De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 20 mei pagina 8

20 mei 1922 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 20 Mei '22. - No. 2343 Foto's P. Beunder De* bibüothecaresse en hare helpsters de boeken behandelende (achter het gebouw der Reiz. BibJ. te Broek in W.) Het gebouw der Reizende Bibliotheken te Broek in Waterland, Meisjes ontdoen de boeken van vlekken. (In het vroegere gebouw der Reiz. Bib!., Spuistraat 1)0 te Amsterdam) REIZENDE BIBLIOTHEKEN door B. B ij M H o L T. Dat in een klein dorp als het Noordhollandsche Broek in Waterland het centraalbureau zou te vinden zijn van een of andere belangrijke organisatie lijkt eenigszins vreemd en toch is dit het geval. Toen het verzendbureau der Reizende Bibliotheken door den woningnood niet meer ergens te Amsterdam behoorlijk ondergebracht kon werden, vond het een tehuis te Broek in Waterland, waar ook de bibliothecaresse mej. O. Rems woont. Een geheel huis is voor de verzending van de bibliotheekboeken ingericht tot den zolder toe. En men heeft er in 't minst geene ruimte te veel. Wel een bewijs, dat de zaak der Reizende Bibliotheken heel wat opgang heeft gemaakt. Wie op het platteland bekend is, zal zich daarover niet verwonderen. Een gelegenheid om voor een paar centen een boek ter lezing te kunnen krijgen moet daar wel als zeer wel kom worden beschouwd. Zoo'n heelen langen winteravond over koetjes en kalfjes (in letter lijken zin vaak) te praten, gaat toch ook niet best. Gelukkig als er dan een boek bij de hand is. Welnu, daarvoor zorgt nu op vele dorpen de instelling, waarover ik het hier heb. Dat zij daarmede zeer goed werk verricht voor de volksbeschaving zal ieder licht inzien. Vór ik eenige bizonderheden meedeel over den om'vang van de Reiz. Bibliotheken en de wijze, waarop deze organisatie werkt, zal ik heel in het kort iets zeggen over het ontstaan en den verderen voortgang ervan. Naar aanleiding van een paar artikelen van mijne hand in dit Weekblad (het eerste in 't no. van 8 Febr. 1903) ontving ik enkele collecties boeken, die ik uitleende aan in woners van het dorp Uffelte (gem. Havelte in de prov. Drente), waar ik destijds onder wijzer was. Mijne bibliotheek breidde zich vooral uit door verschillende boekenzendingen van den heer W. Juchter te Amsterdam. Later splitste ik mijn bibliotheek en voorzag KUHSJHAHDEL JACK HIEKERK r/h Chef Goupil A Co. 23 & 25a Lange Houtstr.'s-Gravenbago HEESTERWERKEH VAM DE 17e EEUWSCHE, HAAGSCHE EN FRAHSCHE SCHOOL Nvize I. ZOMESDIJK BUSSINK PaviljoenVond8lparüel.Zuiil4i90enS795 Restaurant a la carte Lunch-Afternoon-tea,Diners en Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest nu ook inwoners van het dorp Havelte van lectuur. 1). Zoover was i k, meen i k, gekomen, toen de heer Juchter zich meer met de zaak ging bemoeien. In October 1903 had ik een onderhoud met hem en toen werd de mogelijkheid besproken van verdere uitbreiding en zoo zijn we gekomen tot oprichting van een Reizende Volksbibliotheek. De zaak is later door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen overgenomen, heeft toen een groote uitbreiding gekregen en is in 1920 overgegaan aan eenc afzonderlijke organisatie: de Centrale Vereeniging voor Reizende Bibliotheken. Toen het Nut de R. V. overnam, werden naar 11 of 12 plaatsen bibliotheekjes ge zonden, in den herfst 1920 ± 135 kisten van 100 en 20 kisten van 50 boeken, dus totaal naar 155 plaatsen. Men ziet licht in, dat het verzenden van zoo'n groot getal kisten met boeken, het weder in ontvangst nemen ervan en wat daar verder aan vast zit, heel wat werk vereischt. Daar in dat bibliotheekhuis te Broek in Waterland is het heele jaar door wel wat te doen om meer dan 150 dorpen en dorpjes, ook enkele stadjes, des winters van lectuur te voorzien. De bibliothecaresse verzendt in Juni of Juli een artikeltje naar de redacties van ver schillende bladen. Uit het laatste artikeltje (Juni 1921) neem ik over: De instelling der R. B." beoogt gedurende de wintermaanden, wanneer het werk op het land bijkans stil ligt en veel tijd thuis wordt doorgebracht, aan de bewoners van het platteland goede en degelijke lectuur te verschaffen. Elke zending bestaat uit 100 of 50 zorgvuldig gekozen boeken en wel: 1) Een eigenaardige bizonderheidzij hier nog vermeld. Was het de gemeente Havelte, waar de stoot is gegeven tot oprichting der R. B., nu ook schijnt men zich daar nogal voor deze zaak te interesseeren. Er zijn niet minder dan vier dorpen in deze gemeente (n.l. Havelte, Uffelte, Darp en Wapserveen) waar eene afdeeling van de R. B. is gevestigd, terwijl het gemeentebestuur eene subsidie geeft van / 40 per jaar. Zeker een navolgingswaardig voorbeeld. romans, werken voor de jeugd, populairwetenschappelijke werken en enkele tijd schrift jaargangen. Van de lezers wordt slechts een leesgeld van 3 cent per boek en per week gevorderd. De toezending heeft in October plaats en de kisten worden in Mei terug verwacht. Gemeenten, die van deze instelling willen profiteeren, zullen zich vór l Augustus moeten wenden tot de Centrale Vereeniging voor Reizende Bibliotheken te Broek in Waterland". Als boekbeheerders treden meestal op hoofden van scholen, onderwijzers of predi kanten. In Januari wordt een verslag inge wacht van de boekbeheerders over de afgeloopen drie maanden, in April of Mei een tweede verslag, nu over den geheelen leestijd. Het eerste jaar worden de boeken gratis geleverd, daarna wordt f5 of ?10 gevraagd naar gelang 50 of 100 boeken worden toe gezonden. In een kist van 100 boeken worden tegen woordig gedaan 20 populair-wetenschappelijke werken, 45 romans en 35 boeken voor de jeugd. Opgewekte lectuur valt vooral in den smaak. Gedichten en tooneelstukken worden minder gewenscht, nog wel verhalen in dicht vorm. Reisbeschrijvingen vinden ook wel lezers. Wat de boeken voor de jeugd aangaat, Robinson Crusoë is zeer gewild, vooral als het boek platen bevat. In 't algemeen zijn boeken met platen zeer in trek. Gemakkelijk te begrijpen boeken komen het meest voor de R. B. in aanmerking. Toch wordt ook voor zwaardere lectuur gezorgd. Wat het lezerspubliek betreft, de R. B. wil alle lagen der bevolking bereiken, die ook wel bereikt schijnen te worden. Eender jaar verslagen toch vermeldt, dat in de registers als lezers stonden opgeteekend daglooners, boerenarbeiders, dienstmeisjes, fabrieksarbei ders, kantoorbedienden, onderwijzers en pre dikanten. Als in 't voorjaar de kisten weer te Broek in Waterland arriveeren, worden de boeken uitgepakt en nagezien. Sommige zien er niet al te zindelijk uit. IATENBOI6 l FOLHEfl l Den Haag ?:? Huijgenspark II SPECIALITEIT: Verhuizingen o n (/ar Garantie Bergplaatsen voor K) cent 1O cent Sumotra CBUlTgMOlWDOH) Sigaar Zij ondergaan een reinigingskuur, wat heel wat werk vereischt. Eenige meisjes zijn er dan noodig voor uitpakken, schoonmaken enz. Ook vakboekcn worden door de R. B. in leen gegeven. Ze worden evenwel niet in de kisten bijgevoegd, omdat men niet altijd weet welke van deze boeken op een bepaalde plaats noodig zijn, maar op aanvraag per post verzonden, de kosten voor rekening van de Vereeniging. Catalogi van vakboeken op het gebied van land- en tuinbouw, bouwkunde, ambachten enz. zijn bij de boekbeheerders verkrijgbaar. Ook van de gelegenheid om op zoo'n wijze vakboeken in leen te krijgen, wordt veel gebruik gemaakt. (1919?'20 werden op deze wijze 1500 vakboeken naar meer dan 100 plaatsen van ons land uitgeleend). Gevraagd kan worden welke voordeelen verbonden zijn aan reizendz bibliotheken, zooals de besprokene, boven vaste. Wie wat veel leest, is bij een vaste bibli otheek met een niet groot'aantal boeken al spoedig aan het einde. Als zoo'n lezer alle mooie" boeken uit" heeft, kan hij niet verwachten, dat er al spoedig weer nieuwe lectuur wordt aangekocht. Een reizende bibliotheek is een uitkomst. lederen herfst worden de boeken verwisseld en beschikt de bibliotheekbeheerder dus over nieuwen voorraad. lederen winter kunnen zoo andere boeken ter lezing worden gegeven. De Vereeniging staat op geheel neutraal standpunt. Bij het samenstellen der bibliotheekjes wordt rekening gehouden met de wenschen der aanvragende personen of vercenigingen. In 1921 werden b.v. aan een aantal afdeelingen van het Nederl. en het Gereformeerd Jonge lingsverbond kisten gezonden met lectuur van orthodox-christelijke richting. VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden A. d. l'O. te R. Is muziek, waarvan de componist kort geleden overleden is (b. v. muziek van Richard Hol, Arth. Seidel e. a.) vrij van auteursrecht? Volgens art. 37 van de Auteurswet vervalt het auteursrecht door verloop van 50 jaar, te rekenen van den dag van het overlijden van den maker van het werk. Onder de werken, waarop auteursrecht bestaat, noemt de wet in art. 10 sub 5°muziekwerken met of zonder woorden." JW3Dït1UY5 MEUBILEEBEn ERSIEREN DER-wonino AM5TERDAM ponsen®-7O9H 13 LEIDS01E5TRAAT73 iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiHiHuiiiiiimiiiiimu.iifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii DE HAGHESPELERS. Hamlet" De voorstellingen van Verkade vind ik altijd het mooiste vór ik ze gezien heb. In het bijzonder geldt dit voor Hamlet", bron van oneindige illusie, waarbij alreeds de titel stemming wekt. Verkade heeft voor de rol het silhouet, hij is met het werk vertrouwd en weet het op vele, meer en minder gelukkige wijzen en scène" te zetten, en de hoop, dat de gerijpte mensch in hem de figuur eenmaal zal vermogen te bezielen, omspeelt onwillekeurig elke nieuwe proeve. En wanneer het pleit dan andermaal verloren blijkt, niet om opvatting of mis verstand, maar omdat de zie! niet meeklinkt, omdat daar geen résonnance en geen reflex getuigt van het tumult en den brand in de kolk van het kunstenaarsgemoed, oan blijft ons -toch de belangstelling in een ontegen zeggelijk boeiend pogen relief te geven aan deze schoonste tooneelgestalte. Ik geloof geen oogenblik, dat Verkade zijn rol aldus, gelijkvloers, nuchter en bijna joviaal speelt uit beginsel", omdat in Shakespeare's en Hamlet's tijd, de enkeling niet zoo ver buiten de grenzen van het maatschappelijk verband zou treden", een opmerking, waarmee de steller van het programma-bijschrift dezen uitgeslapen ko ningszoon in de kaart hoopt te spelen. Elk vogeltje zingt zooals het gebekt is, en ieder mensch uit m zijn kunst zijn diepste-zelf. Wat kan de bewuste wil er feitelijk aan doen ! Een kunstwerk valt uit, zooals het, door middel van het medium, den geïnspireerden kunstenaar, uitvallen wil. Verkade, zooals wij hem in de jaren van zijn tooneel-handel en-wandel leerden kennen, is door zijn sterk intellectueelen, ondichterlijke!! en democratischen aanleg aangewezen op deze trans positie van de Hamletfiguur zooveel mogelijk binnen de grenzen van het maatschappelijke" en in de kernachtige, drastische vertaling van Van Looy, welke hem ten grondslag dient, vond.hij een tegemoetkoming aan zijn aard en wezen. Wat voor ons de hoogste waarde van het werk is: de majesteit van den wijsgeerigen geest, de adel van het dichterlijk gevoel en de geheime kracht van het boven zinnelijke zou op dezen grondslag, en gegeven deze middelen, altijd gedrukt zijn geworden, ook al heetten er geen beginselen van historisch-realistische beteekenis mee gemoeid. Heeft de gerechte vrees voor pathos waar schijnlijk mede geleid tot dit uiterste van zoogenaamd gewoon-doen, des te meer ver wachten wij van hetgeen ongewoon" blijft, van datgene wat van dichter en dichterlijk vertolker komt, opdat het menschelijke niet ontaarde in familiariteit. Het spontane en zelfs handtastelijke van Verkade's Hamlet, bekorend in den opzet, ontneemt op den duur aan de figuur het aureool der dynastie, het verband met den Geest zijns vaders, het verkort den afstand, en de alleenspraak dit ontroerend toevlucht der eenzame ziel het fijn geschakeerd en treffend gezegd: zijn of niet-zijn" kleefde aan de a^rde omdat .liet van den beginne af om Hamlet heen stond: de dichterlijke atmosfeer, de mystiek eener hoogere ontvankelijkheid. Wat voor de hoofdrol geldt, geldt voorde geheele vertoon in g, die immers al even afhankelijk is van de toevallige gesteldheid der voor handen krachten, veel meer dan van plannen en idealen. Zoolang Verkade over Van Dalsum beschikt voor de rol van Koning Claudiuj, zoolang zal hij van den nood, die oom en neef tegenover elkander op den voorgrond stelt, een deugd maken. Van Dalsum is nu eenmaal de sterkste, in deze omge ving melo-dramatisch werkende speler, die zich noch terwille eener zwakke koningin, noch terwille van Gilhuys' fletse, maar fijn geestige Polonius, noch terwille van Verkade's Hamlet, op het tweede plan, waarop hij behoort, laat binden. Een beroep op Goethe, met wiens uitspraken men ongeveer alles kan staven wat men wil, had hier weinig zin. Ongetwijfeld is ook Hamlet, zie het pro gramma, eenigszins verhaalachtig samen gesteld", Shakespeare (uitleende, het is be kend, zijn stof veelal aan novellen, maar dat deze opmerking eenig verband zou houden met de omstandigheid dat de hoofdpersoon (Hamlet) geruimen tijd van de plaats deihandeling afwezig blijft" en dus ruimte zou laten aan zijn familie" om, ter verlevendi ging onzer aandacht, meer dan de geest van het werk voorschrijft, op den voorgrond te treden, gevoel ik allerminst. Men kan toch den lijfelijken Hamlet niet voor deze aandacht aansprakelijk stellen en mecnen dat zijn tijdelijke verdwijning van de planken het zwaartepunt naar den kant der minwaardige intrigue zou verplaatsen, ten koste van den edelen geest ! De innerlijke hoofdpersoon van het drama is Hamlet's Vader, het mannelijk ideaal take him for all in all gelijk dit Shakespeare voor oogen stond, en van dit ideaal zijn Hamlet en Fortinbras de beide erven, de polen, worstelend om het even wicht tusschen den verst-reikenden droom en de verst-strekkende daad. Deze driehoek beheerscht den voorgiond en het moorddadig spel, waarvan Koning Claudius de spil is, blijft voorwendsel en van ondergeschikt be lang. Met den acteur van Dalsum uit het ensem ble, zal op een dag het realistisch beginsel" uit de vertooning verdwijnen en dit zal een opluchting blijken in de eerste plaats voor Hamlet-zelf, die dan niet meer tegen een, hem te machtig, speler zal trachten op te werken, maar ruimte en stilte om zich heen zal gevoelen als een eerste, weldadige eisen. Deze overweging laat natuurlijk het per soonlijk optreden van van Dalsum, die met Elsa Mauhs (Ophclia) de eer van het beeldend talent ophield, in zijn waarde, mijn bedoeling is, dat waar de qualiteit van een zwak bezette Shakespeare-vertüoning kan gevonden worden in het evenwicht, in de juiste verdeeiing van licht en schaduw en de klare omspeling van den geest van het werk, de regie offers vraagt. Op het afstemmen" van zulk een vertooning komt het aan; de geringe invloed, dien Ver kade op zijn spelers heeft gehad, maakte den droomenden prins kla?r wakker en op zijn qui-vive, en schiep een activiteit v^in te lage orde. Dat de achtergrond bij deze laatste op voering niet terug wilde wijken, lag mede aan het vast decor, zonder perspectief, vier gedrongen zuiltjes, die een loggia droegen en aan weerszijden door een oud-gouden gordijn werden ingesloten. In het half-licht kon men zich deze gordijnen als een verweerde muur voorstellen, zonder illusie nochtans dat op dit terras te Elseneur" de nachtwind blies, en aan sommige tooneelen (het groote tafereel met de tooneelvoorstelling o.a.) gaf deze weelderige binnenwand-bekleeding. warmte. Het open- en dichttrekken van een ttisschengordijn door twee pages bij open doek, vond ik hinderlijk, in zoover dat ik bij deze preperatieven meer vervuld raakte van de volgorde der tafereelen dan van Hamlet's dolende ziel, en het strookte m.i. weinig met de uiterlijke waardigheid van een Koning en een Koningin toen ook zij door de donkere spleet der gordijnen waarachter ik mij geen bewoonde vorstelijke vertrekken kon voorstellen naar binnen kwamen bukken. De Geest, zilverig zwevend langs het plooiend goud, maakte een schoonen indruk van onwezenlijkheid en het speet mij toen hij plotseling als een tastbare Sint op het balcon verscheen en mijn fantasie terstond het laddertje zag langs hetwelk hij haastiglijk omhoog geklauterd moest zijn. Want dit is het gevaar wanneer men 'de verbeelding al te vrij spel laat en bovenmatig spant, dat dan ook de naiefste en meest-ongewenschte machinaties aan onzen speelschen geest.... niet worden belet. Het gele-mantel probleem is voor onzen tijd, geloof ik, niet zoo eenvoudig op te lossen als men in de eerste geestdrift wel heeft gemeend. Het voordeel, dat deze tooneelschikking, welke het changeeren tot een minimum beperkte, bood, was, dat men het werk thans nagenoeg on verkort kon geven, wat het eerherstel van enkele, vroeger onoor deelkundig geschrapte tooneelen inhield, in den zelfden tijd die anders het decoratief beeld ingewikkelder gesteld op ons achter lijk podium aan passen en meten moet worden besteed. En in ait opzicht waardeeren wij Verkade, die onvermoeid voortgaat scenische oplossingen en verbeteringen te zoeken, al blijkt soms Ie mieux l'cnnemi du bien, en de belangstelling in het schitterend stuk tracht levend te houden, tot den gezegenden dag, waarop de rollen hun bezielde vertolkers zullen vinden. Mevrouw Mann-Buuwmeester. Lieve mevrouw Man n, wat nog over u?.... De lente bleef lang uit en de Schouwburg een _ toevlucht voor wie de kachels te vroeg opge-' borgen had. En als gij dan nog eens voor ons spelen wilt, met de vlam in uw hart en haar weerschijn in uw roode pruik.... Het liefst dichtte ik u een sonnet, maar het sonnet ligt minder op mijn wegen ik vrees het krullen van uw malicieusen mond. Men zegt, dat ge in het werkelijke leven, voor zoover het eene meer werkelijk mag heeten dan het andere, weldra weer de bruid zult zijn. Had het niet in de krant gestaan, we zouden het geraden hebben, zoo iets onontleedbaars van nieuw geluid" en onversaagdheid was in uw jongste optreden, en het leek of gij de geheele zaal omhelsdet in een oogopslag. Geen sterveling op het dramatisch hazenpad, die in deze dagen niet uw naam noemt, met een intonatie van zuchtende gelukzaligheid, waaraan ge op de tooneelschool den eersten prijs zotidt hebben toegekend. Mevrouw Mann .... Theo.... Door.... De Demi-Monde.... Madame SansGêne . .. ah ! De oude Dumas viel erbij op een gansje, maar oat bleef een succes d'estime. En wat men u toedraagt is, al laat ook l'estime niets te wenschen, juist het tegenovergestelde. Alle muffe foyerhoeken loken er van op. Wie u nog niet weergezien had, voelde zich beschaamd, buiten de conversatie, en vrijwel onmogelijk in de Nederlandsche kunstwereld. En ik zou niet gaarne willen dat n lezer mij van nalatigheid in deze verdacht. Maar wat vang ik aan met enkel het krassen van mijn pen, die geen flauwen weerklank geeft van uw florettoon en het geurtje weemoed, waar mee de Barones" haar halve-wereldwijsheid adelde, terwijl in de eenzaamheid van mijn kamer niemand hoort hoe wel luidend ook het puntje van mijn tong aan mijn verhemelte slaat bij het neerschrijven van uw naam. Het overige is in drie woorden gezegd, niet waar? Gij doet het. Om u, om wat de hemel u schonk, maken wij ons elk seizoen druk, om u wemelt het op het tooneel van leekebroeders en zusters, die wanneer ze u zien spelen, meen en dat het toch zoo moeilijk niet kan zijn, orn u vullen wij al deze kolommen met commentaren over uw schoon vak. Gij verschijnt, gij lacht, uw warme oogen verlichten de zaal tot overdehoogstegaanderij. En wij zitten met onze commentaren, als met de gebakken peren. Ik zie zelfs geen kans de intrigue van wijlen de Demi-munde" na te vertellen, want ik heb er niet al te best bij opgelet, uitsluitend naar u alleen gekeken, naar het leven, dat u uit de vingers stroomde, enoten, en aan veel sterks en moois terug gedacht. Hanna", breiend onder de lamp in Voerman Henschel", de Vrouw in Le Secret", en de Somnambule-dame ir, Dekking's Kwakzalvers".... Welke tooneeldirectie onderneemt nog eens een goede opvoering van Hauptmann's Biberpelz" om u? Om de classieke schelmerij, die een deel van uw wezen is? Gij, die er den moed inhoudt, de illusie, dat het behalve opvoedend" toch ook prettig en verkwikkend is om naar de komedie te gaan, gij, die een inspiratie kunt zijn.... Lieve mevrouw Mann, trouw niet te ver van het Nederlandsen tooneel.... T H N A E F F

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl