Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
24 Juni '22. - No. 2348
oonsle ing van De Amsterdammer"
EENIGE KIEKJES VAN DE GROOTE TENTOONSTELLINGSZAAL
Grand Hotel Funckler
RESTAURAHt HAARLEM
Pension prix-modérés
SCHILDERKUNST-KRONIEK
ONZE TENTOONSTELLING
La critique est aisée". Inderdaad. Dat
beseft ge als ge niet moogt critiseeren. Men
vraagt mij een beschrijvende cntiek". Dat
wil zeggen geen critiek. Want wie critiseert
zich zelf? Weinigen in hun eigen tijd; niemand
in het openbaar. Geen cntiek dus. Ook geen
beschrijving. De meeste dezer schilderijen
hebben geen beschrijving noodig. Zij zijn
duidelijk; een zeldzame eigenschap in dezen
tijd. In zoover zijn zij bijzonder; beter: het
is een van de redenen waarom ze bijzonder
zijn. Wat wil men dan? Ik geloof dat ik het
begrijp. Men wil een inleiding die tevens een
aanleiding is. Een aanleiding tot het bezoek
dezer expositie. Zijn er dan tentoonstellingen
voor het bezoek waarvan geen aanleiding is?
De \raag is gerechtvaardigd, het antwoord
eenvoudig: de meeste. Maar voor het bezoek
dezer tentoonstelling is meer dan n aan
leiding. Schreef ik een leerboek, ik zou ze u
allen noemen in de volgorde hunner belangrijk
heid. Nu ik een inleiding schrijf, noem ik er U
twee: Speenhoff en Jantje. Oe kent van Mens
en van Vlijmen, Rie Cramer en Mevrouw
Midderigh-Bokhorst en heel veel anderen uit
de courant. Ge herkent ze hier. Maar Speen
hoff en Jantje herkent ge niet. Speenhoff
schrijft het al: als ik schilder,wil ik geen be
paald onderwerp; slechts iets denkbceldigs".
Het is een vreemde plooi in de ziel van hem
die in zijn liedjes zoo gaarne en zoo terecht
concreet is. Maar het is waar: in zijn schilde
rijen is hij abstract. Zijn schilderijen zijn de
eenige op deze tentoonstelling die zich niet
laten beschrijven. Ze moeten gezien worden.
Ik zeg dit niet in tegenstelling tot de andere.
Al deze schilderijen moeten gezien worden.
Maar de denkbeeldige van Speenhoff zijn de
eenige waarvan ge U geen denkbeeld kunt
maken. Zij eischen dat ge ze ziet.
Jantje schrijft niet over zich zelf. Maar ik
geef het U.hem hier^terug te vinden. Zijn werk
heeft niets van Jantje, al het kinderlijke, het
quasi-onbeholpene, het naieve, het guitige
zelfs waarom ge hem zoo waardeert, ont
breekt hier. Hij is eerder het tegendeel van
naief. Is hij niet de eenige die offert aan het
naakt om het naakt? Monnikendam had in
zijn allegorie een naakte Eva noodig; hij kon
er niet aan ontkomen. Maar het naakt om
zich zelve dat vindt ge alleen bij Jantje.
Ge begrijpt met mij dat Felix Hess en Jantje
twee zijn; twee in een. Een dualisme dat ge
meer vindt, vooral in de kunst. Let ook op het
schilderij dat hij vrede" noemt. Het stelt een
kerkhof voor en is als ge het mij vraagt
zijn beste werk. Het is bescheiden van kleuren
lief lijk van stemming. Kijk nu naar den anderen
vrede", van Monnickendam. Hoeveel schuilt
er in een naam ! Anders dan ge dacht is ook
van Raemdonck. Een Vlaming in zijn
teekeningen vol dolle invallen en on-Hollandsche
phantasie; een Hollander, een degelijke Hol
lander, een nuchtere Hollander bijna in zijn
schilderijen. Een ding zonder ik uit. Hij noemt
het lugubere stemming". Het stelt een
vlaamsch dorpje voor, opgeborgen tusschcn
glooiende velden. Er is eigenlijk niets lugubers
in. Zelfs de dood niet, die hier optreedt in de
gedaante van een brievenbesteller. Het is een
vriendelijke uitvoerig afgeschreven vertelling
zooals ook Breughel ze maakte. Het is van
Raemdonck op zijn best, maar het is dan ook:
een teekemng. Vlaamscher is Eelix Timmer
mans. Die verloochent zijn aard niet. Ge kent
zijn sobere expressieve houtsnedcn. Iets van
gekleurde houtsneden hebben zijn schilderijen.
Zij zijn naief maar bont en helder en luid klin
kend, gevaarlijke buren voor de sober getinte
teekcningen van Prof. Jurres. Maar aan de
andere zijde geeft Schwarz hem kamp. Hij
is de-bij uitstek moderne hier. Wil dat zeggen
dat hij een voorkeur heeft voor zeer groofe
zonnebloemen en voor stillevens van gedekte
tafels die zonder twijfel voorover hellen en
waarop witte schalen met groene en roode
appelen, tinnen kannen en bloemvazen van
gegoten kristal zich op raadselachtige wijze
staande houden? Het heeft er iets van. Laat
U niet afschrikken. Men spreekt tegenwoordig
van bloeiende kleur. Er is ecu gloed van kleur
vooral in de zonnebloemen. Vergeet om deze
phantasirën de miniaturen van Mevrouw Mid
EflU .. COLOGNE
o« CMRRBfl
derigh-Bokhorst en Mevrouw Woutersen-Van
Doesburgh niet. Er is meer van Mevrouw
Midderigh. Zij is zelfs de cenige die mij den
naam van Michel-Angelo in gedachten
bracht. Zie haar herfst. Maar het meest houd
ik van haar miniaturen. Ge komt zelden minia
turen tegen in ons kunstpakhiiis. Hier kunt
ge uit twee miniaturisten een keuze doen.
Mevrouw Midderigh is sterker van kleur,
moderner, meer gevarieerd in, haar achter
gronden; Mevrouw Woutersen misschien fijner,
nauwlettender, doordringender.
Miniaturen zijn ook de uiterst verfijnde
verbeeldingen van Rie Cramer. Als ge er iets
in mist, kunt ge het wellicht vinden in de ge
zellige sfreefsels, veegsels en kleursels van
Cornelis Vetli. Misschien zijn ze er daarom
vlak naast gehangen.
Met Monnickendam kunt ge beginnen en
eindigen. Als hij niet f;icile piïnccps is clan
is hij toch primus inter paa-s. Een minister
kan honderd redenen hebben om zijn Oorlog
OELOF AITROEN
U
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
DEN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Zilver en Horloges
en
Uitsluitend eerste kwaliteit
VB fschenen a
Dramatische Kroniek
Eerste, tweede en derde bundel
door
TOP NAEFF
Top Naeff geeft meer, oneindig veel
meer, en daarom is haar werk van blij
vende waarde en van groot historisch
belang voor de toekomst."
Maar wat haar werk vooral zoo ver
dienstelijk maakt, is de karaktcriseering
van het stuk zelf, haar eigen persoonlijke
kijk op ieder tooneelwerk. Iedere be
schouwing heeft hij haar heur eigen toon,
luchtig causeerend, breed bctoogend, streng
bestraffend, fijn humoristisch.
Prijs per bundel:
[ Ing. f 2.25
i Geb. f 3.25
Ultg. van VAN HOLKEMA & WARENÜO RF
AMSTERDAM
lllllllllllllllllll ml" mimi III l > l lllillll III l in IMII inii MIMI mm i IMIIII,,i,?1111,1 ,,,,,,?,?,,,,,
De afbouw van de St. Willebrorduskerk
te Amsterdam
EEN MONUMENT VOOR EN DOOR Dr. CUYPERS
(< Vervolg en slot van nnze enquête)
Als antwoord op uwe vraag betreffende een
op te richten momument voor Dr. Cuypers,
wenschen de ondergeteekenden U mede te
deelen, dat zij het natuurlijk zouden
betjeuren, wanneer de St. Willebrorduskerk
niet zoude worden voltooid.
Zij ontkennen echter, dat op de wijze,
waarop wordt voorgesteld dit te doen, een
monument voor Dr. Cuypers zoude worden
gesticht.
Immers, het werk van een bouwmeester van
de beteekenis van Dr. Cuypers is altijd een een
heid tot in de kleinste onderdeden, ontstaan
uit den persoonlijken wil van n man, die
zijn stempel op den geheelen arbeid heeft
gedrukt.
Nu blijken van de torens slechts
schetsteekeningen te bestaan, en dat zelfs ook deze
nog een zeer voorloopig karakter dragen
wordt wel daardoor duidelijk, dat Dr. Cuy
pers, blijkens een later gegeven opdracht,
aarzelend was om zelfs de massa's daarvan
vast te stellen. De moeilijkheid eener bevre
digende voltooing wordt zelfs bijzonder groot,
nu wordt voorgesteld niet meer dan den
vieringstoren te bouwen, ontworpen door
Joseph en Pierre Cuypers. Deze wijkt echter
van de oorspronkelijke schetsen geheel af en
vertoont daardoor ook niet meer den geest
waarin Dr. Cuypers het gebouw ontwierp.
Naar onze meen in g is het dan ook duidelijk,
dat men het gebouw niet in Dr. Cuypers' geest
kan afwerken.
J. M. VAN DER MEY
H. P. BEKLAÜE
JAN KALF
Architect B. J. OUENÜAG:
De beteekenis van Dr. P. J. H. Cuypers
als bouwkunstenaar is reeds te dikwijls
besproken, dat daarover nog meer gezegd moet
worden. Alleen wil ik nog zeggen, dat naar
mijne opinie de bouwkunstscheppmgen, die
thans in ons land en speciaal in Amsterdam
verrijzen en die inderdaad in geen ander land
overtroffen worden, niet mogelijk zouden zijn
geweest indien niet een man als Dr. l'. J. H.
Cuypers als voorlooper zijn gezonde denkbeel
den op bouwkunstgebied en zijn machtigen
invloed had doen gelden. Zulk een man te
ecren door zijn onvoltooid gebleven werk af
te maken, acht ik een plicht.
En hoewel ik persoonlijk de St.Willebrordus
kerk nu niet het belangrijkste werk van Dr.
Cuypers vind, al getuigt die kerk van eene
voorname en sobere ingetogenheid, zoo is
het mij immer onaangenaam geweest, dat
bouwwerk zoo minder dan half voltooid
te zien.
Er zijn monumentale kerken, zooals de
Notre Dame te Parijs, de kathedraal Ie
Rheims en andere, waaraan de torenspitsen
ontbreken en het blijft voor mij zeer de vraag
of die monumenten niet een groot gedeelte
van hun karakter zonden verliezen indien
zij werkelijk werden voltooid.
Niet echter is dat het geval met de St.
Willebrorduskerk, die juist door de groote
en vlakke afdekking boven de kruising van
het midden en dwarsschip de plaats dus,
waar de hoofdtoren moet komen en de
vlakke afdekkingen van de daarbij aanslui
tende kleinere torens tot een baksteenklomp
zonder karakter is geworden en den indruk
maakt alsof door een catastrophe plotseling de
bouw moest worden gestaakt.
Het is de verdienste van den architect
Walenkamp op dat onvoltooide monument,
(want dat is het toch ontwijfelbaar), te hebben
gewezen en ik hoop met hem, ook uit een
cultureel oogpunt, dat de middelen gevonden
kunnen worden om die kerk in den geest
van den ontwerper te voltooien.
Waar ik zeg in den geest van den ontwerper,
hoop ik, dat dit ook mogelijk is, want beziet
men nu het ontwerp tot Afbouw van den hoofd
toren, dan treft de kleinheid van dien toren
ten opzichte van de massa van het gebouw,
en ik vind het twijfelachtig of, wanneer de vier
kleine torens worden afgebouwd, die dan weer
in verhouding tot dien nieuwen lioofdloren
moeten staan, wel een bevredigend resultaat
zal worden verkregen.
Kan de nieuwe hoofdtoren niet meer worden
afgebouwd als oorspronkelijk was gedacht
het schijnt dat de constructie van de
i'undeenng dat niet toelaat dan wordt de kwestie
anders en dient geen besluit genomen te
woruen, voordat de zekerheid bestaat, dat
..ioor die afbouwing, dus van den hoofdtoren
en de vier kleine torens, een goed geheel
w-.rdt verkregen, liet is dan wel niet "meer
de voltooiing van een onvoltooid gebleven
mor urnen t van Dr. Cuypers, doch'de ver
betering van een onvoltooid gebleven kerk
en ook dat verdient steun, want het gebouw
smeekt als 't ware om afwerking.
Hoe dan ook, toch ben ik voor afbouw,
want men bedenke het wel dat onderde tallooze
gebouwen die Amsterdam bezit toch maar
een klein gedeelte met respect uit een artistiek
oogpunt kunnen worden beschouwd. En
daartoe behoort ongetwijfeld de St. Wille
brorduskerk en er moei eere worden gebracht
aan den kunstzinnigen geloovige, die door
een vorsteliiken gift den eersten stoot tot de
afhouwing van dit monument heeft gegeven.
Prof. WII.I.ICM VAN DKR PLUIM:
Wanneer een middeleeuwse!) bouwmeester
de opdracht kreeg een kerk te bouwen,
cristalliseerJe uit zijn kiinstenaarszic-l een schep
ping, die gaat' en synthetisch voor zijn oogen
gloorde. Toch was zijn bewust denken expansief
genoeg om te weten dat een generatie dikwijls
materieel niet in staat hiervoor was.
Rustig begon zijn ;,rbeid met bonwen om
vaak bij zijn dood niet meer na te laten dan
een klein deel van het in gedachte levende
wijgeschenk, maar het hield de mogelijkheid
in de voltooiing te kunnen waarborgen.
Begonnen veelal met de pla; ts te omgrenzcn
voor het heilige, vervolgde men met de
ruimte te formeeren voor de gcloovigen om
(e eindigen bij hel scheppen der torens.
Deze moesten hoog boven het vulgaire de
godsidee verkondigen en van verre de plaats
aanduiden, waar de wereldsche mensch tot
zelf beschouwing en rust kon komen. Eerst
dan was die middeleeuwsche kerk architec
tonisch gaaf en in zichzelf als ruimtewerking
een geslotenheid.
Merkwaardig is de ingetogenheid van
zoo'n middeleeuwschen bouwmeester. Wel
wetende dat hij niet geroemd en zelfs vergeten
zal zijn, wanneer een later geslacht vol trots
en glorie die kerk als hun arbeid zal beschou
wen, verandert hij toch zijn werkwijze niet.
Zoo ook bij den bouwmeester Dr. Cuypers.
Met hart en ziel verknocht aan de middel
eeuwen, schiep hij zijn SI. Willebrorduskcrk
en voorzover ik hel voorrecht had dien
en Vrede niet aan te schaffen voor het
vredespaleis. Maar als hij over de eerste verbazing
heen is moge de minister toch eens letten op
de détails, die vogeltjes en de kikvorsch aan
de voeten van Eva, hoe dartel, hoe geestig,
hoe grandioos bijna zijn ze geschilderd. En
hoe onschuldig. De waardeering kan overal
beginnen.
Tot slot: Een tentoonstelling van de Am
sterdammer kan niet ,,in een teeken" staan.
Zelfs niet die van onze teekenaars. Maar kon
zij het dan stond deze in het teeken der billijk
heid. Ze is kosteloos en de prijzen van de
schilderijen zijn laag.
GRAFISCHE KUNST TL: AMSTERDAM
Nagenoeg gelijktijdig waren er in Amster
dam vijf tentoonstellingen van graphische
kunst. Een van Hollanders in het stedelijk
Museum; een door den heer Houthakker
gearrangeerd van Franschcn ter /elfder
plaatse, een internationale, gevarieerd door
het oeuvre van een Zevcntiendc-ceuwschcn
Hollander bij R. W. P. de Vries; een met het
compleete oeuvre van Auguste Brouet bij
van Wisselingh; een van ultra moderne
Franschen bij J. E. van Deene. Er is geklaagd over
gebrek aan belangstelling tegenover al dit
aanbod. Ik geef het publiek niet de schuld.
Zonder twijfel was hier een te veel; en dat
niet alleen: er was ook een te kort aan be
langrijkheid. Niet elke bijeenvoeging van eenige
stalen van een zelfde kunstsoort verdient de
naam tentoonstelling. Men mag een
samenhoonghe.d verlangen of een selectie of bij het
werk van een enkeling een representatieve
kern. Aan een dier eischen voldeden of vol
doen de exposities van de heeren van
Wisselingh en Deene. In mindere mate die in hel
stedelijk Museum. Bij de heeren de Vries val
het werk van Nooms er geheel uit en is er
weinig verband tusschen moderne
TsiechoSlowaken en een paar beproefde en bekende
Franschcn. Het is ongetwijfeld "en genoegen
litho's van Eantin Latour terug te zien: maar
dat genoegen wordt minder als die litho's
altijd weer behooren tot een minder bedui
dende soort, terwijl ons het beste van zijn
werk onthouden blijft. Gi'lukkig is een zeld
zame monotype van Gauguin van zoo bij
zondere schoonheid dat ze alleen een gang
naar den Singel loont.
Anders is het bij de heeren van Wisselingh.
Zij exposeeren voor de eerste maal in Hol
land" het volledige oeuvre van Auguste
Brouet. Het is hun schuld niet als dat niet
beantwoordt aan de hooggestemde inleiding
die Gustave Geffroy ,,de l'académic
Goncourt" voor den catalogus schreef. Voor mij
heeft dit werk vooral den schijn van wat het
zou willen zijn, maar niet is. Het schijnt vlot,
soepel, cbgant, levendig, pittoresk; het is
onrustig, aangeleund, zwak, gemaakt. Het is
averechts bunvloed door beroemde
voor12 cent
Sumatra
12 cent
Sigaar
gangers (Rembrandt) en weinig meer dan n
blad een balletdanseres bleef op de
hoogte van den eersten indruk.
Bij den heer van Deene vond ik Laboureiir
terug, naar ik meen door den heer Houthakker
het eerst in Holland geïntroduceerd. Zijn etsen
zijn van een goede soort. Veel is verwaarloosd,
maar elke lijn die bleef is verantwoord in
composities van een aparte grappigheid,waar
aan de gewilde onbeholpenheid der teekening
een werkzaam deel heeft en waarin van een
fluweelig zwart een spaarzaam maar effectvol
gebruik is gemaakt. Deze zeer persoonlijke,
zeer occonomische, zeer stellige etsen staan
lijnrecht tegenover die van Broiiet.
Voortreffelijke stalen van moderne
graphische kunst zag men ten slotte op een veiling
bij F re de rik Muller, waar goede drukken van
Maden, Whistler, Meurhead Bone, Cameron,
onder den hamer kwamen.
H E N N u s
MTM
J W3DriMUY5
inpicMTino
VOOR?HET
MEUBILEEQEn
En-VEPSIEPEn
AraroS^
PQHTSTOP-7D91I13
LEID5CM[:5TRAAT73
ÏL:L-n-6AOö-6AO9 «?
wyeo reyen
emotioneelen kunstenaar te kennen, zou ik
ineenen dat ook zijn wensen het was, dal ze
eens voltooid haar torens hoog boven Am
sterdam mocht verheffen.
Eén vraag mag men zich stellen. Zal de
bouwmeester, die hiertoe geroepen mocht
worden, middeleen wsch en hedendaagsch
genoeg voelen om te gedenken, dat in heide
culturen ieder volgend geslacht steeds weer
karakter toont om naar eigen visie te beelden V
Het zal niet voldoende zijn er zich op te be
roepen dat er genoeg tcekeningen van den
meester bestaan; immers een bouwwerk heeft
meer dan teekeningen noodig. Maar evenmin
zal piëteit voldoende zijn den grooten man
Ie eeren. Zijn devies was eens:
credo-amospero en dit geldt niet minder voor zijn kunst,
waar geloof in eigen kunnen, liefde in toe
wijding voor liet vak, hoop in het steeds over
tuigend bouwmeester willen zijn, uitsproot.
Die hem hierin wil volgen, non ambulat in
tenehris.
A. l'. RICICHEU, secretaris run de
HKialsclnippij Arli et Anücitiac" :
Mijn antwoord op de vraag der redactie
kan, uit den aard der zaak, 'korl zijn. Het
behoeft immers geen uitvoerig betoog dat
een architectonisch kunstwerk dient te zijn
voltooid; dat niet, ongestraft, belangrijke
gedeelten kunnen worden weggelaten van
hetgeen de bouwmeester, in zijn ontwerp,
als een geheel zich heeft gedacht.
De bijvoeging van den middentoren zal
dan ook slechts kunnen worden beschouwd
als een verdere schrede op den weg naar
den noodzakelijke!) afbouw, o/ndat hier
mede nog geenszins het monumentale zal
zijn bereikt. Eerst de hoektorens zullen, ten
slotte, aan dit kerkgebouw het imposante van
een Kathedraal verleencn dat blijkbaar in
de bedoeling van Dr. Cuypers heeft gelegen.
JUK. B.W.E. VANRiEMsmjK, unit-Directeur vun
liet Rijksmuseum:
Ondergeteekende voelt voor het denkbeeld
van den heer Walenkamp om de St.
Willchrorduskerk aan den Amstel te voltooien
als een e hulde aan de nagedachtenis van Dr.
J. P. H. Cuypers die zooveel bijdroeg tot
Amsterdam's stadsschoon.
Het is een grootsch plan dat een breedcn
opzet eischt. Maar het zal in de eerste tijden
niet tot uitvoering kunnen komen wegens de
groote malaise waarin wij verkecren. V.iii het
Rijk is geen subsidie te wachten. Dit bleek
onlangs toen enkele vrienden van den grooten
man op bescheiden schaal een hulde wilden
voorbereiden. Wij gaven het plan op omdat
zonder subsidie een echec was te voorzien
en zulk een echec zou meer kwaad doen aan
Cuypers' nagedachtenis dan in 't geheel eeen
hulde. " K c
Betere tijden dienen te worden afgewacht'
JUK. MR. DR. A. ROCLL, Commissaris der
Kimmen in itc provincie Noorcl-Holland,
oud-Burgemeester ran Amsterdam:
Dat aan de St. Wilicbrordiiskerk aan den
Amsteldijk (lees: Ceintuurbaan) teAmsterdam
de tomis ontbreken, heeft mij nooit gehinderd ?
ook zonder z'n kronen" is dit kerkgebouw
(of wil men: deze cathedraal) iets mér dan
een onaanzienlijke romp".
Ik erken intusschen gaarne, dat voltooiing
van het gebouw met de oorspronkelijk
daarbij gedachte torens aan het bouwwerk
zon ten goede komen. Reeds met den afbouw
van den middentoren, waarvoor een kunst
zinnig gever de benoodigde som beschikbaar
stelde, zou echter m. i. mér dan half
werk" zijn verkregen. "
Een Algemeen Comitéte vormen, dat gelden
zou willen bijeenbrengen voor de omkransi'ig
van den hoofdtoren met de vier hoektorens
schijnt mij toe geen aanbeveling (e verdienen'
Want hoezeer ik het toejuich, dat Holland's
grootste bouwmeester der 19e eeuw op wnr
dige wijze zal worden geëerd, voor een monu
ment tot zijne nagedachtenis, waaraan alle
Nederlanders zonder onderscheid van geloof
of richting zullen bijdragen, acht ik de Cein
tuurbaan te Amsterdam niet de meest uit
gezochte plaats.
Welke verwachtingen men toch van dezen
verkeersweg moge hebben gekoesterd toen
Dr. Cuypers met den bouw van de St Wille
brorduskerk begon, dat deze verwachtingen zijn
verwezenlijkt, mag in o nis t worden betwijfeld.
E. R. D. SCHAAP, Voor;itter ran St. Lncas:
Gaarne gevolg gevend aan uw verzoek om
mede mijne mecning te zeggen in zake den
afbouw van de St. Willebrorduskerk, deel ik
u mede dat ik de voltooiing in alle opzichten
zoude toejuichen. In algemeenen zin acht ik
den bouw of afbouw van een kerkgebouw
op zich zelf reeds een heugelijk feit, eene daad
die den tijd, waarin het geschiedt adelt eene
uiting van hooger geestesleven ,die wel bovenal
m het huidige materialistische eenwvieren
deel van groote waarde is, die het vertrouwen
versterkt m het voortduren van
krachtdadigen godsdienstzin, en dankbaar stemt
wien twijfel kwelde aan honger leven bij ck'
nu clenkenden, en daarom voluit te waardeeren