De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 17 juni pagina 1

17 juni 1922 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

JP. Zaterdag 17 J DEAMSTERD AM MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. KERN KAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, FREDERIK VAN EEDEN, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON UITGEVERS; VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per"]aargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. Ï0.25T] | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten INHOUD: 1. Onder de stolp, door Prof. Dr. O. W. Kernkamp. Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck. De komende nieuwe antithese, door Dr. J. van Leeuwen. 2. De wereldschuldenlast, teekening van Jordaart. De Haagsche conferentie, door H. Salomonsen. Krekelzang, door J. H. Speenhoff. Een vervalschingsproces, dcor J. Loopiiit. Erasmns over de oorlog, door Dr. K- Kooiman. 3. Schepping. I H, door Dr. Fred. van Eeden. 5. Clubgebouw voor Vrouwen, door Elis M. Rogge. De vrouwelijke kamercandidaten, door N. Mansfeldt?de Witt Huberts. Vers. Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. 6. De schilderijententoonstellirg van De Amsterdammer" in het Stedelijk Museum. Bijkomstigheden, door Annie Salomons. Boekbespreking, door Ds. H. Vos. 7. Enquête over den afbouw der St. Willebrorduskerk te Amsterdam. 9. Financien en Economie, door Paul Sabel. Spreekzaal, door Hugo Nolthenius. 10. Uit het kladschrift van Jantje. Ruize-Rijm, Charivaria en Buitenl. humor door Charivarius. 't Schietgat en Rymkronyck, door Melis Stoke. 11. De uitspraak van het episcopaat en de N. K. P., teekening van Joh. Braakensiek. De ve.dedigers der sociaal-revolutionairen in Rusland, teekening van George van Raemdonck. Nieuwe schoenen. Parijsche Liedjeszangers, door Dr. J. C. Hol. Omslag: De Brief, door E. Wesselink Rutgers. Bijvoegsel: Nathan der Weise op de H. B. S. verboden, teekening Joh. Braakensiek. ONDER DE STOLP Het loont de moeite om de argumen ten, waarmede minister de Visser heeft verdedigd, dat op zijn last Goethe's Faust en Lessing's Nathan der Weise van de boekenlijst der H.B.S. te Amers foort zijn geschrapt, eens op den keper te beschouwen. Lessing's Nathan der Weise is minder geschikt geoordeeld voor de Amersfoortsche School, die bezocht wordt door jongelieden van verschil lende godsdienstige richting. Daarin toch wordt den leerlingen een leer verkondigd, die met een positief Chris telijke geloofsovertuiging kwalijk te vereenigen is, afgezien nog van de voor Roomsen-Katholieken speciaal on aangename figuur van den patriarch" ,,Goethe's Faust is geschrapt op grond van de wereldbeschouwing, die aan dit werk ten grondslag ligt, en die het als schoollectuur voor leerlingen van hoogere burgerscholen minder aan bevelenswaardig maakt." Zooals men ziet, is er onderscheid in de veroordeeling. Goethe's Faust is minder aanbe velenswaardig" lees: ongeschikt voor leerlingen van hoogere burger scholen, niet alleen voor de Amers foortsche, maar voor die van het geheele land. Als dit werk dus ook in andere steden op de boekenlijst der H.B.S. voorkomt, zal het daar eveneens moeten worden geschrapt. Maar Nathan der Weise deugt spe ciaal voor Amersfoort niet. Want de H.B.S. wordt daar bezocht door jon HERMAN MELVILLE III Walvischvaart, zooals ze gedurende haar bloei, tusschen 1840 en 1800, in Nieuw Engeland werd gedreven, legde beslag op het gansene bestaan van de menschen die er zich aan wijdden. De tochten duurden gewoonlijk drie, soms vier en vijf jaren, en nauwelijks in het land terug, haastte men zich tot een nieuwe expeditie. Dat was eerst een leven ver vaa het gewone ! Verbeeld u in den top van de mast, honderd voeten hoog, uit te staren over het zeevlak of er zich walvischsporen vertoonen en zich van zijn hoogte af heerschappij over de wateren te kunnen droomen ! Is er volstrekter eenzaamheid denkbaar? En 's nachts in kooi, wanneer het schip zijn zeilen heeft gestreken, zich voor te stellen dat men is als de zeemeeuw aie onder haar vleugels rust tusschen de'golven, terwijl al de geheimenissen van den Oceaan zich ver vullen in de diepten onder haar ! Dan: de gevaren in den strijd met den Leviathan der wateren, wanneer men in de open booten het gevecht met hem aanvaardt; en de avonturen met de bewoners der onbe kende eilanden van de Stille zee, en het ruime .gebied dat men met zijn schip bestrijkt van Noord- tot Zuid-Pool toe. Het onbekende ! Het onbekende ! volop, voor op zijn minst drie jaren ! gelieden van verschillende godsdien stige richting." Nu is dit echter op tal van andere plaatsen eveneens het geval. Er zijn een aantal steden, waar naast de openbare H.B.S. geen Christelijke of RoomschKatnolieke bestaat; indien Nathan der Weise dus n Heen gelezen mag worden op scholen die door jongelieden van dezelfde godsdienstige richting bezocht worden, zal hij nog in h*»1?! wat meer steden dan alleen Amersfooi' moeten worden verboden. Ook in die plaatsen, die zich in hei bezit van drie hoogere-burgerscholen: een openbare, een Christelijke en een Katholieke, verheugen, zal Nathan van de boekenlijst der openbare H.B.S. moeten verdwijnen. Immers, ook bij de ouders, die in zulk een stad hunne kinderen naar de openbare H.B.S. zenden, zal er nog wel verschil van godsdienstige richting" worden ge vonden. Er zullen Israëlieten onder zijn en allerlei soorten van Protestanten: ethischen, modernen, tot aan ongeloovigen toe. Zoodat Nathan der Weise op de H.B. S. niet druk meer zal worden gelezen, wanneer hij alleen daar genade kan vinden, waar alle ouders van leerlingen het roerend met elkaar eens zijn op het stuk van godsdienstige richting ! Maar zoo heeft de minister het niet bedoeld al geeft hij zelf aanleiding tot zulk een interpretatie. De eigenlijke reden, waarom Nathan der Weise verboden werd, ligt hierin: in dit werk wordt een leer verkondigd, die met een positief Christelijke geloofs overtuiging kwalijk te vereenigen is." Er komt eigenlijk nog iets bij: de patriarch is voor de Roomsch-KathoJieken een speciaal onaangename figuur; maar nu de minister er van afziet", dit argument te laten gelden, behoeven wij er ook niet over te spreken. Zoowel Nathan der Weise als Faust worden op den index geplaatst niet om paedagogische redenen; niet omdat de minister vindt, dat het groot ste gedeelte van Faust boven het begrip van hoogereburgers gaat en sommige van die passages, waar zij wél bij kunnen, zich nu niet hij uitstek ieenen voor lectuur in de klasse: indien hij op zulke gronden het boek van de lijst had geschrapt, zou zijn beslissing door weinigen worden aangevochten. Maar het is de wereldbeschouwing" van Goethe, het is de met een positief Christelijke geloofsovertuiging" strij dende leer van Lessing, die hun werken van de H.B.S. uitsluit. Tegen het aanleggen van dezen maat staf moet worden geprotesteerd. Bij de keuze van lectuur voor de hoogste klassen onzer middelbare scho len moet de kunstwaarde den doorslag geven, niet de strekking, of de leer, of de wereldbeschouwing. Natuurlijk zijn er een aantal werken van den eersten rang, die om paedago gische redenen niet in aanmerking komen voor lectuur op de genoemde scholen; maar indien zulke redenen zich daar niet tegen verzetten, dan moeten litteraire kunstwerken niet ge weerd worde;1., omdat er denkbeelden in worden verkondigd, die door de ouders . van sommige leerlingen niet worden gedeeld. Daarmede komt men ook niet in botsing met het voorschrift, dat de verschillende godsdienstige overtuigin gen moeten worden geëerbiedigd. Want dit kan toch niet beteekenen, dat de leerlingen nooit kennis mogen nemen van andere ideeën dan die, welke passen bij de geloofsovertuiging van hunne ouders ! Laat ons maar blijven bij een con creet geval. Nathan der Weise is een kunstwerk van algemeen erkende waarde; maar in de gelijkenis van de ringen pleit Lessing voor het relatieve van den godsdienst zoowel van den Christen als van den Jood en den Mohamme daan; niet op de formule van de ge loofsbelijdenis, maar op de innerlijke gezindheid, op den geest van liefde komt het aan: der rechte Ring Besitzt die Wtinderkraft beliebt zu (maclien, Vor Gott und Menschen angenehm. (Das musz Entscheiden !" Voor een positief Christelijke over tuiging" is dit een onaannemelijke leer. Maar geeft men nu aanstoot aan leer lingen uit gezinnen, waar het Christen dom als de ware geopenbaarde gods dienst wordt beschouwd,indien zij bij de lectuur van Lessing met een andere overtuiging dan de hunne kennis ma ken? Zoo ja, dan zou er ook aanstoot wor den gegeven aan kinderen uit gezinnen, waar geen positief Christelijke over tuiging of heelemaal geen Christelijke overtuiging heerscht, indien men hen bij lessen in Nederlandsche letterkunde gedichten van Bilderdijk of da Costa laat lezen, die van een positief Christe lijk geloof getuigen. Maar noch in het eene, noch in het andere geval mag er van aanstoot geven worden gesproken. Een leeraar zou zijn boekje te buiten gaan, wanneer hij, naar aanleiding der lectuur van Nathan der Weise", aan zijne leer lingen ging betoogen, dat Lessing's opvatting van den godsdienst de eenige juiste is; maar naar onze meening maakt hij zich allerminst schuldig aan ge brek aan eerbied voor een godsdienstige gezindheid, wanneer hij, om litteraire redenen, met zijne klasse een werk leest waarin met die gezindheid strijdende meeningen worden verkondigd. Trouwens, wat zou er van het heele litteratuur-onderwijs overblijven, indien de leeraar ziel', telkens angstvallig moest afvragen, of er in de boeken, die hij met zijne leerlingen wil 'czen om hun begrip van litteraire kunst bij te brengen, niet iets voorkomt, dat aan stoot zou kunnen geven ! Wanneer zelfs Nathan der Weise waaruit clan toch voor hen, die bij een litterair werk allereerst naar de strek king" vragen, de leer der verdraag zaamheid opbloeit wanneer zelfs zulk een geschrift niet mag worden gelezen, omdat leerlingen uit positief Christelijke gezinnen" zich erover zouSchilderijententoonstelling van Ds Amsterdammer" De tentoonstelling van schilderijen, aquarel- en kleurpastelwerk van teekenaars en teekenaressen van De Amsterdammer" is van Zondagmorgen 18 Juni a.s., 10 uur, af voor de lezers van ons blad kosteloos toegankelijk. Zij wordt gehouden in het Stedelijk Museum te Amsterdam. In de door het Gemeentebestuur van Amsterdam ter beschikking gestelde zalen is een keur van werk gehangen van de dames Rie Cramer,B. Midderigh?Bokhorst,E. L. H. Woutersen?van Doesburgh en de heeren Felix Hess (Jantje), Prof. J. H. Jurres, Is. van Mens, Martin Monnickendam, Jan Poortenaar, Oeorge van Raemdonck, S. L. Schwarz, J. H. Speenhoff, Felix Timmermans, Cornelis Veth en B. van Vlijmen. Op pagina 6 en 7 geven wij, voor hen die niet in de gelegen heid zijn de expositie te bezoeken, enkele reproducties (uit een verzameling van ruim 100 werken) en kleine bijdragen van eenige der exposanten. De expositie is iederen dag tot den lOn Juli a.s. te bezichtigen van voormiddags 10 uur tot namiddags 4 uur. iiMiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii «n den kunnen ergeren of bedroeven, dat Lessing den Christelijken godsdienst niet onvoorwaardelijk stelt boven den Joodschen of IV'ohamedaanschen, dan wordt de keuze toüi wel zeer beperkt. En zou men er u-i slotte bij het litteratuur-onderwijs toe moeten komen alleen zulke geschriften te 'ezen, waar in heelemaal geen ideeën warden ver kondigd. Maar zou het dan niet beter vezen, dit heele onderwijs te schrappen? En zou men dan ook de geschieden»: maar niet als leervak laten vervallen? Want ook in deze lessen komen de leerlingen in aanraking met gods dienstige en maatschappelijke en poli tieke meeningen die ,,kwalijk te ver eenigen" zijn met een positief Chris telijke geloofsovertuiging." Tot zulke conclusies geraakt men, wanneer men in den gedachtengang van minister de Visser voortredeneert. Hij wil de leerlingen van de H.B.S. vrijwaren voor de aanraking met denkbeelden die indruischen tegen wat zij van huis uit geleerd hebben. En zet ze daarom onder een stolp zooals Fritz Reuter Durchlanchting" onder een glazen koepeltje laat kruipen, zoodra er een onweer komt opzetten. Misschien is het daar veilig. Maar :ckcr waait er geen frissche lucht. K E R N K A M P DE KOMENDE NIEUWE ANTITHESE KCONOMISCllE-CUl.Tl'KEEI.E l'Ol.niEK De antithese kerkelijke-liberaalyocialistisehe politiek staat c-p krukken aan den rand van haar graf. Rechlse.i links zien heiden verlangend uit naar liet oogenblik, waarop deze invaiice stakkerd uil haar lijden /.al worden verlost eii een nieuwe antithese een iiUuwe grcipcerirg zal mogelijk maken. Maar t'e maiiiH'kins, (.'ie in vrijzinnige en «:c'."aluunoCi'atisehe kringi'ii als antithese aange kleed het politieke stadion /.ijn ingezonden. zijn zoo duidelijk fabrieksmechanismen, dat zij niet in aanmerking kunnen komen als opvolgsters van de krukkende antithese rechts-links. En daarom is men hier en daar ten slotte weer geneigd te hopen, dat de in valide stakkerd her nog eenigen tijd zal uit houden. Zoo helpen de lamme en de blinde elkander! De zooeven genoemde mannekins dragen het antithese-wapen democratie-conservatisme, kapitalisme-socialisme, kapitalisten klasse-arbeidersklasse, vooruitgang-reactie. Ongetwijfeld bestaan deze tegenstellingen en kan men zonder moeite aan de werkelijkheid ontleende bewijzen van hun bestaan ter tafel brengen. Maar zij bestaan slechts en gelden slechts in afzonderlijke gedeelten van '>?!<? volksleven en beheerschen of kenschetsen het aehcel van dat leven allerminst. Zelfs wannujr op een bepaald oogenblik een dier gedeelten van het volksleven, waarin een dier tegenstellingen wezenlijk bestaat en min of meei overheerschenóis, een bijzondere beteekenis v»or dat volksleven heeft verkre gen, zelfs erin is het nog onmogelijk en in strijd met de werkelijkheid, een dergelijke tegenstelling als .'(gemeengeldende antithese voor het geheele vor.'-slevcn te aanvaarden. En wanneer men een degelijke tegenstelling in ernst wil doen doorgaa,. Voor een algemeengeldende antithese, dan ' ^zondigt men zich aan de fout van den geesVskran k-geworden tooneelspeler, die zich was f aan inbeelden werkelijk de koning te zijn, d.MI hij op de planken had voorgesteld. Wanneer bijv. de kwestie var het refe rendum aan de orae is, dan kan de egenstelling democratie-conservatisme te voorschijn komen en kan men de aanvaarding v ..n. het referendum als democratisch en de verwerping daarvan als conservatief kenschetsen. En G^{ gebeurt dan ook. kts soortsgelijks zal ook in overeenkomstige gevallen plaats hebben. Maar de aigemeene politieke verhoudingen wettigen de aanvaarding ecner zoodanige nu en dan voorkomende tegenstelling als alge meen geldende antithese niet. De tegenstelling kapitalisme-socialisme is ongetwijfeld aanwezig op het terrein van de voorziening der menschen in hun levenson derhoud. Een gedeelte dezer voorziening heeft plaats onder leiding van het kapitaal". Daartegenover kan men zeer zeker de moge lijkheid en de wenschelijkheid bepleiten van de vervanging van de leiding van het kapitaal" door die van de societas," de gemeenschap, teneinde de volle winsten dier leiding aan de gemeenschap ten goede te doen komen, en ten einde die leiding' afhan kelijk te maken van de belangen der gemeen schap inplaats van die van het kapitaal en zijn bezitters. Voor de velen, dieop dat terrein werkzaam zijn onder leiding van het kapitaal, Herman Melville was 21 jaar, toen hij zijn tweeden zeetocht ondernam. Zijn ver langen dreef hem, en zijn wrok tegen de wereld van zijn omgeving. Nog miste hij een doel en een vorm van karakter die een werk kring voor hem bepaalde; hij liet zich leiden, wildweg, door zijn illusies. Zij werden hem bijna dadelijk benomen. Volstrekt. Aan het matrozenleven in het voorruim had hij zich kunnen gewennen, het was zijn eigen keus geweest. Maar de bemanning van het schip was ditmaal zonder uitzondering bijna een uitvaagsei. Niemand om zich bij aan te sluiten dan een rom;\ntieke jongeling, die noch over zijn naam, noch over zijn af komst zich verwaardigde eenige inlichtingen te geven. Daarenboven: de kost die werd voorgezet, was oneetbaar; de kapitein toonde zich een tyran van de ergste soort.... Het was niet uit te honden. Toen men na een groot jaar in de nabijheid van den Markiezen-archipel voer, maakte Melville een plan om weg te vluchten, hij deelde het aan den romanticus mee, die hem graag wilde volgen. Zij zouden trachten het gebergte te bereiken, waar niemand woonde en van daar naar een vallei afdalen die hen zou brengen bij een volk var, menscheneters. Zoo meenden zij aan vervolging te ontkomen. De Marquesas ! Wat vreemde visioenen van exotische dingen tooverde de naam alleen niet voor mijn verbeelding! Naakte houris cannibalenfestijnen boschjes van cocospalmeii getatouetrde krijgshoofden - - en bamboetempels; zonnige dalen met broodvruchtboomen beplant uitgesneden canoes dansend op de flitsend blauwe wateren wilde wouden behoed door afgrijselijke afgods beelden heidensche eeredienst en menschenoffers". Zullen wij onzen held want zoo willen wij hem blijven noemen ondanks zijn mis lukking in de werkelijkheid van het leven, of was 't het lover dat tegenover hem mNInkte? ----- zullen wij onzen held gaan volgen onder l.itgeva'len die hem na zijn vlucht overkwamen ; hoe hij, ziek en gewond door de inspanning van zijn tocht, als gast werd opge nomen door het primitieve volk dat zich gemakkelijk liet leven te midden van den na tuurlijken overvloed waarin het verkeerde, hoe hij gevoel kreeg voor die oorspronkelijke wereld in haar ongegeneerde verhoudingen en toch telkens met heimwee moest terug denken aan de ongetatoeëerde menschen waaronder hij was opgegroeid, zonder nog te spreken van de vrees voor het lot dat hem boven 't hoofd hing om op een heiligen dag als feestschotel te dienen van den disch van zijn gastlieeren, en hoe hij eindelijk na een verblijf van enkele maanden met hulp van walvischvaarders zijn vrijheid terugwon? Het zijn bijzonderheden te veel om ze hier op te nemen, waar het om iets anders is te doen. Eén detail echter zon het zonde zijn na te laten. Zijn tochten in den canoe met Fayaway: ? want er is natuurlijkerwijs eene Fayaway onder de heidensche afgoden aanbidders die hem tot gezellin was. Eens toen wij over het water voortgleden", zegt Melville, kwam er op eenmaal een jolige gedachte bij haar op. Zij schreeuwde het uit van pret, en zich losmakend uit haar wijde gevlochten kleed dat over haar schouder was vastgeknoopt tegen de zon, spreidde zij het uit als een zeil en stond daar met opge heven armen recht opgericht aan den plecht van de canoe. We American sailors pride ourselves upon our straight clean spars, hut a prettier mast than Fayaway made was never shipped aboard of any craft". Wat al avontuurlijkheden waren er nog verder te beleven, eer, na een t< cht van bijna vier jaren op zee, Melville weer voet zette aan vaste wal ! De walvischvaart bracht hem waarlijk geen geluk aan, roen hij, op het schip dat hem redde, dienst nam; hij nam deel aan een opstand tegen den kapitein en moest i/i de gevangenis. Daarna zwierf hij rond op :'e eilanden in de Stille zee, maakte kennis met allerlei soort van menschen en zeden en vond zich eindelijk terecht op ecu oorlogschip van de Vcreenigde- Staten. Daar diende hij als matroos bij de groote mast. Ouder de bemanning - - overigens beduidde zij niet veel trof hij daar een kleinen kring naar zijn hart. Hij kon weer spreken over boeken, zelfs over dichters; men wisselde gedachten en indrukken, liet leven op de oiigebaande zee toonde zijn goede zijde. Het ideaal van mannelijkheid en overleg en kennis openbaarde zich aan Melville in den persoon van wien zij noemden den kapitein van de mannen bij de croote mast. Van hem heeft Melville de les van het leven geleerd. Hoe weinig heeft het toch maar gescheeld of het onheil zou hem weer hebben overvallen en een tragisch eind aan zijn leven hebben gemaakt ! Zonder dat hij er van bewust was werd hem een post opgedragen, en op 't oogenblik dat hij er moest zijn, was hij niet present. Dat werd gestraft met een geeseling. Op zijn verontschuldiging werd niet gelet, alles was gereed voor de strafvoltrekking. Melville gevoelde zich verheven boven de ver.iedcring, maar toen het oogenblik naderde, werd de kleinzoon van Generaal ansevoort in hem wakker, hij berekende dat hij den kapitein van het fregat door een onverhoedschen overv.il over boord zou kunnen doen tuimelen, terwijl hijzelf meeging, toe.', een korporaal van de mariniers naar voren trad en met een eerbiedige maar zeer vaste stem zei: Kapitein, ik ken dien man, en ik weet dat hij op zijn post zou zijn gevonden, had hij geweten, waar die was". De anderen beves tigden die woorden; het vonnis werd opge heven. Men behoeft er niet aan te twijfelen of Melville zou anders hebben gedaan, wat hij zich had voorgenomen. Er was passie in hem en een moed die voor niets stond. Nu na meer dan drie jaar van dolen hier en daar, was hij in de oude omgeving van Nieuw Engeland terug. Zij was hem ondragelijk geweest, en hij had haar van zich gestooten, op reis waren zijn gedachten toch steeds naar huis gegaan, zooals na bittere onder vindingen thans zijn hart zou worden teruggelokt naar de Stille Zuidzee en de walvisch vaart. Maar hij was een man geworden en hij had een karakter. Tot mijn vut en twintigste jaar heb ik geen persoonlijkheid gehad", heeft hij in een brief aan Hawthorne erkend. Hij doelt met die woorden op zijn terugkeer in hei vaderland. Daar ging hij nu rond, in de kleine plaats waar zijn moeder leefde, met de aureool om zijn hoofd, waar hij voorheen naar had verlangd, aangestaard door vrienaen en medeburgers als de man die de wilde eilanden van den grooten Oceaan had bezocht en die onder de menscheneters had gewoond. Men heeft niet te vragen of hij in die eerste tijden met levendige kleuren zijn lotgevallen heeft verteld en opgesmukt. Waarom ze niet te boek te stellen? En zoo volgt in de eerst komende vijf of zes jaren een reeks van verhalen e'kander op, die voor Amerika literarisch zoowel het leven op zee als op de onbekende eilanden hebben ontdekt. Melville is de voorganger geworden van Stevenson en zoovele anderen. Zijn boeken.hebben succes gehad en verdienen n.'-g de lectuur, frisch en ruim en geestig als zij zijn. Door dei) tijd raakten zij op den achtergrond. Moby Dick, de roman van den witten walvisch, haalt hen daaruit naar voren. Laat ons over Moby Dick spreken ! W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl