De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 17 juni pagina 5

17 juni 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

17 Juni '22. No. 2347 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND CLUBGEBOUW VOOR VROUWEN TE 's GRAVENHAGE Clubgebouw met het daarnaast gelegen huis, onlangs aangekocht. Opvallend is het, dat de mondaine hofstad telkensjblijk geeft een degelijke kern te be zitten van gezond ? feminisme. Wat in den Haag voor vrouwen door vrouwen wordt aamgepakt, komt meest tot stand op alleszins bevredigende wijze. Er. is leven, actie, toe wijding in het werken der vrouwen onderling. Dit mist men naar 't schijnt in andere groote plaatsen van ons land. Tevergeefs trachc men daarin vele gevallen vrouwelijke ingezetenen voor een zeker doel in geestdrift te brengen. Geen zware overdenkingen belemmeren in Den Haag het ten uitvoer brengen van een een maal opgevat plan. Er wordt gehandeld, frisch en met animo, vol vertrouwen dat, wat onder nomen wordt, zal slagen. Zoo ging 't met het oprichten van een Club gebouw voor Vrouwen". De vrouwen van Amsterdam zagen jaren geleden reeds de behoefte aan een dergelijk gebouw in de hoofd stad in. Men kwam bijeen, de zaak werd be sproken, goed overdacht, nogmaals besproken, nogmaals overdacht. Verder.... rust. De finantiën haperden ; nu wordt, zoo meldden de bladen ons, de zaak weder in overdenking genomen. Den Haag liet voor de buiten staanders weinig van zich hooren. Plotse ling verrijst op de daarvoor geëigende plaats, in het centrum van het stadsbewegen op een der beste standen, in een der oude Patriciërs huizen een Clubgebouw voor Vrouwen", af, geheel af, met goed omlijnd werkplan en een exploitatie die aan de vrouwenleden een voor haar belangrijke en nuttige instelling waar borgt. Het waséne vrouw die in Den Haagden moed, de energie en praktische zakenkennis had, die zaak aan te durven. Die vrouw, Marie van Dijk, werd oprichtster en presidente van het Clubgebouw. Zij, algemeen bekend in de vrouwenbeweging, vond vele vrouwen tot steun gereed. Het tot stand komen van dit vrouwenvereenigingspunt was ver/.ekcrd. De aankoop onlangs van het belendend perceel geeft na eenige maanden van bestaan reeds bewijs van krachtige ontwikkeling. Op 11 Februari 1922 werd als eerste in stelling van dien aard in Nederland het Club gebouw voor Vrouwen geopend op den Vijverberg.Het ledental steeg reeds tot 600. Het ruime huis behoorde eertijds aan Baron van Pallandt. De rijk gebeeldhouwde trappen en deuren, de Fransch-marmeren schoorsteenmantels, de met de hand opgewerkte plafonds, de zwaar vergulde met krulwerk omlijste spiegels, de Lodewijk-meubels,de vloer- en wandbekleeding dat alles verplaatst ons in een tijd, die niet van het heden, toch voor ons vrouwen van een behagelijke genoegelijkheid is bij het dolce far niënte in theesalon of conversatiezaal. Aan den wand hangen schilderstukken, werk van vrouwenleden, ze geven in hun kleurtonen de finishing touch aan de benedenvertrekken. Ze zijn te koop. De schoorsteen mantels dragen artistieke potterie, beelden en waardevolle voorwerpen ontvangen van heilwenschende vrouwen en vrouwenverecnigingen bij de opening van het huis. Komt men den hoofdingang binnen dan vindt men links de bestuurskainer, rechts de beide theesalons, twee groote inénloopende vertrekken. Daarnaast is de eetzaal met zijn oude schouwden parketvloer. Een gezellig, doch niet zóruim vertrek. Oeregeld kan men hier tusschen 12?2 en 5?7 uur de maaltijde.i gebruiken. In het sousterrain zijn keuken, kelder, vestiaire en fietsen bergplaats samen gebracht. Op de eerste verdieping aan de voorzijde ligt de leeskamer met zijn reeds goed voorziene leestafel en hiermede door een tusschendeur verbonden komt men in de gezel lige, mooie conversatiekamet. Aan de achter zijde zijn, naar de behoefte der Haagsche dames, de kamers ingericht tot speelkamer en biljartkamer. Op dezelfde verdieping bevindt zich nog een vergaderzaaltje. Behalve gelegenheidtot lectuurenvergaderingen biedt het Club gebouw ook logies aan. Daarvoor zijn op de tweede verdieping acht logeerkamers inge richt, voorzien van vaste waschtafels met stroomend koud en warm water. Een bad kamer staat den leden en logeergasten ter beschikking. Al deze kamers zijn strenger van inrichting en meubels dan beneden, Geheel naar den tijdgeest ingericht, is de groote vergaderzaal. Deze draagt een intiem karakter, maar is toch zeer geschikt voor omvangrijke . bijeenkomsten. De zaal, naar de presidente de Van Dijk zaal genoemd, is verbouwd van een achter het huis gelegen stal. De architect Jan Oratama, wist door een bijzonder ge.slaagde binnen-architectuur aan de zaal het holle, ongezellige te ontnemen, zoodat bij kleine vergaderingen de omgeving toch gcnoegelijk blijft. Er is ruimte voor 300 personen en ook een toegang in ae Hooge Nieuwstraat. De zaal is evenals de kleine vergaderzaaltje in het gebouw, ten allen tijde voor bijeen komsten te bespreken. Bij de onlangs ge houden groote reunie van den Internationalen Vrouwenraad was het Clubgebouw voor Vrouwen het punt, waar allen te zamen kwa men bij de zittingen, bij noenmaal, bij maal tijden, of bij verpoozing. Toen heeft men kunnen aanvoelen van hoeveel belang een dergelijk gebouw van samenkomst voor de werkende vrouwen is, hoe groote kracht tot opwekkenden gezamenlijken arbeid kan uit gaan van een huis waar vrouwen onderling zich thuis gevoelen. Zeker, er zijn ook voor dit gebouw nog vele wenschen. Marie van Dijk als presidente weet ze, kent ze, en zij, die zich met zooveel in zicht en toewijding aan deze vrouwenzaak geeft, zal er gewis aan tegemoet komen zoodra de finantieele draagkracht toeneemt, en alle obligaties geplaatst zijn. Het clubgebouw in den Haag heeft baan gemaakt. De voorteekens zijn er, ook door zijn uitstekende ligging, dat het zal groeien tot een centrum van de vrouwenbeweging in binnen- en buitenland in haar meest uit gebreide uitingen en behoeften. Laat ons hopen dat weldra Amsterdam zal volgen. Zoo ergens dan is er jn de hoofdstad de3 rijks ook voor de omliggende gemeenten, vanwaar de werkende vrouwen dagelijks ter stad trekken, dringend behoefte aan een vereenigings-middelpunt voor vrouwen. Ook in Amsterdam moet een dergelijke inrichting zeker slagen, mits goed bestuurd, ruim en breea opgezet en gelegen midden ir de stad in het volle bedrijfsleven met gelegenheid tot eenvoudig logeeren. E L i s. M. R o G a E miimiiiiiiiiiiiitttiiiiliiilliiiiiittimmiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiitiitimitiiiiiiiii DE VROUWELIJKE KAMERCANDIDATEN MEJUFFROUW S. GROENEWEÜ. Het eerste vrouwelijke 2c Kamerlid werd alszoodanig direct in 1918 gekozen eu staat thans No. 2 op de lijst der S. D. A. P. in de Kieskringen Rotterdam en Dordrecht. Ge boren te Strijensas, bezocht zij de normaalschool te Numansdorp en was daarna bij het onderwijs werkzaam te Duivendijke. Krimpen a/d IJsel. Dordrecht en Rotterdam en boven dien aan het Rijksopvoeaingsgesticht voor meisjes te Montfoort. Bij de Rotterdamsche jeugd stond zij langen tijd bekend als ,,dc juffrouw van het Vacantie-feest", omdat zij daar a!s presidente der Commissie van de Rotteraamsche afdeeling van den Bond voor Onderwijzers voor het eerst zulk een feest organiseerde en den kinderen vanjallerlei scholen op die wijze een genotvollen dag m de natuur bereidde. Trad in 1903 toe tot de S. D. A. P. en, eens daartoe behoorende, wijdde zij een groot deel van haar vrijen tijd aan het propagandaen verkiezingswerk. Onder anderen organi seerde zij de vrouwen in de S. D. Vrouwen. Propagandaclub en vervulde zij verschillende functies in de afdeelings-besturen en in het partij-bestuur. Schreef meerdere brochures over geheel-onthouding, vakbeweging, moederchapszorg enz. Hare werkzaamheden als lid der 2e Kamer bepalen zich zeer zeker niet tot het feministisch gebied, hoewel zij in hare redevoeringen, met groote welsprekendheid en met klem voor de belangen der vrouw opkomt. Zij sprak o.a. over ontwapening, drankbestrijding, moederschapszorg, tegen het ontslag van gehuwde onderwijzeressen en bij de behandeling der L. Onderwijs-wet tegen art. 25 (onderwij zeressen A). Behalve lid der 2e Kamer is deze Groeneweg ook lid van den Gemeenteraad te Rotterdam en bestuurslid van meerdere vereen i gin gen. MEJUFFROUW J. WESTERMAN. " "f Staat No. 2 op de lijst 's-Gravenhage, Rotterdam, Dordrecht en No. 5 op de lijst Middelburg. Tilburg, 's-Bo'sch, Maastricht van den Vrijheidsbond. Nam na het aftreden van den heer De Buisonjédiens zetel in de 2e Kamer in. Zij gevoelde zich als leerlinge der H. B. School al zoodanig tot kinderen aangetrokken, dat zij, na het verlaten daarvan, op ITjarigen leeftijd eene aanstelling als kweekelinge aan een bijzondere school van meisjes aannam. Behaalde op 20jarigen leeftijd de acte als onderwijzeres en' gaf daarna les aan een kleine kostschool te Westgate on Sea.Verwierf na hare terugkomst in ons land de acte L.O. voor Engelsch, Fransch en Duitsch en de lioofdacte. Was te Amsterdam aan verschil lende scholen als onderwijzeres en het laatst als hoofd der Sw-eelinckschool werkzaam. Daarna woonde zij te 's-Gravenhage. Heeft zich met de Vrouwenkiesrecht-beweging bezig gehou-den, toen de Bond voor V.~ K. werd opgericht en was eerst penningmeesteresse, daarna voorzitster der afd. Amsterdam van dien Bond. Werkte aan verschillende tijdschrif ten mede en leverde o.a. tusschen 1901 en 1903 een tachtigtal ,,damesbrieven" aan de Sumatra Post. Als spreekster behandelde zij o. m. de onderwerpen ,,Huisvrouw en vrouwenkiesrecht". Vrouwenkiesrecht in verband met opvoeding en onderwijs" enz. Gedurende de maanden dat zij zitting nam in de 2e Kamer, heeft zij zich o.a. beijverd de verbetering van het vakonderwijs voor meis jes onder de aandacht te brengen. MEVROUW W. A. BROUNS?VAN BESOUW. Komt als No. 3, 7 en 10 voor op de lijsten der R.K. Staatspartij. Zij trad eerst in 1918 na den dood van haar echtgenoot in het open bare leven en werd in dat jaar te 's-Hertogenbosch als eerste vrouwelijk lid van den Ge meenteraad gekozen. Zij beweegt zich op joumalistisch gebied en wijdt zich voor namelijk aan ae politieke ontwikkeling van vrouwen, terwijl godsdienstig-zedelijke, soci ale charitatieve vereenigingen, politieke-, vaken staatsorganisaties voormannen en vrouwen, haar door het geheele land als spreekster zien optreden; ook bij gelegenheid van Katholieken-dagen en Politieke Landdagen. In verschillende periodieken verschijnen reeds sedert een 20-tal jaren ontspanningslektuur en andere bijdragen van haar hand. MEJ. MR. E. C. VAN DORP. Staat No. 2 op de lijst van het Comitévoor verkiezing van liberale Kamerleden (lijst van Houten). Studeerde te Leiden in geschie denis en nieuwe letteren, waarin zij het candidaats-examen deed. Ging over in de rechten en was tot 1915 advocaat in den Haag en tege lijkertijd bestuurslid van verschillende ver eenigingen o.a. van Pro Juventute en de Ver. voor Vrouwenarbeid. Ook richtte zij toen met medewerking van mevrouw WijnaendtsFrancken den Bond voor Vrouwenkiesrecht op. Nadien was zij korten tijd practisch werkzaam op een fabriek en wijdde zij zich verder uitsluitend aan publicistisch werk, hoofdzakelijk op economisch gebied. Zoo schreef zij in 1910 een praeadvies voor de Ver. ter Bestrijding der Werkloosheid over de oorzaken van de daling van den markenkoers; in welk laatstgenoemde werk zij de toen algemeen heerschende meening bestreed, dat de Mark weer stijgen moest. Is mede redactrice van de Economist, waar voor zij reeds sedert jaren als medewerksterop trad, en levert bovendien bijdragen aan verschillende binnen- en buitenlandsche tijd schriften (Econ. Staat. Berichten ; Weltwirtsch : Archiv, Archiv für Social Wissen schaft, Economie Journal). Bezocht als bestuurslid van Het vrije Ruilverkeer" in 1920 de vrijhandcl-conferentie te Londen en de conferentie te Genua. Werd Nov. 1921 tegelijk met een Engclsche be kroond voor het antwoord op een internationaal uitgeschreven prijsvraag over the wisdom o r uu wisdom of the restrictions on the importation and exportation of gold", en pnbiiDe^Van Dijk zaal in het Clubgebouw voor Vrouwen te 's-Gravenhage. Drinkt ( SIPKES' Limonades. Smaken zuiver en verfrisschend. * ZOMEN COCOSKARPETTEN; in Moderne Dessins en Kleuren 140x200 PI. 15.75 PI. 18. enz. ceerde nog onlangs een brochure: Het bankroet der tegenwoordige sociale politiek", waarin zij als een vingerwijzing voor de ver kiezingen, voorwat het sociaal program betreft, aanraadt: afschaffing van de Arbeidswet 1919; afschaffing en afzien van alle ingrijpen in het binnenlandse!! ruiiverkeer (bemoeiing met woningbouw en huurprijzen, arbeids contract;), afbouw der werkloosheidsverze kering en stopzetting der sociale verzekerings wetten". Is sedert 1919 privaat-docent te Utrecht in de Economie en werd genoemd als opvolgster van prof. Heringa aan de Landbouw Hoogcschool te Wageningen. MEJ. DR. CATO M. VAN DER PIJL. Staat No. 4 van de algemeene lijst deiNieuwe Katholieke Partij. Bezocht in haar jeugd eene R. K- Zusterschool en een particuliere meisjesschool en daarna de H. B. School voor meisjes te 's-Gravenhage, die zij in 1897 verliet'. Stu deerde voor Staats-examen: begon hare medische studiën in September 1899 en ver wierf m 1906 het arts-diploma; bestudeerde daarna in Parijs voornamelijk zuigelingen en kinderziekten en vestigde zich daarop in den Haag. Was secretaresse en presidente der Haagsche afdeeling van den Bond voor Vrouwen kiesrecht en bestuurslid van de afo. den Haag R. K. Vrouwenbond en presidente (1013 1921) van de Haagsche afdeeling van den R. K. Bond voor ziekenverpleegsters. Sinds 1911 Internationaal Con itélid voor Hygiëne van den Nat. Vrouwenraad en sinds 1920 lid van het Dag. Bestuur van die Raad. Lid van het Hoofdbestuur der Nederlanosche Ver. van Vrouwen voor Duiirzamen Vrede, idem der Ver. tot oprichting en exploitatie van Volks-sanatoria in Nederland en heeft sinds Maart 1020 zitting in de Gezondheidscommissie der gemeente '.i-Grave:ihage. Heeft zich altijd bijzonder geïnteresseerd voor de afschaffing van de suiker-accijns. N. MANS F E i. D T D E W I T T H U B E K T S. (Wordt vervolgd). miiililuiiiiiiiiuiiniimiiiil De Lente Zoo zijt gij eindelijk gekomen, Gij wonderschoone blijde leut,' Gij met uw eerlij'ke aromen, Gij met uw vreugde zoner end'; Gij met uw jonge zomerdroomcn, Gij met uw lusten en jolijt: Zoo zijt gij eindelijk gekomen, Gij wonderschoone lentetijd ! Zoo gaat uw zon haar vonken spreiden En warmte strooien om zich heen ; De vogels gaan u zangen wijden. En juichen van uw heerlijkheên, En 't menschenkind, in stil aanbidden, Dankt, van des winters last bevrijd : Zoo zijt gij eindlijk in ons midden, Gij wotiderschoone lentetijd ! A. KLEIN v. D. L E v VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. tiiuiiiiiiiiiituiiiiiiiiniiuiitiiiiiiiiiiiiitiiiiiiititiiiiiniiiiiiiiiiiiiitiiutiiiivniiiiitiiutnnnnnnnnutiitiiii-.iiitntitn ui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM,iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit Toen wij twee jaar geleden in de Alpen waren, heb ik te hooi en te gras van allerlei planten rijpe vruchten en zaden ingezameld, zoo maar alles door elkander in een paai papieren zakjes, eigenlijk veel te slordig. Thuis is dat partijtje nog een paar maande,! blijven liggen en mijn dagboek wijst uit, dat ik ze 5 Februari 1921 heb uitgezaaid, allemaal tegelijk op een vrij gebleven randje In mijn border. Ik had het er maar op gewaagd. Misschien was het beter geweest, om alles direct bij onze thuiskomst uit te zaaien, maar onze najaars en winters verschillen zooveel van die van het Engadin en ik was bang, dat de zaden te vroeg zouden ontkiemen en dat dan de kicmplanijes zouden doodvriczen. Een^volgcnden keer zal ik mijn zaden in twee of drie partijen verdcelen en dan zaai ik een deel in September, een andere partij in Maart en de rest in Mei, dan heb ik dne kansen voor n en wie weet wat aardige verschillen er dan aan het licht komen. Bij deze eerste gelegenheid is veel verloren gegaan, maar ik ben met het verkregen resul taat toch nog opperbest tevreden. In den loop van den zomer kwamen allerlei kiemplantjes voorden dag, waarvan ik de meeste heelemaal n'ct kon thuisbrengen. Door de droogte zijn er vele gesneuveld, maar toch heb ik zoo goed geboerd, dat ik nu een heel rijtje bloeiende planten ini^mijnjj Umi heb, die heerlijk de herinnering doen^herleven aan mijn geliefden MuntgBaseglia, aan Las Vallainas en aan den opgang naar het natuurpark in het dal Cluoza. Het best is het gegaan met de Sileenties.cn de Anjers, in liet bijzonder met den Prachtanjer der Alpen, die met recht den trotschen naam voert van Dianthus superbus. Deze plant groeit ook in de Middel gebergten en zelfs in 't heuvelland, maar zij is op haar mooist in het hooggebergte en ik plukte mijn zaden tweeduizend meter hoog, net boven de boomgrcns op een steile granietbult aan den Munt Baseglia. En nu staan de nakomelingen te bloeien in mijn tuin in Bloemendaal. De planten zelf zijn iets hooger en ranker dan daar in de bergen, maar de bloemen zijn even mooi en geuren even sterk, vooral in den avond. De bloembladeren zijn prachtig rose lila, groot en hun rand is ver deeld in lange smalle slippen. Bij rustig droog weer staan die wijd uitgespreid en dan heeft het blocmvlak een middellijn van om trent 7 centimeter. Naar het hart van de bloem toe worden die kroonbladeren lichter van klein en waar ze zich ombuigen tot den langen witten steel bevindt zich een groene vlek, die bezet is met vele, nog al stugge, purperroode haartjes De vijf stelen van die kroonblaadjes worden eng omsloten door de lange paarsbruine kelkbuis en die is voor een derde deel van zijn lengte weer gevat in twee paren zooge naamde buitenkelkblaadjes, alles heel zuiver van omtrek en sterk van kleur. In den loop van den dag ga ik telkens een kwartiertje of langer bij mijn Alpenplanten zitten. De Anjer is altijd bezig, dag en nacht, maar hij overhaast zich niet. Hij heeft zoowat een dag noodig, om de pruikebol van zijn kroonbladslippcn buiten de kelk te brengen, dus om te komen van den toestand van de bovenste bloem in onze teekening, tot die van de onderste. Van daar tot geheel open duurt een uur of tien en het is meestal avond, wanneer de bloem geheel ontplooid is. Dan komen vijf van de tien meeldraden naar buiten kijken en openen hun helmknopppen. Den volgenden dag volgt het andere vijftal en den dag daarna komen twee spierwitte stempels te voorschijn als dikke fluwcclige draden en die maken elk een schroefdraai, zoodat ge geen draadje in de lilocniopciiing/ioudl kunnen steken zonder ergens jfzoo'n stempel te raken. In dezen toestand kan de bloem nu nog verscheidene dagen blijven, het komt er maar op aan of de insecten stuifmeel op die stempels brengen. Welke insecten? Hennann Muller heeft zes zomers achtereen in Grauwbunderland de Alpenbloemen bestudeerd, maai' nooit een werkelijke bestuiving van de prachtanjer waargenomen. Dal was nog eens een man. AU ras-echt Darwiniaan uit den eersten glorie tijd van het Darwinisme, geloofde hij, dat de insecten de bloemen hebben gekweekt en dat zijzelf daarbij, al kweekcnde, zich ook ver anderd en ontwikkeld hebben tot wat ze nu zijn. Tegenwoordig durven we zulke dingen niet meer beweren, of we moeten een macht van bewijsmateriaal bij de hand hebben en vooral kunnen steunen op experimenteel onderzoek. Maar die eerste Darwinisten zetten hun geloof voorop en gelukkig maar, want daaruit putten zij de geestdrift en"energie voor hun prachtige onderzoekingen, waaraan zij hun leven wijdden. In 1873 gaf Muller zijn beroemd boek uit: Die Befruchtung der Blumcn durch Insecten". Hierin behandelde hij voornamelijk de bloemen, die hij in de buurt van zijn woonplaats Lippstadt had geobserveerd. In 1874 begon hij zijn Alpenreizen en over wat hij in 6 zomers waarnam schreef hij zijn boek. Alpenblumen". Deze boeken zijn wat op den achtergrond gedrongen door Knuth's Sammelwerk en door Kirchner's Bluim'ii und Insecten, maar zij zullen toch even als Sprengel's werk altijd klassiek blijven niet alleen om hun wetenschappelijke waarde, maar ook om de dichterlijke en heroicke eigenschappen van die twee schoolmeesters. Voor in Alpenblumen" staat het chrono logisch overzicht van Müller's Alpentochtcn en dat klinkt als klaroengeschal. Nu eens bracht hij uren door met het afzoeken van een enkele helling, een enkel moerasje, dan weer stapte hij met zevenmijlslaarzen door heel Zwitserland. Hier hebt ge n dagje van hem: August 13. 1877. Von den Berninahausern (2049 m) wanderte ich bei sehr günstigen wetter nach Pontresina (1803 m), ber die Meierei Silva und am Südlichen Ufer des St. Moritzer Sees entlang nach St. Moritz (1856 m) Campfer (1829'm.) Süvaplana (1816 m) ber den Julierpas0 (2287 m.) und im Juliatale hinab bis Miihlen (1461 m) und /uitte iinlern'cgs gut c Ausbeutc". Hij had dus die 50 Kilometer niet alleen gemarcheerd, maar nog gelegenheid gevonden, om naarde bloemen en insecten te kijken en ge weet dat er op dat traject bij gunstig weer heel wat te zien is. Dat is dan Muller. Wel, met Dianthus superbus trof hij nooit gunstig weer, maar hij wist er wel zooveel van, dat hij kon voorspel len, welke insecten op de bloemen te ver wachten zijn. De honig ligt bijna 3 c.M. diep en kan dus alleen bereikt worden door de langtongige vlinders, dat zijn de sphinxen, in het bijzonder wel de meekrapvlinder en zijn verwanten de glasvleugelpijlstaarten. Soms zou misschien de Koninginnpage nog net de honing kunnen bereiken, maar hij kan er niet gemakkelijk bij, omdat de bloem meest al niet rechtop staat, doch meestal zijn as horizontaal heeft of zelfs neergebogen, juist weer de houding, die het best schikt voorde pijlstaarten, die zwevend zuigen. Ik ver wacht ze dan ook met groote stelligheid, want de kamperfoelie is ook juist in bloei gekomen en die heeft ze ook noodig en geurt iiaast net eender. Zooeven was een hommel net klaar met een groep kamperfoeliebloemen in den tuin. Hij vloog op en kwam toen regelrecht af op de prachtanjers op mijn schrijftafel, vloog er tegen aan, maar maakte dadelijk rechtsom keert. Hij kende die bloem niet. Als het Zeepkruid was geweest, had hij misschien nog ge probeerd om een paar gaten in de kelk te bijten, maar dat gaat bij deze anjer toch nicl, omdat die vier buitenkelkblaad jes veel te dik en stevig zijn. Toch wel aardig, dat hij op die geur af kwam. J AC. P. T u ij s s E IIIIMI iiilEiiiliiiniiiiiinii u nul l immuun immuun i ASSA PRODUCTIE AAKT L:- ----OERHEIM ATIGE PRIJZEN OGELIJK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl