De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 22 april pagina 3

22 april 1922 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

22 April '22. No. 2339 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS Meubileerfng-MQ. AMSTERDAM COMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin 128 - Tel. 4541 N. DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar SIGAREN CHENARD&WALCKER NASH M. A. N. Automobielen en Vrachtwagens IJ. Automobiel Mij. JET CENTRUM" Parkstraat 91a - 's-Gravanhage Tel. Haag 3569 Motor- en Zeiljachten TE KOOP, In diverse grootten en prijzen. Lijst van in commissie staande vaar tuigen gratis en franco toegezonden. BINGHAM & LUGT APD.JACH? AGENTUUR Slepersvest 1 Rotterdam ENZ. LUXE- EN VRACHTAUTO'S BENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam. """ ' '" ? " ?"" ? ? ? ?? ?»?»??», . aam 15 v De N T/ l/e zekere Overtuiging dat aooWel de fabrikant al} onze Firma zier/blijkend Verantwoorde lijk Voelen Voor het hooöe peil onzer instrumenten, moet den muziekliefhebber bij aankoop een evtoel Van rust en Voldoening «èW 5 * De be5te vOaarboróbiedt U de naam onzer bekende 3tandaardmerken,waarVan een fraaie collectie Piano'j - vleudel^ Player-Piano'5 te^en «èemahtfde prijzen in onze magazijnen 15 eëxpo^eerd . De aanwezigheid Van eeni^e ccca5ion3 onzer 5tandaardmerken teéen gereduceerde prijzen verdient zel<er de aandacht. Indien tfewenscbt.Kjan dejmanciëele kVe^tie op de mee5t feóemoetkpmende wnze \?oor 17 ereéeld vvordeh. In ruil te nemen i^trumenten worden te«?en de hootf stmoóeliike waarde oVerOenomérx . o o <J o UTRECHT AMSTERDAM HILVERSUM CHOORSTRAAT HEILIGEWEG LANGESTRAAT l BERGEN BINNEN. HET HUIS DE HAEMSTEDE" = Telefoon No. 10 1ste rangs Familie-pension \ l Heerlijk voorjaarsverblijf in de onmiddellijke nabijheid van [ | bosch en duinen. i MiiMiimiiiiiiiimiiiiniimiM iiiiiiiiiiiin iiin iiiiiniiii MUI HUI iiiimiimiiiiiiiiiiimiiiiii iiimnr llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIBtltllllllllllllllllll IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII F. FEDDEMA WAGENSTR. 67 DEN HAAG Telefoon 879 NIEUWSTE MODELLEN Heerenschoeisel vanaf f 12.50 WHITE" ATTEST: Amsterdamsche Chininefabriek A'dam, 28 Februari 1922. Mijne Heeren ! Ter beantwoording van Uw schrijven van den 24en dezerdoen wij U onderstaand de door U gevraagde verklaring toekomen. De 2 tons vrachtwagen type WHITE" werd door U in April 1920 geleverd en door ons den 26en April 1920 in gebruik geno men. Reparatie hebben wij tot op heden zoo goed als niet gehad. Naar onze berekening heeft d wagen circa 25.000 K.M. geloopen. Onderhoud vereischt de wagen niet veel. Wat betreft de massieve banden^zoo kunnen wij U mededeelen, dat deze voorloopig nog niet vernieuwd behoeven te wor den, daar deze naar onze bere kening nog we! 15.000 K.M. rijden kunnen. De wagen voldoet uitste kend. Hoogachtend (w.g.) AMSTERD. CHININEFABRIEK NIGebi.KEFKENS, AUTOMOBIEL-MII. Amsterdam, lacoli Obtechtstr. 26. Tel. l. 2501 MICHELIN RIJWIELBANDEN HEBBEN EEN WERELD-REPUTA TIE Ze daarom van Uw Rijvrielhantlefaar EN LAAT U NIETS ANDERS AANPRATEN Zij zijn de SNELSTE, SOEPELSTE, STERKSTE BUITENBAND NIEUW MODEL CABLËf 6. BINNENBAND DE ONVERWOESTBARE ROODE 3.25 mm mmimm. mmmmmm> m-mmmim w EISCHT DOCTOR OF MEESTER ? Met Mr. Heinsius (zie nummer van 25 Maart) ben ik het volkomen eens, dat, caeteris paribus, het praedicaat van Mr. voor juristen de voorkeur zou verdienen boven dat van Dr. Zijn beroep op de traditie gaat er bij mij grif in: laat er in dezen nieuwen" tijd nog iets van het oude overblijven. Maar... .caetera zijn, in casu, niet paria. Er is een Academisch Statuut" gekomen, dat aan het doctoraal examen in de rechts wetenschap denzeltdcn titel verbindt, als voorheen alleen werd verleend aan hen die, door het schrijven van een academisch proef schrift (den idioten tijd van het promoveeren op stellingen slaan wij maar over!), blijk hadden gegeven van zelfstandige studie en ook van geocfendheid in stijl. Die beiden staan nu gelijk, wat hunne bevoegdheid tot uitoefening der rechtspraktijk en tot het bekleeden van rechterlijke ambten betreft. En dat vind ik een achteruitgang, omdat het een zooveelste bewijs is van den verfoeilijken geest van nivelleering die onze eeuw kenmerkt. Ik vind dat iemand die alleen maar doc toraal" heeft gedaan niet op ne lijn moest staan met een man die daarenboven, door een proefschrift, nog heeft doen blijken van zijn liefde voor de wetenschap en van den ernst en de diepte van zijn studie. En, zonder Mr. Heinsius in het openbaar te vleien, mag ik wel zeggen dat zijn eigen, op grond van een magistraal proefschrift, cum laude" ver kregen doctorsgraad hem op wat beters aan spraak geeft dan op gelijkstelling met een student die er met des repetitor's hulp het doctoraal" heeft ingestampt. Zullen zij die den doctorsgraad hebben verworven op grond van hun dissertatie dan voortaan Dr. voor hun naam gaan schrijven in plaats van Mr? Ik geloof mét Mr. Heinsius dat dit verwarrend zou werken. Maar zij kunnen nog iets anders doen. Zij kunnen den aiouden titel behouden, en zich toch onderscheiden van den doctorandus. Zij noemen zich dan niet Mr. Dr., een titel die nu eenmaal gebruikelijk is voor wie n in de rechts- n in de staatswetenschappen is gepromoveerd; maar zij noemen zich Dr. Mr., aldus den eerstverworven titel, a!s van geringere waarde, het laatst plaatsende, en den academischen graad, die hunne studie bekroonde, vooropstellend. Voor ons ouderen komt het er, zou ik zeggen, v/einig op aan. Wie ons kent, weet dat we niet gepromoveerd zijn onder het nieuwe Statuut. Wij blijven ons, dunkt mij, eenvoudig Mr. noemen, gelijk wij het zoolang hebben gedaan. Maar voor de jongeren, die aan hun titu latuur nog rechten moeten ontleenen, en met het oog op wier carrière het er alles toe doet of ze enkel doctoraal examen hebben gedaan dan wel ook nog wat meer en wat beters gepraesteerd, lijkt mij een afzonderlijke betiteling gewenscht en noodig. Mr. F. E. POST n UMUS MEYJES HET VOEDSEL VAN JOHANNES DEN DOOPER De gustibus non est disputandum". Ja, over den smaak, of liever over de smaken valt nog steeds niet te twisten. Vooral niet als hij de te dien opzichte zoo uiterst gevoelige menschelijke tong betreft, en zoo is het mogelijk, dat ook heden ten dage den een griezelig voorkomt, wat een ander een delicatesse vindt. Dit nu staat vast: in den tijd van Joh. d.D. (in het begin onzer jaartelling) was de smaak er even goed of sterk als nu. Te dien tijde bestond, naar Philo en Flavius Josephus berichten, de secte der Esseeé'rs; Zij poogden het beginsel der Levietische reinheid tot de uiterste consequentie te ver wezenlijken". Zoo schrijft Mr. H. P. G. Quack in De Socialisten, personen en stelsels", deel I, bl. 47, onder vermelding van allerlei bronnen. Op bl. 49 vermeldt hij: zij aten geen vleesch, dat door het bloed en vet toch eigen lijk onrein was". Het is geen uitgemaakte zaak, maar het wordt in desbevoegde kringen voor waar schijnlijk gehouden, dat Joh. d. D. tot be doelde secte behoord heeft. Ligt het nu niet voor de hand, dat ook hij bij de gelegenheid om nog te kunnen kiezen onder hetgeen tot voedsel dienen kan, zich liever van planten daarvoor bediende dan van insecten, hij, geroepen tot den doop van den Messias, de incarnatie van de meest algemeene Liefde, in alle tot haar sfeer behoorend wezen en werken ? Dat sprinkhanen nog steeds gegeten worden, zooals de heer Rolufs in het blad van 25 Maart 1.1. bericht, ik geloof het gaarne; niet meer of minder dan wat Leviticus XI : 22 vertelt, waarbij in de aanteekeningen van de nieuwe, Leidsche vertaling wordt opgemerkt: Hij was oudtijds even als nu een zeer gewoon voedsel, werd aan risten op de markt ver kocht, zelfs als schatting aan een koning opgebracht. In den Bijbel worden de sprink hanen als spijs alleen Matth. 111:4. Mare 1: 6 vermeld. Dat het gebruik hier wordt toe gestemd en Deut. XIV 6 en 19 de oudere wet stilzwijgend verboden*), vindt zijn ver klaring hierin, dat het verbod onmogelijk gehandhaafd kon worden". Hieruit vloeit echter volstrekt niet voort dat Joh. d. D. bij de mogelijkheid van keuze, dat ook gedaan heeft. Voorenkel genoegen ging hij ook de woestijn niet in; hij is een toonbeeld van soberheid en zonderde zich daardoor reeds van de ook toen weinig zich daarom bekommerende groote hoop af, meer dan waarschijnlijk tevens door zich te willen onthouden van voedsel, dat zooals boven is aangetoond, in zijn tijd voor onrein gehouden werd, al hield men zich aan zoo'n meening niet algemeen. Resumeeren wij ! De beteekenis der in den oorspronkelijken Oriekschen text gebruikte woorden laat tweederlei vertaling toe. In zulke gevallen moeten de omstandigheden waaronder zij gebruikt zijn, beslissen. Die omstandigheden wijzen er op, dat Joh. de D. als Esseeer, of dan zoo goed als een Esseeé'r (misschien we! plus royaliste que Ie roi") zich van onrein, in dit geval dierlijk voedsel heeft onthouden; acrides is dus ditmaal niet door sprinkhanen te vertalen. Voor belangstellenden in deze quaestie" noem ik, behalve de reeds genoemde bronnen, nog de volgende: J. G. Bethany, in de verta ling van Dr. J. G. Boekenoogen De gods diensten der wereld" bl. 410, Renan Vic de Jésus", bl. 97, Oort en Hooykaas, De Bijbel voor jonge lieden, en voor occultistisch gevoelenden", Schurés Du Sphinx au Christ" in de vertaling van Philophotos, bl. 384. Betreffende het voorkomen in de woestijn van wilde honig kan Simson's verhaal in Rigteren XIV nog inlichten. H U Ci O N O L T II H N l U S WETTELIJKE REGELING VAN HET LEVENSVERZEKERINGS BEDRIJF *) cursiveering van mij. H. N. Grand Hotel Fanckler RESTAURAHl HAARLEM Pension prix-modérés Het zij mij vergund, naar aanleiding van het onderschrift van Prof. Holwerda, eene korte opheldering toe te voegen aan mijn artikel onder bovenstaand hoofd opgenomen in Uw blad van l April 1.1. Uit Prof. H.'s beschouwing in Uw blad van 18 Maart had ik opgemaakt, dat deze de abso lute grootte der reserve (bij overeenkomende verplichtingen volgens de nettomethode be rekend) als maatstaf voor vergelijking van verschillende maatschappijen geschikt achtte. Het deed mij daarom te meer genoegen thans te zien, dat Prof. H. in dit opzicht niet met Perio meegaat doch het vergelijken van ver schillende maatschappijen zelfs indien in ons bedrijf alles rozengeuren maneschijn was", afkeurt. Afgescheiden van het maken van ver gelijkingen tusschen verschillende maatschap pijen, hetgeen ik evenals Prof. H. uit den booze acht, is het echter gewenscht voor de beoor deeling van elke maatschappij op zichzelf een juisten maatstaf te kiezen en het was dan ook mijne bedoeling op populaire wijze aan te toonen, dat de absolute grootte der premiereserve als zoodanig niet in aanmerking komt, doch dat men, naast het bedrag der dekkingsmiddelen,ook het juiste saldo der verplichtingen moet kennen om zich een gegrond oordeel te vormen over de vraag, of eene levensverzekering maatschappij voldoende waarborgen biedt, dat zij in de toekomst aan hare verplichtingen zal kunnen voldoen. Prof. H. zegt verder het met mij eens te zijn, indien ik bedoel dat een levensverzekeraar in bijzondere gevallen nog wel eens veel meer dan eene nettoreserve noodig kan hebben". Ook hier vereenig ik mij met Prof. H.'s uit spraak. Immers het is duidelijk dat bijv. bij loopende lijfrenten of andere contracten waar op geen premie meer verschuldigd is, volgens de zuivere nettomethode, welke in zulke ge vallen met de kosten in het geheel geen reke ning houdt, te weinig wordt gereserveerd; bij sommige collectieve contracten (mij zijn voor beelden bekend van dergelijke verzekeringen, met een bruto-premie, die lager'K dan de nettopremie, zoodat zelfs een negatieve opslag voor onkosten aan den dag komt) bestaat hier even eens een duidelijk tekort; terwijl ook bij levensverzekeringspolissen van zeer klein be drag (voor volksverzekering worden hoogere tarieven gevraagd en is de administratie een voudiger) de administratiekosten menigmaal te zwaar op de betrekkelijk lage tariefpremie drukken. Dit neemt echter niet weg, dat in liet algemeen volgens de netto-methode zeer veel wordt gereserveerd. Komen de omstandig heden, waaronder de maatschappij werkt, overeen met de verwachtingen, waarvan men bij de vaststelling der bruto-tarieven is uitge gaan, dan komt de geheele opslag voor eerste onkosten, ofschoon deze reeds betaald zijn, ook in volgende jaren beschikbaar, wat reeds eene aanzienlijke stille reserve beduidt, terwijl als de omstandigheden waaronder de maatschap pij werkt, gunstiger zijn dan verwacht was, voor toekomstige kosten een bovenmatig hoog bedrag beschikbaar komt. Juist deze tegen stelling is het die m.i. het bewijs levert dat de netto-methode, welke in enkele gevallen een te lage in andere gevallen een veel te hooge uit komst geeft, als maatstaf voor de beoordeeling eener levensverzekering-maatschappij geen aanbeveling verdient. De laatste zinsnede van Prof. H. maar als iemand daaruit zou willen concludeeren, dat nu ook vanzelf sprekend het goede recht vaststaat van eene reserve, die aanzienlijk lager is, dan eene nettö-reserve, laat hij dan goed weten, dat ik dit niet eens ben", is mij in verbandjmet het bovenstaande niet duidelijk. Immers het goede recht van eene lagere reserve dan de netto-reserve staat natuurlijk niet vanzelf sprekend" vast, doch kan eerst blij ken indien de dekkingsmiddelen en verplich tingen op rationeele wijze tegenover elkander worden gesteld. Het lijkt mij waarlijk niet noo dig, dat Prof. H., tot staving van deze voor de hand liggende waarheid, zijne autoriteit op zoo uitdrukkelijke wijze in het geding brengt. J. KIST (Hiermede sluiten wij de discussie over dit onderwerp. -- Red.) iPADOX DOf HA* WARMOND ?T.'4O" ALLE ' ' ' LANDHUIZEN ?; yCHOOLCCBOUWEN JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN INLICHTINGEN OP AAMV»AAC EEN OER?HOLLANDER llllllllllllllllllllllllllBllllltllllllllllll Op de Hoogere burgerschool te Binghamton in den Staat New York, werden onlangs aan een duizendtal jongens en meisjes een twaalf tal vragen voorgelegd, waarvan de eerste luidde: wie is de persoon, die het dichtst komt bij je ideaal? Vooraan kwam Lincoln, daarop volgde Roofevelt, dan Florence Nightingale. Als vierde moeder"; doch hél ver be neden de andere drie. Uit dit laatste moet men geen onjuist gevolg trekken. Het is al heel mooi, dat zoovele kinderen (50) ronduit er voor durfden uitkomen dat zij moeder" het hoogste ideaal vinden. En het pleit voor de veel-gesmaadde Amerikaansche vrouw en k voor "de Amerikaansche school dat de kinderen weten de moederzorg te waardeeren. Dat Lincoln bovenaan komt, is niet ver bazend. Want de leerboeken en terecht wijden lang over hem uit. Maar van Roosevelt staat daarin weinig; dat is dus geen schoolsche wijsheid. Doch Roosevelt zit ,,in de lucht". Geen week haast gaat voorbij, of er verschijnt een nieuw boek over hem, over zijn doen en laten, en vooral: over zijn karakter. Veel meer nog dan tijdens zijn leven, zien de Ameri kanen thans in hem hun ideaal. En dat ideaal is van.... Hollandsc/ie afkomst, ontegen zeggelijk Nederlandsch; niet enkel in naam, maar zijn heele leven bewijst zulks: inderdaad ! Van oi/rf-Hollandsche afkomst! Want bij zijn triomf-tocht in Europa werd Roosevelt nergens zoo zuinigjes ontvangen als in Neder land. Men vond hem ten onzent een lawaaimaker, een man zonder manieren: in n woord ondeftig. Nu, dat was hij in hooge mate ! Een man overvloeiend van levenskracht, wiens lust het is te jagen (op wilde dieren) en te rijden (op ongetemde paarden), kan moeilijk in de pas pantoffelen op onze netjes geharkte paadjes. En hij geneerde zich dan ook heelemaal niet. Wat moet het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te Parijs hebben opgekeken, toen de gezant (Jusserand) in een officieel rapport zijne wandeling beschreef met den President der Vereenigde Staten? Eigenlijk geen wandeling: een renpartij. De gezant, netjes aangedaan", met hoogen hoed en glacéhandschoenen, Roosevelt in korte broek, schoenen met dikke zolen, slap hoedje op, en er bij nog een paar ministers of zoo iets. Voort ging het in gezwinden pas, over weg en steg, altijd in de rechte lijn een geliefde sport van Roosevelt, welke hij hiking noemde. Buiten adem volgt de gezant, maar houdt vol voor de eer van Frankrijk ! Daar schijnt uitkomst in 't zicht ! Plotseling staat het gezelschap voor een diepen, onwaadbaren stroom. Nu zal 't wel omkeeren" heeten. Mis ! Roosevelt ontkleedt zich, geeft den ge zant in overweging hetzelfde te doen, want anders zal zijn mooie plunje bederven. Ook weer om Frankrijk's eer, volgt de gezant des President's voorbeeld. Maar houdt zijn handschoenen aan. Waarom, vraagt Roosevelt? Met uw verlof, mijnheer de Presi dent: wij mochten eens dames tegenkomen. En daarop doken beiden onder. Dat is Hollandsen! D.w.z. oiid-Hollandsch. Herinner u uit Droste's Heugenissen, hoe een deftige raadpensionaris en de fransche gezant op een feest plotseling verdwenen naar een afgelegen vertrek. Om gewichtige staatszaken te bespreken? Droste keek om een hoekje, en zag hoe de beide grootwaardigheidbekleeders een streep hadden getrokken op den vloer, en beproefden. . . . wie 't verst springen kon ! Die raadpensionaris heette Johan de Witt. Rooseveft is een echte jongen van Jan de Witt. Was dat ook in staatszaken. Altijd recht door zee ! Weet gij wat Roosevelt van plan ware geweest te doen, indien hij -en niet Wilson president was geweest in 1915? Een groote advertentie, blijkbaar uitgaande van het duitsche gezant schap, waarschuwde alle Amerikanen, die hun leven lief hadden, niet uit te varen met de Lusitania. Wilson kikte niet. Roosevelt zoude anders gehandeld hebben, en men kan zeker zijn dat hij geen praatje vertelde aan William Roscoe Thayer, uit wiens intimate biography" ik deze byzonderheid overneem. ,,!k zou Bernstorff hebben laten roepen, en gevraagd of die advertentie van hem was? Zelfs zoo'n aartsleugenaar had dit niet kunnen ontkennen. Dan zou ik zijn pas poort hebben laten klaarmaken, en bij het overhandigen hem gezegd hebben: Komenden Vrijdag vertrekt gij zelf per Lusitania; en de politie zul zorgen dat gij niet weg slipt, maar goed en wel in zee gaat". Dat" zoude natuurlijk Oorlog" hebben beteekend. En Amerika --?? dat wist Roosevelt was volkomen onvoorbereid. Doch dat was eveneens het geval, toen vél later Wilson den oorlog toch moest verklaren, na vele kinnebakslagen geduldig te hebben verdragen. Ln Roosevelt zou zeker heel wat krachtiger hebben aangepakt ! Wat dat zoude beteekcnd hebben? Een paar jaar korter oorlog, niillioenen levens ge spaard, milliarden uitgezuinigd, en allerminst het Versaillaansche gemodder, dat dien naoorlog bracht, waaronder ook wij, neutralen, zuchten en nog lang zullen zuchten. Roosevelt toch zoude nimmer zoo'n tweeslachtig vre desverdrag hebben onderteekend. Waarom Roosevelt in 1915 geen President was? Omdat hij op zijn kiesprogramma had gesteld. ... Referendum en Initiatief. Dat was den leiders der repnblikeinsche (Roosevelt's) partij te erg. Hoe, zij die altijd, door geknoei en gekonkel de macht in handen hadden gehou den, zouden die nu moeten afstaan aan het Amerikaansche volk? Van -illc voordeden van het kamerlidmaatschap klakkeloos afscheid nemen? Dus stelden zij Taf t tot tegencandidaat -en hoewel Roosevelt een half millioen meer stemmen kreeg dan deze, behaalde de derde man door die oneenigheid de over winning. Wilson, de democraat, werd gekozen. Geraakte daardoor Roosevelt's hervormingsprogram van de baan? Allerminst: het Ame rikaansche volk was wakker geworden, in referendum en initiatief hield het in gedach te. Reeds waren beide in 21 Staten in^eVMi rd, toen eerst in!919 Massasuchctls oversiaguins:,. Een groote triomf voor de nieuwe instellin gen, want zooal? Brvce schrijft in zijne Modern Democratie* die oer-conservatieve. Hollandsch-deftige staat, waar de pelgrims vaders voet aan wal zetten na hun afvaren uit Delfshaven - gaat niet o\vr een nacht ijs, en wordt door de overige Staten aangezien als een oude paai. Dit moge den Nederlanders een rii m onder het hart steken, die nog bang zijn den sprong te wagen. Ook verva.lt daarmede het argument, dat de Zwitserse hèsteden zoo klein zijn (Zürich telt slechts 200.000 inwoners), enniit met Amsterdam te vergelijken. Doch Boston, de hoofdstad van genoemden Staat, Uit 800.000 inwoners, en lord Bryce ziet er geen bezwaar in het gemeentelijk referendum toe te passen in stjden met een millioen bevol king. Wij hebben dus enkel noodig wat oudHollandsche Roosevtltschc" durf, en wij zijn uit het staatkundig moeras ! R.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl