Historisch Archief 1877-1940
20 Mei '22. No. 2343
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWEN VAN DEN INTERNATIONALEN VROUWENRAAD
(Teekeningen voor de Amsterdammer" van B. van Vlijmen)
Lady Ishbel Aberdeen,
Ierland, Eerevoorzitster
Intern ation alej Vrouwen
raad
Mrs. Sophie Sanford, Mrs. Edwin Gray, Anna Backer, Noor- Mme. Chaponnièrt
Canada, Presidente. Engeland wegen, Secretaresse Chaix, Zwitserland,
Penningmeesteresse Internationale, Vrcu- Presidente
InternatioInternationale Vrou- wenraad nale Vrouwenraad
wen raad
Dr. M. Liidcrs,
Duitschland
«*?? ;,-???"-£??
'/ 'J
Dr. Gertrud Baumer,
Duitschland,
Presidente
Dr. Alice Salomon,
Duitschland
Marie Vacaresco,
Roemenië,
Presidente
A
Magdalen Barton, Gudny Jonsson,
Argentinië, Presidente IJsland
Emily Whitney, Amerika Henni Förchhammcr, Johanna W. A. Naber, May.Bardan, Melbourne, . Mrs. Seraphine Pisko,
' ' r~i_._. ..1 r»-.. ' J .. .?i ., XT?J?-l ,1 A iJ- ,, rt 1. ' A?.?*-..,,i;>; ' II f Jt._-.'l_..
Denemarken, Pres:dente Nederland, Attredende
Presidente Nationale
Vrouwenraad.
Australië
U- 8. Amerika
Mme Avril deSain(e
Croix, Frankrijk
Mrs. Sherwood
Kelly, Australië
DE VROUWEN VANDEN INTER
NATIONALEN VROUWENRAAD
Wij hebben de wegbereidsters, de afgevaar
digden van den Internationalen Vrouwenraad
gezien. Wij hebben ze hooren spreken. Uit
vele landen, van ver over de zee zijn ze te
zamen gekomen in den Haag om van ge
dachten te wisselen over de lotsverbetering van
de vrouw en beter toestanden te scheppen,
waar daaraan dringend behoefte is.
't Is Zondag 14 Mei. In de Doopsgezinde
kerk treedt 'smiddags op Miss Picton Turbevill,
een slanke persoon met sterk Engelsch type.
Zij draagt een soepel zwart zijden ambtsgewaad.
De toga laat slechts een smal streepje wit
zien hoog om den hals heen en een witten
band om de polsen. Het zwarte zijden kapje,
als een bontmuts over de ooren getrokken,
houdt de weerbarstige haren in toom. Zooals
zij daar staat, is Miss Turbevill de vrouw van
geloovigen ernst, haar houding is rustig, het
gebaar hoogst sober. All things are possible
to them who believed" is haar tekstwoord;
zij wil overtuigen, dat de vrouwen van onzen
tijd iets groots, iets goeds kunnen tot stand
brengen, think a new, think a fresh" klinkt
het telkens. Vergeet wat daar is geschied
helpt opbouwen een nieuwe en betere
wereld. Krachtig ondersteunt het orgel,
bespeeld, naar ik meen, door mej. A. G.
Dyserinck, het gesproken woord. En ook de
lentezon spreekt een toon mede van hoop en
bemoediging als zij dartelend speelt door de
hooge boogvensters van het kerkgebouw en
de kille ruimte met haar stn. len verwarmt.
In den avond, komen alle leden van den In
ternationalen Raad en ger.oodigden te zamen
in 't Hotel ,,De twee Steden", 't Is de feest
avond, aangeboden door den Nationalen
Vrouwenraad van Nederland. De presidente
van de Commissie van Ontvangst Mevr.
van Reigersberg Versluys-Barsse.
Schimmelpenninck v.d. Oye spreek't een hartelijk welkom
in een keurig gekozen Fransche toespraak
en maakt den wensch kenbaar van H.M. de
Koningin om de leden vanden Internationalen
Raad Maandag 22 Mei op het Loo te ontvan
gen. Mme. Chaponnière-Chaix, Presidente v.d.
Intern. Raad, beantwoordt deze rede, neemt de
uitnoodiging hoffelijk aan en wijdt vriendelijke
woorden aan Holland, het land waar de leden
zich thuis gevoelen.
't Is vol, overvol in de zaal. Er is flink toilet
gemaakt. jNiettegenstaande het
feestdecolletégeeft de zaal toch geen blij aanzien, het
zwart domineert daarvoor te veel, zwart met
goud kan t, met zilverborduursel, zwart met
git, met kralen tule, verlevendigd door 't
geflonker van diamanten en de matte glans
der echte parelen. Zeker, zwart kleedt
flatteus. Doch Engelschen en Amerikanen
begrijpen toilet maken anders. Op dezen
feestavond dragen zij geen zwart. Naast mij
zit een Amerikaansche met bijzonder fijn
besneden profiel. Om voorhoofd en haartooi
wond zij een breed satijnen lint, in de ooren
bengelen lange gitten peervormige bellen.
Haar japon is van zalmkleurige zijde met
kantgarneering,'het decolletégaat op den rug
diep. Een tweede opvallend Arnerikaansch
toilet is geheel van strooken crème kant, als
overkleed hangt van de schouders een smalle
rechte baan grijs glanzend fluweel van voren
tot den japonrand, van achteren langer.
Ook hierbij wordt de breede haarband ge
dragen. Toch doen deze toiletten verlept aan.
Veel liever is mij de Djocdjasche inlandsche
dracht, waarin een klein vriendelijk persoontje
uit onze Koloniën zich beweegt. Ce gebatikte
sarong, de licht blauwe kabaja en de mooi
bewerkte gouden met brillanten bezette bellen
en spelden in het glanzend zwarte haar, dat
alles is zoo sober, zoo waar. Een oogenblik dwa
len mijn gedachten af naar het beeld van
Kartini, de Indische prinses, die de Inlandsche
vrouw ten zegen was.
Op 't podium klinkt de feestc'intate
door Elisabeth Kuyper voor koor, orkest, solo
en declamatie gecomponeerd. Klein is het
koor, klein het damesorkest, versterkt door
enkele heeren medewerkenden. Tech krachtig
ruischen de tonen door de zaal, diepgevoeld
van nuancccring, nu eens frisch, vroolijk, licht
in het jeugdkoor, dan machtig in het:
Kloek-eendrachtig ! Niet bewapend
Maar in moed en vaste trouw
Staan wij pal voor ons beginsel
Rij aan rij en vrouw aan vrouw".
Er loopt een forsche lijn door het werk van
Elisabeth Kuyper, een lijn, die afgewisseld
door teere modulaties, zich handhaaft tot
ze het hoogtepunt bereikt in het Slotkoor:
Ziet uit donkere nevelnachten
Werd de Dag der Vrouw geboren.
Voorwaarts nu !
Als de zang verklonken is en eenparig staan
de het oude Dankgebed uit den
Gedenkklanck van Valerius is aangeheven, wordt het
woelig in de zaal. Met milden hand worden
versnaperingen in allerlei vorm geserveerd,
overal vormen zich gezellige zitjes, er wordt
kennis gemaakt, oude vriendschap hernieuwd,
genoegelijk gekout, gelachen, Er wordt met
recht feestgevierd, tot het uur van vertrek
slaat.
Den volgenden morgen begint de arbeid.
In de groote Van Dijkzaal en in nog twee
kleinere vertrekken van het Clubgebouw voor
Vrouwen zijn verschillende Comité's bijeen.
Daar brengen de afgevaardigden der verschil
lende landen, elk met mandaat van haar
Raadsbestutir, voorstellen ter tafel. Engelsche,
Fransche, Duitsche, Russische, Hongaarsche,
Italiaansche, Hollandsche vrouwen zitten
rondom en terzijde van de lange tafel
en bespreken eendrachtig de vraagstukken,
van belang voor de vrouwen van haar land.
Eiken ochtend en middag wordt deze arbeid
voortgezet tot alle punten in kwestie onder de
oogen zijn gezien en beredeneerd zijn. Dit is
het essentieele werk, het belangrijkste van
deze internationale bijeenkomst
De pers had tot deze zittingen geen
toegang, maar wie ze als belangstellende bij
woonde, zal hebben begrepen wat er bij de
behandeling van enkele vraagstukken in de
ziel der vrouwen van zoo verschillende natio
naliteit in dezen tijd van wereldtroebelen moet
zijn omgegaan.
Wederom is er reunie 's avonds in 't Hotel De
Twee Steden, 't Geldt thans de officieele be
groeting. Zal ik u alle spreeksters voorstellen?
Zal ik u zeggen hoe de openingsrede van
Johanna Naber, de Presidente van den Na
tionalen Vrouwenraad, in drie talen gezegd,
uitmuntte door fijn beschaafde woordkeuze,
groote Vaderlandsliefde, en vrouwelijk sen
timent ; hoe uit het jungst-aangesloten
Roemenie de dichteres Vacaresco enkele
zinnen' sprak zoo geestig, mooi van taal en
zoetvloeiend in hun dichterlijk proza; hoe
uit de Oekniïia, in rouwe een stem tot ons
kwam, die het leed van dat diep ongelukkige
volk schetste ; hoe Henni Förchhammer werd
toegejuicht die uit Denemarken hier een
eoede bekende is ; hoe hartelijk Dr. Gertrud
Bannier, lid van den Duitsdien rijksdag werd
begroet, thans voor 't eerst weder op de ver
gadering van den Internationalen Raad aan
wezig, hoe haar woorden ,,lasst tms das Leid in
Liebe umsetzen" een diepen indruk maakte ;
hoe Mme. Avril de Sainte Croix, Frankrijk.
haar gracieus-gestyleerde Fransche rede
eindigde door den vrouwen niet klem te
raden d'apporter dans Ie tm.-nde la uole qi
n'est pas encore prononcé"; hoe. . . .
Laat mij 't hierbij laten, de dagbladen
hebben u deze week nog zooveel van de
latere openbare vergaderingen gemeld. Neder
land staat bij de vrouwen van den Internationa
len Raad goed aangeschreven. Nederland, in dit
geval onze Nationale Raad, en vele Haagsche
ingezetenen houden ook in de/e dagen de eer
van ons volk hoog doorliet verleenen van gast
vrijheid en het verschaffen van genot na
arbeid aan onze vreemde gasten. Weldra zal
ook dit bezoek tot het verleden behooren,
doch het vernieuwde weldadige gevoel van
saamhoorigheid, van een gemeenschappelijk
streven naar wat goed is, recht en billijk zal den
vrouwen van den Internationalen Raad krach
tig doen staan in den wereldstrijd die de man
nen trachten te beslechten, doch waarin de
vrouw mede zulk een groot deel heeft.
Over het gebouw van de Haagsche
Vrouwenclub, waar de vergaderingen plaats vonden,
een andermaal.
E L i s M. R o c c i-:
EISCHT STEEDS
SIPKES'JAMS
PLOMPHEID
De nieuwe zomermodes zijn dit jaar van dien
aard, dat men daarvan de eenvoudige natuur
lijkheid zou kunnen toejuichen, indien het
waarschijnlijk was c^t zij altijd met gratie
gedragen zouden worden.
Doch wij zien om ons heen zooveel personen
die haar kleeren dragen met zulk een gebrek
aan gratie, dat cc kleeren zelt er leelijk uoor
worden.Tegen zakken in mantels, bij voorbeeld,
is geen bezwaar in te brengen, mits de draag
sters er niet voortdurend beide handen in
opborgen; en menige hoed zon een aardig hoofd
deksel kurnen zijn, .ils hij niet niet plomp
gebaar verder achterover werd gezet dan zijn
maaksel gebood.
ZONEN
CÖCÖSKABPETTEN
in Moderne Dessins en Kleuren
140x200 PI. 15.75 - PI. 18.
enz.
Trouwens, zekere plompheid straalt door
in de heerschende houding, de kromme ruggen,
de op de heupen steunende vuisten en over el
kaar geslagen beenen, niet slechts van onge
geneerde bakvisschen, maar van volwassenen,
die meenen aüe recht te hebben op den eere
naam van dames.
En, merkwaarcig: hoe die neiging tot
plompheid als een eigenaardigheid van den
tijdgeest dient beschouwd te worden, blijkt
wel aaaruit, dat zij zich niet alleen openbaart
in het dragen van kleeding, maar ook op het
gebied van handwerken.
Let eens op, wat in Je nieuwste modellen
en patronen van dameshandwerken het meest
wordt bewonderd: alweer plompheid in lijnen
en vormen en.... kleuren.
Uit welk onzer buurlanden is zij afkomstig,
die voorliefde voor harde kleuren : hard-rood,
hard-gn>cii, hard-blauw of groen, met scherpe
omlijning naast elkaar ge/et, zonder over
gangen en schakeen igen of tusschentinten?
Als ik in tuinen de plompe overlieerschiiii;
van ,,lakgerai,iinns" (Pelargonium zonale)
constateerde, heb ik die dikwijls toegeschreven
aan de veelheid van bijziende oogen order
de Uiinbeïitters. Maar kussens en kleedjes en
taschjes kunnen toch de kortzichtigste oogen
genoeg van dichtbij bekijken.
Moeten wij nu allemaal die plompe
kleurenmode mooi vinden ?
l.a beautéest dans les nuances". Mij dunkt
dit gezegde is wel waard, in letterlijken en
figuurlijken zin wat meer ter harte te worden
genomen.
G i: E R T R U I D A C A R E L S li N
iiiiiuiiiituiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiititiiiniiitfiiiiiiiiitttit
mitiimii. mmimiiiLiiitiuuiiimiimumiiimmu
DE ESCHDOORN
Het begint er voor de hommels en de bijen
nu wat beter uit te zien. Het vorig jaar heeft
blijkbaar de vorming van bloemknoppcn be
vorderd en allerlei heesters en boomen staan
gereed, om ons te verbazen met een nooit
geziene bloesempracht, indien slechts wind
en weer een weinig helpen. Veertien dagen
geleden waren en niet genoeg bloemen voor
de bijen, maar 't is zeer goed mogelijk, dat er
in de volgende weken geen bijen genoeg zijn
voor de bloemen. Nij zijn de ahorns In bloei
gekomen, zoowel de mooie gele Noorsche
ahorn als de gewone eschdoorn. Allebei heb
ben ze ons a! weken lang vergast op het prach
tige ontluiken van hun knoppen, een van de
kleurigste en fleurigste verschijnselen van
het voorjaar. En nu staat mijn eschdoorn
eindelijk van onder tot boven in het groen,
groen van bloemen en groen van blad. Maar
heelemaal naar zijn zin heeft hij het nog niet,
hij spreidt zijn groote bladeren nog niet uit en
houdt ze omlaag gericht, zoodat de
bloemtrossen nog een poosje beschutting genieten,
zoowel van omhoog als van ter zijde, 't Is
zeer onderhoudend, om in dit kille, winderige
droge voorjaar er weer eens op te letten, hoe
voorzichtig zich veel planten kunnen ge
dragen. Als ze eenmaal begonnen zijn, kunnen
ze niet meer terug in den grond of terug in
den knop, maar dat maken ze weer goed door
maar heel langzaam stapje voor stapje op
te schieten. En krijgen we dan eindelijk eens
een reeks van nachten boven de tien graden
Celsius, dan spreidt en strekt zich dadelijk
alles en de volle zomer is er.
In de beschutting van de neergeslagen bla
deren bloeit de ahorn nu ook al met een flink
gangetje. De bloemen hebben niet veel pre
tentie, alles is er groen aan en ze hebben ook
weinig bijzonders van vorm of lijn. Het
eenig aantrekkelijke is hun veelheid, de boom
is van onder tot boven behangen met trossen
en elke tros telt om de honderd bloemen.
Elke bloem heeft op zijn bodem een schijf
die honie afzondert en daar komen allerhande
insecten op af. In den regel zijn dat meestal
vliegen, maar wij willen noteeren, dat in dit
voorjaar van 1022 de gewone lentevliegen
nog al scha;.rsch zijn, zoowel de mooie
groenmet gele drekvlieg (o, die namen !) als de
blinkende zwarte vlieg. Nu hebben de hommels
en bijen het rijk alleen en ze laten zich niet
onbetuigd.
Niet alle trossen zullen vruchten opleveren,
dat is nu al te zien. Ge hebt er maar op te
letten, of er een stamper in de bloemen is of
niet. Bij vele eschdoorns heeft de overgroote
Ahorn, tijdens het begin van den bloei.
meerderheid der bloemen alleen maar
meeldraden, aan de onderste takken der hoornen
vinden we vaak heele trossen, die enkel en
alleen uit mannelijke bloemen l'estaan. Toch
komen er altijd nog genoeg duifjes" en dat
de zaden uit die gevleugelde vruchten
kiemkrachtig genoeg zijn, daarvan overtuigen we
ons gemakkelijk nu in de buurt van eiken
ahorn de kiemplantjes opslaan bij dui
zenden.
Ze willen best gedijen, en waar ze met rust
gelaten worden, schieten ze in weinig jaren
op tot flinke boompjes en menige eschdoorn
in stadstuintjes is zoo'n aanvlieger, die van
zelf" is opgekomen. Ofschoon hij hier nu
volkomen thuis is, behoort de eschaoorn
toch niet tot onze ir.heemsche boomen. Zooals
zijn Duitsche naam van Berg-ahorn aanduidt,
is hij een boom van de bergen en iedereen,
die in Zwitserland heeft gereisd, heeft zich wel
verheugd over de prachtige ahorn-parken
(bosschen kan men het niet noemen), die men
daar aantreft op een hoogte van ongeveer
duizend nieter, boven de beuken en onder de
sparren . De Zwitsers houden er zelfs his
torische ahorns op na, zelfs tot in het tweede
geslacht. Dat is de beroemde ahorn van
Truns in Grauwbunderland. De Zwitsers
schijnen de plezierige gewoonte gehad te
hebben van hun historisch belangrijke daden
te plegen in de buitenlucht, onder een boom,
op een weitje of iets dergelijks. Zoo hebben ze
dan ook den Grauwen Bond gesloten en ge
zworen in het jaar 1424 onder een grooten
ahorn bij Truns, dien ze tot 1870 in eere heb
ben gehouden. De boom is toen omgewaaid en
bleek niet minder dan zeshonderd jaar oud
te zijn. Een groot deel van den stam is ver
voerd naar Cliur en daar in een museum op
gesteld. Bovendien, en nu komt het tweede
geslacht, is een authentieke nakomeling van
den boom (geboorteacte te zien in de archieven
van de boschinspectie te Chior) op de oor
spronkelijke plaats neergezet, nadat men er
eerst volgens de regelen der kunst den bodem
had verfrischt en verbeterd. Ook hebben vele
vaderlandslievende Zwitsers zaden van den
ouden boom in hun tuinen uitgezaaid en
met het allerbeste succes, en als ze nu weer
eens aan het samenzweren willen gaan, dan
is er stellig geen gebrek aan ahorns.
Dit is voor ons Nederlanders allemaal nog
al vreemd. Ik weet wel, waar in Nederland
onze dikste ahorn staat; bij Wijhc aan den
IJseldijk heb ik er een paar gezien, die konden
wedijveren met de mooie Zwitsers. Misschien
zijn ze in den oorlog nog juist ontsnapt aan
de gevaren, waaraan toen onze noteboomen
en later de platanen en ahorns bedreigd zijn.
Dat was om er geweerkolven van te maken.
Er zijn toen een menigte boomen gekapt.
Ik weet niet of ze verwerkt x.ijn of bewaard
tot men ze weer eens mocht noodig hebben.
Ook weet ik niet,of de wederaanplant van
die boomen op de een of andere wijze is
bvorderd en of er maatregelen zijn genomen om
eventueel de mooiste boomen op de mooiste
punten te kunnen behouden.
Er is n ahornsoort, die wij hoogstwaar
schijnlijk wel als inheemsch mogen beschou
wen, dat is het kleine ahorntje (zelden hooger
dan 10 M.) met gaafrandige blaadjes en dikke
kurkkorsten aan de takken. Geschiedkundigen
en philologen mogen onderzoeken waarom
het vermoedelijk inheemsche boompje bekend
is onder den naam van Spaanschen aak.".
JAC P. T n ij s s E.
CADILLAC
Hat Meesterstuk der lotolechniek
lmport»r: K. LANDEWEER, UTRECHT