De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 6 mei pagina 3

6 mei 1922 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

6 Mei '22. No. 2341 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND N.V. PAERELS' Maubllearlng-Ml]. AMSTERDAM COMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin 128 - Tel. 4541 N. SIGAREN OESTERS IMPERIAL. Lunch, Diner, Souper & la carte. De salons zfln dagelijks (ook Zon dags) geopend tot l uur 's nachts. Gids voor ZWITSERLAND met Kaart f 0.90 Gids voor DEN HARZ met Kaart 0.90 Gids voor PARIJS met Kaart 0.90 Gids voor LONDEN met Kaart ,, 0.90 Gids voor BERLIJN met Kaart ,,0.90 Gids voor KLEEF met Kaart ,, 0.90 Gids voor WEENEN met Kaart ,, 0.90 Gids voor THüRINGEN met Kaart ,, 0.90 Gids voor DE RIVIERA met Kaart ,,0.90 Gids voor den TAUNUS met Kaart 0.90 De Badplaats MONDORF met Kaart ,, 0.90 Franco toezending na ontvangst van postw. door de uitgevers: TAN HOLKEMA & WABENDOBF - A'DAM aam 15 w De N, i/e zekere Overtuiging zoowel de fabrikant al5< ziel) oluVend Verantwoord lijk Voelen Voor het hootfe peil onzer instrumenten, moet den muziekliefhebber bij aankoop een eVoel Van ru5t en Voldoening ^De t>e5te vOaarborébiedt U de naam onzer bekende 3tc\ndaardmerken, waarin een JTaaie collectie Piano5 -X/'leuóel^ Player-Pianö5 te^en gematigde prijzen in rd. onzer en gereduceerde de SWds prijzen verdient zeker Indien rfewenscht.kan de ^inanciëele op de ,mee5t teéemoetkpmende wijze vtoor L) ereéeld worden. In ruil te nemen i^trumenten worden te^en defioo^stmo^eliike waarde oOerOenom^ o O ?' -^ UTRECHT AMSTERDAM HILVERSUM CHOORSTRAAT HEILICEWEG LANGESTRAAT F. FEDDEMA WAGENSTR. 67 DEN HAAG Telefoon 879 ENZ. LUXE- EN VRACHTAUTO'S B ENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam. NIEUWSTE MODELLEN Heerenschoeisel vanaf f 12.50 GHENARD&WALGKER N A S H M. A. N. Automobielen en Vrachtwagens N. V. Automobiel Mij. JET CENTRUM" Parkstraat 91a - VGravanhage Tel. Haag 3569 BERGEN BINNEN. HET HUIS DE HAEMSTEDE" l = Telefoon No. 10 1ste rangs Familie-pension i f Heerlijk voorjaarsverblijf in de onmiddellijke nabijheid van l bosch en duinen. im iiiiiiiiiiimiHiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiMiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiinjii 'Snelschtill RlENTS BAL! Zelfond 99 Cant fr. In den Boekh. en na postw. bij RlENTS BALT, Den Haag, Daguerrestraat 28. DEGELIJKE OPLEIDING, mond. en schrift. aan bovenstaand adres Bij N. V. UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ VAN LOGHUM SLATERUS & VISSER, ARNHEM, is verschenen: HET VENTJE VAN ONZEN-LIEVEN-HEER DOOR OAMILLB LBMONNIBR Naverteld door ANTOON THIRY HOITTSNEDEN VAN JOZEF CANTK Uit de Pers: Zoo bezitten wij thans het meesterwerk van Lemonnier in liet Vlaamsen. En de navertellen" heeft zich van zijn taak zoo uitnemend gekweten, dat het Vlaamsch verhaal.... natuurlijker en eenvoudiger schijnt geworden te zijn. De Haagsche Post. Ziehier een buitengemeen profijtelijk bockske, dat je nut weet van welke zijde het meest te bewonderen.... Ik ben er vele uren lang gelukkig mee geweest. A. M. de Jong in Het Volk. Wanneer het leven van dezen tijd U zwaar valt, wanneer de dingen rondom U drukken en U triestig stemmen, wanneer de wereld waarin ge als modern uitgerust mensen te leven hebt, U weer eens tegenstaat in die snel deprimeerende stemmingen van onvol daanheid, ga dan heen en luister naar het verhaal van Lemonnier, dat speelt in het oude stedeke Veurne en dat vertelt van het Ventje van Onzen-Lieven-Heer en zijn goed en voorbeeldig bestaan". De Hollaiulsche Revue. Wij vinden in Ivo, in Cordula, in andere figuren de oprechte vroomheid der eenvoudigen van geest. Voor allen, ook voor de ruwe kerels.... is het heilige heilig. De N.'gentiendc-eeuvvsche realist heeft hier als 't ware een nieuwen vorm wilkn geven aan den hoogen humor, die te vinden is in oude Vlaamsclie ver halen, naïef en primitief, waarin de vrome zin samengaat met het alledaagsche leven". De Avond post. ....Een mooi boek, met houtsneden die volmaakt bij den tekst passen. Een vreugde voor ele uitgevers, dunkt me, n:aar ook een vreugde voor den lezer. Eenheid. ,,De houtsneden van Jozef Cantréin hun simpele, schier primitieve lijnen, illustreeren dit boek harmonisch in den naïven toon van deze Vlaamsclie vertelling, de schoonste sedert jaren en, vermoeden wij, ook nog voor langen tijd". bc Indische. Cuurant. PRIJS f3.25; geb. f4.50. Boeken zijn veel minder in prip gestecjen dan andere dingen van dagelijKsch qebruiK. Motor- en Zeiljachten TE KOOP, in diverse grootten en prijzen. Lijst van in commissie staande vaar tuigen gratis en franco toegezonden. BINGHAtt & LUGT AFD. JACHT AGENTUUR Sleperavest 1 Rotterdam FIAT AUTO'S n,a<\ WERELDVERMAARDHEID\ Sedart tal van jaren. LANDAULETS Type 505 4 cyl. 6 zitplaatsen f 9.OOO. 51O 6 6 11.OOO. Compleet met HIIGHELIH luchtbanden, afneembare wielen, reservewiel met band, snelheidsmeter. Ij. LEONARD LANG Stadhouderskade 114 Amsterdam! iiiiiimimiiniiimiii llllllllllllllllllllillllllllllllMIIIMIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllltMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIHl Illllllll iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii GELOOF EN POËZIE Geloof is het waarheid-besef dat geen bewijs voering behoeft. Men stelt het teegenoover Weeten" maar dat is geen zuivere teegenstelling. Wie iets meent te we.eten bedoelt daarmee dat hij grooter zeekerheid voelt, omtrent eenig feit, dan wanneer hij zegt iets te gelooven. Maar het weeten kan niets vast stellen zonder geloof. Men moet bijv. beginnen met het geloof dat er nog andere menschen zijn, dat de waereld geen hallucinatie is, dat er n waar heid is waarvan alle menschen te «overtuigen zouden zijn, dat logische en wiskunstige uit komsten voor alle menschen gelden en zoo voort. Zonder zulk geloof kan men ook niets weeten, dan heeft men in 't geheel geen zee kerheid. Geloof betreft dus die werkelijkheeden die men niet nader verlangt te bewijzen, en waarvan ook geen bewijs, door anderen wordt geeischt. Zulke werkelijkheeden zijn gevoelsdingen. Ze bewijzen, om zoo te zeggen, zichzelf. Pijn, vreugde, neiging, angst, begeerte en zoo voort, bewijzen hun eigen bestaan, zonder verstandelijke hulp. Het werk van het verstand, het weeten, is niet anders dan vergelijken van die gevoels dingen, om daardoor tot nieuwe gevoels dingen te koomen. Want wat is het doel, dat wij menschen allen nastreeven? Het kan niet anders zijn dan genot, in lager zin, of vreugde in meer verheeven zin. Vreugde is datgeene wat wij onmiddellijk waarnecmen, en waarvan wij steeds meer willen. Ons verlangen naar kennis, ons weeten zelf is een geloof en een genieting. Maar er zijn duizenderlei vreugden en genietingen. Het lage genot bevreedigt niemand. Wij menschen allen, zonder uitzondering willen de vreugde die bevreedigt. Daaraan gelooven wij en dat geloof behoeft geen bewijs. Als wij oover het geloof twisten, dan be doelen we altijd het antwoord o p dee ze vraag: wat is de vreugde die bevreedigt? De pret-maker, de genotzoeker meent dat de vreugde die hij zoekt, hem bevreedigen zal. Daarin wordt hij steeds teleurgesteld, want de voldoening van alle hartstocht, alle begeerte, op n begeerte na loopt uit in teleurstelling. Er zijn twee soorten van vreugde, die zich voordoen als de vreugde die bevreedigt, maar ten onrechte. Dat is de vreugde door Kennis, en de vreugde door Schoonheid. Dus, in andere termen: de weetenschap en de kunst. Zeeker zijn dit vreugden van hooger orde. Min of meer verhseven vreugden, die in hooge achting staan. De vreugden die de hartstochten ons geeven, het genot van eeten, drinken, en zinnelijk genieten die bevreedigen nooit. Een jonge man zeide eens tot een der kerkvaders, dat hij zijn begeerten wilde verzadigen, om ze tot rust te brengen. Doch de heilige voer uit teegen hem : weet ge dan niet, hellckind! dat geen begeerte verzadigd kan worden?" Maar ook de hoogere begeerten bevreedigen niet. Noch kunst, noch weetenschap. Noch kennis, noch schoonheid. Rusteloos zoekt de geleerde naar meer kennis. Hij wil het verband der gewaar wordingen steeds dieper en nauwkeuriger doorgronden. Het afbeeldsel wat hij van de schepping maakt, wil hij al maar volleediger en duidelijker voor zich zien. Hij kan zich door die hartstocht laten verblinden tot aan zijn dood. Hij zal dan een betrekkelijk gelukkig leeven leiden, omdat zijn verlangen eedel en onzelfzuchtig is. Maar bevreediging kan hij in die vreugde niet vinden, want hoe verder hij zoekt, hoe meer hij in onoplosbare raadsels verward raakt. En bij het einde van zijn leeven voelt hij dat al zijn werken vergeefs is geweest. Zijn geheugen verzwakt, zijn kennis begeeft hem, door de ouderdom. En hij weet dat de kennis die hij nalaat ook in zijn opvolgers niet duurzaam kan zijn. Stoffelijk kan hij de menschen hebben voortgeholpen, door allerlei voordeel. Maar hij weet hoe dit alles ver gankelijk is, en dat noch hij zelven, noch zijn opvolgers, de vreugde die bevreedigt kunnen vinden. De wijze Boeddha kwam daarom tot deeze slotsom: de begeerte bevreedigt niet, maakt ons ongelukkig. Dus is er maar n weg, dat is de weg die leidt tot de totale opheffing van alle begeerten. Deeze uitkomst duidde hij aan door het woord Nirvana", door veelen verstaan als het Niet". Maar inderdaad kan het niet anders beteekenen als opheffing aller btbegeerten." Of die opheffing moogelijk is, en of er dan werkelijk van vreugde die be vreedigt kan worden gesprooken, dat is niet te zeggen. De Boudhisten gelooven het. En hun geloof kan hun vastheid geeven. Maar mij is het niet moogelijk uit hun ge loof iets anders te verstaan als een zeer ver heeven toestand, dien men zueker niet kan aanduiden door het woord niets". Niets" is ondenkbaar. Maareen zeer verheeven, vreede-volle toestand is denkbaar. De Christelijke leer nu toont ons aan dat er wel een begeerte is die vreugde geeft, die bevreedigt en dat is de vreugde die ons gegeven wordt door toenadering tot het Hoogste Weezen, tot God. Dit wordt niet beweezen, het wordt ge voeld en getoond. Vooreerst moet daarom vaststaan dat er een hoogste Weezen is, en daartoe komen wij door zelfwaarneeming. Vooreerst door de gedachte, de ooverweeging, de bespiegeling dat er zulk een Weezen moet zijn. Dit is niet geheel reede-neering, want wen kan deeze oovertuiging krijgen ook zonder loogisch ooverleg, alleen door wat me n intuïtie noemt, en wat gcvoels-begrip kan nee ten. Men voelt dat het niet anders kan. Maar het is ook niet geheel gevoelsbcgrip men kan reedeneerende bedenken, dat al wat wij direct kennen gevoel is, zoo voelt men dat iets oneindig is, dat ons verstand en gevoel, ons geestelijk weezen niet het aller hoogste is, en dat er dus iets hoogers of becte-rs moet ziin, een hooger en beeter weeze'ii, en dat noemen wij God, of Heer, of Hoogste weezen,en wij vragen waar en hoe dat Wee/en is. Het punre verstand zegt: waar veele Weezens zijn die onderling verschillen, daar is er ook n het Hoogste. Daartecgcn is niets in te brengen. Die recdcnecring moet de meest ongeloovige toch toegeeven. En het daarop volgende besluit is wel dit dat wij menschen dat Hoogste Weezen niet zijn. Ook dit is onweersprekelijk, ook al is het niet verstandelijk strikt bewijsbaar. Dat een mensen het beste en hoogste weezen zou zijn dat is voor ieder die eeven nadenkt, onaanneemelijk. En nu is de vraag, die ons terstond inihet werkelijk leeven terug brengt: Wat weeten wij van dat hoogste Weezen? waaraan her kennen wij het?" Wij zien het nooit onniiddelijk, on/e zin tuigen neemeu het nooit direct waar. En toch kunnen wij door aandacht en opmerk zaamheid, door diepe meditatie, tot de be sliste ((overtuiging koomen dat er achter alle leevens verschijnselen een hooger en hoogste weezen gestadig werkzaam is. Ik zal e J n voorbeeld noemen. Want men bedenke wel dat, in het bespiegelend leeven, de eenige taal die gebruikt wordt, de taai der symbolen moet zijn. Alleen door zinne beelden kunnen wij elkander on/.e hoogste gevoelens duidelijk maken. Zulk een verduidelijking van ons geloof in een Hooger Weezen, geeft ons het geheim zinnige schrift van een uitgestorven volk. Bijv. het Egyptische of Mcxicaansche. Wie zulk een steen met letterteekens vindt zal nooit denken dat die teekens er toevallig, zonder een leidende geest op zijn gekomen. l lij vermoedt onmiddellijk: dat hebben menschen gedaan !" De taal en het volk mooge geheel verdweenen zijn, die letter teekens zijn er met een bepaalde bedoeling op gebracht, welke bedoeling men welligt kan ontdekken en geheel uitvorschen. Bewijzen kan men niets, in dit geval. Niemand kan een absoluut bewijs leevoren, dat die iettcr-figuuren wat beteekenen.Maar ieder \oclt, neemt aan en gelooft dat ze be'te'e'ke-nis hebben en welligt te ontcijferen ziin. Zoo is het ook met de verschijnselen van ons keven, do lotgevallen der volken, ele gebeurtenissen in de nienschcnziel. Men kan terstond den indruk krijgen: hier werkt een hooge leidende Macht. Maar niemand kan dit bewijzen. Men gelooft het, of men gelooft het niet. En nu is dit het gewigtigste in deeze gelijkenis, dat lul «flouj vooraf moei gaan aan liet begrip. Wie1 ck' onbekende letterteekens voor toevallig ontstaan houdt, die zal ook nooit hun beteekcnis ontcijferen. Hij vindt niets, omdat hij niets verwacht. Hij ontvangt geen kennis, omdat hij geen geloof heeft. Alleen hij die gelooft, die vór het weeten reeds vermoedt, die zal de sleutel der raadselvolle teekens ontdekken en een wonderbare waereld zien oopen gaan, een geheel volk in hun stoffelijk en geestelijk leeven waar neemt n, zooals dat bij de hieroglyphi-n van het Egyptische volk is gebeurd. Zoo is het met ons geloof aaneen allerhoogste Weezen. Zijn bestaan, zijn eigenschappen, zijn weezen, zijn betrekking tot ons, dat alles kan of geloochend, of wel geloofd worden. Te bewijzen valt er niet. Het kan alles toeval zijn. De ongeloovige kan tot het uiterste ongeloovig blijven. Maar die ongeloovige zal dan ook nooit iets ontdekken, omdat hij niets verwacht. Als het geloof, het vermoeden, ontbreekt, dan blijft ook het weeten, de kennis afweezig. Zoo moet alle kennis voorafgegaan worden door het geloof. Een onderstelling, een fan tasie, een denkbeeld moet in ons leevend zijn, eer wij tot begrip koomen. En dit vermoogen, dat ons leeven en beteekenis doet zien, waar anderen volstrekt blind voor blijven dat vermoogen is het dichterlijk vermoogen, zulk een geest die- de koomende waarheid voorziet en haar beteekenis vast-stelt waar de nuchtere of prozaïsche mi'iisch loochent en niets waarneemt, zulk een geest is de dichterlijke geest, c.'n zoo voert de poëtische kracht den incnsch tot ontcijferen van het grook- raadselschrift des leevens. F R r. u r. K i K v A N F. n n i: N JWGDriMUYS MEUBILEEDEPI DER -won i no AM5TERDAM 7091113 LEIDSG1E5TRAAT73

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl