De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 17 juni pagina 6

17 juni 1922 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 Juni '22. No. 2347 Scbi derijentenioonst van JJ r J. H. JURRES Gedurende twee jaren volgde ik den cursus van M. O. aan de Academie v. Beeldende Kunsten in den Haag, en bezocht na de Middelb. Acte behaald te hebben een jaar de z.g. model-klasse onder leiding van Frits Jansen. Daarna gaf ik zelf les op den cursus voor M.O. in stilleventeekenen .en werkte verder thuis en studeerde veel naar model, zoowel naakt als gekleed op onderlinge tee kenclubjes. In 1903 aanvaardde ik een be trekking als leerares aan de Kunstambachtschool voor Meisjes in Amsterdam. De jaren daar doorgebracht zou ik niet graag gemist hebben en kan ik eigenlijk ook wel bij mijn opleiding rekenen, want van den omgang met mijn verschillende collega's, waaronder zeer bekende artistieke persoonlijkheden, zoowel J. H. SPEENHOFF DANS RUSTENDE KUITERS op gebied van schilder- als sier- en beeld houwkunst, heb ik geestelijk veel geprofiteerd. In dien tijd illustreerde ik mijn eerste boek, n.l. Hcidekoninginnetje, Klaviersprookje van Cath. v. Rennes, dat door vele andere gevolgd werd. Na mijn huwelijk in 1005 wijdde ik al mijn beschikbarfti tijd aan het Illustreeren, in samenwerking met mijn echtgenoot. Sedert 1914 tceken ik ook met veel pleizier portretten, bij voorkeur kinder- en jongmeisjcs-portret, in rood krijt of met gekleurde potlooden, z.g. waskrijf en in de laatste jaren leg ik me toe op het schilderen van miniatuur-portretjes op ivoor. Ook tot grooteren, decoratieven arbeid voel ik mij bijzonder aangetrokken. Voor 't eerst kreeg ik gelegenheid me op dat gebied te uiten op de Tentoonstelling de Vrouw 1813 1913, waar ik in opdracht van de Vereeniging Vrede door Recht" decoratieve schilde ringen aanbracht in de koepelzaal van het hoofdgebouw. In drie paneelen heb ik getracht uit te beelden wat de taak van de Vrouw is in den strijd tegen den oorlog en voor het verkrijgen van Vrede door Recht". Het was voor mij een bijzonder welkome afwisseling, in tegenstelling met 't dikwijls kleireen geduldige gepriegel aan boekver.iering en portretjes,nu eens in groote lijnen en vlak ken mijn gedachten in beeld te brengen en met een groote kwast en flinke potten met verf die groote lappen doek van -l. 2bij3M.te vullen! Heel dikwijls bekruipt mij weer een sterk verlangennaardergelijken groote'.idccoraticven arbeid, waaraan ik helaas maar te zeldzaam kan toegeven. Het lezen in de courant van bestaande plannen tot bouw van een club huis voor Vrouwen, wekte de gedachte bij mij op: hoe zou ik een ^aal in zulk een gebouw kunnen versieren, gesteld dat mij dat eens zou worden opgedragen?" Dit bracht me op 't idee om 4 ontwerpen te maken, in beeld brengende de vier seizoenen in het Leven van de Vrouw: De Verwachting, de Vervulling, de Bezinningen deZelf-inkeer. (Dit laatste ontwerp, op de tentoonstel ling aanwezig, betitelde ik m.i. ten onrechte iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiliiii BIJKOMSTIGHEDEN XXXI Wc waren een langen, zonnigen, stoffigen weg komen affietsen en lagen nu in lange stoelen onder een licht-dempende marqnise zalig te bekomen; met thee en cake onderons bereik, en het gezapige rukken der rood-bruine koeien aan het zomersche gras als eenig geluid in de volgestroomde stilte. Toen zei een lage stem naast me: ,, Ik geloof niet, dat er ooit menschen zijn geweest, die zóweinig begrepen, waar het op aan komt in het leven, als onze generatie Als je dit toch hebben kunt " Iedereen was te loom en te voldaan in het oogenblik om te antwoorden; maar terwijl mijn oogen een trage, welvarende koe onaf gebroken bleven aanstaren, dacht ik na over de wereld, en over waar de tnenschheid in de verschillende tijden haar geluk had gezocht, met die vage helderheid, die lichamelijke vermoeidheid ons geven kan; de geur van een klimroos woei met golven over ons heen, en elke g;rf bracht mij een nieuw visioen van lang-verleden hoop en lang-verleden bedoe lingen. ....De middeleeuwen waren de tijd van de vroomheid en de ridderlijkheid; felle strijdlust, dweepende vrouwendienst; nobele opofferingsgezindheid, en daarnaast wreedheid, verraad en onbeteugelden lust. We zien ze als wit en zwart en rood, heftig van tegengestelde kleuren zonder tusschentinten. De renaissance bracht den cultus vin de schoonheid en van de persoonlijkheid; een streven naar individueele differeniatc en een opleving der klassieke harmonie. Onze tijd, ach welke andere leuzen kan men in onzen tijd vinden, dan die over rech ten" en over ontwikkeling". Ik geloof niet, dat we vooruitgegaan zijn met onze nieuwe idolen. Wat heb je nog, als je recht hebt tot staken; tot vergaderen, tot kiezen" zelfs ? En dan die ontwikkelings"-manie ! Wie op een avond langs de openbare gebouwen van een groote stad is komen loopen, moet zich de Winter met de Rust"). De Herfst, de Bezinning" heb ik uitge voerd als schoorsteenstuk, op eterniet ge schilderd met temperaverf en ditjwerd ge plaatst in een interieur, ontworpen en uitge voerd door Willem Penaat. De Winter, de Zelf-inkeer", het vrijwillig zich terugtrekken in innerlijk leven, voerde ik uit in andere techniek. Het is hier op de Tentoonstelling aanwezig; het werd geëtst op eterniet, z dat de contouren en relief kwamen, en verder met temperaverf geschilderd. IMt *'>?«*? Met verschillende ideeën voor dergelijken decoratieven arbeid loop ik al lang rond, trachtend geduldig te wachtenftot ik vol doende gelegenheid heb tot de uitvoering, die veel tijd en sterke concentratie vergt. Zoo ben ik al vele jaren vervuld van de con ceptie van een groot paneel, in. beeld bren gende den innerlijken strijd van de kunste nares-Moeder, maar ik vond nog niet den vorm die mijn gedachte bevredigend uitdrukte. B. MlDDERIGH-BOKHORST De beoefenaars van de Beeldende Kunst zijn op het oogenblik troef. De groene Amsterdammer houdt een ten toonstelling van schilderijen. De Koningin neemt ons mee naar de fjorden. Wij hebben twee lijsten, een brave en een minuer brave, voor de a.s. verkiezingen. Damescomité's worden opgericht om kunst werken aan te koopen. O Chariteit ! Eens breiddct gij kruipertjes voor de soldaten in de loopgraven, toen hielpt gij de Belgische vluch telingen, die dankbaar en voldaan naar huis terugkeerden, gij verpleegdet de Weensche kinderen, voeddet de Russische en nu hebt gij ons ontdekt: de noodlijdende beeldende kun stenaars. Teas worden georganiseerd, lootjes aan den man gebracht,schilderijen aangekocht Steunt, subsidieert, velen .2ullen het zich noodgednmgen laten welgevallen, maar hoe geheel anders waren de helden uit de Scènes de la Vie de Bohème" van Murger. Wat voor dolle streken haalden ze niet uit om aan den UTENIUIE l FOLMEI n. S PEC IAL ITE IT: Verhuizingen onder Garantie Bergplaatsen voor Inboedel ontzet en geïmponeerd tegelijk hebben ge voeld ! In alle zalen brandde licht, en tusschen elke viermurenzateen ander groepje menschen zich in iets anders te ontwikkelen". Als iemand zegt: Ik studeer in dit"; ik leer dat;" dan vraagt de ander niet eerst voorzichtig: is dat interessant ?" of: is dat prettig?" maar hij bewondert onmiddellijk: Dat is prachtig", omdat de nee Ie wereld op het oogenblik in den waan bevangen lijkt, dat leeren op-zich-zelf, dat ontwikkeling an und fiirsich hèt nobelste goed op di tonde rmaanscnc' is. En we vergeten, dat er altijd de bosschen zijn, waar we zonder iets te weten ons geluk kig kunnen voelen; we vergeten, dat de zee altijd bereid is ons op te nemen en alle kwaad van ons af te wasschen ; we verbeten boven alles het woord van den grooten Salomo, dat wie wetenschap vermeerdert, smart vermeerdert"; we grijpen van het eene boek naar het an dere; en meenen slechts veilig te kunnen sterven, als we allerlei problemen en theorieën over het leven hebben uitgestudeerd. Maar zijn warme adem komt niet tot onzen mond. . . . Toch gaat[de verkrachting van onzen aan leg niet zonder een innerlijk, zij het dikwijls onbewust, verzet. En een bevestiging van deze stelling is voorzeker op het oogen'nlikde fanatieke belangstelling voor het Russische cabaret. Want die is-niet alleen te verklaren uit het feit dat Tiecherin en zijn kornuiten sinds enua overal favoriet zijn; en ook niet uit de zeer zeker artistieke uitrusting van de onderneming en het gracieuse optreden van de exécutanten.. . . Ik geloof, dat, als op warme zomeravonden de zaal toch telkens weervolstroomt met geanimeerde menschen, eens sterker motor hen moet drijven, dan ar tistieke appreciatie bij de groote menigte ooit vermag te zijn. ? Maar, heerlijke bevrijding, frissche emotie: hier bij deze Russen valt er niets te begrijpen. Men kan niets begrijpen, omdat men de taal niet verstaat. Men mag maar gezellig dom-weg zitten genieten van de sterke kleuren, van de sierlijke voetjes, van de weemoedige muziek en den fleurigen dans; geen diepzinnige zielsontledingen, geen psychologische verklaringen; geen innerlijke conflicten; maar een vroolijk getrappel v?n stevige boerenvoeten; een jonge dame, die, zonder gewetenstrijcl, met een zorgeloozen zwier in de zee wordt gesmeten; een harembewaarder, die zich omkoopen laat, zonder dat er eenige zedelijke verontwaardi ging van ons wordt verlangd; en den heelen avond : geen ontwikkeling; geen sekonde: ontwikkeling. Ai, -?daar valt me weer iets anders in: er zijn menschen genoei;, die, met zooals ik, laat bekeerd, \;m den dnolweg der alleen zaligmakende ontwikkeling zijn teruggekeerd; E. L. H.WOU TERSE N--?V. DOESBURG 11 BIANCA kosl te komen en wat waren zij hooghartig en hadden ten slotte meer medelijden met de menschen, dan de menschen met hen. De Kunst gaat vór de menschen uit, de Ktmst geeft en heeft geen charitcit noodig. M A K 'l' l N MONNICKKNU A M MARTIN MONNICKENDAM U vraagt mij, wat over mijn"werk te willen vertellen. Wel, het ccnige, dat ik daarover te zeggen heb, is dat ik er niets over te vertellen heb ! Een schilderij moet mans genoeg wezen om voor zichzelf te spreken,en doet het dat niet, dan zijn alle woorden van de wereld niet in staat om dat euvel te verhelpen. Er wordt in onze dagen juist zoo veel over kunst verteld, ieder isme" heeft zijn zendelingen en tekstverklaarders mis schien omdat praten nog altijd goedkoop, en verf duur is. Als ik nu maar deed" aan divisionisme, futurisme, cubisme of zoo, zou ik u (misschien !) kunnen vertellen waarom dat nu juist het ware was; maar ik geloof in kunst niet aan n eenig-ware formule. Wat dus mijn isme" is? Dat ik geen isme" aanhang. Ik herinner me eens met den heer de Bazel over kunst gepraat te hebben ziet u wel dat we allemaal in de dagen al hebben we niets te vertellen praten, ook , lang nu al weer geleden, dat het cubisme dernier cri" was. Hij maakte toen de opmerking, die menig schilder van den architect in den zak kan steken, dat zoo'n isme" maar n factor vormt van wat een compleet schilderij behoort tézijn, maar n facet is, dat men niet voor den heeien diamant moet houden. En dat bij een gezond kunstwerk al die factoren aan wezig en met elkaar in evenwicht zijn. Toch heeft natuurlijk het op den voorgrond stellen van ieder dier samenstellende deelen zijn verfrisschende werking, en is op zich zelf een teeken des tijds, een teeken van onzen onstandvastigen, wisselenden, tastenden tijd. En nu mijn loopbaan", zooais dat heet? Het gewone begin: als jongen teekende en schilderde ik er maar op los. Mijn eenige di recte leermeester is Piet van Wijngaerdt toen een tijd geweest, en als die mijn voorzichtig en bedeesd gepeuter kwam bekijken en corrigeeren, dan was het feu sacré, mér feu sacré" voor en na en dan vlogen de kleuren DE VKEDE links en rechts, dat de vonken er af spatten. Het ontbreken vanf voldoende contanten, voor een beginnend [schilder een moeilijk ding, werd een paar jaar verholpen doordat mijn schilderwerk al gauw de Koninklijke subsidie kreeg; Willem Maris voelde er nog al voor en hij zat toe/i in de commissie die de subsidies rondzegent. Toen begon ik te probeeren te etsen; dat had mij altijd al aange trokken om het alchimisterige wat er in zit. In een oud boekje had ik van de techniek gelezen en begon daarna maar van allerlei FELIX HESS DE ANTIQUAIR "l IIIIIIIIIIIIIIIIIMMI IIIIIHIM Huize i. ZOMEIDIJK BUSSINK Paviljoen VondelparüeL/uid 4190 en 5195 Restaurant a la carte Lunch-Afternoon-tea,Diners en Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest ?MIIIIIH il nu in iiiu n iiiihtiuii luim maar die die vergissing" nooit hebben begaan. Die onmiddellijk zijn begonnen met den bioscoop en de concrete geneugten van voetbal en gebakken p,.ling, zonder zich ooit aan onze péchés intcllectuels" te buiten te gaan.... Ik denk -ian de arbeidersvrouw in een confievie, die, terwijl ik zuinig stond te wachten op mijn halve ons lichte" kattentongeties, met luider stemme een pond rhumbooiten" bestelde; en mij met een zekere glorie toevoegde: Ja, nou vreten ir/'/ dip, en ken jullie toekijken". Is de mensch, vooral de stadsmensen, sympathiek, als hij zich nooit iets aan ontwikkeling gelegen laat liggen? Of is de/.e manie een stadium, waar iedereen doorheen moet, zooals de mazelen; een niet heel aantrekkelijk stadium, maar waar je toch beter uit te voorschijn komt? Dit alles overdacht ik, terwijl de koe rustig voortging, met trage schuringen van zijn bleeke tong, het eene pluikje gras na het andere te verorberen; en de overtuiging, dat er zeer vele dw.'Mügt'ii bestaan, maar dat er maar ne wa.r.'hcid is, daalde ontmoedigend neer over mijn hart. Hoeveel kanten kon ik niet uit denken, hoeveel meeningen aanhangen, zonder ooit die ne, juiste te vinden ! Hoe samenge steld was IK t leven, waar het weten, het den ken de zuivere levens/i/xf verlamt, en de, niet door denkrn gezuiverde, lust den mensch vergroft en dier laat. ....Maar de koe at zonder ophouden, en mijn buurman \vas, op zijn wij/.e woord, als een tevreden knul, in slaap gevallen. Ik weet zeker, dai /.ij het beste deel hadden verkozen. v A N N i L: S A i. o },', o N s H, BAKU.S, Spaansche Pepcrtjcs, uitg. Jacob v. Campen, Amsterdam, 1022. Ronduit gezegd zou 'k niet ar:\i\e Bakels onder mijn geho'.r in de kerk krijgen. Want hij heeft de hebbelijkheid om de aangehoorde predikatie met een aantal geestigheden uiteen te rafelen en den prediker aan den schand paal te nagelen. Bij voorkeur echter zoekt hij zijn slachtoffers onder de groote of de ge leerde redenaars van orthodoxen huize en in de buurt van Haarlem. Dat bemoedigt mij, want nu is mijn persoonlijke kans, om zijn scherpen, geestigen kop plotseling onder . mijn toehoorders te ontdekken, gelukkig gering. Ook in dit zeer gekruide boekje wor den enkele preekers, zelfs een hooggeleerde, er tusschen genomen. Helaas moet ik erkennen: waarschijnlijk verdiend. Wanneer zelfs een professor aan zijn gehoor zulke absoluut on belangrijke kost voorkauwt, dan wordt het begrijpelijk, dat vele kerken vrijwel leeggeloopen zijn. Het goede in Bakels is, dat hij zijn collega's onbarmhartig kritiseert. Ook is zijn ijver om het ongeloof" in God en in de onsterfelijkheid der ziel te bekampen prijzenswaardig, al begin ik te twijfelen, of het veel helpt, wanneer Bakels zoo fel te keer gaat, als hij doet in dit boekje (ruim 200 blz.) tegen allerlei Iraditioneele vroomheid. Ernstiger is mijn grief, dat hij op zijn stok paardjes rijdende telkens zoo doordraaft en dan heel onrechtvaardig wordt, soms zó. dat hij mér een karikatuur dan een beeld geeft van wat andersdenkenden gelooven. In dit boekje staan een groot aantal blad zijden, die ik met groote belangstelling las, maar ook sommige, waaraan ik mij heb ge ërgerd, omdat ik zijn oordeel onbillijk vond, zijn scherts grot, zijn conclusie onjuist. De plaatsruimte laat niet toe met voorbeelden aan te tonnen welke onbillijkheden hij begaat. Zijn gevolgtrekkingen uit n tekst uit de Openbaring van Johannes, iets waarop hij telkens eenigszins triomfantelijk terugkomt, schijnen mij toe voort te komen uit gebrekkig inzicht in de z.g.n. apocalyptische Joodsche literatuur. Het abundante Oostersche fan tastische wordt door den nuchteren Westerschen Bakels niet verstaan. Ook meen ik mij te moeten verbazen, dat hij als oud-leerling van wijlen Matthes het boek van Delitz^ch Die grosse Taüschung zoo bewondert, want tal van dingen, die deze Duitscher daarin heeft opgemerkt, heeft Matthes ons een kwart eeuw geleden op college reeds verhaald, zij het dan ook in geknischter vorm. Wat Bakels ' voor iets nieuws aanziet, is inderdaad oude , kost op andere wijze toebereid. Dit boekje zal wel koopers vinden en een ' tweeden druk beleven, waarbij dan talrijke drukfouten kunnen worden verbeterd, en l ongetwijfeld zullen velen bij de lectuur een zeker genot smaken. Maar een hoog en fijn genot is dat niet. Het is eigenlijk jammer, d er niet een goeüvriend van Bakels is, aan Levensverzekering Maatschappij HAARLEM" Wll»on*pleln 11 DE VOORDEEL10STE TARIEVEN wien hij zijn copie te lezen geeft om eruit te schrappen wat over c schreef gaat. Zijn boekje zon er bij hebben gewonnen, als onge veer een kwart der bladzijden ongedrukt ware gebleven. Iets anders is dit: Bakels schrijft dit om het ongeloof" te bekampen. Reeds bij een vroeger verschenen boekje van dien aard heb ik be twijfeld, of dit veel resultaat hebben zal. Maar tegenover de mogelijke winst staat ook hei nadeel, dat de lectuur op eenvoudige vromen verbijsterend moet werken, omdat de auteur vrijwel alles van de kerk en van de kerkelijke praktijk afbreekt. Er is slechts n ding, waar voor ik hem dankbaar ben, n.l. dat hij m.i. afdoende betoogd heeft, dat het z.g.n. huis bezoek" groote nadeden heeft en in groote gemeenten letterlijk onbegonnen werk is. Middelstum. K. Vos IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII .T WODMI1UY5 inPICHTIMO VOOR?HET MEUBILEEBEh EP1 VEPSIEPEn DER'WOniMG AM5TEBDAM WISLTO- 7091113 LEIDSChE: STRAAT 73 TELn-6408-6409

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl