De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 10 juni pagina 9

10 juni 1922 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

10 Juni '22. - No. 2346 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE MIRANDA'S TOCHT NAAR RUSLAND Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braaktnsieh Dat heb ik 'm beter gelapt dan jij. IIIIIIMIIIIII11IIIMII1MIIIIIIII11IIIIII lllltlllltlllMIIIIIIIIIIMIMIllllMIIIIMIItllll CHARIVARIA Sadhoe Soendar Singh komt ons land be zoeken. ,,Hij gaat gekleed in een oranjekleurig gewaad," schrijft de N. R. C., en neemt op zijn reizen geen geld mee." Wij hebben onze spoorwegtarieven nog eens bestudeerd, en eenige twijfel is bij ons gerezen of men een blik op het oranjekleurig gewaad als ver goeding voor een kaartje eerste klasse zal willen aannemen. troffen door een "straight left" vlak op zijn mond. Waggelend kwam hij weer overeind, Goddard sprong toe, twee vreeselijke slagen, en Billy viel als een omgewaaide fabrieks schoorsteen. Alle bewustzijn was heen, alleen een wonder zou hem weer op de been kunnen helpen, en dit wonder geschiedde niet. Als een zak zand werd Wells naar zijn hoek gedragen, bijna glipte hij van zijn stoel af, uit den ring. ..." (N. K. C.) BEWONDERENSWAARDIG Drie ronden had hij gevochten, zooals hij nog nooit gevochten had in zijn gansche loop baan, als een tijger, woest en bewonderens waardig. Het bloed stroomde uit twee gapende wonden onder zijn oogen, het vloeide in zijn neusgaten, druppelde in zijn mond, droop langs zijn borst. Wells rilde of hij de koorts had, maar wachtte moedig Goddard's aanval af. Hij wankelde bij den eersten slag, die hem in den nek trof; sidderde als een blad, steunde tegen de touwen, dekte zich, plaatste een linkschen stoot waar geen kracht achter zat, kreeg een hevigen slag, die zijn hoofd zoover achterover deed gaan dat 't scheen of de huid om zijn keel moest barsten, clinchte, plaatste nog een zwakken stoot op zijn tegenstander' lichaam, en viel toen languit in den ring, gcZinsneden, in minder gelukkige oogenbükken geconcipieera Is men eenmaal langdurig ziek, dan is de regeling van de bezoldiging bij ziekte, zooals zij voor de ambtenaren der posterijen, telegrafie en tefelonie geldt, gunstiger, doch hier staat tegen over, dat de onderwijzer jaarlijks meer en grootere rustpoozen tusschen zijn arbeid heeft." (De Min. v. Onderwijs) Vooraf klaarmaken en opwarmen vermindert den fijnen smaak niet, zooals koffie en thee." (EL v. Houten's Cacao) meestal de gastvrouw troont, op een zilveren stang een papagaai te laten meepraten tijdens het thee-uurtje." (H. P.) Met een klein meisje," schrijft Ida Heijermans in het Hbl. kruist zich zoo nu en dan mijn weg." Onze wegen kruisen zich meestal met wegen; hoogst zelden met kleine meisjes. Deelwoorden- tammer Niet ontkennende, dat de betrek king van onderwijzer, wordt deze met toewijding vervuld, bepaalde eischen, nok physieke, stelt, dient toch ook in aanmerking genomen te worden, enz." (De Min. v. Onderwijs aan de Clir. Ond.) De Christelijke onderwijzers kunnen dus van den minister leeren, dat hun betrekking geen eischen stelt, indien zij niet met toe wijding wordt vervuld. OOM GERRITS KWAAL Sommige menschen moeten een gat in hun hersens hebben. Die ongelukkigen vergeten alles wat ze geleerd, beloofd of geleend hebben. Elke nieuwe indruk verdringt de vorige, die voor de aanstormende emoties wijken moet en vervolgens door het gat ontsnapt. Dikwijls hebben deze beklagenswaardige menschen het beste karakter dat men zich kan voor stellen; ze luisteren met sympathie naar het leed van anderen, en ze zouden het zeker ook wel met daden verzachten, indien daar niet hun treurig gebrek was, en ze alles den vol genden dag al weer vergeten waren. Mijn oom Gerrit behoort tot deze menschen. Hij is de beste man dien men zich maar denken kan.... alleen vergeet hij alles Ik herinner mij hoe vriendelijk hij voor ons was toen wij kinderen waren. Toen beloofde hij ons de heerlijkste dingen Hij putte zich uit in het bedenken van alles waar men ons maar genoegen mee zou kunnen bereiden. Hij stelde boottochtjes, chocola en hobbelpaarden-met-echt-haar-erop in uit zicht en prikkelde onze fantasie met beschrij vingen van prachtig speelgoed dat hij juist daar-of-daar gezien had, en dat hij ons zeker eens bij gelegenheid verschaffen zou. Hoe hebben wij hem gehaat en ach ... .wat hebben wij hem weinig begrepen, wij, wreede kinderen, die niet wisten van het gat in zijn hersens, waaruit al deze dingen weg vloeiden zoo spoedig als oom ze verzonnen had. Ik herinner mij ook hoe men wel eens onder ouderen sprak over ooms droevige jeugd Daar was een verhaal van een aardig, eenvou dig meisje, dat oom Gerrit zeer lief gehad moet hebben; maar zijne belofte om haar te trouwen vloog weg door het gat, en hij vergat die belofte, het meisje, en ook een lief doch tertje geheel. Toen heeft het meisje getracht oom te genezen. Zij zond hem een doctor ik meen haast in de rechten die hem behande len zou, maar, hoewel de behandeling lang en kostbaar geweest moet zijn, is oom nooit ge trouwd. Wél betaalt hij den doctor, geloof ik, nog elke maand geld voor die quaestie. Later moet oom nog eens ge-engageerd zijn geweest, met een ander meisje, maar toen kreeg hij ook weer last van zijn vergeetach tigheid, en dan zat hij urenlang in koffiehui zen en dacht aan heel andere dingen. Toen het arme meisje al haar geld opeens verloren had, trok oom zich dat zoo aan, dat zijn De plaats van de grand-chique gastvrouw De 'grand-chic' brengt nu <mk mee om naast de ronde, lage theetafel, welke voor den divan staat en waarop Ni iotoprap Archipel" 's Gravenhage Spec.: Maand- en Trouw-auto's kwaal verergerde. Een ongeluk komt nooit alleen. Het bericht had hem zoo geschokt dat hij op reis moest voor herstel, maar oom werd niet beter, en, toen hij terugkeerde, was hij het meisje heelemaal vergeten. In zijn studententijd schijnt de arme oom Gerrit ook erg aan zijn kwaal geleden te hebben. Zijn vader kreeg tenminste over de honderd attesten van menschen, die schriftelijke ver klaringen van ooms vergeetachtigheid aflegden. Ooms vader heeft duizenden guldens uit moe ten geven om al die attesten op te koopen. Het treurigste was dat ooms ziekte hem zoo gehaat maakte. Iemand die een bochel heeft, of een horrelvoet, of een hazenlip, ondervindt tenminste nog hartelijkheid van zijn medemenschen, en wordt door hen ontzien. Mijn oom werd door iedereen verfoeid, zelfs dooi de naaste familie. En toch was hij zoo innig-hartelijk. Hij heeft mij, persoonlijk, eens bijna gehol pen met een aanzienlijk bedrag, toen ik in moeilijkheden zat, en hij zou het mij zeker gegeven hebben ook, indien niet juist een aanval van zijn ellendige kwaal hem over vallen had, en hij al zijne beloften niet per tinent had ontkend, eenige dagen daarna. Het eenige voordeel dat oom van zijn kwaal heeft gehad, is een prachtige bibliotheek. Ieder van zijne boeken draagt de handteekening of het z.g. Ex-Libris van een kennis van hem; en dan heeft hij nog allerlei mooi tafelgerei met inscripties, herinneringen aan zijne gezondheidsreizen zegt hij, waarvan de mees ten luiden: Grand Hotel, of Palace Hotel.... maar waar al die hotels zijn is oom vergeten, zegt hij. Een enkele maal voelt oom wat verlichting van zijn kwaal, b.v. wanneer men hem te eten vraagt. Dat vergeet hij nooit. Maar dan stort hij in den loop van den avond weer in en vergeet de meid een fooi te geven. Eens heb ben ze hem slapend op straat gevonden, en toen vertelde hij huilend aan den politie-agent die hem wakker maakte dat hij het adres van zijn huis vergeten was. Soms herinnert hij zich ook weer plotseling allerlei dingen heel scherp, zooals bijvoorbeeld een rijksdaalder die hij aan iemand geleend heeft, en dergelijke kleinigheden, maar dan heeft hij ook weer inzinkingen en vergeet hij van alles, zooals laatst weer zijn portemonnaie, toen hij met mij in een cafézat. Op zijn zevenstigsten verjaardag hebben alle neefjes en nichtjes oom een grooten krans van vergeet-mij-niet-en gestuurd. Ieder hun ner kreeg een visitekaartje met strafport om te bedanken. Cijfers heeft oom nooit kunnen onthouden en de posttarieven veranderen elk oogenblik . Oom vindt het heerlijk wanneer hij eens lotgenooten aantreft, vooral onder tramcon ducteurs en kerk-collectanten. Ieder jaar, wan neer oom zijn belastingbiljet invult, stort oom in; daar kan hij niets aan doen. Maar toen heeft het rijk hem een een gratis herstellingskuur van anderhalf jaar laten doen, en sinds dien gaat het hem werkelijk iets beter. Hij is echter zóbescheiden, dat hij deze officieele erkenning nimmer ter sprake brengt; men zou zeggen dat hij die vergeten is.... Op zekeren dag zou oom naar Parijs gaan. Ikhaddaai toevallig een vertrouwelijken brief met geld te bezorgen en ik dacht erover hem te verzoeken dien voor mij mee te nemen. Dat was een moeilijk geval, want, zoo hij al niet vergeten mocht zijn reis te aanvaar den, dan bleef toch nog altijd de aan zeker heid grenzende waarschijnlijkheid bestaan dat hij den brief daar niet zou afgeven. Ik besloot dan ook hem pas op het allerlaatste oogenblik mijn verzoek te doen, en noodigde hem uit den avond vór zijn vertrek bij mij te komen doorbrengen Hij vergat het, maar ik had mijne maatre gelen genomen en haalde hem af, hoewel het vroor en bitter koud was. In mijn kamer brandde echter een groot vuur, en ik plaatste hem in een fauteuil, zoo dicht mogelijk daarvoor, opdat oom het lekker warm zou hebben. Zoudt u iets voor me willen bezorgen in Parijs....?" vroeg ik achteloos. Hij keek mij aan met een mengeling van achterdocht en ongeloof in zijn trouwe oogen. Dergelijke vertrouwensopdrachten kreeg hij slechts uiterst zelden. FONGERS-Rijwielen Wie een FONGERS koopt, ontvangt het resultaat van 50 jaar ervaring, vakkennis, smaak en zorg, welke daaraan zijn ten goede gekomen. Eigen Filialen te AMSTERDAM, Nassaukade 500; Arnhem, Groningen, Den Haag, Leiden, Middel burg, Rotterdam en Utrecht. Agentschappen over het geheele land verspreid. Maar toen ik hem eerlijk en recht-uit bleef aankijken, haalde hij een enorm notitieboek uit zijn zak en zeide: Zeg maar op.... Wat staat er in dat boek.... V'vroeg ik. Och, een paar kleinigheden die ik niet mag vergeten in Parijs, antwoordde hij, de naam van mijn hotel en zoo...." Ik gaf hem den brief, en hij noteerde zorg vuldig: brief linker-binnenzak. Toen hield hij den brief tegen het licht, stopte hem in zijn rechter-buitenzak, en legde het notitieboek voor zich op tafel. Ziezoo, zeide hij, dat kan al vast niet missen...." Leg een knoop in uw zakdoek...." raad de ik hem met nadruk. Hij zocht in al zijne zakken, maar bleek zijn zakdoek vergeten te hebben. Ik gaf hem er een van mij, legde knoopen aan de vier pun ten, en hij noteerde: I zakdoek, en dronk zijn glas leeg. Het was nu werkelijk zér warm in de kamer; de zweetdruppels stonden op ooms voorhoofd. Ik wierp nog een paar houtblokken op het vuur en schonk een derde, sterke cognacgroc voor hem in'. Hij begon zwaar te ademen en veegde telkens het voorhoofd af met zijn (=rnijn) zakdoek, waarbij de punten hem tegen de neus sloegen. Ik was zeer tevreden. Om half elf begon ik te hoesten en opende ik, voorwendende dat de tabaksrook mij hin derde, alle ramen en deuren. Een ijzige wind streek door het vertrek. Oom keek mij met groote oogen aan, zette zijn jaskraag overeind, en riep: Zeg.... ben je gek....?" Even daarna ging hij weg. Ik wenschte hem een goede reis. In elk geval zou hij den zak doek noodig hebben.... Heeft oom mijn toeleg begrepen .... ? Ik weet het niet, maar een week later kreeg ik een briefkaart van hem uit Parijs, die luidde: Amice, Zwaar verkouden kwam ik hier aan. Helaas is mijne belofte om uw brief te bezorgen mij geheel door het hoofd gegaan. De oorzaak ligt bij dien zakdoek, dien ge mij gegeven hebt. Aangezien ik er elk oogenblik gebruik van moest maken, waren die knoopen er in op den duur wel wat lastig. Ik heb ze er uit moeten halen. Vandaar mijn verzuim. Vergeef me en geloof mij, uw u liefh. oom Gerrit. Is oom eigenlijk wel vergeetachtig ? Ik begin er aan te twijfelen, hoewel hij vergeten heeft mij den zakdoek en den brief terug te bezorgen. In elk geval was onze verhouding zeer koel sedert deze gebeurtenis. Kort voor zijn dood schijnt oom een laatsten heftigen aanval van zijn oude kwaal gekregen te hebben, tenmin ste, in zijn testament heeft hij mij, en vele anderen ... .vergeten.... Gelukkig heeft geen onzer ooms kwaal ge-erfd. We zuilen hem nooit vergeten. Daartoe hebben we zelfs geen portret van hem noodig. Het boven staande illustreert hem voldoende MELIS STOK E 12 cent 12 cent Sumatra (BUITENOIWOOM) Sigaar iiiiini iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiim GESCHIEDENIS DES VADERLANDS VIERDE ZANG HET FRANKISCHE RIJK. DE PREDIKING VAN III:T CHRISTENDOM. DE VERWANTSCHAP VAN HET ENÜELSCll MET HET I lol.l.ANDSCH. KAREL DE GROOTE. DE NOORMANNEN. Hen kikker zag een os, die rustig liep te grazen, Hij dacht : als ik het wil, dan word ik net 7.00 groef f En dad'lijk ving hij aan /ijn lichaam op te bla/en, Hij h laast en blaast en barst, en vindt een vroegen dood. Na 't geen ik in het vorig hoofdstuk heb verhaald, Is de Romeinsche zon zoo zoetjes aan gedaald. Het trotsche volk verging door innerlijke voosheid, Door wufte weeldezin, door zond' en zedeloosheid. fjan ook een onverzadigbare dorst naar macht Heeft dit (en nog een ander!) rijk ten val gebracht. Zooals w' in onze jeugd al bij Aesopus lazen: De kikker barst, die tot een os zich op wil blazen. Ter plaatse waar 't Romeinsch Paleis in d'assche ligt, Wordt thans een nieuw gebouw door Clwis opgericht: Het Riik der Pronken. Al de midden-volken kwamen. Als kiekens, onder deze groote kloekhen samen. Ook de Bataven gingen in dat rijk te loor; De Friezen niet. Die waren daar te koppig voor. Voorts woonden Saksen hier. Aan Saksen, Frie/en, l Van ken, Heeft dus ons volk voornaamlijk zijn bestaan Ie danken. AI spoedig hebben, ter versterking van hun macht, De Franken-vorsten hier het Christendom gebracht. Dat ziet men tegenwoordig ook nog wei geschieden, Dat godsdienst wordt misbruikt door machtbeluste lieden. Vooral veel Anglen (Wolfram, Bonijacins) Getuigden hier; een soort "Salvation Army" dus. De Britten waren 't steeds, die vroom" en goed" verwarden: Nog is in Engeland een Zondag niet te harden. Maar bij de Friezen vonden zij niet veel gehoor, Daar waren deze veel te linke jongens voor. De groote koning Radboud, een dier Friesche vorsten, Die allerminst naar des geloof s fonteinen dorstten, Was eindelijk bepraat door Wolfram, d'Angelsaks, en goed propagandist dat zei ik al daar straks Om in 'r gewijde water zich te laten doopen, Kil zon den zegen van het Christendom te koopen. De koning stond ontkleed, de hedeboel was klaar, Toen stuitte men ineens op tweeërlei bezwaar: Vooreerst was, wat je wel begrijpen kunt, het bad koud, Maar dat was 't ergste niet voorden geharden Radboud, l\Ven, 't ergste w;is 't bescheid, dat men den koning bond, Toen hij den priester vroeg: Waar kom ik na mijn dood? 7;il 'k bij mijn voorzaat zijn, die in Walhalla's veluen Vrij bier drinkt uit de schedels unzer doi.de helden?" Neen. Gij komt in den hemel. Zij zijn in de hel." Dan zie ik er van af," sprak Radboud, dank je wel." De doop ging dus niet door. Fin, 'k zeg 't niet /onder blozen, Ik had in zijn plaats ook waarschijnlijk 't bier verkozen. Ken deel der Friezen ging, met Anglen, naar Brittanje, Ion namen 't in bezit. Den Dietschen invloed kan je Nog merken, als je later vlijtig Engelsen leert. (De wisling is er nog, maar 't gaat nu omgekeerd). Toen zijn er naamlijk woorden in die taal gekomen, Die x.oo maar uit het Hollandsen over zijn genomen, Als elf en elk en hem, die, toe en doe en deed, l n redden, bulk en veil en punt, been, pink en reed. n angel, made, nmg en gems, ruin, beer, big, ever, n brand en room en bier en ivorst en drup en lever, n baker, dot en kind, en baas en vent en rats, n last en mud en pond en Iwed en pet en pats, n knot en rust en rest en nut en beet en gave, Kn bad en arts en links en fat en lap en liave, Kn dun, breed, stout en s/('/;i en rood en glad en vies, Zoek zelf maar verder voort in KOENEN c;f DE VRIES. De grootste koning, uit 't geslacht Pepijn gesprote', Was Kun'/, bijgenaamd en zeer terecht de Groote. Die slaagd' er eindlijk in, de Friezen te verslaan ; Toen dwong hij z' als geloovig Christen -? in te gaan. De paus, dat spreekt, was zeer tevreden met zijn vrind je, En kroond' hem tot Roomscli Keizer dit bij wijz' van lintje. Thans worden vorsten niet meer door den paus gekroond, De paus, integendeel, is door den vorst onttroond. Het spijt me zeer voor hem, maar 'k hoef je niet te zeggen, Dat 'k me bij dit besl-it volkomen neer kan leggen. De Groote Ka re l heeft hier zeer veel goeds gewrocht. Veel scholen, die hij zelf van tijd tot tijd bezocht, Heeft Ka re l opgericht. Hij liet geleerden komen, Die werden in den hofkring gastvrij opgenomen. Zooiets gebeurt niet meer. Nu vindt men aan het I lof Slechts menschen zonder aanleg voor het vak van prof. l lij leerd' als grijsaard schrijven. Dat moet j'in hem ceren ; Ik ken scribenten, die het schrijven nimmer leeren. 't Leenstelsel, dat al wel zoo ongeveer bestond. Gaf hij door strenge regelingen vaster grond. Dat stelsel heeft men nog alleen in and ren zin : Vult een minister soms een nieuw ideetje in, Dan vraagt hij niet (wat moest, naar mijn bescheiden mceninp) !s 't ook misschien te duur? O, neen ??hij sluit een let-ning. De Keizer kleedde zich eenvoudig, elegant, Maar lang zoo weeldrig niet als nu de burgerstand. Wanneer zijn staatswerk hem 'n beetje ging vervelen, Ging hij met E/egast gezellig wat uit stelen. Dit vorstelijk vermaak heeft nog zeer lang bestaan, En vele heerschers hebben 't Karel nagedaan. Nu moet ik aan het slot in droeven klank bezingen De gruweldaden, die de Noren hier begingen. Uit Scandinavië kwam deze woeste bent, Al plundrend, brandend, ruovend, moordend, zonder end. Hun Vikings leidden deze niets-ontziende krijgers, Zij teisterden ons land, bloeddorstiger dan tijgers. 't Was ijslijk. En je denkt, wanneer je daarvan leest : Wat was dat sclüt'rend voor de bioskoop geweest. Oadfried de Noorman, door den vorst tot graaf verheven, Bezorgde d'armen Friezen een verschriklijk leven. Hij gaf hun, na een opstand, elk een eigen strop, Te dragen om den nek; toen pasten zij wel op! Want iedereen begreep, als hij maar even stout was, Dat hij er in een minimum van tijd om koud was. Kn nog loopt menig stervling, tot zijn staag verdriet, Met zulk een strop bekne|d, ofschoon men 't touw niet ziet. Bij Leuven zijn de Noren eindelijk verslagen. Die stad zag nóg een keer zoo'n bende, in later dagen.... A RI v A R i u s

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl