Historisch Archief 1877-1940
JP.
Zaterdag 17 J
DEAMSTERD AM MER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. KERN KAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, FREDERIK VAN EEDEN, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS; VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per"]aargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. Ï0.25T] | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten
INHOUD: 1. Onder de stolp, door Prof.
Dr. O. W. Kernkamp. Tijdgenooten, door
Dr. W. G. C. Byvanck. De komende
nieuwe antithese, door Dr. J. van Leeuwen.
2. De wereldschuldenlast, teekening van
Jordaart. De Haagsche conferentie, door
H. Salomonsen. Krekelzang, door J. H.
Speenhoff. Een vervalschingsproces, dcor
J. Loopiiit. Erasmns over de oorlog, door
Dr. K- Kooiman. 3. Schepping. I H, door
Dr. Fred. van Eeden. 5. Clubgebouw
voor Vrouwen, door Elis M. Rogge. De
vrouwelijke kamercandidaten, door N.
Mansfeldt?de Witt Huberts. Vers.
Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. 6.
De schilderijententoonstellirg van De
Amsterdammer" in het Stedelijk Museum.
Bijkomstigheden, door Annie Salomons.
Boekbespreking, door Ds. H. Vos. 7.
Enquête over den afbouw der St.
Willebrorduskerk te Amsterdam. 9. Financien
en Economie, door Paul Sabel. Spreekzaal,
door Hugo Nolthenius. 10. Uit het
kladschrift van Jantje. Ruize-Rijm,
Charivaria en Buitenl. humor door
Charivarius. 't Schietgat en Rymkronyck,
door Melis Stoke. 11. De uitspraak van het
episcopaat en de N. K. P., teekening van
Joh. Braakensiek. De ve.dedigers der
sociaal-revolutionairen in Rusland, teekening
van George van Raemdonck. Nieuwe
schoenen. Parijsche Liedjeszangers, door
Dr. J. C. Hol. Omslag: De Brief, door
E. Wesselink Rutgers.
Bijvoegsel: Nathan der Weise op de
H. B. S. verboden, teekening Joh. Braakensiek.
ONDER DE STOLP
Het loont de moeite om de argumen
ten, waarmede minister de Visser heeft
verdedigd, dat op zijn last Goethe's
Faust en Lessing's Nathan der Weise
van de boekenlijst der H.B.S. te Amers
foort zijn geschrapt, eens op den keper
te beschouwen.
Lessing's Nathan der Weise is
minder geschikt geoordeeld voor de
Amersfoortsche School, die bezocht
wordt door jongelieden van verschil
lende godsdienstige richting. Daarin
toch wordt den leerlingen een leer
verkondigd, die met een positief Chris
telijke geloofsovertuiging kwalijk te
vereenigen is, afgezien nog van de
voor Roomsen-Katholieken speciaal on
aangename figuur van den patriarch"
,,Goethe's Faust is geschrapt op grond
van de wereldbeschouwing, die aan dit
werk ten grondslag ligt, en die het
als schoollectuur voor leerlingen van
hoogere burgerscholen minder aan
bevelenswaardig maakt."
Zooals men ziet, is er onderscheid in
de veroordeeling.
Goethe's Faust is minder aanbe
velenswaardig" lees: ongeschikt
voor leerlingen van hoogere burger
scholen, niet alleen voor de Amers
foortsche, maar voor die van het geheele
land. Als dit werk dus ook in andere
steden op de boekenlijst der H.B.S.
voorkomt, zal het daar eveneens moeten
worden geschrapt.
Maar Nathan der Weise deugt spe
ciaal voor Amersfoort niet. Want de
H.B.S. wordt daar bezocht door jon
HERMAN MELVILLE
III
Walvischvaart, zooals ze gedurende haar
bloei, tusschen 1840 en 1800, in Nieuw
Engeland werd gedreven, legde beslag op
het gansene bestaan van de menschen die
er zich aan wijdden. De tochten duurden
gewoonlijk drie, soms vier en vijf jaren,
en nauwelijks in het land terug, haastte
men zich tot een nieuwe expeditie.
Dat was eerst een leven ver vaa het gewone !
Verbeeld u in den top van de mast, honderd
voeten hoog, uit te staren over het zeevlak
of er zich walvischsporen vertoonen en
zich van zijn hoogte af heerschappij over de
wateren te kunnen droomen ! Is er volstrekter
eenzaamheid denkbaar?
En 's nachts in kooi, wanneer het schip
zijn zeilen heeft gestreken, zich voor te stellen
dat men is als de zeemeeuw aie onder haar
vleugels rust tusschen de'golven, terwijl al
de geheimenissen van den Oceaan zich ver
vullen in de diepten onder haar !
Dan: de gevaren in den strijd met den
Leviathan der wateren, wanneer men in de
open booten het gevecht met hem aanvaardt;
en de avonturen met de bewoners der onbe
kende eilanden van de Stille zee, en het
ruime .gebied dat men met zijn schip bestrijkt
van Noord- tot Zuid-Pool toe.
Het onbekende ! Het onbekende ! volop,
voor op zijn minst drie jaren !
gelieden van verschillende godsdien
stige richting."
Nu is dit echter op tal van andere
plaatsen eveneens het geval. Er zijn een
aantal steden, waar naast de openbare
H.B.S. geen Christelijke of
RoomschKatnolieke bestaat; indien Nathan der
Weise dus n Heen gelezen mag worden
op scholen die door jongelieden van
dezelfde godsdienstige richting bezocht
worden, zal hij nog in h*»1?! wat meer
steden dan alleen Amersfooi' moeten
worden verboden.
Ook in die plaatsen, die zich in hei
bezit van drie hoogere-burgerscholen:
een openbare, een Christelijke en een
Katholieke, verheugen, zal Nathan van
de boekenlijst der openbare H.B.S.
moeten verdwijnen. Immers, ook bij
de ouders, die in zulk een stad hunne
kinderen naar de openbare H.B.S.
zenden, zal er nog wel verschil van
godsdienstige richting" worden ge
vonden. Er zullen Israëlieten onder zijn
en allerlei soorten van Protestanten:
ethischen, modernen, tot aan
ongeloovigen toe.
Zoodat Nathan der Weise op de H.B.
S. niet druk meer zal worden gelezen,
wanneer hij alleen daar genade kan
vinden, waar alle ouders van leerlingen
het roerend met elkaar eens zijn op het
stuk van godsdienstige richting !
Maar zoo heeft de minister het niet
bedoeld al geeft hij zelf aanleiding
tot zulk een interpretatie.
De eigenlijke reden, waarom Nathan
der Weise verboden werd, ligt hierin:
in dit werk wordt een leer verkondigd,
die met een positief Christelijke geloofs
overtuiging kwalijk te vereenigen is."
Er komt eigenlijk nog iets bij: de
patriarch is voor de
Roomsch-KathoJieken een speciaal onaangename figuur;
maar nu de minister er van afziet",
dit argument te laten gelden, behoeven
wij er ook niet over te spreken.
Zoowel Nathan der Weise als Faust
worden op den index geplaatst
niet om paedagogische redenen; niet
omdat de minister vindt, dat het groot
ste gedeelte van Faust boven het begrip
van hoogereburgers gaat en sommige
van die passages, waar zij wél bij
kunnen, zich nu niet hij uitstek ieenen
voor lectuur in de klasse: indien hij op
zulke gronden het boek van de lijst
had geschrapt, zou zijn beslissing door
weinigen worden aangevochten.
Maar het is de wereldbeschouwing"
van Goethe, het is de met een positief
Christelijke geloofsovertuiging" strij
dende leer van Lessing, die hun werken
van de H.B.S. uitsluit.
Tegen het aanleggen van dezen maat
staf moet worden geprotesteerd.
Bij de keuze van lectuur voor de
hoogste klassen onzer middelbare scho
len moet de kunstwaarde den doorslag
geven, niet de strekking, of de leer,
of de wereldbeschouwing.
Natuurlijk zijn er een aantal werken
van den eersten rang, die om paedago
gische redenen niet in aanmerking
komen voor lectuur op de genoemde
scholen; maar indien zulke redenen
zich daar niet tegen verzetten, dan
moeten litteraire kunstwerken niet ge
weerd worde;1., omdat er denkbeelden
in worden verkondigd, die door de
ouders . van sommige leerlingen niet
worden gedeeld.
Daarmede komt men ook niet in
botsing met het voorschrift, dat de
verschillende godsdienstige overtuigin
gen moeten worden geëerbiedigd.
Want dit kan toch niet beteekenen,
dat de leerlingen nooit kennis mogen
nemen van andere ideeën dan die,
welke passen bij de geloofsovertuiging
van hunne ouders !
Laat ons maar blijven bij een con
creet geval.
Nathan der Weise is een kunstwerk
van algemeen erkende waarde; maar
in de gelijkenis van de ringen pleit
Lessing voor het relatieve van den
godsdienst zoowel van den Christen
als van den Jood en den Mohamme
daan; niet op de formule van de ge
loofsbelijdenis, maar op de innerlijke
gezindheid, op den geest van liefde
komt het aan:
der rechte Ring
Besitzt die Wtinderkraft beliebt zu
(maclien,
Vor Gott und Menschen angenehm.
(Das musz
Entscheiden !"
Voor een positief Christelijke over
tuiging" is dit een onaannemelijke leer.
Maar geeft men nu aanstoot aan leer
lingen uit gezinnen, waar het Christen
dom als de ware geopenbaarde gods
dienst wordt beschouwd,indien zij bij de
lectuur van Lessing met een andere
overtuiging dan de hunne kennis ma
ken?
Zoo ja, dan zou er ook aanstoot wor
den gegeven aan kinderen uit gezinnen,
waar geen positief Christelijke over
tuiging of heelemaal geen Christelijke
overtuiging heerscht, indien men hen
bij lessen in Nederlandsche letterkunde
gedichten van Bilderdijk of da Costa
laat lezen, die van een positief Christe
lijk geloof getuigen.
Maar noch in het eene, noch in het
andere geval mag er van aanstoot
geven worden gesproken. Een leeraar
zou zijn boekje te buiten gaan, wanneer
hij, naar aanleiding der lectuur van
Nathan der Weise", aan zijne leer
lingen ging betoogen, dat Lessing's
opvatting van den godsdienst de eenige
juiste is; maar naar onze meening maakt
hij zich allerminst schuldig aan ge
brek aan eerbied voor een godsdienstige
gezindheid, wanneer hij, om litteraire
redenen, met zijne klasse een werk leest
waarin met die gezindheid strijdende
meeningen worden verkondigd.
Trouwens, wat zou er van het heele
litteratuur-onderwijs overblijven, indien
de leeraar ziel', telkens angstvallig
moest afvragen, of er in de boeken, die
hij met zijne leerlingen wil 'czen om
hun begrip van litteraire kunst bij te
brengen, niet iets voorkomt, dat aan
stoot zou kunnen geven !
Wanneer zelfs Nathan der Weise
waaruit clan toch voor hen, die bij een
litterair werk allereerst naar de strek
king" vragen, de leer der verdraag
zaamheid opbloeit wanneer zelfs
zulk een geschrift niet mag worden
gelezen, omdat leerlingen uit positief
Christelijke gezinnen" zich erover
zouSchilderijententoonstelling van Ds Amsterdammer"
De tentoonstelling van schilderijen, aquarel- en kleurpastelwerk
van teekenaars en teekenaressen van De Amsterdammer" is van
Zondagmorgen 18 Juni a.s., 10 uur, af voor de lezers van ons blad
kosteloos toegankelijk. Zij wordt gehouden in het Stedelijk Museum
te Amsterdam.
In de door het Gemeentebestuur van Amsterdam ter beschikking
gestelde zalen is een keur van werk gehangen van de dames Rie
Cramer,B. Midderigh?Bokhorst,E. L. H. Woutersen?van Doesburgh
en de heeren Felix Hess (Jantje), Prof. J. H. Jurres, Is. van Mens,
Martin Monnickendam, Jan Poortenaar, Oeorge van Raemdonck,
S. L. Schwarz, J. H. Speenhoff, Felix Timmermans, Cornelis Veth
en B. van Vlijmen.
Op pagina 6 en 7 geven wij, voor hen die niet in de gelegen
heid zijn de expositie te bezoeken, enkele reproducties (uit een
verzameling van ruim 100 werken) en kleine bijdragen van eenige
der exposanten.
De expositie is iederen dag tot den lOn Juli a.s. te bezichtigen
van voormiddags 10 uur tot namiddags 4 uur.
iiMiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii «n
den kunnen ergeren of bedroeven, dat
Lessing den Christelijken godsdienst
niet onvoorwaardelijk stelt boven den
Joodschen of IV'ohamedaanschen, dan
wordt de keuze toüi wel zeer beperkt.
En zou men er u-i slotte bij het
litteratuur-onderwijs toe moeten komen
alleen zulke geschriften te 'ezen, waar
in heelemaal geen ideeën warden ver
kondigd.
Maar zou het dan niet beter vezen,
dit heele onderwijs te schrappen?
En zou men dan ook de geschieden»:
maar niet als leervak laten vervallen?
Want ook in deze lessen komen de
leerlingen in aanraking met gods
dienstige en maatschappelijke en poli
tieke meeningen die ,,kwalijk te ver
eenigen" zijn met een positief Chris
telijke geloofsovertuiging."
Tot zulke conclusies geraakt men,
wanneer men in den gedachtengang
van minister de Visser voortredeneert.
Hij wil de leerlingen van de H.B.S.
vrijwaren voor de aanraking met
denkbeelden die indruischen tegen wat
zij van huis uit geleerd hebben.
En zet ze daarom onder een stolp
zooals Fritz Reuter Durchlanchting"
onder een glazen koepeltje laat kruipen,
zoodra er een onweer komt opzetten.
Misschien is het daar veilig.
Maar :ckcr waait er geen frissche
lucht.
K E R N K A M P
DE KOMENDE NIEUWE
ANTITHESE
KCONOMISCllE-CUl.Tl'KEEI.E l'Ol.niEK
De antithese
kerkelijke-liberaalyocialistisehe politiek staat c-p krukken aan den
rand van haar graf. Rechlse.i links zien heiden
verlangend uit naar liet oogenblik, waarop
deze invaiice stakkerd uil haar lijden /.al
worden verlost eii een nieuwe antithese een
iiUuwe grcipcerirg zal mogelijk maken. Maar
t'e maiiiH'kins, (.'ie in vrijzinnige en
«:c'."aluunoCi'atisehe kringi'ii als antithese aange
kleed het politieke stadion /.ijn ingezonden.
zijn zoo duidelijk fabrieksmechanismen, dat
zij niet in aanmerking kunnen komen als
opvolgsters van de krukkende antithese
rechts-links. En daarom is men hier en daar
ten slotte weer geneigd te hopen, dat de in
valide stakkerd her nog eenigen tijd zal uit
houden. Zoo helpen de lamme en de blinde
elkander!
De zooeven genoemde mannekins dragen
het antithese-wapen
democratie-conservatisme, kapitalisme-socialisme, kapitalisten
klasse-arbeidersklasse, vooruitgang-reactie.
Ongetwijfeld bestaan deze tegenstellingen en
kan men zonder moeite aan de werkelijkheid
ontleende bewijzen van hun bestaan ter
tafel brengen. Maar zij bestaan slechts en
gelden slechts in afzonderlijke gedeelten van
'>?!<? volksleven en beheerschen of kenschetsen
het aehcel van dat leven allerminst. Zelfs
wannujr op een bepaald oogenblik een dier
gedeelten van het volksleven, waarin een
dier tegenstellingen wezenlijk bestaat en
min of meei overheerschenóis, een bijzondere
beteekenis v»or dat volksleven heeft verkre
gen, zelfs erin is het nog onmogelijk en in
strijd met de werkelijkheid, een dergelijke
tegenstelling als .'(gemeengeldende antithese
voor het geheele vor.'-slevcn te aanvaarden. En
wanneer men een degelijke tegenstelling in
ernst wil doen doorgaa,. Voor een
algemeengeldende antithese, dan ' ^zondigt men zich
aan de fout van den geesVskran k-geworden
tooneelspeler, die zich was f aan inbeelden
werkelijk de koning te zijn, d.MI hij op de
planken had voorgesteld.
Wanneer bijv. de kwestie var het refe
rendum aan de orae is, dan kan de
egenstelling democratie-conservatisme te voorschijn
komen en kan men de aanvaarding v ..n. het
referendum als democratisch en de verwerping
daarvan als conservatief kenschetsen. En G^{
gebeurt dan ook. kts soortsgelijks zal ook
in overeenkomstige gevallen plaats hebben.
Maar de aigemeene politieke verhoudingen
wettigen de aanvaarding ecner zoodanige nu
en dan voorkomende tegenstelling als alge
meen geldende antithese niet.
De tegenstelling kapitalisme-socialisme is
ongetwijfeld aanwezig op het terrein van de
voorziening der menschen in hun levenson
derhoud. Een gedeelte dezer voorziening
heeft plaats onder leiding van het kapitaal".
Daartegenover kan men zeer zeker de moge
lijkheid en de wenschelijkheid bepleiten
van de vervanging van de leiding van het
kapitaal" door die van de societas," de
gemeenschap, teneinde de volle winsten dier
leiding aan de gemeenschap ten goede te
doen komen, en ten einde die leiding' afhan
kelijk te maken van de belangen der gemeen
schap inplaats van die van het kapitaal en
zijn bezitters. Voor de velen, dieop dat terrein
werkzaam zijn onder leiding van het kapitaal,
Herman Melville was 21 jaar, toen hij
zijn tweeden zeetocht ondernam. Zijn ver
langen dreef hem, en zijn wrok tegen de
wereld van zijn omgeving. Nog miste hij een
doel en een vorm van karakter die een werk
kring voor hem bepaalde; hij liet zich leiden,
wildweg, door zijn illusies.
Zij werden hem bijna dadelijk benomen.
Volstrekt.
Aan het matrozenleven in het voorruim
had hij zich kunnen gewennen, het was zijn
eigen keus geweest. Maar de bemanning van
het schip was ditmaal zonder uitzondering
bijna een uitvaagsei. Niemand om zich bij
aan te sluiten dan een rom;\ntieke jongeling,
die noch over zijn naam, noch over zijn af
komst zich verwaardigde eenige inlichtingen
te geven. Daarenboven: de kost die werd
voorgezet, was oneetbaar; de kapitein toonde
zich een tyran van de ergste soort.... Het
was niet uit te honden.
Toen men na een groot jaar in de nabijheid
van den Markiezen-archipel voer, maakte
Melville een plan om weg te vluchten, hij
deelde het aan den romanticus mee, die hem
graag wilde volgen. Zij zouden trachten het
gebergte te bereiken, waar niemand woonde
en van daar naar een vallei afdalen die hen
zou brengen bij een volk var, menscheneters.
Zoo meenden zij aan vervolging te ontkomen.
De Marquesas ! Wat vreemde visioenen
van exotische dingen tooverde de naam alleen
niet voor mijn verbeelding! Naakte houris
cannibalenfestijnen boschjes van
cocospalmeii getatouetrde krijgshoofden - - en
bamboetempels; zonnige dalen met
broodvruchtboomen beplant uitgesneden canoes
dansend op de flitsend blauwe wateren
wilde wouden behoed door afgrijselijke afgods
beelden heidensche eeredienst en
menschenoffers".
Zullen wij onzen held want zoo willen
wij hem blijven noemen ondanks zijn mis
lukking in de werkelijkheid van het leven,
of was 't het lover dat tegenover hem
mNInkte? ----- zullen wij onzen held gaan volgen
onder l.itgeva'len die hem na zijn vlucht
overkwamen ; hoe hij, ziek en gewond door de
inspanning van zijn tocht, als gast werd opge
nomen door het primitieve volk dat zich
gemakkelijk liet leven te midden van den na
tuurlijken overvloed waarin het verkeerde,
hoe hij gevoel kreeg voor die oorspronkelijke
wereld in haar ongegeneerde verhoudingen
en toch telkens met heimwee moest terug
denken aan de ongetatoeëerde menschen
waaronder hij was opgegroeid, zonder nog
te spreken van de vrees voor het lot dat hem
boven 't hoofd hing om op een heiligen dag
als feestschotel te dienen van den disch van
zijn gastlieeren, en hoe hij eindelijk na een
verblijf van enkele maanden met hulp van
walvischvaarders zijn vrijheid terugwon?
Het zijn bijzonderheden te veel om ze hier
op te nemen, waar het om iets anders is
te doen.
Eén detail echter zon het zonde zijn na te
laten.
Zijn tochten in den canoe met Fayaway: ?
want er is natuurlijkerwijs eene Fayaway
onder de heidensche afgoden aanbidders
die hem tot gezellin was.
Eens toen wij over het water voortgleden",
zegt Melville, kwam er op eenmaal een
jolige gedachte bij haar op. Zij schreeuwde
het uit van pret, en zich losmakend uit haar
wijde gevlochten kleed dat over haar schouder
was vastgeknoopt tegen de zon, spreidde zij
het uit als een zeil en stond daar met opge
heven armen recht opgericht aan den plecht
van de canoe. We American sailors pride
ourselves upon our straight clean spars,
hut a prettier mast than Fayaway made was
never shipped aboard of any craft".
Wat al avontuurlijkheden waren er nog
verder te beleven, eer, na een t< cht van
bijna vier jaren op zee, Melville weer voet
zette aan vaste wal ! De walvischvaart bracht
hem waarlijk geen geluk aan, roen hij, op het
schip dat hem redde, dienst nam; hij nam deel
aan een opstand tegen den kapitein en moest
i/i de gevangenis. Daarna zwierf hij rond op :'e
eilanden in de Stille zee, maakte kennis met
allerlei soort van menschen en zeden en vond
zich eindelijk terecht op ecu oorlogschip van de
Vcreenigde- Staten. Daar diende hij als
matroos bij de groote mast.
Ouder de bemanning - - overigens beduidde
zij niet veel trof hij daar een kleinen kring
naar zijn hart. Hij kon weer spreken over
boeken, zelfs over dichters; men wisselde
gedachten en indrukken, liet leven op de
oiigebaande zee toonde zijn goede zijde.
Het ideaal van mannelijkheid en overleg
en kennis openbaarde zich aan Melville
in den persoon van wien zij noemden den
kapitein van de mannen bij de croote mast.
Van hem heeft Melville de les van het leven
geleerd.
Hoe weinig heeft het toch maar gescheeld
of het onheil zou hem weer hebben overvallen
en een tragisch eind aan zijn leven hebben
gemaakt ! Zonder dat hij er van bewust was
werd hem een post opgedragen, en op 't
oogenblik dat hij er moest zijn, was hij niet
present. Dat werd gestraft met een geeseling.
Op zijn verontschuldiging werd niet gelet,
alles was gereed voor de strafvoltrekking.
Melville gevoelde zich verheven boven de
ver.iedcring, maar toen het oogenblik naderde,
werd de kleinzoon van Generaal ansevoort
in hem wakker, hij berekende dat hij den
kapitein van het fregat door een
onverhoedschen overv.il over boord zou kunnen doen
tuimelen, terwijl hijzelf meeging, toe.', een
korporaal van de mariniers naar voren trad
en met een eerbiedige maar zeer vaste stem
zei: Kapitein, ik ken dien man, en ik weet
dat hij op zijn post zou zijn gevonden, had
hij geweten, waar die was". De anderen beves
tigden die woorden; het vonnis werd opge
heven.
Men behoeft er niet aan te twijfelen of
Melville zou anders hebben gedaan, wat hij
zich had voorgenomen. Er was passie in hem
en een moed die voor niets stond.
Nu na meer dan drie jaar van dolen hier
en daar, was hij in de oude omgeving van
Nieuw Engeland terug. Zij was hem ondragelijk
geweest, en hij had haar van zich gestooten,
op reis waren zijn gedachten toch steeds
naar huis gegaan, zooals na bittere onder
vindingen thans zijn hart zou worden
teruggelokt naar de Stille Zuidzee en de walvisch
vaart. Maar hij was een man geworden en hij
had een karakter.
Tot mijn vut en twintigste jaar heb ik
geen persoonlijkheid gehad", heeft hij in
een brief aan Hawthorne erkend. Hij doelt
met die woorden op zijn terugkeer in hei
vaderland.
Daar ging hij nu rond, in de kleine plaats
waar zijn moeder leefde, met de aureool om
zijn hoofd, waar hij voorheen naar had
verlangd, aangestaard door vrienaen en
medeburgers als de man die de wilde eilanden
van den grooten Oceaan had bezocht en die
onder de menscheneters had gewoond.
Men heeft niet te vragen of hij in die eerste
tijden met levendige kleuren zijn lotgevallen
heeft verteld en opgesmukt. Waarom ze niet
te boek te stellen? En zoo volgt in de eerst
komende vijf of zes jaren een reeks van
verhalen e'kander op, die voor Amerika
literarisch zoowel het leven op zee als op de
onbekende eilanden hebben ontdekt. Melville
is de voorganger geworden van Stevenson
en zoovele anderen. Zijn boeken.hebben succes
gehad en verdienen n.'-g de lectuur, frisch en
ruim en geestig als zij zijn. Door dei) tijd
raakten zij op den achtergrond. Moby Dick,
de roman van den witten walvisch, haalt
hen daaruit naar voren. Laat ons over Moby
Dick spreken !
W. G. C. BYVANCK