Historisch Archief 1877-1940
17 Juni '22. No. 2347
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
CLUBGEBOUW VOOR
VROUWEN TE 's GRAVENHAGE
Clubgebouw met het daarnaast gelegen huis,
onlangs aangekocht.
Opvallend is het, dat de mondaine hofstad
telkensjblijk geeft een degelijke kern te be
zitten van gezond ? feminisme. Wat in den
Haag voor vrouwen door vrouwen wordt
aamgepakt, komt meest tot stand op alleszins
bevredigende wijze. Er. is leven, actie, toe
wijding in het werken der vrouwen onderling.
Dit mist men naar 't schijnt in andere groote
plaatsen van ons land. Tevergeefs trachc men
daarin vele gevallen vrouwelijke ingezetenen
voor een zeker doel in geestdrift te brengen.
Geen zware overdenkingen belemmeren in Den
Haag het ten uitvoer brengen van een een
maal opgevat plan. Er wordt gehandeld, frisch
en met animo, vol vertrouwen dat, wat onder
nomen wordt, zal slagen.
Zoo ging 't met het oprichten van een Club
gebouw voor Vrouwen". De vrouwen van
Amsterdam zagen jaren geleden reeds de
behoefte aan een dergelijk gebouw in de hoofd
stad in. Men kwam bijeen, de zaak werd be
sproken, goed overdacht, nogmaals besproken,
nogmaals overdacht. Verder.... rust. De
finantiën haperden ; nu wordt, zoo meldden de
bladen ons, de zaak weder in overdenking
genomen. Den Haag liet voor de buiten
staanders weinig van zich hooren. Plotse
ling verrijst op de daarvoor geëigende plaats,
in het centrum van het stadsbewegen op een
der beste standen, in een der oude Patriciërs
huizen een Clubgebouw voor Vrouwen", af,
geheel af, met goed omlijnd werkplan en een
exploitatie die aan de vrouwenleden een voor
haar belangrijke en nuttige instelling waar
borgt. Het waséne vrouw die in Den Haagden
moed, de energie en praktische zakenkennis
had, die zaak aan te durven. Die vrouw, Marie
van Dijk, werd oprichtster en presidente van
het Clubgebouw. Zij, algemeen bekend in de
vrouwenbeweging, vond vele vrouwen tot
steun gereed. Het tot stand komen van dit
vrouwenvereenigingspunt was ver/.ekcrd. De
aankoop onlangs van het belendend perceel
geeft na eenige maanden van bestaan reeds
bewijs van krachtige ontwikkeling.
Op 11 Februari 1922 werd als eerste in
stelling van dien aard in Nederland het Club
gebouw voor Vrouwen geopend op den
Vijverberg.Het ledental steeg reeds tot 600. Het ruime
huis behoorde eertijds aan Baron van Pallandt.
De rijk gebeeldhouwde trappen en deuren, de
Fransch-marmeren schoorsteenmantels, de
met de hand opgewerkte plafonds, de zwaar
vergulde met krulwerk omlijste spiegels, de
Lodewijk-meubels,de vloer- en wandbekleeding
dat alles verplaatst ons in een tijd, die niet
van het heden, toch voor ons vrouwen van
een behagelijke genoegelijkheid is bij het dolce
far niënte in theesalon of conversatiezaal.
Aan den wand hangen schilderstukken,
werk van vrouwenleden, ze geven in hun
kleurtonen de finishing touch aan de
benedenvertrekken. Ze zijn te koop. De schoorsteen
mantels dragen artistieke potterie, beelden
en waardevolle voorwerpen ontvangen van
heilwenschende vrouwen en
vrouwenverecnigingen bij de opening van het huis.
Komt men den hoofdingang binnen dan
vindt men links de bestuurskainer, rechts de
beide theesalons, twee groote inénloopende
vertrekken. Daarnaast is de eetzaal met zijn
oude schouwden parketvloer. Een gezellig,
doch niet zóruim vertrek. Oeregeld kan men
hier tusschen 12?2 en 5?7 uur de maaltijde.i
gebruiken. In het sousterrain zijn keuken,
kelder, vestiaire en fietsen bergplaats samen
gebracht. Op de eerste verdieping aan de
voorzijde ligt de leeskamer met zijn reeds
goed voorziene leestafel en hiermede door een
tusschendeur verbonden komt men in de gezel
lige, mooie conversatiekamet. Aan de achter
zijde zijn, naar de behoefte der Haagsche
dames, de kamers ingericht tot speelkamer en
biljartkamer. Op dezelfde verdieping bevindt
zich nog een vergaderzaaltje. Behalve
gelegenheidtot lectuurenvergaderingen biedt het Club
gebouw ook logies aan. Daarvoor zijn op de
tweede verdieping acht logeerkamers inge
richt, voorzien van vaste waschtafels met
stroomend koud en warm water. Een bad
kamer staat den leden en logeergasten ter
beschikking. Al deze kamers zijn strenger
van inrichting en meubels dan beneden,
Geheel naar den tijdgeest ingericht, is de groote
vergaderzaal. Deze draagt een intiem karakter,
maar is toch zeer geschikt voor omvangrijke
. bijeenkomsten. De zaal, naar de presidente
de Van Dijk zaal genoemd, is verbouwd van
een achter het huis gelegen stal. De architect
Jan Oratama, wist door een bijzonder
ge.slaagde binnen-architectuur aan de zaal het
holle, ongezellige te ontnemen, zoodat bij
kleine vergaderingen de omgeving toch
gcnoegelijk blijft. Er is ruimte voor 300 personen
en ook een toegang in ae Hooge Nieuwstraat.
De zaal is evenals de kleine vergaderzaaltje
in het gebouw, ten allen tijde voor bijeen
komsten te bespreken. Bij de onlangs ge
houden groote reunie van den Internationalen
Vrouwenraad was het Clubgebouw voor
Vrouwen het punt, waar allen te zamen kwa
men bij de zittingen, bij noenmaal, bij maal
tijden, of bij verpoozing. Toen heeft men
kunnen aanvoelen van hoeveel belang een
dergelijk gebouw van samenkomst voor de
werkende vrouwen is, hoe groote kracht tot
opwekkenden gezamenlijken arbeid kan uit
gaan van een huis waar vrouwen onderling
zich thuis gevoelen.
Zeker, er zijn ook voor dit gebouw nog vele
wenschen. Marie van Dijk als presidente weet
ze, kent ze, en zij, die zich met zooveel in
zicht en toewijding aan deze vrouwenzaak
geeft, zal er gewis aan tegemoet komen zoodra
de finantieele draagkracht toeneemt, en alle
obligaties geplaatst zijn.
Het clubgebouw in den Haag heeft baan
gemaakt. De voorteekens zijn er, ook door
zijn uitstekende ligging, dat het zal groeien
tot een centrum van de vrouwenbeweging
in binnen- en buitenland in haar meest uit
gebreide uitingen en behoeften.
Laat ons hopen dat weldra Amsterdam zal
volgen. Zoo ergens dan is er jn de hoofdstad
de3 rijks ook voor de omliggende gemeenten,
vanwaar de werkende vrouwen dagelijks
ter stad trekken, dringend behoefte aan een
vereenigings-middelpunt voor vrouwen. Ook
in Amsterdam moet een dergelijke inrichting
zeker slagen, mits goed bestuurd, ruim en
breea opgezet en gelegen midden ir de stad
in het volle bedrijfsleven met gelegenheid tot
eenvoudig logeeren.
E L i s. M. R o G a E
miimiiiiiiiiiiiitttiiiiliiilliiiiiittimmiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiitiitimitiiiiiiiii
DE VROUWELIJKE
KAMERCANDIDATEN
MEJUFFROUW S. GROENEWEÜ.
Het eerste vrouwelijke 2c Kamerlid werd
alszoodanig direct in 1918 gekozen eu staat
thans No. 2 op de lijst der S. D. A. P. in de
Kieskringen Rotterdam en Dordrecht. Ge
boren te Strijensas, bezocht zij de
normaalschool te Numansdorp en was daarna bij het
onderwijs werkzaam te Duivendijke. Krimpen
a/d IJsel. Dordrecht en Rotterdam en boven
dien aan het Rijksopvoeaingsgesticht voor
meisjes te Montfoort. Bij de Rotterdamsche
jeugd stond zij langen tijd bekend als ,,dc
juffrouw van het Vacantie-feest", omdat
zij daar a!s presidente der Commissie van de
Rotteraamsche afdeeling van den Bond
voor Onderwijzers voor het eerst zulk een
feest organiseerde en den kinderen vanjallerlei
scholen op die wijze een genotvollen dag
m de natuur bereidde.
Trad in 1903 toe tot de S. D. A. P. en, eens
daartoe behoorende, wijdde zij een groot deel
van haar vrijen tijd aan het
propagandaen verkiezingswerk. Onder anderen organi
seerde zij de vrouwen in de S. D. Vrouwen.
Propagandaclub en vervulde zij verschillende
functies in de afdeelings-besturen en in het
partij-bestuur. Schreef meerdere brochures
over geheel-onthouding, vakbeweging,
moederchapszorg enz.
Hare werkzaamheden als lid der 2e Kamer
bepalen zich zeer zeker niet tot het feministisch
gebied, hoewel zij in hare redevoeringen, met
groote welsprekendheid en met klem voor de
belangen der vrouw opkomt. Zij sprak o.a.
over ontwapening, drankbestrijding,
moederschapszorg, tegen het ontslag van gehuwde
onderwijzeressen en bij de behandeling der
L. Onderwijs-wet tegen art. 25 (onderwij
zeressen A).
Behalve lid der 2e Kamer is deze Groeneweg
ook lid van den Gemeenteraad te Rotterdam
en bestuurslid van meerdere vereen i gin gen.
MEJUFFROUW J. WESTERMAN. " "f
Staat No. 2 op de lijst 's-Gravenhage,
Rotterdam, Dordrecht en No. 5 op de lijst
Middelburg. Tilburg, 's-Bo'sch, Maastricht
van den Vrijheidsbond. Nam na het aftreden
van den heer De Buisonjédiens zetel in de
2e Kamer in.
Zij gevoelde zich als leerlinge der H. B.
School al zoodanig tot kinderen aangetrokken,
dat zij, na het verlaten daarvan, op ITjarigen
leeftijd eene aanstelling als kweekelinge
aan een bijzondere school van meisjes aannam.
Behaalde op 20jarigen leeftijd de acte als
onderwijzeres en' gaf daarna les aan een
kleine kostschool te Westgate on Sea.Verwierf
na hare terugkomst in ons land de acte
L.O. voor Engelsch, Fransch en Duitsch en de
lioofdacte. Was te Amsterdam aan verschil
lende scholen als onderwijzeres en het laatst
als hoofd der Sw-eelinckschool werkzaam.
Daarna woonde zij te 's-Gravenhage. Heeft
zich met de Vrouwenkiesrecht-beweging bezig
gehou-den, toen de Bond voor V.~ K. werd
opgericht en was eerst penningmeesteresse,
daarna voorzitster der afd. Amsterdam van
dien Bond. Werkte aan verschillende tijdschrif
ten mede en leverde o.a. tusschen 1901 en
1903 een tachtigtal ,,damesbrieven" aan de
Sumatra Post. Als spreekster behandelde
zij o. m. de onderwerpen ,,Huisvrouw
en vrouwenkiesrecht". Vrouwenkiesrecht in
verband met opvoeding en onderwijs" enz.
Gedurende de maanden dat zij zitting nam in
de 2e Kamer, heeft zij zich o.a. beijverd de
verbetering van het vakonderwijs voor meis
jes onder de aandacht te brengen.
MEVROUW W. A. BROUNS?VAN
BESOUW.
Komt als No. 3, 7 en 10 voor op de lijsten
der R.K. Staatspartij. Zij trad eerst in 1918
na den dood van haar echtgenoot in het open
bare leven en werd in dat jaar te
's-Hertogenbosch als eerste vrouwelijk lid van den Ge
meenteraad gekozen. Zij beweegt zich op
joumalistisch gebied en wijdt zich voor
namelijk aan ae politieke ontwikkeling van
vrouwen, terwijl godsdienstig-zedelijke, soci
ale charitatieve vereenigingen, politieke-,
vaken staatsorganisaties voormannen en vrouwen,
haar door het geheele land als spreekster
zien optreden; ook bij gelegenheid van
Katholieken-dagen en Politieke Landdagen.
In verschillende periodieken verschijnen
reeds sedert een 20-tal jaren
ontspanningslektuur en andere bijdragen van haar hand.
MEJ. MR. E. C. VAN DORP.
Staat No. 2 op de lijst van het Comitévoor
verkiezing van liberale Kamerleden (lijst van
Houten). Studeerde te Leiden in geschie
denis en nieuwe letteren, waarin zij het
candidaats-examen deed. Ging over in de rechten en
was tot 1915 advocaat in den Haag en tege
lijkertijd bestuurslid van verschillende ver
eenigingen o.a. van Pro Juventute en de Ver.
voor Vrouwenarbeid. Ook richtte zij toen met
medewerking van mevrouw
WijnaendtsFrancken den Bond voor Vrouwenkiesrecht op.
Nadien was zij korten tijd practisch
werkzaam op een fabriek en wijdde zij zich
verder uitsluitend aan publicistisch werk,
hoofdzakelijk op economisch gebied. Zoo
schreef zij in 1910 een praeadvies voor de
Ver. ter Bestrijding der Werkloosheid over de
oorzaken van de daling van den markenkoers;
in welk laatstgenoemde werk zij de toen
algemeen heerschende meening bestreed,
dat de Mark weer stijgen moest.
Is mede redactrice van de Economist, waar
voor zij reeds sedert jaren als medewerksterop
trad, en levert bovendien bijdragen aan
verschillende binnen- en buitenlandsche tijd
schriften (Econ. Staat. Berichten ;
Weltwirtsch : Archiv, Archiv für Social Wissen
schaft, Economie Journal).
Bezocht als bestuurslid van Het vrije
Ruilverkeer" in 1920 de
vrijhandcl-conferentie te Londen en de conferentie te Genua.
Werd Nov. 1921 tegelijk met een Engclsche be
kroond voor het antwoord op een internationaal
uitgeschreven prijsvraag over the wisdom o r
uu wisdom of the restrictions on the
importation and exportation of gold", en
pnbiiDe^Van Dijk zaal in het Clubgebouw voor Vrouwen te 's-Gravenhage.
Drinkt
( SIPKES' Limonades.
Smaken zuiver en verfrisschend. *
ZOMEN
COCOSKARPETTEN;
in Moderne Dessins en Kleuren
140x200 PI. 15.75 PI. 18.
enz.
ceerde nog onlangs een brochure: Het
bankroet der tegenwoordige sociale politiek",
waarin zij als een vingerwijzing voor de ver
kiezingen, voorwat het sociaal program betreft,
aanraadt: afschaffing van de Arbeidswet
1919; afschaffing en afzien van alle ingrijpen
in het binnenlandse!! ruiiverkeer (bemoeiing
met woningbouw en huurprijzen, arbeids
contract;), afbouw der werkloosheidsverze
kering en stopzetting der sociale verzekerings
wetten".
Is sedert 1919 privaat-docent te Utrecht
in de Economie en werd genoemd als opvolgster
van prof. Heringa aan de Landbouw
Hoogcschool te Wageningen.
MEJ. DR. CATO M. VAN DER PIJL.
Staat No. 4 van de algemeene lijst
deiNieuwe Katholieke Partij.
Bezocht in haar jeugd eene R. K-
Zusterschool en een particuliere meisjesschool en
daarna de H. B. School voor meisjes te
's-Gravenhage, die zij in 1897 verliet'. Stu
deerde voor Staats-examen: begon hare
medische studiën in September 1899 en ver
wierf m 1906 het arts-diploma; bestudeerde
daarna in Parijs voornamelijk zuigelingen
en kinderziekten en vestigde zich daarop
in den Haag.
Was secretaresse en presidente der Haagsche
afdeeling van den Bond voor Vrouwen
kiesrecht en bestuurslid van de afo. den Haag
R. K. Vrouwenbond en presidente (1013
1921) van de Haagsche afdeeling van den
R. K. Bond voor ziekenverpleegsters. Sinds
1911 Internationaal Con itélid voor Hygiëne
van den Nat. Vrouwenraad en sinds 1920
lid van het Dag. Bestuur van die Raad.
Lid van het Hoofdbestuur der Nederlanosche
Ver. van Vrouwen voor Duiirzamen Vrede,
idem der Ver. tot oprichting en exploitatie van
Volks-sanatoria in Nederland en heeft sinds
Maart 1020 zitting in de Gezondheidscommissie
der gemeente '.i-Grave:ihage.
Heeft zich altijd bijzonder geïnteresseerd
voor de afschaffing van de suiker-accijns.
N. MANS F E i. D T
D E W I T T H U B E K T S.
(Wordt vervolgd).
miiililuiiiiiiiiuiiniimiiiil
De Lente
Zoo zijt gij eindelijk gekomen,
Gij wonderschoone blijde leut,'
Gij met uw eerlij'ke aromen,
Gij met uw vreugde zoner end';
Gij met uw jonge zomerdroomcn,
Gij met uw lusten en jolijt:
Zoo zijt gij eindelijk gekomen,
Gij wonderschoone lentetijd !
Zoo gaat uw zon haar vonken spreiden
En warmte strooien om zich heen ;
De vogels gaan u zangen wijden.
En juichen van uw heerlijkheên,
En 't menschenkind, in stil aanbidden,
Dankt, van des winters last bevrijd :
Zoo zijt gij eindlijk in ons midden,
Gij wotiderschoone lentetijd !
A. KLEIN v. D. L E v
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
tiiuiiiiiiiiiituiiiiiiiiniiuiitiiiiiiiiiiiiitiiiiiiititiiiiiniiiiiiiiiiiiiitiiutiiiivniiiiitiiutnnnnnnnnutiitiiii-.iiitntitn
ui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM,iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit
Toen wij twee jaar geleden in de Alpen
waren, heb ik te hooi en te gras van allerlei
planten rijpe vruchten en zaden ingezameld,
zoo maar alles door elkander in een paai
papieren zakjes, eigenlijk veel te slordig.
Thuis is dat partijtje nog een paar maande,!
blijven liggen en mijn dagboek wijst uit, dat
ik ze 5 Februari 1921 heb uitgezaaid, allemaal
tegelijk op een vrij gebleven randje In mijn
border. Ik had het er maar op gewaagd.
Misschien was het beter geweest, om alles
direct bij onze thuiskomst uit te zaaien, maar
onze najaars en winters verschillen zooveel
van die van het Engadin en ik was bang, dat
de zaden te vroeg zouden ontkiemen en
dat dan de kicmplanijes zouden doodvriczen.
Een^volgcnden keer zal ik mijn zaden in twee
of drie partijen verdcelen en dan zaai ik een
deel in September, een andere partij in Maart
en de rest in Mei, dan heb ik dne kansen voor
n en wie weet wat aardige verschillen er
dan aan het licht komen.
Bij deze eerste gelegenheid is veel verloren
gegaan, maar ik ben met het verkregen resul
taat toch nog opperbest tevreden. In den loop
van den zomer kwamen allerlei kiemplantjes
voorden dag, waarvan ik de meeste heelemaal
n'ct kon thuisbrengen. Door de droogte zijn
er vele gesneuveld, maar toch heb ik zoo goed
geboerd, dat ik nu een heel rijtje bloeiende
planten ini^mijnjj Umi heb, die heerlijk de
herinnering doen^herleven aan mijn geliefden
MuntgBaseglia, aan Las Vallainas en aan
den opgang naar het natuurpark in het dal
Cluoza. Het best is het gegaan met de
Sileenties.cn de Anjers, in liet bijzonder met
den Prachtanjer der Alpen, die met recht
den trotschen naam voert van Dianthus
superbus. Deze plant groeit ook in de Middel
gebergten en zelfs in 't heuvelland, maar zij
is op haar mooist in het hooggebergte en ik
plukte mijn zaden tweeduizend meter hoog,
net boven de boomgrcns op een steile
granietbult aan den Munt Baseglia. En nu staan de
nakomelingen te bloeien in mijn tuin in
Bloemendaal. De planten zelf zijn iets hooger
en ranker dan daar in de bergen, maar de
bloemen zijn even mooi en geuren even sterk,
vooral in den avond. De bloembladeren zijn
prachtig rose lila, groot en hun rand is ver
deeld in lange smalle slippen. Bij rustig
droog weer staan die wijd uitgespreid en dan
heeft het blocmvlak een middellijn van om
trent 7 centimeter. Naar het hart van de bloem
toe worden die kroonbladeren lichter van klein
en waar ze zich ombuigen tot den langen witten
steel bevindt zich een groene vlek, die bezet
is met vele, nog al stugge, purperroode haartjes
De vijf stelen van die kroonblaadjes worden
eng omsloten door de lange paarsbruine
kelkbuis en die is voor een derde deel van
zijn lengte weer gevat in twee paren zooge
naamde buitenkelkblaadjes, alles heel zuiver
van omtrek en sterk van kleur.
In den loop van den dag ga ik telkens een
kwartiertje of langer bij mijn Alpenplanten
zitten. De Anjer is altijd bezig, dag en nacht,
maar hij overhaast zich niet. Hij heeft zoowat
een dag noodig, om de pruikebol van
zijn kroonbladslippcn buiten de kelk te
brengen, dus om te komen van den
toestand van de bovenste bloem in onze
teekening, tot die van de onderste. Van daar
tot geheel open duurt een uur of tien en het
is meestal avond, wanneer de bloem geheel
ontplooid is. Dan komen vijf van de tien
meeldraden naar buiten kijken en openen hun
helmknopppen. Den volgenden dag volgt
het andere vijftal en den dag daarna komen
twee spierwitte stempels te voorschijn als
dikke fluwcclige draden en die maken elk
een schroefdraai, zoodat ge geen draadje
in de lilocniopciiing/ioudl kunnen steken zonder
ergens jfzoo'n stempel te raken. In dezen
toestand kan de bloem nu nog verscheidene
dagen blijven, het komt er maar op aan of de
insecten stuifmeel op die stempels brengen.
Welke insecten? Hennann Muller heeft
zes zomers achtereen in Grauwbunderland
de Alpenbloemen bestudeerd, maai' nooit een
werkelijke bestuiving van de prachtanjer
waargenomen. Dal was nog eens een man.
AU ras-echt Darwiniaan uit den eersten glorie
tijd van het Darwinisme, geloofde hij, dat de
insecten de bloemen hebben gekweekt en dat
zijzelf daarbij, al kweekcnde, zich ook ver
anderd en ontwikkeld hebben tot wat ze
nu zijn. Tegenwoordig durven we zulke dingen
niet meer beweren, of we moeten een macht
van bewijsmateriaal bij de hand hebben en
vooral kunnen steunen op experimenteel
onderzoek. Maar die eerste Darwinisten
zetten hun geloof voorop en gelukkig maar,
want daaruit putten zij de geestdrift en"energie
voor hun prachtige onderzoekingen, waaraan
zij hun leven wijdden. In 1873 gaf Muller
zijn beroemd boek uit: Die Befruchtung der
Blumcn durch Insecten". Hierin behandelde
hij voornamelijk de bloemen, die hij in de
buurt van zijn woonplaats Lippstadt had
geobserveerd. In 1874 begon hij zijn
Alpenreizen en over wat hij in 6 zomers waarnam
schreef hij zijn boek. Alpenblumen". Deze
boeken zijn wat op den achtergrond gedrongen
door Knuth's Sammelwerk en door Kirchner's
Bluim'ii und Insecten, maar zij zullen toch
even als Sprengel's werk altijd klassiek blijven
niet alleen om hun wetenschappelijke waarde,
maar ook om de dichterlijke en heroicke
eigenschappen van die twee schoolmeesters.
Voor in Alpenblumen" staat het chrono
logisch overzicht van Müller's Alpentochtcn
en dat klinkt als klaroengeschal. Nu eens
bracht hij uren door met het afzoeken van een
enkele helling, een enkel moerasje, dan weer
stapte hij met zevenmijlslaarzen door heel
Zwitserland. Hier hebt ge n dagje van
hem: August 13. 1877. Von den
Berninahausern (2049 m) wanderte ich bei sehr
günstigen wetter nach Pontresina (1803 m),
ber die Meierei Silva und am Südlichen Ufer
des St. Moritzer Sees entlang nach St.
Moritz (1856 m) Campfer (1829'm.) Süvaplana
(1816 m) ber den Julierpas0 (2287 m.) und
im Juliatale hinab bis Miihlen (1461 m)
und /uitte iinlern'cgs gut c Ausbeutc". Hij had
dus die 50 Kilometer niet alleen gemarcheerd,
maar nog gelegenheid gevonden, om naarde
bloemen en insecten te kijken en ge weet dat
er op dat traject bij gunstig weer heel wat te
zien is.
Dat is dan Muller. Wel, met Dianthus
superbus trof hij nooit gunstig weer, maar hij
wist er wel zooveel van, dat hij kon voorspel
len, welke insecten op de bloemen te ver
wachten zijn. De honig ligt bijna 3 c.M. diep
en kan dus alleen bereikt worden door de
langtongige vlinders, dat zijn de sphinxen,
in het bijzonder wel de meekrapvlinder en
zijn verwanten de glasvleugelpijlstaarten.
Soms zou misschien de Koninginnpage nog
net de honing kunnen bereiken, maar hij kan
er niet gemakkelijk bij, omdat de bloem meest
al niet rechtop staat, doch meestal zijn as
horizontaal heeft of zelfs neergebogen, juist
weer de houding, die het best schikt voorde
pijlstaarten, die zwevend zuigen. Ik ver
wacht ze dan ook met groote stelligheid,
want de kamperfoelie is ook juist in bloei
gekomen en die heeft ze ook noodig en geurt
iiaast net eender.
Zooeven was een hommel net klaar met een
groep kamperfoeliebloemen in den tuin. Hij
vloog op en kwam toen regelrecht af op de
prachtanjers op mijn schrijftafel, vloog er
tegen aan, maar maakte dadelijk rechtsom
keert. Hij kende die bloem niet. Als het
Zeepkruid was geweest, had hij misschien nog ge
probeerd om een paar gaten in de kelk te
bijten, maar dat gaat bij deze anjer toch nicl,
omdat die vier buitenkelkblaad jes veel te
dik en stevig zijn. Toch wel aardig, dat hij op
die geur af kwam.
J AC. P. T u ij s s E
IIIIMI iiilEiiiliiiniiiiiinii u nul l immuun immuun i
ASSA PRODUCTIE
AAKT L:-
----OERHEIM
ATIGE PRIJZEN
OGELIJK