Historisch Archief 1877-1940
l Juli '22. - No. 2349
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS'
Meubileering-Mi].
AMSTERDAM
COMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 ? Tel. 4541 N.
SIQAREN
F. FEDDEMA
WAGENSTR. 67
l DEN HAAG
Telefoon 879
NIEUWSTE
MODELLEN
Heerenschoeisel vanaf
f 12.50
EEN BELANGRIJK, ACTUEEL BOEK
Nieuwe Richtingen in de Zielkunde
(De introspectieve psychologie van FREUD en JUNG)
door J. H. VAN DER HOOP
Het is zeer geschikt voor het grpote publiek, ook door de objectiviteit
waarvan het getuigt, al kiest de schrijver dan ook partij. Voor geestelijken,
menschen van het onderwijs van alle trappen, opvoedkundigen, allen die met
levend materiaal" hebben om te gaan, bevelen wij dit boek aan."
AIg. Handelsblad.
Het hoofdstuk dat over de ontwikkeling van het gevoelsleven spreekt,
is voor de praktische levenskennis het belangrijkste in dit werk en uit hoofde
daarvan verdient dit boek zeker een kring van lezers, wien het er om te
doen is ook zonder eigen wetenschappelijke scholing, een dieper inzicht te
verwerven van wat in jeugdige gemoederen voorvalt, tot beter begrip van
deze, en vaak ook van eigen verleden Het komt mij voor, dat het
gunstig oogenblik voor een gezond-populaire zielkundige voorlichting is
aangebroken en dat uit dien hoofde een behandeling als in dit hoofdstuk
verschaft wordt, nuttig is." B. de H. in Onze Eeuw.
Piijs slechts 13.95, sub. 14.95 - H.V. VAK LOGHUM SLATERUS & VISSER, Ainhem.
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiii iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii minimin iiiiiiiiiiiiiiiiimiiuiiimiiiiii
I BERGEN BINNEN. HET HUIS DE HAEMSTEDE" \
l Telefoon No. 10 1ste rangs Familie-pension i
l Heerlijk voorjaarsverblijf in de onmiddellijke nabijheid van l
boscli en duinen. i
illlMMillilMMHiiiililmniimiiiiiiiiiiliiii iiiiiiiniiii uiilii
iiiiiiiimiiiimi..
huis mede verdient, daar zal althans onder
normale omstandigheden het
standaardloon vanzelf de hoogte bereiken, waarop een
middelmatig groot gezin, uit man, vrouw en
3 a 5 kinderen bestaande, er van leven kan.
En zoo houdt dan dit loon: het absolute
gezinsloon, vanzelf rekening met de gezins
behoeften, al doet het aan alle arbeids
krachten eener bepaalde categorie gelijkelijk
uitgekeerd de(n) ongehuwde en
de(n)broodwinner of -winster van een kleiner gezin zich
ruimer, de(n) verzorger of verzorgster van
een grooter gezin zich minder ruim bewegen
dan degene, in verband met wiens behoefte
de arbeidsbelooning voor een bepaalde soort
prestatie haar evenwichtstoestand vond.
Het hierboven omtrent het absolute
ge'zinsloon gezegde is niet altijd waar. Er zijn
arbeidssoorten, bijv. vele vormen van seizoen
arbeid, waar het tijd- of stukloon hóger is
dan de behoefte van het gemiddeld gezin
vereischt; andere, en daartoe behooren de
ambtenaarsbetrekkingen, k die bij het
onderwijs, waar de weüde lager is dan de
norm voor die bepaalde prestatie; uitteraard
doordat ginds het aanbod van arbeidskrachten
extra prikkeling van noode heeft, terwijl
hier het beroep aantrekkelijkheid genoeg
bezit, om ook bij onvoldoende belooning
in voldoende mate te worden gezocht.
Tegenover het absolute staat het
reluKurhaus Jungborn-Dhonau" te
Sobernheim a/d Nahe b. Kreuznach.
Volledig pension, alles inbegrepen,
350 mark p. p. p. d. Eigen boer
derij. Uitstekende Keuken. Rus
tige ligging Schitterende omge
ving. Inlichtingen (ook Hollamdsch)
, bij de Directie.
lieve gezinsloon". En nu zou de verdedigster
van een bezoldiging mét aanzien der sekse, op
grond van de gezinsverplichtingen van den
huisvader, hebben aannemelijk te maken,
dat dit laatste stelsel, den man hooger
beloonend in zijn hoedanigheid, hetzij van
echtgenoot (door huwelijkstoeslag), hetzij
van vader (door kindertoeslagen), hetzij van
waarschijnlijk toekomstig gezinsformecrder
(door hoogere salarieering van den beginne
af), boven het systeem van het absolute
gezinsloon ae voorkeur verdient.
Dat zou haar ongetwijfeld moeilijk vallen.
Immers: loon naar prestatie, logisch en recht
vaardig, biedt eenerzijds het economisch
voordeel, dat het waardevermeerdering van
den arbeid in de hand werkt, waardever
mindering van den arbeid voorkomt; ander
zijds het zedelijk voordeel, dat het den werk
gever belet, ten bate zijner beurs misbruik
te maken van de grootere weerloosheid der
vrouw, die haar haren arbeid nog altijd tegen
te lagen, tegen ongelooflijk lagen prijs doet
aanbieden.
Terwijl het loon-naar-(vermeende)
belioeftesysteem - onrechtvaardig, en onlogisch,
waar ieder verband tusschen arbeidspres
tatie ner gehuwden staat en kindertal ander
zijds ontbreekt ?-- vooreerst nooit consequent
kan worden doorgevoerd; bovendien geen
waarborg biedt dat het hoogere loon inderdaad
Motor- en Zeiljachten
TE KOOP, In diverse grootten en prijzen.
Lijst van In commissie staande vaar
tuigen gratis en franco toegezonden.
BINGHAn * LUGT
AFD. JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
Boeken zijn veel
minder in prip
gesleqen dan andere
dinqenvan
daaelijksch qebruiK.
CHENARD&WALGKER
NASH M. A. N.
Automobielen on Vrachtwagens
N. V. Automobiel Mij. HET CENTRUM"
Parkstraat 91a - 's-Gravanhaga
Tel. Haag 3569
Lunch i 2.50 ? Diner i
5.Salons voor aparte Familie-Diners
FIAT AUTO'S het BEROEMDE MERK l
TORPEDO'S
4 cyl.f 4 xitpl. type SOI f 5.200.
4 6 SOS ,f 7.000.
6 6 S1O 9.000.
6 4 Sport //.000.
Alle compleet mot MICHELIN luchtbanden,
a f neem b. wielen, reservewiel met band,
Snelheidsmete r.
LEONARD LANG :-: Stadhouderskade 114 :-: Amsterdam
ten behoeve van Het gezin worat besteed;
en ten overvloede nog tal van tastbare
nadeelen met zich brengt, waarvan hier déze
twee mogen worden genoemd: physieke
schade voor de nder den norm bezoldigde
vrouw, niet bij machte, zich van haar geknot
salaris behoorlijke huisvesting, voldoende
voeding, rust en noodzakelijke ontspanning
te . verschaffen; maatschappelijk gevaar in
dezen vorm, dat de goedkoopere kracht:
de vrouw of de ongetrouwde of de huisvader
met weinig of geene kinderen, uithoofde dier
relatieve goedkoopte een voorsprong krijgt
en ongewild tot onderkruiper of
onderkruipster wordt gedoemd. . . .
Mw. Co hen Stuart heeft van de questie,
die zij behandelt, den omvang gemeten noch
dedieptegepeild. Zij wijdt bijna de helft hurer
brochure aan een vraagstuk, dat met het
onderhavige geenerlei verband houdt: de
al dan niet wenschelijkheid, dat de onderwij
zeres hij huwelijk in de school gehandhaafd
blijft; terwijl de vraag, waar zij haar geschrift je
naar betitelde, slechts oppervlakkiglijk wordt
aangeroerd. Daarbij beperkte zij zich nog tol
het gebied van het onderwijs, wat een
allerongelukkigste keus moet \\orden genoemd.
Want de door haar gewraakte gelijkheid
van bezoldiging bestaat juist daar niet,
alleen de ongelijkheid wordt naar haar oordcel
niet vroeg genoeg begonnen en niet vergenoeg
doorgevoerd. En daarbij is juist dat n der
vakken, waar, doordat de staat speculeert
op de aantrekkingskracht van het nobile
offidum", de belooning de hoogte van het
absolute gezinsloon niet bereikt.
Ware dit wel het geval, wij zouden de
onderwijzers met een klein of middelmatig
gezin niet, zooals thans maar al te vaak,
fatsoenlijke armoede zien lijden. Ook dan
zuil ongetwijfeld het groote gezin moeite
hebben om rond te komen, de ongehuwde
zich ruim kunnen bewegen. Maar in die onge
lijkheid van omstandigheden- ? zich eveneens
voordoend waar de n wél, de ander gén
vermogen bezit; de n niet, de ander wél
met ziekte van vrouw of kinderen te kampen
heeft kan m.i. niets onrcchtvaardigs worden
gezien. U ven min als in de ongelijkheid in
uiterlijk, geestesgaven, karaktereigenschap
pen waardoor de onderscheiden leden
iiilllMiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiM
DE HEER REINIER VERBEEK
EN DE WATERVOORZIENING.
Schrijver dezes heeft onlangs.1) een zoo
objectief mogelijk gehouden overzicht ge
geven van de geschiedenis der watervoor
ziening in ons land. Hoewel het niet gebleken
is, dat de heer Reinier Verbeek op de gebeurte
nissen in qtiaestie invloed van beteekenis
heeft uitgeoefend, moest genoemde heer daarin
ter sprake komen. In verband met aard en
de strekking van dat opstel, mocht dit echter
slechts in een noot geschieden. Schrijver dezes
meent echter, dat het hoog tijd wordt, dat
de rol, die de heer V. op dit gebied bij voort
during speelt, voor het groote publiek -?de
deskundigen weten het - eens duidelijk wordt
uiteengezet. Waaraan men zich daarmede
blootstelt, leert het onderstaande voldoende.
Maar een moet zich opofferen.
Wat de heer V. beweert, is bekend. Hij
kondigde in 1003 een in ons land van oost
naar west gerichte ondergrondsche stroom
van artesisch water aan" en herhaalt dit tot
op den huldigen dag in dagbladen, bro
chures, verzoekschriften enz. De Minister van
Binnenlandsche Zaken zeide April 1021 met
het oog op het bekende onteigeningsontwerp:
De regeering kan zich niet-vereenigen met
een uitstel om deze eenvoudige reden: alle
Nederlandsche deskundigen, behalve de heer
Verbeek, zijn het eens". En hij weigerde om
in te gaan op het verzoek van den heer Ver
beek, om naar een niet-Nederlander te gaan
zoeken. En die deskundigen zijn niet de eerste
de beste. Wij noemen slechts: Prof. Dubois,
prof. Molengraal'f, dr. Lorié, -de heeren
v. Oldenborgh, van Hasselt, Pennink, Stang,
de vergadering van het K- Inst. v. Ingenieurs,
die Pennink de Conrad-medaille toekende,
dr. Pareau enz., allen hebben meer dan eens
een veeg uit de pan van den heer V.ontvangen.
Zij begrijpen niets van die groote ontdekking.
Eigenaardig is de taktiek van den heer V.
De persoon, op wie een aanval in voorberei
ding is en dat is vrijwel ieder, die over de
zaak het woord neemt en niet eindigt met een
huldebetuiging aan den ontdekker van dien
grooten stroom ontvangt een honigzoet
briefje met het vriendelijk verzoek, om een
of ander, dat hij schreef toe te lichten. Zoo
komt aan den dag, waarop de aanval gericht
kan worden. In den oorlog is het zeker ge
oorloofd zoo op te sporen, waar 's vijands
kanonnen gepfaatst zijn. Men tracht hen op
een troepje verkenners te doen vuren. In de
litteratuur heeft men andere gewoonten.
Enkelen loopen er in. Velen antwoorden niet.
In beide gevallen worden zij aangepakt. Het
krijgsrumoer is van 1003 af niet van de lucht.
In 1003 kwam de openbaring. Bij een
putboring werd opgemerkt, dat de smaak van
dat water verschilde van dat in huis en dat het
ongeveer 20 cM. in de bron buis hooger stond
dan het omringende grondwater.
Dat was het geboorte-uur van den machtigen
ondergrondschen stroom zoet water, die, van
verre uit het oosten of Z'. oosten komend,
dwars door ons land onder de duinen door
de zee bereikte. Laat iemand nu eens onder
nemen om dien stroom te ontkennen. Hij
krijgt met mij, Verbeek, te doen. Het
Rijnwaterplan, in den Amsterdamsclien Raad in
behandeling, had terstond geabandonneerd
moeten worden. Ik heb gesproken. Wie
schetst echter mijn verbazing, toen uit de
courant bleek, dat mijn brie! ook niet den
minsten indruk gemaakt had".
Dat was hard, te meer daar achtereenvol
gens een lange reeks van deskundigen er
eenvoudig over zwegen en hun eigen weg
gingen. Dat zou ze opbreken ! Dat onder
vond prof. Dubois, die nog in 1005 niets van
den toestand in de duinen begreep en er ook
later niet achter kwam; die dan ook niet los
gelaten zou worden tot op den dag van heden.
Dat ondervond de Ainsterdamsche commissie,
die in April 1005 haar rapport uitbracht. Zij
heeft niets geleerd. Men stoot telkens bij
de gevoerde argumentatie op de meest moge
lijke verwarring van denkbeelden". Na twee
jaren technisch onderzoek praat zij er over
heen". Dat ondervond de ingenieur van
Hasselt. Hij heeft zich blind getuurd op het
duin, evenals anderen ook trouwens. Hij
heeft getoond niet te begrijpen, dat het
duinwater een geheel ander is als het artesische".
Dat ondervond Pennink, die zijn door
diepboringen verkregen succes toeschrijft aan
de door hem ontdekte nieuwe natuurkracht".
Prof. Dubois redeneert anders, maar zoo
verward, dat men, hem lezende, slechts tol
de overtuiging kan komen, dat ZEd. uu, na
zeven jaren, de kwestie nog niet begrijpt".
Dat ondervond de vergadering van inge
nieurs van het Koninklijk Instituut, die den
zoo verdienstelijken Pennink ten onrechte de
Conrad-medaille" toekende. De heer Verbeek,
de uitvinder van dien (on)bekenden
zoetwaterstrooni, had die moeien hebben.
Dat ondervond Lorié, onze kundige geoloog.
Wil iemand dr. L. au sérieitx nemen en aan
?/ijii opmerkingen eenige waarde hechten,
dan zij dit zoo; Lorié, die in de Nieuwe Cou
rant" van 17 Januari 1014 meent een einde
gemaakt te hebben aan de malligheid mijner
windliypothese. Wat Loriéschreef, heef! nog
meer de urgentie aangetoond, dat Amster
dam eindelijk eens van onpartijdige en wer
kelijk bevoegde zijde zich omtrent den toe
stand van de watervang te Zandvoort laat
voorlichten".
Dat ondervonden dr. Pareau met zijn boek,
Pennink en Stang met hun rapporten, dat
ondervond het Rijksbureau van watervoor
ziening, dat aangevallen werd in den persoon
van den heerv.Oldenborgh,dat ondervond nota
bene de heer Waterschout van der Gracht,
de grondige kenner van de diepe grondlagen
ten onzent, een collega mijningenieur, die
een afzonderlijke nota indiende ten betoog e,
dat aanboren van artesisch water in de
watervang te Zandvoort een mythe was.
De ingenieur W. v. d. Gr. praat anderen na,
vermeldt geen enkel feit of argument, waar
van de heer Verbeek de onjuistheid niet reeds
heeft aangetoond. Dat ondervond de Koninkl.
Acad. v. Wetensch. waarvan het advies werd
aangevallen, dat ondervond in n woord ieder,
die over de /.aak schreef en niet eindigde niet
een eeresaliint te brengen aan den uitvinder
van den machtigen ondergrondschen stroom,
met zijn onuitptittelijkeil \\atervoorraad.
Is het wonder, dat velen tier talh.oze aan
gevallenen de gal overliep. Dat van Hasselt,
loeu V. door photo's vastgelegde
waarneiningen eenvoudig ontkende, schreef: ,.Nu
nog mooier... . en nu zegt de heer V. alleen
omdat hij die waarneming niet begrijpt, de
menschen liegen of zijn gek.... en nu is de
heer V. van meening, dal ook dat
pliottigraphietoestel gek geworden is,en ten pleiziere van
den heer Pennink een verkeerd beeld heet!
gegeven. Met dergelijke argumenten wanhoop
ik aan het nut van eenige verdere discussie".
Loriévoegt den lieer Verbeek toe: Ik geloof,
dat het voor u het beste is, eenvoudig te
zwijgen".
Trouwens de wapenen van den heer V. waren
niet altijd van edel allooi. De tegenstanders
stonden zedelijk zoo laag. Zij luisterden wel
naar zijn woorden en deden wat Mij voor
schreef, maar gingen strijken met de eer, die
zij wisten, dat den heer V. toekwam. Niet
tegenstaande et' gehandeld werd, zooals ik
aangegeven heb dat gehandeld moest wor
den.... erkende de commissie dit niet en
praat eroverheen". De heer Stang heeft zich
gehaast, om mijne ontdekking van de aan
wezigheid van artesisch water in den bodem
te benutten". Op soortgelijke wijze handelde
Pennink, die het aanboren van het mode water
uit het diluvium, dat Amsterdam redde, aan
eigen initiatief toeschreef, terwijl hel toch
het door V. aangewezen artesische water was.
Prof. Dubois herriep een verklaring na kennis
genomen te hebben van een open schrijven
van V. zonder hem te noemen. Van Hasselt
moest den heer V. er yp wijzen, dat hij Pen
nink iets liet zeggen, wat hij nooit zoo gezegd
had en hem dan aanviel. Het boekje van
Pareau is geheel ter verheerlijking van den
heer Stang geschreven. Verbeek wenscht een
alleszins betrouwbaar oordeel van
huiteiilandsche deskundigen. Dubois zou dat niet
gaarne zien. De proff. Molengraaf feu Dubois,
die liet niet langer legen Verbeek's argu
menten kunnen volhouden, trachten de zaak
over een anderen boeg te werpen, ten einde
zich op deze wijze zoo mogelijk uit de ver
legenheid te redden zonder ongelijk te moeten
erkennen".
Hebben wij hier vór ons een wetenschap
pelijk man, die alleen de waarheid zoekt of is
het hier eenvoudig om eigen glorie en
rechthebberij te doen V De lezer beantwoorde zelf
de vraag. Hebben anderen door clandestien
te doen wat de heer V. aangaf het vaderland
dan toch gered uit den waternood? Dit had ook
het geval kunnen zijn met den zoutnoud. De
heer V. heeft ook een artesische zontwater
strooin ontdekt, afkomstig van de in het
Oosten van ons land aangetroffen
zoutbeddingen. Hij heeft aan de Regeering voor
gesteld om dat zout door gradeerwerken te
winnen. De geraadpleegde autoriteiten wilden
er niets van weten, het zou de aanwezigheid
van het zoo hardnekkig geloochende
arteCADILLAC
Het Meesterstuk der Autotechniek
Importinr: K. LANDEWEER, UTRECHT
eener maatschappelijke groep boven elkander
bevoorrecht ' kunnen zijn ....
Zér onrechtvaardig daarentegen moet twee
ërlei belouning voor eenzelfden arbeid worden
geacht.
Dat dit ondeugdelijke stelsel tusschen 1010
en 1Ü21 zoo sterk veld won, vindt zijn oorzaak
in het feit, dat onder de zeer abnormale om
standigheden dier jaren de /oonstijging niet
voor alle categorieën van arbeiders gelijken
tred kon houden met de enorme pn'ysstijging,
zónder dat er een tézware druk werd gelegd,
voor de ambtenaars-salarissen op de belas
tingen, voor de arbeidersbonen op het bedrijj.
Vandaar dat het grondsalaris beneden, niet
zelden zelfs belangrijk beneden het absolute
gezinsloon bleef, en toeslagen van allerlei
aard moesten worden toegekend aan hen,
wier behoefte" men het grootst oordeelde.
Moge Nederland, staat en maatschappij
beide, spoedig tot het inzicht komen, dat een
dergelijke loonpolitiek ten hoogste ais nood
maatregel mocht worden geduld, maar thans
heeft plaats te maken voor het stelsel van
loon naar prestatie", gelijk loon voor
gelijken arbeid", bezoldiging van den arbeid
en niet van den arbeider", of met welken
anderen, altijd gedeeltelijk onjuistcn, term
men deze juiste wijze van arbeidsbelooning
wil betitelen.
A N N A F t) L A K
Illlllllllllllll llllllllltlillllllllllllllMIIIIHIIIIIMlIII
sische water helpen bewijzen", Een weinig
zout bij zooveel water ware niet kwaad ge
weest; misschien was er een korreltje Attisch
zout bij, dat hier 7.00 geheel (uitbreekt. Het
is wel hard, dat allen zoo samenspannen tegen
n menscli. (ioethe geeft troost. Die wenigen,
die was davon erkannt, Die thöricht g'nug
ihr volles llerlz nicht wahrten, Dein Póbei
ihr (iefiihl,.ihr schauen offeiiharten, Hat man
von je gekrcuzigf und verbrannt".
l leeft de lieer Verbeek als een tweede
Simson inderdaad het geheele leger van zijn
vijanden verslagen V Wij willen den lezer die
er zich eenige moeite voor wil getroosten, in
staat stellen, om een antwoord op die vraag
te geven, die hier natuurlijk niet in extenso
behandeld kan worden. Nagenoeg het eenige
iirgunient dat in alle geschriften van den heer
V. terugkeert, is dat men bij diepnoringen
in de duinsireek waargenomen heeft, dat het
water in de huorbiiis eenige centimeters
hooger stond dan het peil van het grondwater
in de omgeving. Dit verschijnsel nu is her
haalde malen door deskundigen verklaard op
grond van plaatselijke omstandigheden met
behulp van de wetten der hydrodynamica.
Reeds in l'Ju7 wees de heer Van Hasselt er
op, dat, wanneer men een vertikale boring
verricht in dat gedeelte van een watergevend
terrein, waarin de lijnen van gelijken drnj<
gebogen zijn, dan zai men uit den aard der
zaak op onderscheiden diepten lijneu van
ongelijken druk ontmoeten en dus verschil
lende waterstanden in de boorbuizen aan
treffen. Hij wees daarbij op de proeven van
Pennink, die op eenzelfde plaats in den bodem
van een draineerkanaal een aantal
boorbuizen naast elkander plaatste en den water
stand er in mat. Men moet rekening
houden met de beweging, waarin liet water
overal in de duinen verkeert.
Later hebben de prof. Molengraaf!' en Dubois
een verklaring gegeven van in de boorbuis
opstijgend water, dat zich in de duinen
veelvuldig voordoet, Ook zij vatten hierbij
stroomend water in hel oog, dat zich onder
een weinig uitgestrekte waterkeerende laag
bevindt, waaronder grof zand, dat het water
gemakkelijk doorlaat. Het plaatselijk voor
komen van onder druk verkeerend water in
de duinstreek wordt dus door niemand ont
kend. Ontkend wordt, dat de verklaring van
dit verschijnsel vereischt het aannemen van
den Vcrbeek'schen van verre komenden
stroom artesisch water. Alle boringen, waar
onder tot 300 M., hebben aangetoond, dat
het diepe water in de duingebieden naar het
oosten afstroomt. Zij geldt ook voor alle
tot nu toe onderzochte diepten (tot 300 M.) ook
voor het ondel het zoete water voorkomende
zoute water". Verbeek's onderstelling....
wordt dus door geen enkele der tot nu toe
waargenomen feiten bevestigd 2). Dit is af
doende. De heer Verbeek kan het Heine
nazingen :
Verlorner Posten in dein Wasserkriege,
Hielt ich seit zwanzig Juhren treulich aus,
Ich kampte ohne Hott'nung dasz ich siege,
Ich wuszte nie konitn' ich gesimd nach Hans.
Niemand heeft er blijvende schade bij .ge
leden. Van bet groote aantal van hen, die viele
door de hand van den heer Verbeek, kan
men zeggen: qu'il se portent assez bien".
Als de heer V. ook schrijver dezes, die totaal
onbevoegd is en er niets van begrijpt, een
plaats geeft in het illustre gezelschap, waarbij
nagenoeg allen behooren, die ten onzent gezag
hebben op hydrologisch en geologisch ge
bied, zal hij tevreden zijn. Ook van hem geldt
dan qn'il se porte assez bien". En dit des te
meer, als het doel van dit schrijven bereikt
is, dat voortaan niemand, die op dit gebied
wat te zeggen heeft - en geen lust heeft een
kuiebuiging te maken voor den grooten uit
vinder van den machtigen artesischen
ondergrondschen zoet- en zontwaterstrooin, zich
dwars door ons land van het Oosten een
weg banend naar de zee -- zich meer laai
weerhouden door de gedachte, dat hij daarna
den heer V. van zich heeft af te schudden.
l lij weet nu in welk gezelschap een aanval
hem brengt.
Den I laag.
1) Zijn opstel in de aflevering van Mei en
Juni 1022 van De Gids", over de water
voorziening in ons land voorheen en thans".
De aanhalingen in den tekst zijn nagenoeg
alle ontleend aan de geschriften van den heet
Verbeek. De plaatsruimte laat niet toe, ze
alle aan te halen.
2) Praeadvies van de Kon. Acad. van
Wetensch. door G. A. F. Molengraaf!' en Eng.
Dubois, bladzijde 5. Schrijver dezes heeft vór
zich liggen de uitkomsten van 8 boringen bij
de watervang der Amsterdamschc
Diiinwaterleiding op plaatsen van 1000-8000 M. land
waarts van de kustlijn met daling van hel
diluviaie water van 1.03?0.15 + A. P. en
dan van 0.24?0.86 A.P. Boringen te luie
(Gelderland)stad Utrecht (abattoir), Woerden,
Breukeleu en Weesp op diepten van resp.
25 M.?A. P., 18 M. N. A. P., 33.(i M.
N. A. P., 53.06 M. N. A. P. en 70 M.
N. A. P. gaven resp. een stijghoogte van de
stijghoogte van het diluviaie water van Hi.10
M. + A. P., O M. + N. A. P. 0.02 M. N.
A. P?1.58 M.?N. A. P., Uit) M. - N. A.
P. De hoogte van het maaiveld was te Cue
23.10 M. + A.P., te Woerden 0.88 M. + A. P.
Het grondwater stroomt dus overal van
de hoogere gronden naar het lage polderland
toe. Van een geleidelijke afneming van de
stijghoogte van het diluviaie water van tuist
naar west, wat de hypothese van den heer
Verbeek eischt, is dus geen sprake. Dit blijkt
uit de cijfers voldoende, al zijn de boringen
niet alle gelijktijdig gedaan.
De heer Vliegen zeide in de Eerste Kamer,
dat de hoogte, waartoe het grondwater in
een boorpijp moest rijzen landwaarts ingaande,
wel zou moeten stijgen tot 2, 3, 4 enz. M. +
A. P. als onontbeerlijke eisch voor een e water
beweging in de richting van de duinen. Is dit
niet het geval, dan is zoodanige beweging
absoluut onmogelijk. Vergad. Eerste Kamer
van 20 December 1021, bladz. 244.