ziener waar?" on Rabbi Jaakob Tischa antwoordde: de balsemvloed van 't Paradijs". Er waren ook zwervende Maggids, die van stad tot stad reisden on preedikten. Een beroemde onder hen preedikte in een stad, toon zich het gerucht verbreidde dat do Rabbi van Lublin, Jaakob Tischak in de stad gekomen was. Toen liepen alle toehoorders van don reizonden preediker weg, om den Zaddik te begroeten. Da preediker, bespeurde, dat hij alleen gelaten word; hij weifelde oeuigen tijd, toon ging hij naar de herberg, waar ook de Lubliner zijn intrek genomen had. De tafel van doezen was reeds geheel bedekt mot los-geld" dat smeekolingeu on andere bezoe kers den Rabbi brachten. Do preediker vraagde: Hoe gaat dal toe? ik proodik hier a! sints ettelijke dagen on ik heb nog niets ontvangen, en u is al dit geld in oen uurtje tijds toe gevloogonV" Rabbi Jaakob Tischak antwoordde: liet zal wel aldus zijn, dat ieder in het hart dor menschen de neiging wakker roept die hij zelf in zich verbergt. Bij mij is dat geld-haal, bij u geld-liefde".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl