De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 29 april pagina 5

29 april 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

29 April '22. No. 2340 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE GESCHIEDENIS VAN DEN INTERNATIONALEN VROUWENRAAD In de week van 14?22 Mei aanstaande zal, op uitnoodiging van den Nationalen Vrouwen raad van Nederland, de Inteinationale Vrou wenraad voor de derde maal zijne Algemeene Bestuursvergadering houden in ons land en wel te 's-Gravenhage. Voor de derde maal. De tweede maal dat hij dit deed, was in het jaar 1913, ons glorie-jaar, het jaar der herden king onzer nationale vrijwording voor toen honderd jaren, het jaar, waarin wij onze in.ternationale gasten konden inhalen met vroolijk feestvertoon en met rechtmatigen trots konden wijzen op de wijde vlucht welke ons land en ons volk gedurende de verloopen eeuw hadden genomen, als wij haar rond leidden in tentoonstellingen en exposities, waaronder voor ons vrouwen de tentoon stelling De Vrouw 1813?1913" als een ware triomf was. Die tweede samenkomst ligt nog frisch en levendig in veler herinnering, het h trouwens nog geene volle tien jaren ge leden. Maar hoe velen zijn er, die zich nog herinneren de eerste samenkomst van dat bestuur te 's Oravenhage, toen het daar sa menkwam onbekend en onopgemerkt, klein en nietig als de Internationale Vrouwenraad nog was in omvang en in opzet? Die eerste samenkomst had plaats voor nu reeds ruim twintig jaren in het jaar 1901, toen nog slechts de Nationale Vrouwenraden, bonden van vnuwenvereenigingen, van elf natiën in internationaal verband waren gebracht en daaronder aie van Nederland gelukkig onder de eersten. De bestuurs(samenkomsten droegen toen nog zulk een eenvoudig karakter, dat zij konden worden gehouden in eene particuliere woning, de gastvrije, bij velen nog wel bekende woring In de Alexanderstraat van de eerste Presidente van den Nationalen Vrouwenraad van Neder land, douarière Klerck-van Hoogendorp. De beraadslagingen waren toen mede nog zoo simpel en beperkt, dat zij konden afloopen in twee dagen. Aan openbare vergaderingen daarbij dacht toen niemand. Aan verslagen in Oe groote en kleine pers evenmin. De pers ?fcende ons niet; veinsde ten minste ons niet te kennen; en Nederland bezat destijds troih wens niet ne beroeps*Journaliste, Hét eerste praetische werk, dat de Inter. nationale Vrouwenraad toen had ter hand te nemen, was dan ook de oprichting van een Internationaal Pers-comité, samengesteld voor zoo ver in eenig land vrouwelijke beroepsjournalisten nog ontbraken, uit vrouwelijke dillettant-journaHsten, die ieder in eigen land zouden trachten, bij de pers U wekken belangstelling voor wat er op het gebied der vrouwenbeweging omging en dit vooral door het verstrekken van betrouwbare berichten en gegevens omtrent doel en streven der ver, schillende Nationale Vrouwenraden, Dit co* mitéis in den daarvan toevertrouwden arbeid hier en elders zoo uitnemend geslaagd, dat het feitelijk overbodig is geworden en zoude kunnen worden opgeheven, Het aantal vrov^ welljke beroeps-journalisten is thans legio en de kolommen van dag- en weekbladen staan allerwege wijd open voor al wat vrouwenbe langen raakt in ruimeren of en geren zin. Alleen dit reeds, het winnen van den steun der pers bij de bewerking der openbare meening in binnen- en buitenland is eene uitkomst van het werken van den Internationalen Vrouwenraad.die hoog moet worden aangeslagen; maar de waarde daarvan leert men eerst kennen bij vergelijking van wat toen was en nu is. Afgezien van deze practische bemoeiing ter bewerking van de openbare meening door middel van de pers, bepaalde de arbeid van den Internationalen Vrouwenraad bij die eerste samenkomst ten onzent in het jaar 1901 zich enkel nog tot een theoretisch verkennen van zijn arbeidsveld door de lede»van het zoogenaamde Permanente Comitévoor den Rechtstoestand der Vrouw te doen vei> zamelen gegevens omtrent de rechtspositie van vrouwen en kinderen in de verschillende reeds aangesloten landen ten einde die gegevens later te kunnen bezigen als grondslag voor een vervolgens te onder nemen streven naar verbetering van die rechtspositie. Daarbij pleitte men van den beginne voor het beginsel van vrede door arbitrage. Meer was voorals nog onmogelijk, wilde men trouw blijven aan den eenmaal aangenomen stelregel van volstrekte nstemmigheid bij de te nemen besluiten, een bij her halingen telkens op nieuw aangevochten stelregel, die bij zooveel onderscheid van ras, van staatsvorm, van religie, bij zooveel onbekendheid nog bij de vrouwen met de eischen van het georganiseerde vereenigingsleven toch volstrekt on misbaar was, wilde men niemand afstooten en geen enkel met moeite aangeworven lid weder verliezen. Met het behoud oi het prijsgeven van dezen stelregel moest de Internationale Vrou wenraad staan of vallen, zullen^evenals bij de Nationale Vrouwenraden staan of vallen. Het streven naar Vrouwenkiesrecht, beperkt tof algemeen, in het werkpro gramma opnemen? Men dacht er niet aan. Ook onder de werkende krachten in den Raad, onder de zeer ijverig werkenden, waren er toen nog zoo velen, die voor alles vrouw wilden blijven," gelijk wij het toen formuleerden, alsof dat gevaar liep, gevaai kon loopen en die terugschrikten voor de consequenties van het beginsel van staatkundige ge* lijkstelling van man en vrou\v, Toen de Internationale Vrouwenraad in het jaar 1904 bij gelegenheid van de groote vijfjaarlijksche open bare samenkomst te Berlijn met algemeene stemmen er toe overging het bevorderen van de staat kundige ontvoogding der vrouwen in alle landen met eenen parlementairen regeeringsvorm in zijn werkprogramma op te nemen en dit daarmede als auto matisch den verschillende aangesloten Nationalen Vrouwenraden tot plicht stelde, kostte het dezen laatsten en althans den Nederlandschen Vrouwen raad heel wat moeite en inspanning om het beginsel van staatkundige vrijheid ook voor de vrouw door de leden, de geaffilieerde vereenigingen, te doen aan vaarden. Wat heeft bijvoorbeeld on^e eerste Presidente, douarjère Hogendorp, er een tegenstand om moeten ver duren in haren eigenen Vrouwenbond ter Ver hooging van het Zedelijk Bewustzijn, hoewilden andere vrouwenverenigingen langen tijd alle niet VrcuwfnKiesreeht ook maar eenigszins verband houdende voorstellen geregeld af stemmen, alleen al, orifdat zij meenden, dat dit begrip lag buiten de limiet van haar werk. Met de aanvaarding van het beginsel van n heid van zedewet voor man en vrouw en van de bestrijding van den handel in vrouwen en meisjes door middel van een daarvoor op te richten Permanent Comitéging het niet anders. Toen een daartoe strekkend voorstel eveneens in het jaar 1904 op de samenkomst te Berlijn aan de orde werd gesteld, is het nog bijna gestrand op slechts met moeite overwon nen verzet daartegen van de zijde der Deensche afgevaardigde, die, met veler heimelijke instemming, toen nog meenden te moeten pleiten voor de destijds nog algemeen gang, bare maar ons thans reeds zoo vreemd en onbe grijpelijk geworden leer van het noodzakelijk kwaad, AÏs men op ulke dingen terug ziet, durft men niet loochen en, dat de maatschappij, trots zooveel dat van het tegendeel schijnt te getuigen, vooruitgaat en zelfs snel vooruit gaat. J o n. W. A. N A B E K VROUWEN-EMANCIPATIE nog betrekkelijk zoo weinig verder zijn. - - Zou alleen de eerste jaren van eigenlijke (Teekening voor de Amsterdammer" van Hanna Lamberts) opbloei e" gr°ei. s,Prake kunnen wezell> 'en zou de aftakeling en het afsterven al veel eerder beginnen, dan we ver moeden durven?... Maar zoo'n mis moedige overpeinzing kan ook al weer niet lang duren, want een kind, voor wie elke minuut een hevige motie brengt, zal ons nooit lang werkeloos laten neer zitten; het betrekt ons in al de wonderen, in de heerlijkheden en de afschuwelijkheden, die het beleeft, en nooit lijkt mijmeren nutteloozer, dan in de dagen, dat we achter wagentjes mogen duwen, slobkousjes aan en uittrekken, en altijd weer opnieuw lintjes strikken, door altijd weer losspringende haren ____ Wie leeft zómakkelijk, als zij, die tusschen kinderen leven! Er is elk kwartier iets te doen; dan moet de n een flesch, dan de ander naar bed; dan moet er een badje zijn, en dan weereen kruikje; als de eene uit is geweest, moet de ander zijn boterham; het is n lange reeks van naar boven- en naar benedenbrengen , aankleeden, uitkleeden, spelen, troosten, voeren, wasschen, tot de lichte dag voorbij is, en in de donkere kamer de mondjes geurig liggen te ademen, snel en. warm.... Wie zich geestelijk heeft overwerkt; wie zich nerveus, moe van hoofd en ontredderd voelt, pleegt de stilte en de eenzaamheid in te trekken en ,,in de natuur" genezing te gaan zoeken. Ik geloof, dat een verblijf in een kinderrijk gezin, waar de patiënt een (in anderen gezondcren -/.in) overwerkt moedertje wat uit de handen kan nemen, dikwijls betere resultaten zal opleveren. Ik zou er bijna een bemiddelingsbure-iu" voor willen oprichten. Want wie haar hersens beurs heeft gedacht, kan ze niet ineens aan zichzelf overlaten; als 't hoofdwerk aflaat, en er kamt niets voor in de plaats, verzinkt ze in een put van melancholie. Maar kinderen vragen van ons een aandacht van elke minuut voor het voor-de-hand-liggende, het onmiddellijke, het ntet-diepzinnige. Niets is zoo kalmeerend als /jch te verheugen over elk hondje, over elke auto en elke train; niets doet zóuitrusten, als stil achter een wagen te loopen, en ...... de slaap te bewaken van oen tevredenblazende zuigeling. En dat ;'U!es op Rembrandt-mode, gezien te Meran Japon en pelerine van zwart laken, Breede, witte kanten kraag, overgaande in een jabot. Schoenen met gtoote strikken, Breed-gerande zwarte vilten hoed. mimtiiutiiiu t BIJKOMSTIGHEDEN XXIV Wie een huis binnenkomt, weet onmiddel lijk, of er kleine kinderen zijn of niet. En dan hoeft er nog niet eens een slabbetje over de trapleuning te hangen om hem den weg te wijzen; hij hoeft niet een wollen truitje te zien zwerven ot een miniatuur paar bruine laarsjes (no,QQ) op het nieterkastje te ontdek ken. , ? ? Er is iets in de sfeer zelf van dat huis, iets antastbaais, dat hem tot de erkentenis dwingt; hier is iets jongs, iets groeiends; hief is de jeugd en de belofte, Wie een groot mensch" te logeeren krijgt, zet zijn eigen leven voovt, maar waar een paar babies hun intree hebben gehouden, is het h-'ele b.'staan veranderd. De menschen loopen er met andere gezichten; 7e lachen anders en hebb:n andere stemmen; er hangt een nieuwe geur in de lucht, een wonderlijk zoet en warm luchtje, dat door alles heendringt en elk ding aantast, en zelts het meest hopeloos geregelde huishouden raakt i|it zijn voegen, als er in de serre een wieg komt te staan, en een rooktafeltje versierd is met een gummipoppetje, een hondje, een prentenboek en een bal, Voor een kindje heeft iedereen tijd; de ouderwetsche huismoeder, die anders aan iedere vreugde en iedere smart voorbij draaft, umdat ze schoone kleedjes achter de waschtafel moet hangen of inspectie houden in de mand met dekens, laat nu getroost haar kopjeswater koud worden, om met het kleindochtertje handje plak" te spelen of den kleinzoon naar de vogeltjes te laten kijken; etensuren worden roekeloos verzet, en als een onbeheerscht, klein handje een bord met pap over den grond keilt, is er niemand, die daar aanstoot aan neemt. Het leidt bovendien tot een nitwissing van alle standsgevoel: rond den kinderstoel staan meneer, mevrouw, keukenprinses en sprotje vereenigd in n enthousias me, en ze maken dezelfde geluiden en <>e vragen dezelfde vraagjes; en het koniokje up zijn troon ziet hen a) Ie n, met heiaeltde goedgunstige oog aan, QO.als een kind ons ook leert onszi;lS \? vergeten ! Wie denkt nog aan zijn ,,fiüy\ii*\ wie is nog bang om mal" te lijk.eu,aTs hij kans heeft voor zijn gebaar of. «ijiij gezichtsgrimassen een blije schater dis belooning te krijgen? Wie zal iiie| jiev-er zijn prestige te grahUele-n go.qien, dan een kind op straat e e. n, K)S spel letje te weigeren. Intusschen waaneer men nagaat een hoe groote veïfcV'ieling woorden en begrippen een i.njeiilgent kind al vór zijn tweede jaar heeft bijeengegaard, dan wordt men bijna somber gestemd, dat wij op onzen ouden dag merken, en bij al U- s praten ligt ons blijkbaar 7.00 makkelijk, en is zoozeer een uiting van onze dicprte natuur, dat ik, toen ik me den avond na den uittocht van de kleine karavaan in den schouwburg was gaan troosten over liet verlies, en toevallig naast (\n onzer meest bekende leden der eerste kamer was te land gekomen, de grootste zelfbeheersching noodig had, om niet telkens tegen hem te zeggen: Hoor je wel; bellehellebel. . . . mooi hè? Zie je wel; allemaal menschen. . . . zeg maar: dag menschen !" Maar omdat hij die conversatietoon waarschijnlijk niet gewaardeerd zou hebben, spraken we over de verwerping van de grondwet; en zoo werd ik geleidelijk het groote-menschenleven weer ingetrokken, waar we ons moe maken, en meeningen hebben, en precies zijn en aan vaste gewoonten houden, en strakke oogen en koele stemmen toonen, Iedereen, die het huis nu binnenkomt, voelt weer, dat het een huis is van regelmaat en ftude menschen. De laatste, lieve herinnering zijn een rek met luiers, dit als witte vlaggen fladderen in den 7o\migen wind. A N N i i: S \ i. o M o N s iimiiiiiBniiiiiiimtiiiiiiiiiiiiuiiittttiitiiimmiiiMiMiiimiii Vraagt: SIPKES'FIJNSTE Dessertwerken 1NSTEHUM - 'MMYEIiGE - BOÏÏEMM Tijdelijke aanbieding van ruim 300 stnks Ie kwaliteit SMYBNA KARPETTEV a f35.?per Tierkante Meter, franco levering. i i mi NIH mum m minimi i Geestig! De kwestie de getrouwde onderwijzeres in de school" houdt ook in Zwitserland de gemoederen bezig. In de Winterthürer Landbode" gaf eenige weken geleden de redacteur C. Rüegg een origineele ernstige causerie" over het onderwerp. Hij schrijft: Drie ernstige beschuldigingen slingert men u naar het hoofd, mijn geëerde onderwijzeressen. Ie Gij neemt de plaats in van anderen; 2e Gij geniet dubbel tractement. 3e. Het gezin komt er bij te kort! Wanneer op deze gronden een wet moet worden in 't leven geroepen, dan moet de wetgever ook daaronder andere getrouwde vrouwen opnemen, en als hij dat doet, moet de staat er de gevolgen van dragen. Moet de getrouwde onderwijzeres uit de school, dan moet Ie de getrouwde arbeidster uit de fabriek; plaats voor werkeloozen van beider geslacht; 2e de waardin uit het koffiehuis, plaats voor keukenmeisje, vrou welijke gérants en bedienden; 3e de vrouw van den winkelier uit de winkel, plaats voor winkelmeisje, caissière; verder de vrouw van den slager of bakker uit het bedrijf, de vrouw die kamers verhuurt, in haar eigen keuken; plaats voor linnenmeisje en kookster; de getrouwde doctor, tandarts, advocaat uit de wachtkamer, plaats voor huishoudster, en hulp in huishouding; de getrouwde tooneelspeelster van het tooneel, plaats voor tooneelspelers. De schrijfster, de schil deres, met verdienende mannen getrouwd, weg met haar kunst, plaats voor verdrongen collega's. De boerin weg uit de boerderij, plaats voor knecht en dienstmeisje. "t Is of ik iemand hoor zeggen: Halt, het betreft hier een dubbel inkomen uit de staatskas ! Dat is waar, maar de staat mag voor zulke menschen geen uitzondering maken, hij moet allen gelijk behandelen". Onze redacteur draaft een beetje, door, maar is in alle doordraven niet een grond van waarheid? S. G. F. M E Y B o o M. iiiiiiiimiiiiiiiniiiiiiiiimiiiiiiiiitmiiiimii Hollandsche bakkerijen in Californie Zaterdag, den 25en Maart opende de van de Kamp firma of Holland-Dtitch (alleen maar Dutch Duitsch) Bakers een nieuwe wind molen-winkel in Glendale, niet ver van Los Angelos. Deze winkels beginnen hoe langer hoe populairder te worden onder de huisvrouwen van Los Angelos en omgeving. Hun schilder achtige uiterlijk" zegt een Amerikaansch blad maakt dat ze zeer de aandacht trekken." De winkels zijn nauwkeurige nabootsingen van de oude Hollandsche windmolens en verkoopen de bekende producten van de firma van de iiMuiiiiiiHuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiimiiimiiimmiiiiiiiiimiiumiiii VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. iiiiliiiiiiimilimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii mimi i iinitiiii HlimillllMIIMIIinIMIIIIMIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMMMMIIMIMMItlMIIIIIIIIMIIIMIIIIMIIIII HMMHIMIItHIMMIMUUUIIIIMIIIIIIMIIimMIlimiMIIMIIIIHIUIMIMMlUIUMMMM iniaillliiillllllllllMllllllllllllllllllliilllliillllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllll SPARRENBLOEI Can trouble live with April days? Als die overmoedige dichter niet al lang dood was, dan had hij zich in 1917 en nu weer in 1922 er van kunnen overtuigen, dat April nog heel wat narigheid kan brengen, 't Is nu .weikelijk nog erger dan vijf jaar geleden, hoogstwaarschijnlijk wel door het contrast met het voorjaar van 1921 en ook door de droogte. De vogels treuzelen met broeden, (je bijtjes en hprrtmels, ooor dg stralende ZGJÏ, ujf "den ' grpnd "gelpkt, vindPn h??St geen Voedsel en Y?rdringen elkander op de vroege p.loernen in onze tuinen. Qisteren had ik op dfie planten van de vroege heide Erica carnea tegelijk twaalf dikke hommels van vjer ver. schillende soorten, die daar om honig kwamen en er zaten w nog *es te kleumen op den grond, beduusd door de late lente. VerschilFencte planten bloeien drie tot zes weken later dan-net vorig, jaar en de boomen duwen maar heel gaandeweg hun nieuwe bebladerde twij gen uit de knoppen. Toch komt er vroeg of laat weer evenwicht, even goed als verleden jaar, toen, ondanks de fabelachtige lente-verschijnselen van Januari en Februari het begin van Juni toch weer ongeveer hetzelfde beeld te aanschouwen gaf als in andere jaren. Ook nu reeds vinden we sommige soorten, die niet zoo gemakkelijk van de wijs zijn te brengen en die al vrij wel op tijd bloeien. De gewone Europeesche larix bloeide al half April volop en in de Paaschweek is ook de gewone spar, de fynspar, begonnert. '?' Ef zijn weinjg bporn,en, mooier dan een jonge, gezonde, bloeiende fijnspar, en dan jiefiit in de volle ion bij droog weer en helder blauwe lucht. De fraaie kegelvorm wordt op gebouwd van takkenkrans op takkenkrans, elk aanwas van een nieuw jaar, maar tusschen die kransen zijn weer vele zijtakken van ver schillend kaliber, die levendigheid e,u afwis seling brengen. De hoofdtwijgen van de oudere takkransen hebben weer een rijk stelsel van zijtakken, aie als het ware daken vormen, scherpgenokte daken, waaronder het goudhaantje zoo gaarne zijn kunstig nestje bouwt'. Ons goudhaantje broedt bij ons haast nooit elders dan onder de afhangende sparretakken. De glinsterend groene naalden blijven jarenlang zitten, zoodat dikwijls, genoeg aan sterke sparren geen l^aalu^i van takken of stam tg zien komt, zoo dicht is de altüdgro'ene mantel, die tot op' d^h gronrf afhangt, ja dikwijls er door wortels aan bevestigd is. Als d^. naalden wat ijl staan en h^t \$\\ gunstig jnva(t, dan kunngn Vr? het warm roodbruin yan de schors der jongste takken bewonderen en dat geldt voor het heele jaar. Maar nu, in de eerste w^éks van Mei, is ook de bloei begonnen, Aan het eind van zijtakjes, het meest nabij den top van den boom, staan loodrecht de vrouwelijke Weelwijzen, cHind.m van keurig gerangschikte vleezjge schubben, meestal prachtig diep karmjjnrood van kleur, misschien met een tikje in het violette. En overal aan de twijgen, ook aan de lagere zien we nog meer roode bolletjes, sommige nog half verscholen in doorschijnend bruine vliesjes, andere verbleekt en geelachtig. Dat zijn de. mannelijke katjes, bestaande u\t K-h opeengehoopte meeldradttn, leder met een rood schubje aan het 'eind. Bij de m,inste tyéwegirrg schudden die hun stuifmeel uit dat bij stil weer toch al dór de opstijgende warm,e luchtstroom», wordt meegevoerd naar hooger Jagen,' en als de wind het grijpt dart kan het honderden k)lom,eters ver worden mee gevoerd, leder korreltje is voorzien van twee luchtblaasjes en zou misschien wel de reis om de wereld kunnen doen. D-it rood van de sparrebloesem vinden we iuik bij andtre naaldboomen, de larix heeft het heel prachtig en ook de gewone den en plottende spar (f'wfo R, A. Lo(ti) de Douglas spar, die ook in deze week wil bloeien en wel bijzonder mooi. Zilverspar, Andalusische den, allemaal hebhen ze dat rood. Maar van al die soorten kunt ge ook boomen aantreffen, die van die kleurstof verstoken blijven en die zich moeten verge noegen met heidergroene bloeischubben. Overigens is alles hetzelfde. Dikwijls genoeg kunt ge zoo'n roodbloeiende en groenbloeiende spar zij aan zij zien staan en dan krijgt ge wel den indruk dat de roode de sterkste is. Nog een ander heldergroen is dezer dagen aan de sparren te zien aan 't eind van elk takje en ook wel opzij, dat zijn de jonge naalden uit de pas ontloken knoppen. Zoo geeft die spar in 't zonlicht een tooverachtig kleurenspel te genieten. Maar er is nog meer. De kegels, die het vorig jaar gevormd zijn, zijn nu gerijpt en in de droge lucht gaan hun schubben wijd uiteen staan, zoodat de gevleugelde zaadjes vrij komen. Kringelend en dwarrelend, de vleugels glinsterend in 't zonlicht komen ze fangs een schuine baan naar beneden, des te schuiner naarmate de wind sterker is. Daarbij knetteren de schubben der kegels en vooral die van de dennen en zeepijnen maken een bijzonder krachtig geluid, dat behoort bij de blijheid van de lente. Ieder jaar zie ik op dat geluid de montere vogels afkomen, belust op de vettige zaden. Ze wachten niet totdat ze vallen maar pakken ze, zoodra de kegel openspringt, keurigjes bij de vleugels van tusschen de schubben. Vooral doen dit de spechten, de boom klevers, de koolmeezen, pimpelmeezen en groenvinken en dat gaat met veel inspanning en gefladder, want eigenlijk is het hun agelijksch werk niet, dat meer behoort tot de competentie der kruisbekken. Maar stel u eens even voor hoe mooi dat is, al het geel en groen en zwart en lichtblauw en donkerblauw, spierwit, en rood en bruin van die bonte vogels bij al de kleuren van den bloeienden spar zelf. Zulke dingen zijnin 't sparrenlaantje iedere zonnigen lentedag te zien. Jammer maar, dat we niet meer sparren hebben en dat de meeste stadsparken er heelemaal van verstoken zijn, omdat deze boom meer dan eenig andere conifeer gevoelig is voor de verbrandings producten der steenkolen, in 't bijzonder het zwavelig zuur. Ook stelt hij nog al eischen aan den bodem. Maar juist omdat we die dingen weten, kunnen we zorgen voor goede plaats en gelegenheid en zelfs de Amsterdammer behoeft er niet aan te wanhopen, om nog eens in een nieuw park, opgehoogd met goeden grond afkomstig van graverij van havens en kanalen en gelegen boven den wind van 't industrie terrein, van al dat sparrenmoois te genieten. J AC. P. 1 H i j s s E IWOERHEIM" DEDEMSVAART KWEEKT VASTE PLANTEN ZADEN HEESTERS COSIFEREN. illllllllMllilllllllllllllllllllllMKIIIIIIIIIflIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllk.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl