De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 13 mei pagina 5

13 mei 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

13 Mei '22. No. 2342 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l DE SAMENKOMST VAN DEN INTERNATIONALEN VROUWENRAAD. Deze uitgelezen kring van vrouwen in het vorige weekblad vermeld zal dan van 14?22 Mei aanstaande te 's Gravenhage samen komen in het mooie gebouw van de Vrouwenclub op den Vijverberg, welke club meer en meer begint te worden het middelpunt, de verzamelplaats van die allen, die in de Nederlandsche vrouwenbeweging deelen, zooal niet met haren actieven arbeid dan toch met hare belangstelling.' De ligging van het clubgebouw op een der schoonste, meest klas sieke plekjes van de oude hofstad zal daarbij voor de talrijke te verwachten vreemdelingen zeker eene bijzondere bekoring bezitten, ter wijl de stemmende omlijsting van een op uit nemende wijze gerestaureerd en gestoffeerd oud-Hollandsch patriciërshuis aan de samen komsten zal geven iets intiems, iets vrouwelijk-gezelligs, daar al het banale, dat aan open bare vergaderlokalen zoo licht eigen is, er wegvalt. In de vele groote en kleine kamers, ver scheidene van deze met het prachtige uit zicht over den Vijver op de typische gevels van het Binnenhof, zullen dan zijn gevestigd het informatie-bureau, de perskamer, de zitkamer voor de Presidente; weder andere ver trekken zullen worden ingeruimd voor de zittingen der verschillende Permanente Comité's waarover de actieve arbeid van den Raad is verdeeld, namelijk de Comité's voor de Financiën, voor de Pers, voor den Vrede, voor den Rechtstoestand der Vrouw, voor de Ver krijging van Staatkundige gelijkstelling voor Man en Vrouw, voor den Strijd tegen de dub bele Moraal en den Handel in Vrouwen en Meisjes, voor de Bevordering van Volksgezond heid, voor Opvoe&ing en Onderwijs, voor Emi gratie, voor Vrouwenarbeid en voor Kinder bescherming. Deze zittingen zullen de drie eerste dagen der week den voormiddag en een deel van den namiddag vullen, terwijl de laatste drie dagen der week zijn bestemd voor de samenkomsten der leden van het Alge meen Bestuur, namelijk de Presidenten der aangesloten Nationale Raden met de leden van het Dagelijksch Bestuur van den Inter nationalen Raad en de Conveners der Per manente Con ité's Deze vergaderingen, die om de talrijkheid der deelneemsters niet kunnen worden gehouden in het clubgebouw zelf, zullen plaats hebben in het aarüge belendende vergaderzaaltje, het zoogenaamde Van Dijkzaaltje. Deze" samenkomsten zullen zijn ge wijd aan verslagen omtrent hetgeen sedert de algemeene vergadering te Chnstiania is ge schied, omtrent de uitvoering der daar genomen besluiten, terwijl er ook in bespreking zal komen het ondernemen van nieuwen arbeid. Deze bestuursvergaderingen zijn uiteraard riet openbaar, maar ue mogelijkhek, van in troductie op beperkte schaal voor belangstel lenden is daarom niet uitgesloten. Van meer algemeen belangvoorde Hollandsche vrouwen zullen zijn de drie groote open bare avondvergaderingen, die zullen worden gehouden op 17, 18 en 19 Mei in het hotel De Twee Steden en in de Doopsgezinde Kerk. Daar zullen aan de orde van behandeling worden gestelo : de taak der vrouw bij de be strijding der geslachtsziekten, de praktijk van het vrouwenkiesrecht, het vredesvraagstuk. Zeer bekende eminente spreeksters van ver schillende nationaliteit zuilen daarbij liet woord voeren. De namen van die allen zijn nog niet bekend, maar als reeds vaststaand kan toch alreeds worden medegedeeld, dat den 17den Mei onder presidium van Madame Avril de Sainte-Croix zal gesproken worden door Marie Stritt, door den heer de Graaf, door Madame Rieder over de taak der vrouw bij de bestrijding der geslachtsziekten. Den 18den Mei, onder voorzitterschap van Fru Kielsberg, eene Noorsche vrouw, Convener van het Permanente Comitévoor Uit breiding van Vrouwenkiesrecht, zal door Mrs. Oliver Strachey worden gesproken over de vrouw en de partij-politiek, door Madame Marie Vérone over openbare zedelijkheid en vrouwenkiesrecht, terwijl dien avond voor Nederland zal spreken Mejuffrouw Nine Minnema. Den loden, den zoogenaamden vredesavond, wanneer zal worden gepresi deerd door Mrs. George Cadbury, zullen spreken Mrs. Corbett Ashby, eene der beste en meest geoefende jongere ngelsche spreek sters, waarschijnlijk ook lady Aberdeen zelve, Sneeuwwitje wordt in het glazen kistje door den Prins en de dwergen begraven en dan voor Holland Mevrouw van Itallie-van Embden. Eene lijst^.van spreeksters, die nog zal worden uitgebreid. Gelegenheid tot persoonlijk verkeer met al deze vrouwen zal zijn te vinden in het clubgebouw bij de lunch, bij de namiddagthee, bij het middagmaal, als ook op verschillende samenkomsten, die niet zoozeer zijn bedoeld al* feestvertoon, dat ware in de tegenwoordige omstandigheden van algemeene verarming en nog altijd voortdurenden internationalen rouw ontoelaatbaar, maar als gelegenheden tot onderling verkeer. Als zoodanig zal op 14 Mei in het Hotel De Twee Steden den vreemden gasten worden aangeboden een soiree, waarop zal worden ten gehoore gebracht eene cantate van Elizabeth Knypers onder de eigene leiding van deze, die daarmede den roem van onze Hollancsche toonkunst bij dit internationale publiek zal hanohaven. Den daarppvolgenden Maandagavond, den I5den Mei, zuilen de deelneemsters aan de samenkomst officieel worden verwelkomd door de Presidente van den Nederlandschen Vrouwenraad, waarna eerst de Presidente van den Internationalen Vrouwenraad vervolgens die van verschil lende Nationale Vrouwenraden zullen ant woorden. Deze avond belooft bijzonder be langwekkend te zullen worden. De congresweek zal worden besloten met een afscheidsdi ner in het hotel De Witte Brug, aangeboden door den Nationalen Vrouwenraad van Nederland. De voorwaarden van toegang tot een en ander zijn op aanvrage verkrijgbaar bij het Regelingscomité, waarvan voorzitster is Mevrouw van Voorst van Beest-Bar.sse van Isselmuden, Juliana van Stolberglaan 74, 's Gravenhage. De werkzaamheden van dit comitézijn vele, daar het ook heeft te zor gen voor de huisvesting der gasten, voor c,e controle dei passen, voor oen dienst der pages, d;e de vreemdelingen in allerlei ten ienste zullen staan. Daarnaast is van groot belang het werk van het Ontvangst-Comité, dat onder presideum van Mevrouw A. van Reigersberg Versluys?Bar.s^e Schimmelpenninck van der Oye is geslaagd in de samenstelling van een Eere-Comité, waarin zijn vertegenwoordigd alle in den Haag ge vestigde gezantschappen, zoodat onze inter nationale gasten goed geïntroduceerd zijn bij hare respectieve ambassades en consulaten, wat haar het verblijf ten onzent zeker za! ver aangenamen. Het moeilijkst is echter liet werk van de Financieele Commissie, onder presidium van Mevrouw Doorman-Kielstra, Nieuwe Haven 49 te Rotterdam, omdat dit comit alle mooie plannen heeft te financieeren en al wordt in alles de grootste soberheid be tracht, zaalhuur, hotelprijzen en wat dies meer zij, zijn nu eenmaal niet meer wat zij vroeger waren. Bovendien, zal de samenkomst indc-rdaad internationaal zijn, dan moeten vele afgevaardigden uit de verarmde landen van Centraal-Europa worden geholpen aan de noodigc reiskosten zullen zij kunnen komen. Wie in de gelegenheid is in de week van 14 tot 22 Mei naar 's Gravenhage te komen zal in de verschillende openbare samenkomsten gelegenheid te over vinden om de vreemde gasten te zien en te hooren, dat zal allicht ook het geval zijn in kleinere bijeenkomsten op aftertoon-tea's en dergelijke bij particulieren, waar velen van deze vrouwen gaarne de ge legenheid zullen aangrijpen om in kleineren, meer intiemen kring de denkbeelden en be ginselen die haar lief zijn, te bepleiten. Zoo zal deze Algemeene Bestuursvergadering van den Internationalen Vrouwenraad bezielend kunnen werken, wat van te meer belang is nu wij Hollanüsche vrouwen staan aan den vooravond der verkiezingen voor de Tweede Kamer onzer Staten-Generaal en derhalve meer dan ooit ons onze vrouwenroeping in de maatschappij bewust moeten worden. J o n A N N A W. A. N A ry; H J KUNST VOOR KINDEREN DOOR KINDEREN Artistieke zelfwerkzaamheid onder leiding, maar toch zó, dat het kind zijn verbeelding, zijn scheppingsdrang vrij kan "ontplooien, in deze richting heeft mevrouw ScheepersGetier jaren gewerkt aan de muzikale en rhythmische ontwikkeling van de volksjeugd. Met jonge en oudere leerlingen, die de schoolbanken reeds lang hebben verlaten, heeft ze in Haarlem een voorstelling van' Sneeuwwitje gegeven voor kinderen. Als de vreugde van de meespelenden en liet genot van het kinder-auditorium een Sneeuwwitje. (Met titktninfen voor ae Amsterdammer" van Theo Hennes). Niets is te goed voor kinderen. Wc willen onze kinderen het beste, het zuiverste geven in hun jonge jaren; maar juist bij de aesthetische opvoeding blijken de eischen die de opvoedkunde en die de kunst stelt vaak te botsen. De moderne opvoeder richt zich naai de belangstelling van het kind en al te vaak wendt het kind zich af van wat als kunst voor kinderen kunstzinrigen volwassenen bekoort, om zijn volle bewondering te schenken aan wat ouderen grof en leelijk vinden. Dit is veler ervaring bij kinderprenten en kinder boeken. Het kind wil zélf handelen, zelf scheppen. Allicht neemt het juist met het onschouiie genoegen, om het in eigen verbeel ding tot eigen schoonheid te herscheppen. I hèhet dwergje het huisje schoonveegt maatstaf is voor het slagen van deze poging om kunst voor kinderen door kinderen te geven, dan is dit pogen een volkomen succes geweest. En door tic- wijze, waarop het ont staan is, n door de wijze waarop het werd ingestudeerd, n waarop de decors ontstonden, is dit kinderzangspel met rhythmische en muzikale uitbeelding uiterst merkwaardig. Het oude sprookje geeft fijne motieven door rhythmische beweging, voor zang en dans, die volkomen liggen in de kindersfeer: mevr. Scheepers heeft 't stuk niet vooraf ontworpen Vraagt: SIPKES' SHÜ1 Dessertwerken EH COCOSKiBPETTEN in Moderne Dessins en Kleuren 140x200 PI. 15.75 - PI. 18. enz. IIIIIInlIIIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIIMMinHIMIMIIIMIIMInilHMIIHII en toen ingestudeerd, neen a! werkende met de kinderen zijn de rhythmische bewegingen, de dansen, tegelijk met de melodieën gevonden en meest achteraf heeft zij de begeleidende woorden voor de liedjes gemaakt. Uiterlijke beschaving heeft zij deze kinderen bijgebracht: Dans van den hofnar op 't hofbal dat bleek uit hun bewegen en zingen, maar vooral innerlijke beschaving, en dat bleek uit de overgegevenheid, de toewijding, waarmee gewerkt werd. De dwergen, de ridders, de hovelingen, het waren op enkele oud-leer lingen na, allen leerlingen van een volksschool. Sneeuwwitje, de booze Koningin, de zwarte ridder en twee dansende ridders waren alleen geen volkskinderen. De Prins daarentegen, die uitnemend was in zijn expressief rhythmisch bewegen, werd door een oud-leerling gespeeld. Ja zelfs de decors zijn door een begaafd oud-ieerling derzelfde school ontworpen en onder zijn leiding door de jongens uitgevoerd. Met de soberste middelen is hier iets buitengewoon schoons bereikt. Stijlvol en sprookjesachtig waren de gestyleerde donker paarse rotsen tegen het blauwschemerende woud der eerste bedrijven en de feestzaal met zijn sobere kleuren en origineele versie ring met gestyleerde bloemvazen en alles in volkomen harmonie met de geestige pakjes van dwergen en ridders, van prins en nar. Klonk voor volwassen ooren het stem metje van Sneeuwwitje wat onvast, en :om mige dwergeliedjes wat ijl?de jeugd wasén en al bewondering voor de lieve heldin ; de teedere vereering en zorg van de dwergjes voor dat groote, andersoortige, teerschoone wezen, sprak uit gebaar en stem. Rfiythnusche bewegingen, muzikale motie ven en dansen waren in hun eenvoud en klaarheid in volkomen onderlinge harmonie: een uitmuntende voorbereiding voor kinderen om eenig begrip van stijl, symboliek en plastiek op te uoen, om zich m een stijlvol geheel in te leven. Wie bij deze uitvoering in de eerste plaats gelet heeft op de uitvoerende en luisterende jeugd, kan met meer twijfelen aan het succes van eze poging en wie ook naar eigen bevre diging vraagt, zal deze in de rhythmische dansen van ridders en dwergen, de bruiloftsdansen, de volmaakt-geestige uitvoering van de narrendans, in de aardige werkliedjes der dwergen, en de schoone eenheid van groe pen en decors, zeer zeker gevonden hebden. J. VAN DEN B K H G 11 VAN E V S l N Ci A H 1. l A S SANATOGEN Zenuwen en Lichaam Een der dwergen bereddert het huishouden iiiiiiiiiiiiliilliiiiiiiiiiiiiiiiiiilimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiim niiiiiimiiiniiii i iiiiitini BOSCHBESCHERMING Boschbetcherming, de leer der ziekten en beschadigingen der houtgewassen door M. DE KONING. Uitgave van W. J. Thieme & Co., Zutphen, 567 p.p. met vele illustraties. Prijs / 15. Dit is een buitengewoon plezierig boek. Reeds ae opdracht doet prettig aan: Prof. Ritzema Bos, den geleerde en prakticus." En dan krijg je tegenover het titelblad een mooi portret van den grijzen geleerde, die meer dan veertig jaar geleden aan zijn reus achtig, veelzijdig en heilzaam werk is begon nen en nu nog ondanks zijn hoogen leeftijd evenveel belangstelling toont voor de nuch tere, nijpende behoeften van een economisch bedrijf, als voor de milde bemoeiingen van natuurbescherming. Het werk van De Koning ademt geheel denzelfden geest. Hoor maar: Moge dit werk, vooral voor onze toekomstige boschbeheerders een leiddraad zijn, die hun liefde voor het bosch vermeerdert, zonder dat deze liefde leidt tot onnoodig dooden en vernielen van dat, wat juist de poëzie des wouds uitmaakt. Want het leven der wilde dieren staat dat van het bosch niet in den weg. Een boschbeheerder, die door het wegkappen van oude boomen en het opruimen van struikhout den vogels hun nestplaatsen ontneemt, die de dierenwereld overal najaagt en doodt, na er in zijn hooge wijsheid het schadelijk" over te hebben uitgesproken, een boschbeheerder, oie niet begrijpt, dat grond en boomen, kruiden en dieren n onafscheidelijk geheel vormen, die de verantwoording niet voelt, die zijn schoone roeping met zich brengt en die op alle denkbaie wijzen de natuur in een keurslijf wil snoeren, waarin ze niet kan ademhalen, zoo'n boschbeheerder is een knoeier, die misschien goed is, om van zijn bosschen tijdelijk een financieel voordeelig zaakje te maken, maar die niet in staat is het toekomstig geslacht iets na te laten, waarvoor het hem dankbaar moet zijn". Het stemt wel hoopvol, deze woorden te vinden in een boek, geschreven door een bedrijfsman en bestemd voor bedrijfslicden. Zij werpen meteen een bijzonder licht op den aard van ons boschbedrijf. De aan legger van goede" bosschen kweekt niet alleen hout, maar ook poëzie. Het hout, daar maakt hij door elkaar misschien nog we! /ijn drie pro cent van, de poëzie, de verbetering van klein klimaat, doet hij cadeau aan landgenoot en vreemdeling, die dat al of niet \veten te waar deeren. Hieruit volgt meteen, dat het bosch bedrijf op groote schaal eigenlijk het meest uitgeoefend behoort te worden door Staat, Provincie of Gemeente of door vereenigingen en kapitalisten, die wat over hebben voor het Algemeen nut", een heel gekke term, maar ge weet wel, wat ik bedoel. Om nu op het boek terug te komen, dat handelt over alles wat het bosch bedreigt met vernieling en ziekte, en doe men dat kan voorkomen en genezen. Onze bosschen zijn zelden op goeden grond gebouwd, ons klimaat is grillig, onverwacht kunnen storm en vorst de zwakke plekken teisteren en zelfs de lieve zon kwelt wel eens de stammen. En dan zijn er nog honderden planten en dieren, die de boomlijven op allerlei plaatsen aantasten in wortel en in blad, in schors en stam. Die gevaren dreigen elk oogenblik en kunnen soms aanleiding geven tot ware catastrofen, die echter in verreweg de meeste gevallen niet te wijten zijn aan de onverbiddelijke wreed heid van de natuur, maar aan de domheid en sloomheid van den mensch, altijd volgens de meening van den heer Do Koning, die ik van harte en volop deel en die ook al meer dan een kwarteeuw geleden verkondigd werd door mannen als van Schermbeek en Bernard Stoffel. (ie herinnert u misschien nog \\el Onkel Braesig's zeer diepgaande verklaring van de armoede in de proote steden, die volgens hem alleen afkomstig was van la grande pauvreté". Iets dergelijks zegt De Koning over zijn bosschen. Indien ge wenscht, dat uw boomen niet te leiden hebben van ziekten of beschadigingen, >.orgOan, dat ze gezond zijn. De/e uitspraak komt telken? weer voor den das; o;i daarnaast nog een andere, niet minder optimistisch: laat u door een enkel geval van beschadiging niet van de wijs brengen; wanneer uw bosch een goed organisch geheel is, dan zal het zichzelf verdedigen. ^ grootste vijanden van het bosch zijn de zwammen en de insecten en de beste bestrijders van deze plagen zijn weer andere zwan men en andere insecten. De Koning behandelt dit alles uitvoerig en weet te vertellen van menig interessant en leerzaam geval, ook van belang voor den gewonen wandelaar, die, als hij zich een kijk op deze dingen eigen maakt, niet alleen in staat is, om medegevoel te hebben met de lotgevallen van zijn bosch, maar ook misschien soms een nuttige waarschuwing kan geven. Onophoudelijk wordt in dit bock ook gewe'/.en op de groote beteekenis van de vogels, die haast alle uitermate nuttig zijn en zonder welke de insectenplagen veel tal rijker en ernstiger zouden zijn dan thans. In verband hiermede geeft het boek ook aan wijzingen voor het aanleggen van vogelboschjes. Het komt mij echter voor, dat deze meer 'op hun plaats zijn in stadsparken of zeer druk begane wandelterreincn dan in het eigenlijke bosch, dat in zijn geheel een vogelboscli behoort te zijn. De vogclboschjes, het eerst bedacht door Charles Waterton, met hun dubbele of drievoudige singel van hulsten, rozen, bramen zijn ware vestingen, zaréba's, bestand tegen katten en kinderen. In een goed bosch ontwikkelen zich vanzelf wel fraaie struweelcn en gelukkig hebben wij geen gebrek aan prachtige bramen, wilde rozen, dichte kattedoorns en wat niet al, zoodat we er geen uitheemsch gedoe voor behoeven aan te planten, al zijn daar ook prachtplanten onder. Over deze en dergelijke dingen kunnen wij nu van gedachten gaan wisselen. Daarom vooral verheug ik mij over DeKoning's boek. I let is een oorspronkelijk werk, een echt Nederlandsch boek, de auteur heeft voorlichting gezocht bij allerlei mannen van de praktijk en van de wetenschap en toont zich op iedere bladzijde een man van groote kennis en ervaring, van fijnen smaak en mild oordeel. Op zulk een basis is voort te bonwen. Iedereen heeft wel een onderdeeltje van de kennis der Natuur, waartoe hij zich bij/onder voelt aangetrokken en waarin hij het clan een beetje verder gebracht heeft dan menig ander. Indien hij nu in dit boek de bladzijden opslaat, die daarop betrekking hebben, dan vindt hij allicht iets op te merken of bij te voegen en kan dan de goede zaak bevorderen door zich te wenden tot den auteur. Wij hebben vooral noodig het stellen van zuivere gevallen en het bijeenbrengen van statistisch materiaal. Zoo verwondert het mij, dat wij in Nederland maar weinig kunnen vertellen van onze boschbranden, ik had gedacht dat de archieven van de Heidemaatschappij en van het Staatsboschbeheer daar wel wat meer gegevens over zouden hebben. Gelooft men nog aan de mogelijkheid van het spontaan ontstaan van brand in bosch en heide of moeras door zonbestraling, broeiing en gas-ontwikkeling? Zijn de plooiwespen en graafwespen toch ook niet van beteekenis voor het voor komen van insectenplagen? Zoo kunnen wij nog heel wat vragen stellen en de mannen van de praktijk stellig nog meer en antwoorden geven ook, die allemaal van belang kunnen zijn voor den tweeden druk van dit prachtige boek. In verband met dien tweeden druk wil ik ook nog een zeer vriendelijk bedoeld woord zeggen over de illustratie. Die is zeer ongelijk. Er zijn veel fraaie en doeltreffende afbeel dingen bij, maar ook veel dat beter achter wege ware gebleven. De uitgever is niet schriel geweest, maar had zijn geld beter kunnen besteden. Ik verwacht dan ook in den tweeden druk een paar gekleurde platen van insecten en wat andere vogelfiguren, dan teekeningen naar niet al te briljant opgezette beestjes uit het Museum van de Heide-maatschappij. Ik hoop en verwacht, dat dit boek een lang en voorspoedig leven zal hebben en het is dus wel wat extra verzorging waard. Ook hoop ik dat onze bosch-litteratuur met nog meer boeken van dit kaliber moge worden verrijkt. J A c. P. T u ij s s F. MIIIIIMMHIIIIIlmlIIIMIIIIIIIllMMIIIIIII Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllll I MEI l IS DE PLANTTIJD VOOR f WATERLELIES j M O E RH El M111 DEDEMSVAART

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl