De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 6 mei pagina 8

6 mei 1922 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 Mei '22. No. 2341 SCHILDERKUNST-KRONIEK (Foto firma H. Buffa) IN MEMORIAM KEVER (1854?1922). . 'k Herinner mij den tijd, dat Kever reeds zeer we! gekend was als schilder van het Binnenhuis en dat hij als zoodanig bij mij niet den grootsten geestdrift wekte. Niet was het, dat ik dit werk niet waardeerde, noch dat ik de persoonlijkheid miskende, die zich hier op een wijze openbaarde vol zekere, zedige bekoring, en in een kleur, die nooit hortend, altijd melodieus was, en bleef. Het leek mij echter toe, dat de nadeden van de Binnenhuis-productie onzernegentiendeeeuw, bij Kever, als bij zoo velen, herkenbaar waren, en dit neep te eer, daar Kever geen schilder was van den eersten rang. Maar aangename verrassingen zouden mijn genegenheid voor dit werk vergrooten; een frisscher tocht zou ik bij hem vinden in ander werk. En die vond ik in zijn Stillevens, in zijn bloemstukken, in zijn stadsgezicht met het boekewagcntje. Daar was herleving, verfrissching. Met den ijver van die verrassing heb ik mij toen gezet op deze stillevens te wijzen,op dat stadsgezicht. Daar vondt ge wat Kever bezat aan melodieuze bekoring frisch-wcg voorgedragen. Ik vond daar toen een schilder vol minnelijke hoedanig heden, en ongekend, allicht ongewaardeerd door de meesten. De waardeering voor dit meer onbekende deel van zijn werk is langza merhand gerezen tot het juiste peil; de koopers begonnen deze verdiensten in te zien. Kever was een bloemenscliilder, een stil levenschilder van zedige innigheid, zonder scherpen nadruk, zonder felle en sterke bepaling van den vorm, maar die, ik herhaal, in een teedre muzikaliteit, als een nooitwrange melodie, bloemen in hun potten sctïiïaerdë, visscflen in hun zich-vlijende materie en trage glanzen weergaf, die tot ruimer stemming dwong. Het stilleven in het stadsgezicht, het boekestalletje maakte deze aangename gezindheid nog nadrukkelijker ; dit schilderij was een werk dat in een museum, als best voortbrengsel van dezen schilder thuis hoorde en er gelukkigerwijs ook kwam. Ik zou niet durven zeggen, dat deze meer algemeen geworden waardeering ook hier soms geen nadeelen bracht: niet alle bloem stukken zijn zoo goed als de vroegere. Als geheel der verschijning blijft dus Kever M ax^ Reinhardt's ,,Droomspel". '1 Zooals verschillende auteurs n stof kunnen verwerken, zoo kunnen ook verschil lende regisseurs van hetzelfde stuk elk een eigen lezing geven en, waar het een diep, vol werk betreft, met de ecne visie juist zooveel overtuigen als met de andere. Wat men noemt, de bedoelingen" van den schrijver blijven dan, waar ze behooren: in het midden. Weet een schrijve r zelf wat hij in die n on wezenlij ken staat, waarin hij het werk schiep, voor alle eeuwen gewild heeft? Ik geloof, dat ieder ander het hem alsnog" vertellen kan. Een kunstenaar is een wereld-op-zichzelf, en terwijl hij in zijn binnenste naar het eene reikt, grijpt het andere naar hém. Hoe grooter de schrijver, des te vrijer het spel. Strindberg's ,,Droomspel" biedt wel een voorbeeld van een langs geheel verschillende wegen te benaderen, en op volstrekt individuede wijze te belijden mystieke kern. Zeven jaar geleden bracht Svend Gade zijn oplossing, die velen bevredigde, dezen winter kwam Rei nhardt naar Berlijn met de zijne, die op een geheel andere aanvoeling steunde, en vond op zijn beurt grooten aanhang. Naast de lyrisch-metaphisische, deze mystisch-realistische, met gelijke rechten. Den een was dit werk vór alles: droom", de poëtische, iet wat verzachtende en verdoezelende terugblik van den ouderen kunstenaar, welke het erg ste mensch-zijn overwon, voor den ander bleef het de radelooze conclusie van den tot zijn dood kamp-gevenden Strindberg, een verschrikkelijk brokmenschenleven, waar bij de omstandigheid dat hij zijn bloedige resultante door middel van het droomprocéd atmospharisch bond, meer den ondergeschik ten vorm" raakt. Bij de eerste opvatting, zooals wij die hier door de opvoeringen van het Ned. Tooneel kennen, staat Indra's Doch ter deernisvol terzijde en vervult naar den letter de opdracht, haar in het Voorspel door God Indra gegeven: om eens beneden" te gaan kijken en hem verslag uit te brengen. Bij de tweede, die van Reinhardt, is de goden dochter het al-lijdend middelpunt en vervult zij de christelijk-religieuse idee van het werk: gelijk Christus onze zonden", draagt /ij onze smarten", en hierin ligt de verlossing. Nadert men in liet eerste geval het sprookje," in het tweede dreigt, op oogeiiblikkcn dat men de werkelijkheid, in haar Strindbergschc klein-burgerlijkheid, tegen dit machtig testa menteer verschiet niet aandurft (het tooneel bij zijn dood te erkennen als een negentiend'eeuwschen schilder van wei-luidendegeheelen; niet van den eersten, maar zeker van goeden rang, en van goeden huize, PLASSCHAERT TENTOONSTELLING SCHELFHOUT. Scheltema en Holkema's boekhandel Lodewijk Schelfhout, de graphische kun stenaar is een verschijning. Over zijn rang mag men verschillend denken, dat hij een waarde vertegenwoordigt in onze kunstpro ductie is onmiskenbaar. Sedert hij in de drogenaald-ets de uitingsvorm vond die hem ligt, heeft hij onverzwakt en onafgebroken ge produceerd. Er is in die volharding iets van een noodwendigheid. Het zou mij niet ver wonderen als hij meent een zending te ver vullen. Ik kan mij ten minste geen Neder landsen kunstenaar te binnen brengen wiens oeuvre in die mate het uitvloeisel lijkt van een innerlijken drang, die met zulk een naief zelfvertrouwen en zoo onverstoorbaar op zijne wijze voortgaat vorm te geven aan zijn ver beeldingen. Daarin en in zijn onloochenbaar echt graphisch talent, ligt z'n groote kracht. Schelfhout is een moralist op religieusen grondslag. Zijn werk is vol allusié'n. Als hij les Angles ziet liggen hoog op een berg, is dat hem meer dan een landschappelijk beeld. Hij kan niet nalaten het op onzen levensgang, op de vervorming onzer maatschappij te betrek ken. Het wordt hem symbool. Zonder moeiten komt ge niet boven,", alleen het lijden loutert U" is de tekst die aan meerdere van zijn etsen ten grondslag ligt; niet zonder bedoeling houdt hij u in zijn martelaar, in zijn Golgotha, den Duider bij uitnemendheid voor. Zelfs in de zuivere nabootsing van het aardsche laat de gedachte aan het hemelsche hem niet los. Of is het toeval dat in de groote ets Bastia het devote vrouwtje, op den lichtenden weg rijdend op dien primitieven ezel die geen schaduw werpt, terwijl een kathedraal recht boven haar omhoog rijst, U aan Maria doet denken; de herder die haar volgt aan Joseph? Als ge dezelfde vrouw op een kleiner gelijk soortig blaadje terug vindt, vormt de dalende zon een nimbus om haar hoofd. Het is goed zich bij de beoordeeling dezer etsen reken schap te geven van dergelijke reminiscensen. Zij kunnen mede de verklaring geven van een verdeeling van licht en donker die anders willekeurig lijkt. Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck pLoncs / ^^ garantie Amsterdam Overtoom 279 muil iiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiuiiiin der huwMijksbeproeving o.a.) het melo-dra ma. Vergelijkingen zijn hier voor het overige uitgesloten; van beiden was het een worp, die' ook wat de ensccnee ring betref t, van geheel ver schillende consequenties uitging. Svend Gade schiep decors en hield zich gewetensvol aan de door Strindberg voorgeschreven, en als het ware door diens verbeelding bezielde re quisieten, Max Reinhardt deed het vrijwel zonder decors en zonder requisieten, alleen met levende menschen-gezichten, en stelde zich als regisseur ook ten opzichte van den vollediger! tekst, boven elke wet. Deed hij daarmede het stuk in ideëelen zin te-kort? Tegen Reinhardt worden in de laatste jaren, waarin de groep Jeszner-Strnad veld won, vele bezwaren" ingebracht. Voor mij blijft zijn ondoorgrondelijke, oer-krachtige persoon lijkheid, zoowel om zijn deugden als om zijn gebreken, de geniale tooneelmensch van onzen tijd, een kunstenaar zooals er op de honderd jaar, in elk vak, soms n geboren wordt. Hetgeen natuurlijk de erkenning van zijn willekeur niet uitsluit. Tegenover hen, die het stuk niet kenden, mag zijn samenvatting van het Droomspel" een onverantwoordelijke heeten, voor wie het drama met hun verbeel ding konden aanvullen, legde dit streven naar synthese de ziel in haar naaktheid bloot. Tot scenische vereenvoudiging leidde al dadelijk het nachtelijk zwart, waarin de visi oenen bleven gedompeld, als stond het ka mer-donker om het bed van den droomer". Ook deze, door avondlicht beheerschte grond toon klopte, waar Strindberg de meeste tooneelen over-dag laat spelen, niet met het letter lijk voorschrift. Het beeld van Jnbelbaai" bijv., zooals het zich bij den eersten aanblik aan de reizigers vertoonen moet, geleek, in paars en groen doorbrand zwart, niets op een zonnig Laubwaldstrand". Nochtans bood deze fantasie wat het uiterlijk beeld betreft, vele voordeden. Hoe suggestief wa< het verlicht venstertje boven in de Opera, waar Victoria" zich het haar friseert ! En vooral, welk een fel relief kregen tegen dit zwart fond de, van uit de zaai, gevo-:lig-belichte koppen. Deze gezichten, een inenschengroep, zich dringend om Indra's Dochter als om den H-eiland, waren het drama, dat zich afspiegelde in de oogen, in elke reflexbeweging van het godenkind. Men waagde het niet meer te vragen of het leven nu eigenlijk wel z verschrikkelijk was als Strindberg het zich voorstelde, of daar niet ook veel betrekkelijk liefs en goeds op deze wereld tegenoverstond? Hier zagen we, in den deemoedigen blik van een klein bultenaartje, in de groeven van een keurig kantoor-gezicht, in den wrong vaneen verlepten meisjesniond, in een onder wijzers", een chorist", in h"el den stuel van figuranten, de bewuste uifiisc-h, bet.'/ipl in zijn meer en minder geslaagde simulatie, het leven, dat voor allen, in weerwil van het dapperst verzet en den liet'sten wil, een slag veld is. Het waren de gezichten zooals men die AUTOBANDEN **. 9. L FM ?* Time to Re-tlre? (Buy FUkj Schitterende Kwaliteiten Lage Prijzen - Alom verkiijgbaat VOOR NEDERLAND N. T. RUI. Typeerend voor Schelfhout is ook dat hij, hoewel een goed en gevoelig portrettist, het algemeene verkiest boven het bijzondere, de samenvatting der soort boven den enkeling. Met voorliefde heeft hij in den herder, iten philosoof, in meer dan n pierrot zijn synthese eener mcnschenklasse, zijn voorstelling eener verpersoonlijking der melancolie in het kleed van den scherts, vorm gegeven. Het is een niet geringe verdienste dat hij daarbij altijd voornaam getaleven, nooit vervelend geworden is. Dit dankt hij aan zijn graphisch talenten aan zijn techniek. Zijn verbeeldingen ontleenen mede aan de uitvoering een deel hunner be koring. In zijn etsen is hij ten volle colorist. Steeds dieper worden zijn fluweelig-doorschijnende schaduwen, kleuriger en toniger zijn lichten. Er steekt een liefdevol, toegewijd en geduldig handwerksman in Schclfhoiit als in geen ander. Aan elk zijner etsen geeft hij als ze hem eenmaal goed voor den geest staan (en zou hij niet wel eens beginnen zon der precies te weten waarheen het lot hem zal voeren?) de volle maat van zijn kunnen. In de bloeiende kleur van zijn beperkt palet beginnen zijn soberste abstracties te leven. Het is een verheugend verschijnsel dat zijn laatste groote werk, een peinzende Pierrot, het beste van zijn geestkracht en zijn kunnen buitengewoon gelukkig openbaart. H E N N u s IIIIIIIIIMIIIIIII lllllllllllllllllllDIIMIIIjlllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllll LEEKENSP1EGEL VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden P. J. E. M. te A. Ben ik verplicht de inningskosten van kwitantic's te betalen, die mij aan geboden worden voor geleverde goederen? in wachtkamer en trein bespieden kan, overal waar allengs de houding verslapt en een mensen, in zijn hoekje gedoken, even ver geet dat er op hem wordt gelet. Zógeelbleek, vergeeuwd en verbeten zien ze eruit, de muurbloempjes op het levensbal, de overvallen reizigers aan de grenzen", waar ieder zijn angstig gelukje nou hoopt door te smokkelen, bij den advocaat", waar het onbestemd ver langen: positieve eisch heet. Op deze ge zichten speelt het zich af, Strindberg's droom spel, de realiteit, die wij kamp geven van den vroegen morgen tot den laten avond. En te midden van deze alledaagsche gestal ten, als een mensen tussclien de nienschen, plaatste Reinhardt Indra's Dochter, een on opgemaakt zwart figuurtje met blond haar, dat niet meer aan den Indischen hemel her innerde. Overal zij: het middelpunt, waar mogelijk, iets hooger dan de menigte, zooals op het pleintje vór de Opera, waar een lan taarnpaal op \luchtheuveltje symbool 'en voetstuk was. Helene Thimig, d'ie deze rol vervult, heeft zoo uitgesproken het uiterlijk, den blik e n het hoekig-kuisch ge baar de r VI aamsche Primitieven", dat geen tooneehniddelen daaraan iets zouden hebben kunnen ver anderen. Bovendien is ook haar spel op deze. aan de primitieven verwante wijze realistisch" te noemen. Wat zij geeft is verteedering, geen poëzie an nnd für sicli. Al naar mate de handeling zich verinnigt, sublimeert zich de figuur, juist zooals we dit op de middelecuwschc schilderijen waarnemen, bijv. bij de voetwasschiug", u-aar de geknielde gestalte geheel en al schijnt op te gaan in de heilige taak, in de liefdevolle aanraking. Hoe weinig lyrisch" zij van nature was, bleek uit hel ongelukkig Vórsp-'l", waar ook haar, hij forceering schrille stem elke illusie verstoorde. Het leven scheen eerst vat op haar te krij gen nadat /.ij van de ."ortierster ' den lijdensdoek h -eft overgenomen, daarvór be paalde zij zich tot nieuwsgierig rondzien, zonder reactie. Doch met het kruis op de schouders, breekt de innerlijke brand van den weer-pijn door haar leden heen, in den ban der smart, geraakt haar wezen in trance. Als genageld staat zij tegen den lantaarnpaal te midden der menigte, alleen de oogballcn schieten iu de kassen rusteloos heen en weer, want alles op straat" trekt haar iierveuse aandacht en thans reageert zij opelk ineusclielijk teeken. Al vooreen klacht is uitgesproken, doorleeft haar gemartelde intuïtie het ergste, en haar hnlpeloo/e glimlach, daar waar elk troostwoord ontbreekt, is hartroerend. Als /ij eindelijk het gansch-en-al vertrokken ge zicht keert naar den hemel waarvan ,'ij kwam gedaald, en even, als biddend, (U ",>.n sluit, /ien W'j \ :n iiudcr de dichte 'eden de Iraiuu druppelen, uu gl'n.'-l'Ti lul; ?-: i, i p langs ha-n wang, langs den giauuen omslagdoek. Ik weet niet ui' daar op het tooneel een middeltje voor bestaat, maar in elk geval zou het dan niet treffender kunnen worden te pas gebracht Allons, enfants de la patrie.. IIMIHItltlllllllltll Zonder eenigen twijfel zijt Gij daartoe ver plicht. Uw leveranciers hebben recht op het onverkorte eindbedrag hunner rekeningen. Als aangeslotene bij den Postenèque-en girodienst kunt' U zegel- en inningskosten sparen door het verschuldigde per giro over te maken, hetzij, als zij aangesloten zijn, aan Uw leve ranciers of anders te storten op hun rekening bij de bank waarmede zij in relatie staan. A. d. l.'O. te R. Wie was Slaviansky en op welke wijze heeft hij zich bekend of beroemd gemaakt'} Zong t>{ speelde hij (met orkest) nationale melodieën? Dmitri Alexandrovitch Slaviansky d'Agrenev, een russisch zanger, werd in 1S113 ge boren. Na zijne muzikale studiën in Rusland, frankrijk en Italië, vormde hij een koor van zangers en zangeressen, dat op buitengewoon volmaakte wijze russisc'ne werken vertolkte, en waarmede hij verschillende malen kunstreizen deed door Europa en Amerika. Zijn vrouw, Olga Christophorovna Sla viansky, heeft meerdere werken over de volksmuziek in Rusland uitgegeven. j. B. te S. De arbeiders, die bezig zijn bij de '.ijgraving van een vierde alhier, vonden deze week een looden voorwerp van grootte en dikte ids op bijgaande ieekening. Alles wat op de teekening, die vrij nauwkeurig.' is gemaakt, voorkomt, is in vlakrelief. Zoudt n over liet voorwerp en irot er op staat onk inlichtingen kunnen geven? Het bewuste voorwerp is een looden zege! van Paus Honorius IH (121(5 1227), wiens naam aan de achterzijde vermeld staat. De voorzijde verbeeldt de hoofden der apos telen St. Paulus en St. Petrus (SPa?SPe.). Huize I. ZOMEliK BUSSII PaviljoenVonilelpark,Tel.;uiii4i90en5795 Restaurant a la carte Lunch-Afternoon-tea,Diners en Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest dan hier. En onvergetelijk sluit zich daaraan de innige bereidheid waarmee ze opsprong van den portiersters-stoel, toen de uitgeputte Officier vroeg of hij daar eens even mocht zitten?" de zorg waarmee ze hem, als een zieke, neerzette,'hem toelachte van dankbaar heid dat ze eindelijk eens iets voor iemand heeft kunnen doen. Hiermede komt de tooneelspeelster tegemoet aan ons bezwaar: dat de godendochter in haar mcnschelijke ge daante, te midden van al dit menschenleed zoo passief blijft, en Strindberg haar vooral tot klagen bestemde. In dit verband deed Reinhardt ontroerende vondsten! Wanneer op het laatst de Officier, na zólang vergeefs te hebben geroepen, geen geluid meer door zijn keel kan krijgen, dan keert Indra's Doch ter, die naast hem op het vluchtheuveltje staat, zich naar het verlicht venstertje boven in de Opera, en met verstikte stem, neemt zij zijn dagtaak over: Vic-to-ria" fluistert ze, op den toon van: kürn dan toch! Hier vulde Reinhardt de leegte door Strindberg gelaten, want in den tekst staat van deze lieve be middeling niets aangegeven, hier loste de regisseur'niet n, oogenschijnlijk geringe toe voeging, voor het geheelc werk een te-kort van den dichter in.'Reinhardt hat Einfallc" /eggen zijn tegenstanders. Ik geloof nogaltijd, dat het daarop aankomt. Wordt de eerste helft van dit geweldig werk algemeen als de machtigste beschouwd, ook de regie scheen voor de latere tooneden minder geïnspireerd. Het brok hiiwelijkjellen.de (twee de bedrijf) was luidruchtig' en fantastisch. Voor muil gevoelen kan het ook anders: benepen, verkropt, en zonder een zweem van theatrale fantasie; het doorsnee burgerlijk huwelijk in den beschaafden stand, waar de harmonie te wenschen laat" en de ruzie" geen soulaas brengt, het beeld der fatsoenlijke armoede, geestelijk en stoffelijk. De realistische opvatting van het geheele werk, waarbij aan den droom", zijn eischen en verschijnselen, nauwelijks aandacht geschonken werd, zou m.i. juist dit fragment ten goede zijn gekomen, wanneeer men de stille, zure, onverzettelijke intimiteit van la vie quotidienne, zonder dramatische verheffing had aanvaard. Eugen Klópfer, die den Advocaat" speelde, wordt in de rol zeer geprezen, mij gaf hij wat te veel den Man met de doornenkroon. Ten slotte blijft zijn verdriet toch, naast een zekere, verstandelijk verklaarde reactie op de klach ten van een bepaalde nienschengroep (zijn cliënten), individueel, niet te vergelijken met het leed-van-de-wcreld, dat Indra's Dochter Christus' vertegenwoordigster bij haar kort bezoek aan ile aarde op de schouders wordt gelegd. Ik /ir uuk ieer den geboren magistraal in hem dan Klöpl'i r, du /ich pro letarisch zwart had gemaakt. In de tweede helft waren de coupures veilv uldig. Om de l'ingalsgrot", den steen des aanstoots voor eiken mettetir-en-scène, had Reinhardt zich niet druk gemaakt, een leeg, donker tooneel, met de Dochter en den Dichter op de plaats van het souffleurshok. Erger vond ik, dat ook het Liebespaar" Don Juan" in zijn rolstoel, het opgedirkt skelet van zijn eenmaal schooue geliefde" erachter ontbrak. Dit toch is in dit werk het eenige paar", waar voor de liefde, of wat het dan geweest mag zijn, heeft stand gehouden, het eenige voor beeld van trouw tot in den dood, zij het in zijn armzaligsten vorm. En ook den Blinde ', deze aandoenlijkste vergissing van den Schep per, had ik liever niet gemist. Doch wat er was, fel en intensief, stelde schadeloos. In zijn eenvoud innig aangrij pend vond ik nog bij deze Duitsche op voering, het bal op Jubelbaai. Ook hier: realiteit, geen streven naar zooveel mogelijk drooni-onwaarschijnlijkheid en sccnische wir war. Een gewoon danspartijtje, een kring van moderne jonge paartjes, en in het midden van dien kring: Indra's Dochter, met haar gewasschen, schier feestelijk witte sjaal om. Bijna feestelijk is ook haar gezicht.... Met half-geloovigen lachen blij-verwonderde oogen volgt ze de dansende paartjes, het eene na het andere.... Die hebben het dan nu toch eens echt prettig, denkt ze. Tot haar blik af dwaalt naar den hoek, waar de Icelijke Edith" aan de piano zit. Zelden heb ik op een tooneel een gezicht zózien vervallen, het geheele gretige figuurtje leek leeg te bloeden. in schuwe verslagenheid sluipt ze naar den hoek en het gebaar, waarmee haar hand den snikkenden meisjesrug beroert, is het gehaai der Vrouwen, die het lijk aanvatten bij de afname van het Kruis". Het einde van het werk, de algeheele opgang in het bovenwerkelijke, waarbij de decoratieve hulpmiddelen m.i. onmogelijk kunnen worden versmaad, en Helene Thimig, evenals in het Voorspel" dichterlijk te kort schoot, maakte geen indruk. Door uit technisch oogpunt verklaarbare omzettingen en Ivsnoeiingcn, overviel ons dit schamel en duister slot, dat het gouden licht van Titiaan's Maria Hemel vaart" vraagt om als apotheose te slagen. Zoo was de eindindruk ook hier een ge mengde. Kan het anders? leder heeft, schreven we naar aanleiding van de Nederlandschc opvoering, zijn eigen droomspel". Het is een geloot', waarover niet te twisten. Doch daarnaast, naast Svend Gade's tooneelzetting en Royaard's opvatting, leek hel mij in hooge mate belangrijk wat, nadat hij het zooveel jaren in zich had omgedragen, het Droomspel van Max Reinhardt zon zijn. Een droom, of een nachtmerrie.... Een zucht, of een kreet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl