Historisch Archief 1877-1940
6 Mei '22. No. 2341
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
DE GEWIJZIGDE VOORSTELLEN TOT GRONDWETSHERZIENING
Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
DE ENGELSGHE BEGROOTING
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
Kok Ruys : Met 'n ander sausje zullen zij 'm wel slikken"
IIHIIMMMIIIII
RIJM-KRONYCK
Voorloopig zit ik in Moskou. Zoolang de
zaak hier niet in orde is, kan ik niet vertrek
ken. Zoodra de nieuwe voorraden in liet
hongergebied aangekomen zijn, ga ik er heen
ter inspectie. Is alles in orde, dan moet ik nog
de verzorging van kleeding en schoeisel
regeJen in een andere plaats. En dan keer ik spoe
dig huiswaarts".
S. R. de Miranda,
Aan d: Redactie van ,,Het Volk.''
Mirandanof de groote,
Aan :t Prinsenhot ontsproten,
regeert met ijzeren hand.
Hoort naar zijn koene daden!
straks komt, met roem beladen,
hij weer naar Nederland.
Hij stelt zijn grootsche daden
voor zijne kameraden
getrouwelijk te boek,
opdat in' in later dagen
niet dwazelijk zal klagen:
Hij was drie maanden zoek."
Neen, leest zijn reisverhalen!
Genezend alle kwalen
trekt hij van oord tot oord.
Mirandanof de groote
zet Rusland op zijn pooten
(zoo zegt hij). Zegt het voort '.
45; rnillioen pond
iiiliiHHiliiiiHiiiiiiiimiiittiii
zwaarder geworden
MELIS STOK i-:
Nieuwe Boeken.
Een vijfde herziene druk van het hand- en
studieboekje: De Kunstnijverheid, tevens een
vademecum voor bezoekers van musea en mm H miiimiMimiii mum,
tentoonstellingen van Dr. Bruno Bucher|(in
Nederlandsche bewerking van J. H. W. Prof. Dr. D. van E m h c! e n schreef
Berden, Directeur der Rijksschool voor voor het genootschap voor zedelijke
volkspoKunstnijverheid) zag bij H. D. Tjeenk jjtiek een' brochure: De ontwikkelden en tic
Willink het licht. politiek. A. W. S ij t h o f fs uitgevers Mij
Km UMI n i immuun Hm m te Leiden is de uitgeefster.
Mededeelingen van gene zijde is de onder
titel van Cluude's Hoek, door L. Kei w a
yB a m b e r. Het boek is verkrijgbaar bij de
N. V. Spiritistischc boekhandel en uitgevers
M'j. te Amsterdam.
In de serie (iroote Denkers (uitgave van
de Hollanuia Drukkerij te Baarn) kwam als
nummer 3: Hermann Lot:c, door 6 r. H. W.
v a n d e r V a art Smit.
Eveneens bij de Hollandia Drukkerij zag
het licht: Het nurmtile kind, de geestelijke ont
plooiing van zuigeling tot volwassene, door
B. I. D o u w e s.
(
FONGERS-Rijwielen
Wie een lichtloopeud,
sterk, goed gebouwd,
fraai afgewerkt en in
werkelijkheid v o or
de e lig rijwiel ver
langt, schaffe zich een
PON GEB, S aan.
Eigen Filialen te AMSTERDAM, Nassaukade 500 ;
Arnhem, Groningen, Den Haag, Leiden, Middel
burg, Rotterdam en Utrecht.
Agentschappen over het geheele land verspreid.
«?iiiiiiiiiimiitiiitmiiuiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiimitiimiiiiimiiiiiiiiiiitliiiiiiii
minimum iiiiiiiuiiiiiiiiiiumiiiimiiiitimtitittmiitimiiiiiimiiimii
EEN JUBILEUM
Dramatische Schets in n bedrijf,
^rmt teekeningen voor ,,De Amsterdammer"
van /s. van Mens)
De Jubilaris.
De directeur.
De collega.
De chef-electricien.
Het publiek.
Het jubileum-stuk is geëindigd.
Het doek valt.
Applaus.
Het doek rijst.
Applaus.
Het doek valt.
Applaus.
Het doek rijst.
Applaus.
Het publiek: sssssssssssssst....
De jubilaris (staat midden op het tooneel
iusschen eenige bloemstukken).
De collegas: (eveneens een beetje verlegen,
staan in een halven cirkel opgesteld).
De directeur (treedt naar voren. Hij is
ongeschminkt en draagt in de hand l album
en I enveloppe).
Het publiek: sssssssssssssst....
De directeur: Hm....
De Jubilaris: (gaat op zijn andere been
leunen).
(Stilte).
De direktcur: Waarde X.... ik mag wel
zeggen: beste vriend X.... Toen wij voor
eenige weken vernomen hadden dat je heden
den dag zoudt herdenken, waarop je 371
jaar het tooneel gediend zou hebben, fronsten
wij bedenkelijk de wenkbrauwen....
(De directeur fronst de wenkbrauwen. De
jubilaris gaat weer over op het eerste been;
het publiek wacht in ademlooze spanning).
....Ja.... wij dachten: alweer zoo'n
jubileum.... er komt maar geen einde aan ..
kijk eens X, er zijn jubilea en jubilea.... zooals
er tooneelspelers zijn.... en.... tooneel
spelers ....
(Het publiek lacht luid - de directeur lacht
fijntjes de jubilaris glimlacht pijnlijk en
gaat weer op het andere been over). . . .
Want ach.... het gaat zoo, dat voor hei
n e jubileum de milde gevers zich als het
ware komen aanmelden.... terwijl voorliet
andere jubileum.... hoe zal ik het zeggen ....
het publiek een stootje noodig heeft....
Gij zijt nu eenmaal niet geworden wat
anderen geworden zijn, waarde X. Zooals de
criticus van de ..Morgennost" het nog onlangs
zoo geestig schreef: niet elke soldaat kan
generaal worden, nietwaar?
(de jubilaris knikt van neen en gaat weer op.
het eerste been ovei. De collegas staan
verlegen in de zaa! te gluren, (lefluister onder
het publ'ek).
Maar beste vriend X, het is k een kunst
om soldaat te zijn en te strijden en zijn plicht
te vervullen. Gij waart 37.1 jaar lang een
dier moedige soldaten, die de generaals hun
zegetochten hielpen volbrengen.
(Applaus. De directeur buigt. De jubilaris
gaat weer op het andere been over).
. . . .de generaals oogsten de lauweren, maar
zij weten aan wie zij die te danken hebben.
Zij verwachten dat iedere soldaat, ook de
allergeringste, beste X, zijn plicht zal doen.
wat zou ik. . . . wat zouden wij hier zijn ....
zonder menschen als <?, m'Jn goede X?
Wat zou Napoleon geweest zijn zonder zijn
grognards. . . . wat Frankrijk
on hekenden soldaat V
(Applaus).
(üj zijt nze onbekende soldaat, X l Gij
vertegenwoordigt die vele plichtsgetrouwe
medewerkers zonder grooten naam, die de
grooteren en de grootsten steunen, nietwaar?
(De jubilaris knikt van ja. De directeur
klopt hem bemoedigend op den schouder). . . .
En daardoor, beste kameraad X. kwam
zooeven, toen ik u daar plotseling midden
op het tooneel zag staan, de hoofdrol ver
vullende in het blijspel dat wij thans in vullen
ernst spelen, een beeld hij mij op. . . .
Toen ik u zoo zag staan, beste vriend X,
dacht ik aan een hoogen, hoogen mesthoop.
(Het publiek lacht daverend de directeur
zegevierend de jubilaris witjes).
Ja.... \.... ik zag u als een mesthoop,
zoo onaanzienlijk en zoo weinig gewaardeerd
zijt ge als eer, hoop mest....
De menschen gaan voorbij en zeggen: nu
ja.... die hoop mest nmet er zijn nietwaar?
Maar men vergeet dat die/elfde onaanzienlijke
mest de akkers moet bevruchten waarop het
schoone koren bloeien zal. Verborgen onder
de aarde zal de mest haar beseheiden maar
grootsche taak vervullen, opdat het edele
gewas zal kunnen gedijen en bloeien. . . . voor
de menschen (gebaar naar het publiek).
(Donderend applaus. De directeur buigt,de
jubilaris bloost en gaat snel van het eene op
het andere been over en weer terug op het eene).
Kijk, oude X.... zoo moet de akker van
de kunst gevoed blijven. Daarom vergeleek
ik u met een mesthoop .... het beeld is
misschien niet geheel juist.
(Het publiek zwijgt teleurgesteld. De jubi
laris kijkt angstig zijn directeur aan en glim
lacht zenuwachtig en strak).
Want - een mesthoop voedt en gij
moet gevoed wórden.
(Het jpubliek schatert).
-?niet, dat ik wil zeggen dat gij die thans
370 jaar aan het tooneel zijt, een voedster
zoudt behoeven ....
(Het publiek giert.... de directeur
pauseert, de jubilaris veegt licht bevend zijn
voorhoofd droog)....
....Maar ziet.... deze enveloppe bevat
het voedsel voor den ouden dag, X.... om
eens een weekje te rusten .... ik wil niet zeg
gen op uw lauweren, maar dan toch op uwe
herinneringen aan de groote tooneelspelers
met wie ge het voorrecht hebt gehad in UWL'
37?.jarige carrière samen te werken....
(Het publiek juicht -? de directeur buigt
-de jubilaris buigt het hoofd).
De Cdllega: (komt met drukke, joviale
gebaren naar voren, slaat den jubilaris krach
tig op den schouder, grijpt zijn hand en spreekt
tot het publiek):
X '. namens de collegas een kort woord om
je te zeggen dat we heel verheugd zijn dat je
vanavond eens tot je recht komt !
37.' jaar heb je op het tweede of derde
plan gestaan .... nu sta je voor het voetlicht
als de held van den avond.
Beste X, dat is een feest voor ons
allemaal. Wij jongeren hebben allemaal nog
onze idealen. Wij hopen allemaal eens hoofd
rollen te mogen spelen .... Misschien komt
daar nooit iets van. Maar jouw jubileum zal
ons leeren dat men door anciënniteit dat kan
bereiken, waar men niet het talent voorheeft:
een plaatsje \lak voor het voetlicht.
Wij hebben gedacht je iets blijvends aan
te bieden als herinnering aan vandaag.
Kijk eens.... we dachten je niets prettigers
te kunnen aanbieden dan een mooie hengel;
we wisten dat je zoo graag hengelt en we hopen
dat als je d'r Zondags mee op uit trekt, dat je
dan een boei visschen zult ophalen.
Dat je d'r lang plezier van mag hebben;
je heb! nooit gehengeld naar een goeie pers.
doe het nou maar eens naar een flinke baars.
(Gejuich en applaus).
l>e iubiluri<: Dank je hoor !. . . . Dank jullie
allemaal.... (ontroerd).... het is waar
achtig te veel !
De i'het-t'li'ctriticn (komt naar voren. Hij
heeft oplettend geluisterd naar de twee vorige
sprekers, want hij is technisch beambte, en de
kunst is glad ijs voor hem. Daarom kiest hij
het meest markante van de beide toespraken
als thema, en zegt:)
Mijnheer X ! Zuuals de beide vorige rede
naars terecht hebben opgemerkt,is L' maar een
klein tooneelspelertje. Desondanks heeft ook
het technisch personeel niet willen achter
blijven bij deze huldiging. Wc hebben een klei
ne herinnering voor u gekocht in den vorm van
dezen sigaren-aansteker in den vorm van een
koeien poot, dien we u willen aanbieden als blijk
van onze \\aardeering.
Verder hebben we gedacht dat dit vaasje
mooi zal staan op uw schoorsteen en dat u
als u het ziet.nog eens denken zal aan het tech
nisch personeel.
(Applaus).
De jubilaris (zeer ontroerd). ... U, Mijnheer
de directeur, collega's, geacht publiek en ook de
pers wil ik danken voor deze onvergetelijke
hulde. De woorden die ge hebt gesproken zal
ik nimmer vergeten. Het doet iemand goed
om na 37! jaar te ondervinden dat zijn
werk niet voor niets'geweest is. ... Ik weet nog,
mijnheer de directeur, hoe je aan het tooneel
kwam, nu voor achttien jaar. .. . Ja ik zal
maar Gerrit zeggen Gerrit". . . . waar
blijft de tijd! Toen was je een beginnertje....
nou ben je mijn directeur. Zoo gaat de een den
itiitittiiiiuiiiiiitiiiiltliiiiiiiiiiiiitiiimiiiiiiiitiiiiimiititiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
ander voorbij.... Maar wat we ook achter
ons laten, we blijven den blik naar voren
houden. Ik ben een visscher, zooals ge allen
weet. Welnu.... als men zoo'n dag zit te vis
schen gaat men wel eens aan het denken....
uit zoo'n water haal je van alles naar boven.
Je kan d'r niet in kijken en toch woelt het daar
en krioelt het van leven. Zoo is het ook met
ons, als we tegenover een zaal met publiek
staan. Het is een oogenblik van boffen, wan
neer je door een gebaar of een woord dat leven
weet te vangen. De een is een groot visscher en
de ander maar een kleintje. De een heeft de
eigenschap om te voelen waar de visch is en
waar hij in happen zal, en de ander doet trouw
zijn plicht en haalt nooit wat anders op dan
witvischjes....
Gerrit.... jij hebt de eigenschap om te
visschen .... Jij weet waar het publiek in
hapt.... ik heb die niet gehad. Ik ben
niet eens een aantrekkelijk aas geloof ik....
maar misschien een stevig stuk van de hengel;
zoo zijn de rollen op het tooneel verdeeld en
zoo zijn ze het in het leven. Ik dank u allen
zeer.
(Applaus. Het publiek maakt zich gereed
om de tram te halen. Het doek valt).
Applaus.
Het doek rijst.
Het publiek verlaat de zaal. De directeur
en de collegas verlaten het tooneel.
Het doek valt.
Zwak applaus.
Het doek rijst.
De jubilaris staat alleen op het tooneel
met zijne geschenken en bloemstukken.
Het doek valt.
De jubilaris opent de enveloppe.
Het brandscherm daalt.
M E L i
T O K E