Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
24 Juni '22. No. 2348
BIJKOMSTIGHEDEN
XXXII.
Ik herinner me, dat ik jaren geleden in
de Nieuwe Courant eens een artikeltje heb
gelezen van Jan-kijk-in-de-lucht, waarin hij
zich inspande een antwoord te bedenken
op de meedeeling: Ik heb uw laatste boek
erg mooi gevonden", dat noch béte, noch
hoogmoedig, noch nonchalant was.... Zijn
slotconclusie luidde, dat het het beste was dan
te zeggen: Dat doet me goed", omdat
daar iets warms in lag, zonder sentimenteel
te worden, en omdat niemand erbij zou
kunnen denken, dat men zich op een stand
punt stelde."
Aan deze geestige boutade heb ik herhaal
delijk moeten denken, nu we, zooals elk jaar,
in een Qeldersch buitenhötel ons quantum
. boschlust en zon voor den heelen donkeren
winter aan het inslaan zijn. Ik wou alleen,
dat hij zijn handleiding voor den auteur"
wat verder uitgebreid had, omdat er zich
hier oneindig veel meer mogelijkheden voor
doen, waarbij een niet-vooraf-onderlegde met
zijn mond vol tanden staat.
Het verloop van het proces herhaalt zich
eiken zomer vrijwel met wetmatige zeker
heid: eerst is het warm en zonnig weer;
niemand bekommert zich om zijn
mede? menschen, maar iedereen is verdiept in het
opschieten van de boonen, in de geurige
dennenboomen of het drinkwater voor de
koeien. Men leeft den heelen dag in de open
lucht, ziet nauwelijks een glimps van de
andere gasten bij de maaltijden, en voelt
zich tot den kinderlijken staat terugkeeren
met kinderlijken honger, een kinderlijk-vasten
slaap en een kinderlijke neiging om zonder
de minste reden hard te loopen en te zingen.
Maar dan komen de dagen van duisternis
en regen, (ofschoon de barometer nog steeds
op mooi weer staat; de barometer in een
buitenhötel pleegt even optimistisch gestemd
te zijn als de ober !) en al die menschen, die
elkaar nauwelijks gezien hebben, worden
plotseling van den ochtend tot den avond
samengeperst in de conversatiekamer", waar
men, tafeltje naast tafeltje, zich verveelt
met naar eikaars gesprekken te luisteren.
Dan wordt de nieuwsgierigheid wakker naar
het leven van die anderen, waarmee het
toeval ons heeft samengebracht; als op een
saai dorp zit iedereen geestelijk over de
horretjes te gluren; en als er eenmaal iemand
als prooi" is gevonden, blijft er geen stuk
aan hem heel.
Wij hadden gelukkig de twee oude dames
met de witte kuiven, die zich zelf in het
middelpunt van de belangstelling plaatsten,
door aan elk tafeltje te vertellen, dat ze
samen honderd zestig jaar waren en door de
zaal te huppen als uitbundige pierewieten.
Terwijl allen een beetje gedrukt en een
beetje suf in hun stoel hingen, lazen zij met
hartstocht Duitsche romannetjes, speelden
halma en haakten aan een sprei, alsof ze geen
minuut te verliezen hadden. Ze vertelden
beide aan iedereen in diep vertrouwen, dat
men toch nooit zeggen moest, dat zij, de
spreekster, er jonger uitzag dan de ander,
omdat dat het eemge was, wat de vriendin
niet verdragen kon;en in opgewonden vertoon
van jeugdigheid verbrandden zij het laatste
restje kracht, dat hun nog restte.
Maar op den duur schenen ze hun
medemenschen niet genoeg te kunnen boeien;
en toen, op het spannende verschijnen van de
post uit de groote wereld, er telkens een
onevenredig-groote stapel op ons tafeltje
te land kwam, vonden ze de auteur" uit.
Nu was er geen rust meer mogelijk. Iedereen
ging er zich onmiddellijk op zitten bezinnen,
wat hij ooit van zijn leven gelezen had, en ik
hoefde mij maar in de natte en winderige
verandah te vertoonen, of er vloog al iemand,
weer en wind trotseerende, naar buiten om
een ,,literair"gesprek aan te knoopen.Menschen
die tot dan toe gezellig tegen me hadden
geredeneerd over de gebakken visch, die wel
wat zouter had gekund, of de last van den
opgebroken weg onder het viaduct, moesten
nu ineens van me weten, of Eline van Stuwe
niet meer talent had dan Reineke", en wie
toch ook weer de schrijfster was van die
beeldige kinderboeken, (en toen ik mevrouw
van Hille" noemde, blee'k Ina Boudier te
zijn bedoeld). De meneer, die mij halsstarrig
juffrouw Abrahamson" noemde, persisteerde
toch bij de verzekering, dat hij alles van me
gelezen had"; en de geestige componiste, op
wie ik m'n hoop had gesteld voor een beetje
Huize I. ZOME1DI1K BUSSINK
PavilioeoVondelparUel,/üi[14l90eo5ï95
Restaurant a la carte
Lunch-Afternoon-tea,DIners en Soupers
Dagelijks muziek door het Huls-orkest
echte waardeering, zei hartelijk: Weet u,
dat ik altijd Cadenasigaretten rook, sinds u
daar eens over hebt geschreven? Ik had den
naam honderd maal zien staan, zonder er
ooit op te reageeren; maar toen ik bij u las:
Ik snoof den geur van mijn pittige Cadena
in", dacht ik: Dat zal wel lekker zijn...."
....Ik rook niet; heb nooit over sigaretten
geschreven, en kon slechts met een vagen
glimlach me afwenden.... Maar wél vraag
ik me af: wat hebben wij, schrijvers, onze
medemenschen toch aangedaan, dat ze zich
geroepen voelen, onze vacantie-rust te ver
pesten met hun geveinsde belangstelling!
Een kachelfabrikant in de Sommerfrische
wordt niet lastig gevallen over een haard,
die niet trekken wil, of een doorbrandertje,
dat zooveel kolen verslindt; van een professoi
wordtdeteruggetrokkenheidgewaardeerd;maar
een auteur wordt vervolgd met verzekeringen
dat het in het bosch zoo echt poëtisch" is;
en dat dat uitzicht iets zijn moet, om een
gedicht op te maken". Geveinsde" belang
stelling, zei ik; want het is dezelfde onechte
dierbaarheid, die men ook aan verloofde
paren ten kosie legt. Men begrijpt het geval
niet; het lijkt een normaal mensch stierlijk
vervelend en dwaas om voor een luttele be
looning uren lang de pen over zijn papier
te laten glijden; net zooals men, met de
superioriteit van het beter" weten, op twee
jonge menschen neerziet, die van elkaar
wonderen van geluk en een paradijs op aarde
verwachten. Verliefden en kunstenaars zijn
voor den mensch met gezond verstand
gelijkelijk mal. En om dat gevoel beleefdelijk
te verbergen houdt hij zich tegenover hen,
alsof h^ zich niets vjrheveners kan denken.
De verliefden hebben elkaar, en gelooven door
elkaar in zichzelf. De auteur denkt: ik ben
niet zóonnoozel, als jullie meent. Ik loop
er niet in".
Maar hij wilde, dat Jan-kijk-in-de-lucht
een formule voor hem bedacht, om van dit
gevoelen op gepaste wijze duidelijk blijk te
geven. A N N i E S A L o M o N s
IMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHII iiiiiitiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
Op den Economischen Uitkijk
De lijn in onze socialf verzekering
(II. Slot.)
No. I, de vorige maal, gaf een overzicht
van de stelsels der regeling van wettelijke
industrieele ongevallen-, invaliditeits- en
ouderdoms-, land- en tuinbouwongevallen en ziekte
verzekering. Volledigheidshalve moet ik, al
vorens iets te zeggen over het streven naar
eenvormige regeling, een enkel woord wijden
aan de zeevaart-ongevallen verzekering.
De geschiedenis daarvan komt in 't kort
hierop neer. Ook hier was er een wet-Talma
van 1912, in beginsel gelijk aan de industrieele
ongevallenwet 1901, publiekrechtelijk van
opzet en bedoeling: n groote
Bedrijfsvereeniging" als Zwangsgenossenschaft". Dit
ontwerp bleef rusten. De oorlog maakte
dadelijke invoering van een regeling in '15
urgent en het vlugst kon een privaatrechte
lijke verzekering in werking treden; dus
volgde men in de Oorlogszee-ongevallenwet
19L5" dien weg. . Ieder werkgever in dit
bedrijf moest zijn arbeiders verzekeren bij een
assuradeur of bij den Staat; geen schip
mocht buitengaats gebracht worden voordat
voor zoodanige verzekering was gezorgd. Na
den wapenstilstand werd de wet gewijzigd,
heette nu Zee-ongevallenwet 1919" doch
behield haar privaatrechtelijk karakter.
Minister Aalberse echter overwoog, dat de
regeling leemten liet: er was wel eens niet
voor verzekering gezorgd; de controle daar
op scheen moeilijk, was althans niet afdoende.
Daarom stelde hij in September '20 aan de
Tweede Kamer voor, het ontwerp van '12
te doen herleven, met deze (Verandering: dat
de Bedrijfsvereeniging de administratie kon
overdragen aan Zee-risico", eenAonderlinge
werkgevers-organisatie, die bij de uitvoering
der wetten van '15 en '19 sterk op den voor
grond getreden was. Een tijdlang hoorde
men over die plannen niets: de Tweede
Kamer stelde de zaak in handen van _ een
Bijzondere Commissie", die met de Regee
ring overleg pleegde. Thans, in Mei '22,
deelde de Minister mede, dat bij dit overleg
de wensen dier commissie gebleken was, dat
men die wet van '12 zou laten rusten en de
wet van '19 (lichtelijk gewijzigd) zou hand
haven, naar welken wensen de Regeering zich
gaarne voegde, omdat die wet van '19 be
vredigend had gewerkt....
Men ziet: dit is een vreemde geschiedenis,
een ietwat wonderlijk spel van in-en-ui t,
wetgeving langs een zeer onvaste lijn.
Maar nu we aan 't slot zijn van ons beknopt
overzicht der regeling van de uitvoering
onzer sociale verzekeringswetten, zien wij
tevens, dat in dit bonte geheel de lijn even
onvast is. Intusschen ik wees er vroeger
reeds op Minister Aalberse heeft in
voorbereiding eene aigeheele herziening der
sociale verzekering met de bedoeling om tot
betere aaneensluiting der onderscheidene
verzekeringen en tot vereenvoudiging der
verzekering te komen".!)...'. Betere aan
eensluiting en vereenvoudiging, de woorden
zijn niet volkomen ;.duidelijk, zeggen niet
of men ook tot een vaste lijn, tot een voor
alle verzekeringen geldend stelsel ten aanzien
der uitvoering hoopt te geraken. En ook
wordt niet gezegd, hoe men zich voorstelt
zonder het trekken van een i vaste lijn op
dat stuk toch betere aaneensluiting en ver
eenvoudiging te kunnen bereiken. Wel wordt
in het voorbijgaan meegedeeld dat bij de
voorgenomen herziening vermoedelijk" de
organisatie der verzekering het belangrijkste
vraagstuk", zijn zal. Ja, ja, vermoedelijk"
zril dat vermoeden wel juist blijken.
Een belangrijk vraagstuk zal cle herziening
van die orgarnisatie zeker wezen, en ook
een bijzonder moeilijk. Want laat ons nu eens
even samenvatten welke bonte staalkaart
van stelsels die organisatie-regeling vertoont:
De industrieele Ongevallenwet 1901 (1921):
verzekering bij de Rijksbank (laatstelijk in
de richting van decentralisatie bij Raden van
Arbeid) met risico-overdracht voor het op
brengen van de middelen ;
de invaliditeits- en ouderdoms-verzekering
idem als boven, maar met bevoegdheid tot
risico-overdracht, die door hare regeling
practisch deze uitsluit;
de ziekte-verzekering.... op de helling:
een wettelijke oranisatie met sterk overwicht
toegekend aan ambtelijke colleges, waartegen
over het voor de wet waarschijnlijk nood
lottige plan Posthuma-Kupers is opgesteld;
de land- en tuinbouw-ongevallenwet, waar
bij de publiekrechtelijke gedachte feitelijk
overstag is gegaan en de organisatie in parti
culiere bedrijfsvereenigingen gelijkgesteld is
met verzekering bij de Rijksbank, voorzoover
werkgevers per se bij dit overheids-orgaan
hun risico willen dekken;
de zee-ongevallen wet, in '12 gedacht als
georganiseerd in een zwangsgunossenschaft";
in '15 en '19 op zij geschoven door een pri
vaatrechtelijke verzekering, die de Regeering
in September '20 weer door de regeling van
'12 wilde vervangen, doch die zij in Mei '22
wenscht te behouden....
Ziedaar het beeld der slingeringen en
kronkelingen van de onvaste lijn. Wanneer
men dit beeld in liet oog vat en men hoort
dan den Minister zeggen dat bij een aigeheele
herziening naar betere aaneensluiting en
1) Memorie van Toelichting tot de wijziging
van de Zee-Ongevallenwet 1919. bij de
Tweede Kamer ii,gediend 9 Mei 1921.
Teekening voor de Amsterdammer" van Cornelis Veth
ERNST THEODOR AMADEUS HOFFMANN,
GESTORVEN 25 JUNI 1822.
Rechter, musicus, verteller,
Caricaturist, fantast,
Halen wij uw grilPge boeken
Weer eens uit de boekenkast !
Waar 't steeds wonderlijk gesteld" is,
Waar het spookt in elke woning,
Waar het dwepend Duitsche meisje
Vrijt met een Radijzenkoning;
Booze geesten, dubbelgangers
En demonen het gemoed,
Eeuwigdurend hevig schokken;
Waar een onafzienbre stoet
Feeën, toovenairs, en gnomen,
Monsters, heksen en kobolden,
Met het afgepaste lot
Van Filisters lollend solden.
Overmoedige verbeelding!
Altijd wild en vaak verward,
Die de taaie, domme wetten
Der conventie lustig tart.
Hier schrijft Kater Murr memoires,
Meister Floh spreekt in uw oor,
En uit zwoele vegetatie
Krijscht een spottend vogelkoor!
Hoe zijn uw bizarre grappen,
Uw navrante romantiek,
Uw studenten, en pedanten,
En uw bureaucraten-kliek !
Alles leeft weer, en rumoert weer,
Wij zijn midden in 't vertier,
Dank den schrijver van klein Zaches,
Meester in Callot's manier l
CORNELIS VETH
MtumiM iiiiiiiiin
iiiiiiiiuiiiiiiiiii
MedorL Munt
Hollands beste tO cent sigaar
iiiiifiiiiiiimmiiiimiii
's Gravenhage
RUIME KEUZE
Gebruikte Automobielen voor
Verhuurinrichtingen.
vereenvoudiging zal worden gestreefd en
dat vermoedelijk bij die herziening de orga
nisatie der verzekering liet belangrijkste
vraagstuk zal zijn...., dan knikt men van
zelf toestemmend, doch is tevens geneigd
te zeggen: ja, Excellentie, dat geloof ik ook
wel, maar weet u bij geval reeds te zeggen in
welke richting dan die organisatie voor de
verschillende soorten van sociale verzekering
zal worden vastgesteld?
En wie dit, hierboven in grove trekken
geschetst beeld in het oog vat, ziet ook, dat
cle wetgever op dit gebied tot
Einheitlichkeit" zal moeten komen, tot zekere eenvor
migheid, omdat het natuurlijk op den duur
onhoudbaar is zoo verschillende regelingen
te handhaven voor een zelfde voorziening
(verzekering) voor eenzelfde groep van burgers
(de arbeiders). De nu nog geldende verschei
denheid leidt natuurlijk tot buitengewone
omslachtigheid, tot rompslomp, tot hetzelfde
doen door verschillende organen, dus tot
dubbel of drie- of viervoudig werk voor een
zelfde doel, tot toepassing van uiteenloopende
opvattingen en beginselen in de praktijk,
opent ook gelegenheid voor misleiding en
misbruik, is on-economisch en uit een oogpunt
zoowel van verzekerings-techniek als van
administratie en organisatie uit den booze.
Dit alles klemt te meer, omdat de risico's,
waartegen de verzekeringen de slachtoffers
door waarborging van schadeloosstellingen
moeten beschermen, aan elkaar verwaut
zijn, vaak in elkaar overgaan en dus dikwijls
moeilijk scherp te scheiden. Blijvende gevolgen
van een ongeval beteekenen invaliditeit ;u
itkeeering op zekeren leeftijd
(ouderdomsverzekering) vindt haar grond in de overwe
ging dat bij ouderdom van nature invaliditeit,
althans Erwerbsunfahigkeit" intreedt; een
sleepende ziektetoestand schept invaliditeit;
een ongeval vereischt gelijk een ziekte
genees- en heelkundige behandeling. Is het
niet volkomen duidelijk, dat de voorzieningen
in al zulke zoo vlak bij elkaar liggende ge
vallen moeten zijn in n hand, moeten uit
gaan van n organisatie?
Noodig is dit aanbrengen van een vast
stelsel zeker. Moeilijk is het ook, in hooge
mate. Schuilt de moeilijkheid nog in de
keus van het stelsel? Ik wees reeds op het
feit, dat de uitvoering van sociale verzeke
ringen in den lateren tijd meer en meer
zich heeft afgewend van de ambtelijke be
moeiing. In zoover schijnt de keus van het
stelsel gemakkelijk, zelfs aangewezen. Maar
wij hebben nu eenmaal die ambtelijke or
ganen. Kan men hun de hun opgedragen
taak weer ontnemen, ze overbodig maken en
afschaffen? Dit is iets, dat men zelden ziet
gebeuren. Wel ziet men thans reeds, dat
woordvoerders van zulke organen zich ver
zetten tegen niet-uitbreiding van de hun aan
te wijzen taak. Hoe meer werk aan den winkel,
des te liever, is de leus.
Doch hiermee roer ik een vraagstuk aan,
voor welks bespreking de ruimte nu ont
breekt. Zoodat we daar nog wel eens op terug
komen.
S M ! R S A F. R T
iffiiiiliHiimiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmuun iinini
iiiiiiiiiiiiiMl tuut
AMSTERDAMSCH S T U D E N T E N L U S T R U M
(Uitvoering Studententooneel; Stadsschouwburg)
Tfekeningen vtmr tie Amstcrdummtr" van Kmiard van Vlijmen.
Don Adfiano de Armado (Jan den Tex)
en Page Mot (Chris Bruyn).
Prinses (Thine Vigeveno) en Koning Ferdinand (P. J. Rogaar).
Hofdames: Rosaline (v. Leer), Cathirina (v. Praag)
en Maria (Visser).
Biron (N, R. H. van Essen),