Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
24 Juni '22. No. 2348
HET MONARGHISME IN DUITSCHLAND
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
De Kroon van Damocles.
ililiiin in IIIIMIII mini n mi,,
lllllllllllllllllllUIIHIIIIIIIMIIIIIMIIIirllMIMIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIlllll
als student zich reeds tot wis- en sterren
kundige vraagstukken aangetrokken had
gevoeld, zag zich in 1875 den vacanten post
toegewezen. Slechts enkele jaren heeft hij
te Leiden gearbeid; in 1878 werden zijn
broeder W. Kapteyn en hijzelf tot
hoogleeraar benoemd, de eerste om de Wiskunde
te onderwijzen aan de Universiteit te Utrecht,
de laatste om aan die te Groningen den
leerstoel in de Sterrenkunde te bekleeden.
Daar, te Groningen, heeft Kapteyn 42 jaren
achtereen gewerkt: een Sterrenwacht had
hij er niet en heeft hij er nooit gehad, maar
hij heeft er bij zijn aftreden in 1921 een ster
renkundig laboratorium nagelaten, dat een
grootere bekendheid geniet dan menige
met groote kijkers uitgeruste Sterrenwacht
en dat met Mount Wilson en Harvard een
der centra van internationalen sterrenkun
digen arbeid genoemd mag worden. Dit
laboratorium is het eenige van dezen aard
in de geheele wereld en het is dan ook een
goede en van hooge waardeering getuigende
gedachte van Kapteyn's opvolger geweest
om voortaan aan het laboratorium den
naam van den stichter voor goed te ver
binden. Utrecht heeft haar van 't
Hofflaboratorium, Groningen nu haar
Kapteynlaboratorium; zoo eert men, door hun van
mond tot mond gedragen naam, zijn groote
mannen wellicht meer dan door het oprichten
van standbeelden.
Wie de beschrijving leest van de eerste
toestellen door Kapteyn gebruikt om de
plaatsen der sterren op de door Gill aan de
Kaapsche Sterrenwacht verkregen opnamen
van den Zuidelijken hemel uit te meten,
toestellen die met groote vindingrijkheid
uit onderdeelen van andere instrumenten
waren samengesteld en wie daarbij ver
neemt hoe Kapteyn jaren lang in welwillend
door collega's afgestane vertrekken heeft
moeten arbeiden, zal naast een gevoel van
bewondering voor de wilskracht en het
enthousiasme van dezen stoeren werker,
een gevoel van wrevel over de schrielheid
en kortzichtigheid der hiervoor verantwoor
delijke autoriteiten nauwelijks kunnen onder
drukken. Want in 9 van de 10 gevallen zou
onder deze omstandigheden een hoogleeraar
zich tot zijn colleges bepaald hebben ; Kapteyn
vertegenwoordigde echter het eenc overge
bleven geval. In 1878 vestigde hij zich te
Groningen, in 1885 kwam de bekende samen
werking met Gill tot stand, die leidde tot
den bekenden standaard-catalogus van den
Zuidelijken hemel, de Cape Photographic
Durchmusterung", die 450000 sterrenplaatsen
bevat. Met de samenstelling van dit werk,
waarmede ongeveer 12 jaren gemoeid zijn
geweest, heeft Kapteyn zich met n slag
een plaats veroverd onder de gezaghebbende
astronomen van zijn tijd; ze heeft tevens
de verdere banen, waarlangs zijn werkzame
geest een verheven doel zou gaan nastreven,
voorgoed vastgelegd. Ditjdoelwas een inzicht
te krijgen in den bouw van het sterrenstelsel,
een vraagstuk dat door den pioniersarbeid
van William Herschei in het begin der 19de
eeuw voor het eerst onder de oogen kon
worden gezien, maar door het ontbreken van
gegevens over de afstanden der sterren niet
tot een bevredigende oplossing kon worden
gebracht. De kennis van de afstanden is,
ondanks de merkwaardige ontdekking van
Kohlschiitter en Adams, dat uit het spectrum
eener ster haar intrinsieke (werkelijke) helder
heid is af te lezen, en dus in verband met de
schijnbare] (waargenomen) helderheid, haar
afstand, ook nu nog het struikelblok voor een
volledige oplossing van het vraagstuk. Als
men van millioenen sterren, gezien in bekende
richtingen, de afstanden kende, zou een
model van het sterrenstelsel spoedig in elkaar
MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
vmürf:
TELEfOOI
218$ ZUIP
gezet zijn. Herschei kende geen enkelen af
stand en moest zich daarom met een op
tisch" model tevreden stellen; hij telde het
aantal sterren dat zich in het veld van zijn
kijker vertoonde als hij dezen naar verschil
lende punten van den hemel richtte en rede
neerde nu als volgt: als ik in de eene richting
meer sterren zie dan in een andere, dan komt
dat hierdoor dat het Heelal zich in de eerste
richting verder uitstrekt. Deze redeneering,
uitgaande van de onderstelling dat het sterren
stelsel overal even dicht bevolkt is, kon
natuurlijk nooit tot een physisch aannemelijke
voorstelling i«id«rs en h«t vraagstuk bteef,
na Herschei, meer dan een halve eeuw nage
noeg rusten.Kapteyn heeft het en ziedaar,
na devoltooiing van de Cape-Durchmusterung,
zijn 2de groote daad opnieuw aangepakt,
op een oogenblik dat het aantal bekende
sterre-afstanden nog geen 50 bedroeg en
eigenlijk niemand geloofde dat de tijd er al
rijp voor was. Maar Kapteyn had door zijn
eerste werk de waarde van een groot materiaal
leeren kennen en zijn volkomen beheerschen
van het probleem, ' gepaard aan zijn wis
kundig inzicht hebben hem geleid tot den
opzet van een geheel nieuwen tak der Astro
nomie, de Sterre-statistiek, een tak diejthans
door vele sterrenkundigen, landgenooten en
buitenlanders, beoefend wordt. Kapteyn heeft
de lijnen aangegeven en werkmethoden
bedacht die, met uitschakeling der individueelc
sterre-afstanden, toch zouden kunnen voeren
naar een benadering van het gestelde doel.
In statistisch werk moet, wil het goede vruch
ten dragen, zooveel mogelijk systeem zitten;
zoo niet, dan worden de steenen van het
gebouw chaotisch aangedragen en opgestapeld
en moet het gevaar loopen om voordat het
dak geplaatst kan worden ineen te storten.
Om dit te verhoeden, om dezen internationalen
arbeid op vasten grondslag stelselmatig
tot een goed einde te brengen, wees Kapteyn
in 1906 in zijn Plan of selected areas" aan
zijn aanstaande medewerkers een aantal
regelmatig over den hemel verdeelde velden
aan, die, stelselmatig bestudeerd, een uitkomst
moesten geven welke zoo goed mogelijk
overeenkomt met wat de bewerking van den
geheelen heniel zou geven. Dit denkbeeld
was, uitsluitend ten behoeve van sterre
afstanden, reeds vroeger door Gill geopperd,
maar Kapteyn aanvaardde het voor alle
elementen der sterren (helderheid, spectrum,
eigen beweging, afstand, verspreiding enz.)
die bij het bestudeeren van den bouw van het
Heelal gekend moeten worden. Den opzet,
de leiding en de gedeeltelijke bewerking
van dit magistrale werk kan men Kapteyn's
3de groote daad noemen; een paar jaar
vór zijn vertrek uit Groningen heeft hij de
voldoening mogen smaken het eerste deel
van de uitkomsten van den omvangrijken
arbeid (in collaboratie met E. C. Pickering,
den in 1919 overleden Directeur der
Harvardsterrenwacht) aan de wetenschappelijke we
reld te kunnen voorleggen.
Behalve in vele Akademie-verhandelingen,
tijdschrift-artikelen en brochures heeft Kap
teyn de uitkomsten van zijn onderzoekingen
neergelegd in de sedert 1900 door hem uit
gegeven Publications of the Astronomical
Laboatory at Groningen", waarvan thans
29 deelen het licht hebben gezien. Een aantal
van deze verhandelingen is opgesteld in
samenwerking met zijn broeder, den wis
kundige W. Kapteyn en met de assistenten
de Sitter, Weersma en van Rhijn, waarvan
de eerste thans Hoogleeraar en Directeur
der Sterrenwacht te Leiden is en de laatste
hem te Groningen heeft opgevolgd.
Op de internationale eere-plaats door
Kapteyn ingenomen, wordt ten duidelijkste
het licht geworpen door zijn benoeming
in 1908 tot Research Associate" der Carnegie
Institution, die o.a. de bekende
zonne-instrumenten en groote spiegelteleskopen op
Mount Wilson (Zuid Californiè') heeft laten
bouwen, en door zijn benoeming in den
Vorstand der Astronomische Gesellschaft
(1920). Hooge Nederlandsche onderscheidin
gen vielen hem ten deel, terwijl hij in 1902
de groote gouden medailleder Royal Astrono
mical Society te Londen ontving en in 1915
de Duitsche Orde Pour Ie Mérite". Kapteyn
liet zich deze eervolle onderscheidingen
aanleunen, maar was een te eenvoudig man
iiiiiiiiiiniiiiijiiiimi i
TENTO ONSTELLING
DE MENSCH?
door
Dr. I. H. J. Vos
Wethouder van Amsterdam
Onwillekeurig gaan mijn gedachten 11 jaar
terug naar de Internationale
Hygiëne-ausstellung te Dresden, initiatief van den
onvergelijkelijken Lingner. Op die expositie was
een afdeeling: Der Mensch" en in gedachten
zie ik nog den tempel, waarin dit onderdeel
was samengebracht, met het imposante op
schrift in gulden letters. Het geheel was ginds
machtiger en ook uitgebreider en meer ge
detailleerd. Meermalen heb ik mij de vraag
gesteld, of deze university extension wel
verantwoord is. Men kan zich nauwelijks voor
stellen, dat een leek, zonder natuurweten
schappelijke scholing, zich eenig begrip kan
maken van de wondere geheimen der natuur,,
die toch voor den vakman in menig opzicht
een gesloten boek blijven.
Is het voor den ongeschoolde een onoplos
baar probleem zith een voorstelling te vormen
van verhoudingen, om nog te zwijgen van
de samenstelling, de werking en de
physiologische beteekenis van heel veel van wat op
<ieze tentoonstellingen geboden wordt. Blijven
wij eens bij die kleine levenseenheid: ae cel.
.Zou er wel n leek zijn, die, ook na een be
zichtiging van de zeldzaam fraaie en meester
lijk geslaagde preparaten van het histologisch
laboratorium eenige notie heeft van, ook
maar een greintje inzicht bezit in hetgeen hij
gezien doch niet waargenomen heeft'?
Zeker, veel is er wat het bevattingsvermogen
van den bezoeker niet te boven gaat en kan
bijdragen tot verruiming van zijn
gezichtseinder. En het is loffelijk te trachten het
publiek op te voeden en het te verrijken met
kennis omtrent het wonder, dat leven heet.
Dat kweekt eerbied voor de natuur en belang
stelling voor het eigen bestaan en voor dat
van al die levende wezens om ons heen.
En gezien het bijkans overmatige bezoek
heeft een groot deel der bevolking behoefte
aan deze leering en wordt het streven in deze
richting wel buitengewoon gewaardeerd. En
dat is, in een tijd dat men bijna niet anders
waarneemt dan een jacht naar grove prikkels,
bijzonder belangrijk. Want naar deze tentoon
stelling kan alleen een zucht naar dieper in
zicht in het geheim van eigen zijn.dcn mensch
drijven.
Het hoofdbestanddeel van de expositie
wordt gevorniüdoor de inzending uit Dresden.
Allereerst worat de aandacht gevraagd door
den bouw, de samenstelling en de levens
verrichtingen van den mensch. Wat hier
geboden wordt is zeldzaam fraai. De verklaren
de toestellen zijn goed geconstrueerd en geven
een alleraardigste nabootsing van de werkelijk
heid. Ziet eens naar het apparaat, dat den
bloedsomloop uitbeeldt ! Is het niet meester
lijk?
' De bouw der gewrichten, de wijze waarop
ze werken en in staat zijn om dat te doen, het
laat alles aan duidelijkheid niets te wcnschen
over.
Goed gezien is ook die groote flesch met
bloed, waardoor aangegeven wordt de hoe
veelheid, die in een half uur door het hert
wordt voortbewogen door het lichaam. En
hoe vindt U die stand, aangevende de hoeveel
heid voedingsmiddelen, waaraan de gemiddel
de mensch in een jaar behoefte heeft? Dat
is klaar, daar is geen dubbelzinnigheid moge
lijk. Zooals ik boven eigenlijk reedsjaangaf,
lijkt mij de histologische afdeeling overbodig.
Nimmer zag ik fraaier inzending; wat moet
in enkele jaren tijds de techniek ook nog
vooruitgegaan zijn ! Doch voor mijn gevoel
gaat deze afdeeling verre uit boven het
niveau, waarop tentoonstellingen als deze
moeten worden gehouden.
Daarentegen steekt er een bijzondere at
tractie in twee andere inzendingen, t.w. de
samenstelling onzer plantaardige en dierlijke
levensmiddelen en bovenal de historische
afdeeling. Deze laatste is bijzonder interes
sant: het wonen der oude volken en hunne
gewoonten; het bekoort en verheft. Onwille
keurig maakt men vergelijkingen en ziet men
de evolutie der beschaving. Welk een helder
inzicht krijgt men hier in de wijze, waarop
deze oude cultuurvolken in hun behoeften
voorzagen. Zie die antieke badgelegenheden,
Eerste tij; Prof. J, H. .hirre?, Martin Monnickendam, E. L, H, Woiitersen?van Doestmrgh,
j. H. Speenhoff, B Midderigh?Bokhorst, h'elix Hess. Tweede rij.-Cornelis Veth, A B. van Holkema (uit!:.),
S. L. Schwarz, Bernard van Vlijmen, C. r. van Dam (redactie-secr)
TENTOONSTELLING DE AMSTERDAMMER"
HET KIEKEN
Van de Groene-exposanten
Werd de kranten-kiek gemaakt;
Voor 'n poosje werd het hangen"
Om den fotograaf gestaakt.
Nu maar vroolijk, dames heer en"
Zei op eens van Holkema,
Losjes, luchtig.... kan dat even ?"
En we knikten allen... ja.
Over: in-het-midden-zitten,
Tusschen beide dames in,
Kwam er een verschil van meening.. ..
In die plaats had niemand zin.
Allen vonden 't parmantig,
Tot de Krekelzanger zei:
Laat mij onbescheiden lijken",
En Cornelis Veth was blij.
Jurrcs vond bij al die warmte,
Het poseeren nog al bar.
Jantje hield zich achierbaksjes
Want zijn haar zat in de war.
Monnikendam vroeg met zijn basstem:
Of 't gauw gedaan zou zijn?"
En de fotograaf zei troostend:
Niet zoo dwaas, 't doet geen pijn!"
nze slanke vriend van Vlijmen,
Met zijn welgeplooide broek,
Was onmiddellijk tevreden
Met den allerslechtsten hoek.
Na verschikken en verschuiven
Was het kiekerijtje klaar
En u ziet het, Groenelingen :
Alles past nog bij elkaar!
J. H. SPEENHOFF
II H iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii Minimum i
om er prat op te gaan. Hij was hartelijk in
den omgang, evengoed met jeugdige assis
tenten als met beroemde buitenlandsche
geleerden; hij was gaarne behulpzaam, stelde
in ieders werk belang en had een bijzonder
gezellige manier om over de dingen te spreken.
Eenige keeren is hij, met zijn vrouw, naar
Californiègereisd om er met de Amerikaansche
leiders de groote vraagstukken, die alleen
door internationale samenwerking opgelost
konden worden, te bespreken, en wij hebben
persoonlijk menigmaal hooren uitweiden over
de bekoring die daarbij van hem uitging.
Toch bleef hij, in al zijn eenvoudige bemin
nelijkheid, de leider par excellence" met
altijd frisschen geest, nieuwe denkbeelden
en onbegrensde mogelijkheden voor oogen.
Een van onze grootste en edelste weten
schappelijke figuren is met Kapteyn van ons
heengegaan. Maar zijn naam zal door de
opvolgende geslachten van sterrenkundigen
in hooge eere worden gehouden en zijn
werk zal eeuwig leven.
Dr. J. VAN DER Bi i.T
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEÜWABDEN, OISTEEWIJK,
DENHOUT, LOCHEMenBORCULO.
Agentschappen in Indië:
BATATIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN
EEN AMERIKAANSCHE
NALATENSCHAP
Een gefortuneerd Amerikaan heeft een
vereeniging voor erfelijkheidsonderzoek, de
American Genetic Association te Washington,
erfgenaam van zijn vermogen gemaakt. Be
halve een som van tienduizend dollar on
middellijk beschikbaar gesteld voor genetisch
onderzoek, wordt ook het overige kapitaal
in handen der vereeniging gesteld, op voor
waarde, dat deze volgens nadere beschrijving
voor de kinderen van den eiflater zorg draagt.
Overtuigd van den verderfelijker! invloed eener
weelderige jeugd heeft de erflater den eisch ge
steld, dat aan de zoons gedurende hun college
jaren niet meer dan 1200 dollar per jaar wordt
uitgekeerd, verder 5000 dollar bij hun huwelijk
en 2500 dollar voor elk kind. Kiest de zoon
een beroep, waardoor hij zijn leven wijdt aan
de wetenschap en blijkt hij daarin inderdaad iets
te presteeren, dan moet hij vrije beschikking
hebben over de voor zijn arbeid noodzakelijke
gelden. Gaat hij in den handel of in den land
bouw, dan worden hem op dertigjarige!!
leeftijd 10.000 dollar uitgekeerd en, indien hij
volharding toont in zijn werk, op veertig
jarigen leeftijd nog eens dezelfde som.
die waterleiding en vooral de begraafplaatsen !
Gememoreerd dient voorts de R
ntgenologische inzending van Prof. Wertheim
Salomonson. Al heeft de groote massa niet veel
aan deze foto's, omdat ze van de details niets
verstaat, toch geeft deze verzameling een
duidelijk beeld van de nieuwe hulpmiddelen,
die bij het opsporen van ziekten en afwijkingen
worden aangewend. En stellig krijgt men hier
sprekende indrukken.
Een beteekenisvolle inzending vormt ook
de ontogenetische afdeeling, aangevende de
ontwikkeling van het levende wezen. En
daarnaast een verzameling monstra
(cyclopie, dubbelmonstra etc.).
Men bevindt zich hier op het terrein van
Prof. Bolk, den grootmeester der wetenschap,
die dezer dagen zoo enthousiast en hartelijk
is gehuldigd, neen : wien men op ondubbel
zinnige wijze sympathie heeft willen betuigen,
niet alleen als geleerde maar ook als leer
meester en mensen. Ambtsbezigheden beletten
mij tegenwoordig te zijn en daarom voeg ik
gaarne hier in ee.i woord van hartelijke waar
deering voor den man, die een school heeft
gevormd van dankbare leerlingen en be
wonderaars, welke hopen, dat Bolk nog vele
geslachten van studenten tot leidsman moge
zijn ! Wat zijn onderwijs zoo aantrekkelijk
maakt, eenvoud en stelselmatigheid, men
vindt het in deze inzending te.ug !
Vermelding verdienen nog meerdere bij
dragen: Prof". Elliot Smith (Londen) zond een
prachtvollc verzameling vondsten van
praehistorische wezens, althans onderdeelen daar
van. Deze vormen ongetwijfeld een der groote
attracties van deze expositie. Daarnaast
Wat de dochters betreft, deze worden min
der vrij in haar beroepskeuze gelaten. Op
patriarchale wijze wordt vooruit beschikt,
dat ze alleen met practische doeleinden een
college mogen bezoeken en verder als hoogsten
plicht hebben een gezin van edele mannen en
vrouwen groot te brengen. Bij huwelijk en
kindergeboorte genieten ze dezelfde toelage
als de zoons. Ten einde zijn handelwijze tegen
over zijn kinderen te motiveeren, schrijft de
erflater: ik heb steeds de overtuiging gehad,
dat een groot fortuin een zeer groote ver
antwoording oplegt, omdat het den arbeid van
vele menschen gekost heeft het bijeen te
brengen. leder mensen is verplicht een
groot deel van zijn spaarpenningen voor een
waardige zaak te offeren, want alleen op deze
wijze betalen wij een schuld af aan de pioniers
van den vooruitgang, die door hun onzelf
zuchtige pogingen in alle landen en door alle
eeuwen heen de beschaving hebben bevorderd".
Het geloof aan de evolutie van den mensch
en aan de bevordering dezer evolutie door
wetenschappelijk onderzoek, zooals het door
de American Genetic Association wordt voor
gestaan, bepaalde de keuze der erf lating. In
het orgaan dezer vereeniging The Journal
of Heredity" (volume XII) wordt thans ver
slag van dit testament gedaan.
M. A. v. HERWERDEN
noem ik de inzending van 's Rijks
Ethnographisch Museum te Leiden; interessant zijn de
mummies en andere bijzonderheden over
Oostersche volken. Ten slotte zij vermeld de
afdeeling lichaamscultuur van den Zwembond,
die stellig niet had mogen ontbreken.
Het bestuur der tentoonstelling heeft te
recht ingezien, dat naast de morphologie het
cultureele gedeelte niet mocht worden ver
geten. Lezingen over allerlei geestelijke onder
werpen vragen de belangstelling voor dezen
kant van het menschelijk bestaan.
Voorts heeft men de gelegenheid aange
grepen om te wijzen op de gevaren der ge
slachtsziekten. Dr. Kat geeft 6 maal per dag
een verklaring van de film, die ook reeds in
het Rembrandt-theater is vertoond. Ik ben
geen bewonderaar van deze vertooning, noch
van de wijze waarop men meent den menschen
kuischheid te moeten bijbrengen. Het is in
den grond ook onwaar en onwaardig, dit
uiteenrafelen en ten slotte opeenhopen van alle
gevaren en bezwaren, die de geslachtsziekten
kunnen veroorzaken. De ontwikkelde men
schen kennen die gevaren, de onontwikkelde
lachen erom. En mij is toch altijd het meest
sympathiek het opvoeden tot kuischheid en
reinheid uit diepgevoelde innerlijke behoefte !
Enfin, de smaken verschillen en over dezen
smaak valt zeker niet te twisten !
En waar zooveel goeds en leerzaams ge
boden wordt op deze keurig ondergebrachte
tentoonstelling, vergeeft men gaarne een
subjectief minder prettig gevoelde aandoening.
Dat doe ik bij dezen.