De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 8 juli pagina 5

8 juli 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

8 Juli '22. No. 2350 DE AMSTERDAMMER, WEEKBL'AD VOOR NEDERLAND. EEN HISTORISCHE DAG De stemming voor de Tweede Kamer is afgeloopen. Voor het eerst hebben wij, vrouwen, medegemaakt de sensatie van het kiezen. Wij hebben gevoeld de verantwoorde lijkheid van het uitbrengen onzer stem op een bepaalde partij of persoon. Eén stem ! Hebben wij genoeg doorgrond, dat dezeéne stem ons geheele volk ten goede moest ko men? Er zijn vele vrouwen geweest, die op gezag van anderen haar keus hebben bepaald. Er zijn vrouwen geweest, vele, vele, die zeiden: daarover denk ik niet na, ik stem als mijn man". Maar er waren otk een groot aantal vrou wen die zelfbewust de verantwoordelijkheid van het uitbrengen van haar stem onder de oogen zagen. Zij kwamen vreemd te staan vór de taak waartoe zij werden geroepen, vreemd vór al de candidatenlijsten, vreemd vór elke partijtaktiek, vreemd in het politieke leven, waarvan zij zich altijd verre hadden gehouden. Hebben al aie vrouwen goed gestemd, d.w.z zijn zij zelve tevreden met de door haar uitgebrachte stem, waarvan zij nog ternau wernood de waarde beseffen?. De vrouw had in de velepartijgroepen te kiezen tusschen de zaak: dus stemmen op Nr. l van de lijst, of de persoon: dus evengoed stemmen op een lager Nr. In beide gevallen onderschreef zij door haar stem het partijprogram onder wiens vaandel de naam van den candidaat, vrouw of man, stond. Overtajnjk zijn de vrouwen die zich daar van nog geen rekenschap hebben kunnen geven, die alleen de vrouw" in de Kamer wenschten vertegenwoordigd te zien, maar nief aangesloten waren bij eenige kiesvereeniging, zelfs nog geen kleur hadden bekend. De candidaatskeuze van die vrouwen werd zuiver bepaald door individueele eigenschap pen. De stem ging op de vrouw die h.i. het best in het college van mannen paste en dus met het meeste succes alle vrouwen belangen zou kunnen behartigen. Was dit goed gezien? Wellicht! Wel licht ook niet ! De tijd zal het leeren. In de Tweede Kamer zijn thans gekozen meer vrouwelijke leden 1). Die vrouwen, van uiteenloopende richting, hebben een zér verantwoordelijke, moeilijke taak te aanvaar den. Zij zijn na de beiden die reeds in ons parlement zitting hadden, de wegbereidsters van een nieuw tijdperk in ons vrouwenleven. Haar arbeid zal den grondslag leggen tot beter begrijpen en meer waardeeren van vrouwelijk inzicht door een gezamenlijk arbeiden van mannen en vrouwen ter ver betering van sociale en economische toestan den en het scheppen van een meer zuinig, taktvol landsbeheer. Aan alle vrouwen in ons parlement een welkom ! ELI s. M. ROGGE 1) Het juiste cijfer is bij het ter perse gaan van dit weekblad nog niet op te geven. BABBELTJE. KLEUR EN STEMMING. Hoe sterk een kleur onze stemming beïn vloeden kan, weet ieder. We denken" heel anders in onze blauwe morgenjapon, dan in ons modieus vlam-rood avondtoilet! Het verschijnsel is niet nieuw ! U wist natuurlijk dat de componist Glück zich bij voorkeur ' in een fluweel bronskleurig ridder-gewaad uitdoste wanneer hij zich tot componeeren zette. En Balzac beweerde, dat hij uit den stijl van verschillende zijner tijdgenooten kon opmaken, of zij hun woorden neerpenden IHIIIIIIII i liiiiiiiiniimMliliif minimin urn m HERSTEL Twee jaren van abnormale droogte en een nog al sterke konijnenbevolking hebben op de hooge gronden van Nederland groote schade toegebracht aan den plantengroei. Zonder de droogte zouden de konijnen niet meer ge hinderd hebben dan gewoonlijk en zonder de konijnen zouden de meeste van onze wilde planten de droogte nog wel doorstaan hebben. Maar die twee tegelijk dat was te erg, te meer daar onder deze omstandigheden strenge vorst en late lente ook een noodloftigen in vloed hadden. In den zomer van 1921 zagen wij dan ook zoowel in de heidestreken als in een grauw huisjasj'e, of een fantastisch zij'den gewaad. Een Amerikaansche actrice, Miss Peggy, O'Neill heeft een soort van; wetboek van kleuren voor bepaalde stemmingen aangelegd, en wellicht interesseert het onze lezeressen te weten, wat hare bevindingen, die wij hier vrij weergeven, zoo om en nabij zijn ! Miss Peggy dan converseert met haar men schen, en vraagt: Houdt u van kleuren? Hebt u wel bemerkt, hoe verschillende kleuren uitstekend passen bij verschillende stemmingen? Hoe vriendelijk en vredig voelt u zich, nietwaar wanneer u een lieve" blauwe j'apon aan hebt, met een weinig oude, trouwe kant gegarneerd ! ? Wanneer u dan zoo zitjn een kamer, waar een warm blauw domineert, dan hebt ge voor 't oogenblik met alle onrust afgedaan ! Denk aan schilderijen, die ge kent ! Herinnert ge u niet, dat de kunstenaar, waar hij gods dienst, vrede, schoonheid wilde aanbrengen, steeds zich bediende van een blauwen toets? Laat ons even poëtisch worden ! Welk een vrede geniet de blik, wanneer hij waart over een veld korenbloemen, of wanneer hij opziet ins tiefe blau, voll wundersame Tra'ume" van den hemel , Het blauw geeft een gevoel van rust.... En dus, zegt het aardig actricetje, dat graag haaBunedemenschen goed doet: En dus moet u, in, twee, drie uw blauwe japon aan trekken, wanneer uw zenuwen overprikkeld zijn, wanneer ge met u zelf geen weg weev, wanneer het geringste bewijs van over spanning" zich voordoet. Als ik dokter was, verklaart miss Peggy, zou ik zeggen elke vrouw moet een blauwe japon hebben. Och, en er zijn zooveel tinten l Zooveel snoezige nuances" 't Is heusch geen straf.... Tusschen het felle pauwen-blauw en het nieuwe zachte blauw, dat Mary-blauw heet, omdat, het de lievelingstint der pasgetrouwde prinses Mary Viscountess Lascelles is, liggen zoovele schakeeringen. Voor elke vrouw is er wel n blauwe nuance, die haar kleedt. Zijt ge een opvliegend persoontje? Zijt ge, wat men noemt: een bundel zenuwen, gelijk dat tegenwoordig zoo'n heel klein beetje in de mode is? Denk dan ook aan de blauwe kleur bij de inrichting van uw eigen kamertje. Een blauwe versiering in het eigen hol, kan de kamer maken tot 'n heiligdommetje, waar ge tot u zelf kunt inkeeren. Se recueillir" zegt de Franschman. Blauw troost zooals schaduw troost, na schel licht.... En dan ineens denken we aan geel? Geel ! Met die kleur komt er een gedachte van zonneschijn, lachen.... vlammengloed m het brein op. Geel is de stimuleerende kleur. Zijn de lieve zonne-, de lentebloemen, de vlamspitsen niet geel ? Leven en levendig heid, opve eren de gedachten,geestige woorden, dat alles suggereert het geel.... Miss Peggy zou dan ook verlangen, dat men gele, oranje en vlam-nuances in de kleeding zou kiezen, wanneer men neerslachtig is. .,Zorg, dat ge oranje-kleurige kussens bij donkerkleurige gordijnen, en oranjekleurige pulletjes in uw kamer hebt en zelf een gewaad draagt, dat u gelijken doet op een bewegende vlamme en ge zult u zoo opgewekt voelen, als ge maar wenschen kunt", roept Miss Peggy tot de melancholieke zielen. Want zij is er vast van overtuigd, dat eens menschen stemming tegemoet gekomen kan worden, door de kleuren, welke die mensen draagt, en waarmee hij of zij zich omringt. De verlegen, tot de pressie geneigde naturen raadt zij aan: ge denkt de stimuleerenoe tinten (rood, oranje, en geel), en ge zult vroolijker van humeur zijn. Maar de menschen met 't overstroomende temperament waarschuwt zij er voor. Voor hen, die al levendigheid zijn, zijn de kalmeerende tinten als groen, blauw en violet, als aangewezen". Natuurlijk komen ten slotte ook de over wegingen der actrice vjor den dag. En.... aangezien wij allen een weinig tooneelspeelster op dit ondermaansche zijn, zullen wij zeker niet de bevindingen van Miss Peggy verKLEEDING VAN DE MAAND Teekening voor ,,de Amsterdammer" van Marietje Heyligers Drinkt SIPKES' Limonades. Smaken zuiver en verfrisschend. in het duin heele plantengemeenschappen afsterven. Menig perceeltje jong bosch moest er aan gelooven en zelfs in het eiken- en berkenhakhout zagen we overal doode strui ken, zonder recht te begrijpen waarom de eene struik wel en een andere vlak er bij niet moest afsterven. In het najaar van 192J bleven tal van zaden rusten, die anders zouden ontkiemen en met dat al was de tafel voor de grauwe knagertjes zeer schaars gedekt. De gewone konijnen wei de schoot dra te kort en reeds lang voor Kerstmis, eer vorst of sneeuwval hen er toe kon nopen, gingen de konijnen zich voeden met boomschors. In gewone jaren maken /.ij nog al onderscheid, maar nu moest zoowat alles er aan gelooven; alleen de. Oostenrijksche dennen bleven ge spaard. Voor het overige werden alle stammetjes en twijgen met een middellijn kleiner dan 6 c.M. volkomen kaalgeschild tot een meter boven den beganen grond. Sommige gunstig geplaatste struiken werden geheel van hun schors beroofd en stonden als witte spoken in het bosch. Dat doen de jonge Tennisjaponnetje van witte voile met geplisseerde strookjes gegarneerd smaden. Wil een meisje, wil een vrouw een indruk van lieftalligheid, van eenvoud maken? Laat zij zich an in zacht blauwe, zacht roze tinten (geen pcppenge tinten !) kleeden. Zachte pastei-nuances wijders, geven de verschijning een waas van ernstige, bekoor lijke geheimzinnigheid en voornaamheid, ter wijl vlam-tinten en oranje-getinte stoffen, beter zich aanpassen aan wat Miss Peggy noemt: het Vampier-type". Kleur wekt wel degelijk een indruk van karakter, en ?wij kunnen 0113, aan hen die kijk op de dingen hebben, onbewust verraden, door de kleuren die wij dragen. Er kan met zacht groen een onmiddellijke associatie samengaan, met een bloeienden boomgaard in Mei. Terwijl de keuze van een rijke jade-tint, den geest verplaatsen kan naar een Oosterschen harem.... Natuurlijk wil Miss Peggy de rijke kleuren, niet alleen aan vampiers en slavinnen" overlaten .... Neen laten wijzeaantrekken," roept zij uit.... zoodra onze stemming er naar snakt. We krijgen er ons zelfvertrouwen door terug, bevechten er het booze geestje der zwartgalligheid mede. Of ook wel, hervinden in een pastelkleurige japon, den vrede, die zoo dikwijls zoek is in onze dagen !" Lieve lezeres, als ge uwe garderobe eens doorkijkt, met liet oog van Miss Peggy", moet ge wel bevinden, dat er veel waars in hare bewering steekt. Nietwaar? Y v o N N E DE T E s s A N DE SCHOONE SLAAPSTER Wij allen kennen het sprookje van de schooue slaapster, de prinses die, door het noodlot in slaap gebracht, moest wachten tot de prins die haar liefhad boven alles ter wereld, haar kwam bevrijden. Het werd ons verteld toen wij veel te jong waren den inhoud te begrijpen; maareen zekere bekoring gaat toch van dergelijke vertellingen uit, zoodat iedereen ze onthoudt en er soms later een diepere beteekenis aan geeft. Zoo dacht ik dezer dagen: Gelijken wij menschen, maar vooral wij vrouwen van den tegenwoordigen tijd, die er maar al te gemak kelijk aan gewend zijn geraakt haar gedachten bijna uitsluitend over materieele dingen te laten gaan, niet veel op dien pnns; zien de meesten van ons niet verlangend uit naar een verborgen schat, die aan ons leven een hoogere waarde zal geven en ons heen zal helpen over de moeilijkheden van het oogenblik? En zijn ook wij niet in staat dien schat te vinden, veel dichterbij dan wij misschien vermoeden, als wij maar den moed en het vertrouwen bezitten, die maken dat wij ongedeerd door den doornenhaag heenbreken? In ons-zelve sluimert het allerschoonste, het allerbegeerlijkste goed der aarde, dat enkel wacht op bevrijding om ons tot eeuwi gen zegen te worden. Maar de dichte door nenhaag van conventie en sleur houdt het verborgen. Toch weten wij van zijn be staan; alleen de moed ontbreekt ons en aan velen ook het verlangen om het te bemach tigen. Het is de eenvoudige vreugde, het eenig onvergankelijk geluk wat ons in dit aardbestaan werd meegegeven: de levensblijheid, die het kleine wezentje in de wieg zoo aandoen lijk maakt de opgetogenheid, die ons doortrilde toen we, kleine peuters nog maar, speelden in den open zonneschijn en die we als een groote vrede over ons voelden komen toen we als jong meisje 's-avonds opzagen> naar den tijdloozen glans'der sterren. Wij kennen haar allen ook nu nog in de ontroering, die een waarlijk kunstwerk in ons wekt en als straks de eerste lentedag zijn onvergelijkelijke weelde over de aarde spreidt, dan voelen wij wel dat onze jonge blijheid niet gestorven is en in ons hunkert naar bevrijding. Dan weten wij wel dat zij meer waard is dan alle denkbare maatschap pelijke genoegens en wij doen wel even ons best haar te behouden. -. Maar een cynisch woord van een mede mensen, een kleine ergenis of een minder aangenaam werkje zijn in staat ons haar nabijheid weer te doen vergeten; dan willen wij niet zien dat ons leven, ja ook het meest alledaagsche leven ons altijd weer bij haarwil brengen. Want de zuivere goedheid, de werkelijke schoonheid blinkt telkens op in anderen vorm, omringt ons overal. . . . alleen wij zijn niet eenvoudig genoeg om ze te ont dekken. Ons leven is zoo in-gewikkeld, dat wij zijn waren kern nauwelijks meer kennen. Wij zijn eraan gewend geraakt, iedere stilte te vullen met onbeduidende praatjes, iedere diepere gedachte weg te lachen om dan, wanneer we allén zijn en ons masker af leggen, weg te zinken in een afmattend en noodeloos getob over wat de toekomst aan moeilijkheden zou kunnen brengen. De uiterlijke schijn van het leven vraagt vél te veel van onze aandacht en bezorgt ons, behalve soms wat verlammenden trots en in beelding, heel wat jalouzie en vernedering, ergernissen en vermoeiende beslommeringen, die onze veerkracht breken en ons ons zelf vertrouwen ontnemen. Toch, als wij werkelijk verlangen naar de eigen sereene vreugde en haar stellen boven de tijdelijke bevrediging van wat leeg succes, kunnen wij wel tijd vinden om af en toe alleen te zijn en rustige gedachten in ons te verzamelen ??vanzelf zal dan het welda dige vertrouwen groeien en onze vele grietjes en teleurstellingen, maar vooral ook onze beschamende wenschen op zij schuiven, totdat wij ons vrij voelen en onze innerlijke vrede ons ontvankelijk maakt voor schoon heid. Dan is er niet veel noodig: een kleine bloem, het gracieuse vliegje in de kamer, het vlammenspel in den haard, een stofje dwarre lend in den zonneschijn, zij roepen in de wijdestilte van ons hart de vreugde wakker om het groote mysterie dat wij in en om ons voelen, zoodra we er maar in geslaagd zijn zelfs iedere herinnering aan den banalen roezemoes van ons veelgeprezen veelzijdig leven uit de gedachten te bannen. Maar dan ook worden wij ons met een schok ervan bewust dat wij zelf deel hebben aan dit machtige spel der natuur, dat ook ns leven wordt beheerscht door een atoompje van de Eeuwige Gedachte en wij op onze plaats even onmisbaar zijn als de bloemen in het zomergras of de schelpen aan het strand. . Naarmate wij mér van zulke oogenblikken TAFELKLEEDEN Perzische Dessins 150 X 180 vanaf Fl. 15. beleven, groeit onze vreugde, om eindelijk geheel ons wezen te doordringen met haar groeten troost en haar glans te breiden ook over het meest eentonige bestaan. Wat groote beteekenis krijgen dan de dingen van alledag! Een kindergezichtje op straat met zijn diep-vragende oogen, een vogeltje wiegend op den kalen boomtak, de bulderende wind, de boomen, die alweer de belofte voor nieuwe schoonheid in hun knoppen bergen, de gouden zon en dan de lucht met haarwisseling van jagende wolk gevaarten, weemoedige nevelen en diepe, wijde blauwheid is het niet oneindig veel wat daar aan wonderbaarlijk moois voor iedereen te vinden is? Zeker, wij hebben ons leed in allerlei vorm; onze werkelijke groote teleurstellingen, mis kenning van ons werk, ziekte en dood ??zij kunnen ons tfeffen en ons zówreed aanpak ken, dat de weg naar vreugde voorgoed ver loren schijnt. Toch moet ook dan de stilte ons leeren ons verlies te dragen; wij zullen bedenken dat lijden onvermijdelijk is en het ontvangen als een ernstigen gast, die recht heeft op onze liefde, die ons vertellen zal van nog ongeweten dingen en ons eindelijk leeren zal dat ook in droefenis schoonheid is ja, dat het leed ons leven verrijkt en ons nieuwe, zuiverder bronnen van geluk openlegt. Waarlijk ongelukkig zijn dan alleen dege nen, die den innerlijken vrede niet kennen; zij zitten dan terneer, verslagen en soms gaan er jaren overheen aleer hun naar binnen gekeerde aandacht het tooverslot ontdekt, waar hun eenige troost verborgen is. En moeilijk, bijna ondoenlijk wordt het, nu, temidden van het diepste leed, den strijd te voeren tegen de sterke machten, die den toegang versperren. Een heele schaar van ijdelheden dient te worden opgeruimd en het zal hém die zich toch reeds getroffen waant, zwaar vallen zich van al dien ballast, die hem lief was geworden, te ontdoen. Alleen de sterke zal daarin slagen en dan gelukkig blijven, voorgoed. Laat ons liever trachten eiken dag iets nader te komen tot het licht, zonder hetwelk zelfs de sterkste persoonlijkheid het blijvende geluk in dit leven niet zal vinden. MARTA CARLIN UIT BOEKEN EN TIJD SCHRIFTEN Er is een handig boekje verschenen als uitgave van den Volksbond tegen Drank misbruik: Het is getiteld: Verschillende recepten van alcoholvrije dranken, door Martine Wittop Koning (Prijs 30 ets.) en bevat ruim 80 recepten van verschillende dranken: voor warme zomerdagen, voor koude winteravonden, voor feestdagen en andere gelegenheden, als we ons zelf of onze gasten op iets anders dan water willen onthalen. Het bundeltje, zoo meldt de inleiding; ,,\vil aantoonen dat gezelligheid en vroolijke stemming even goed gewekt worden door 't genot van andere dranken dan de met alcohol bereide; dat we aan de behoefte naar warmte of naar koelte op een veel juister wijze kunnen voldoen door andere dranken dan de op dit punt vooral zeer bedriegelijke alcoholhoudende soorten." Een eenvoudig boekje dat in elk huis houden recht welkom zal zijn. E. M. R. Een blad van een herstel-lot van Kardinaalsmuls vergeleken met ITII gewoon blad konijntjes en misschien helpen de boschmuizen een handje. Beuk, haagbeuk, abeel, meidoorn, vogelkers, olijfwilg, kardinaalsmuts, alles ging er aan. Eglantier en berberis hadden niets aan de bescherming van hun dorens. Vooral de berberis moest het ontgelden en die stond daar nu met kanariegele stainmetjes want als je een berberis schilt, dan wordt hij geel. Gewoonlijk kunnen ontschorste heesters het nog wel een paar jaar volhouden, wanneer ze tijdig uit de wortelhals nieuwe loten ont wikkelen, die nu zorgen voor voedsel voor de wortels. Het hout voert dan nog ruwe voe dingsstoffen naar de bladeren en doordat het toebereide voedsel bij afwezigheid van de levende schors nu niet meer kan worden weggevoerd, blijkt het beschikbaar voor een rijkelijker ontwikkeling van bloem en vrucht. In dit jaar is dit echter anders uitgevallen. Toen de tijd kwam van de ontluiking der knoppen bleken zeker 80 percent van de bcknaagde struiken geheel tot in de toppen gestorven te zijn. Vooral de kardinaalsmutsjes hadden te lijden gehad. Het was droevig om te zien :al die doode struiken in het ontluikende bosch bij zang van lijsters en nachtegalen. Maar zij zijn niet geheel gestorven. De wortel leeft nog en ook het stukje stam onder aan den grond, waar het konijn niet aan geraakt heeft. Daar zitten nog wel een paar slapende knoppen of anders maakt de plant maar een stelletje nieuwe. Hij heeft te be schikken over een heel groot wurtelstelsel, vol met reservevoedsel en 't is werkelijk een lust om te zien, hoe nu aan den voet van de afgestorven struik de nieuwe loten frisch en weelderig opschieten. Dat ziet er heel wat anders uit, dan de twijgen, die gewoon uit normale knoppen te voorschijn zouden komen. Die worden meestal niet langer dan een paar decimeter en als ze een half dozijn bladparen maken, dan is het al welletjes. Maar dit herstelwerk gaat met bijzonder veel vaart en kracht. Vele van mijn mishandelde kardinaalsmutsjes hebben nu al loten van meer dan een meter hoog, bezet met vijftien bladparen en nog duurt de groei aan den top voort. En wat voor bladeren ! Voor de aardigheid heb ik een der grootste hierbij afgebeeld met er naast een flink blad van een struik, die zijn normalen groei heeft, want hij. stond uu-t zijn beencii zoo dik in de duindoorns, dat het konijn hem niet te pakken heeft kunnen krijgen. De afbeelding is op ver kleinde schaal, in de werkelijkheid was het blad achttien centimeter lang en meer dan negen centimeter bricd. Je zoudt het nooit voor een blad van kardinaalsmutsje houden. Ook zijn de herstel-bladeren veel donkerder 4-' Kardinaalsmutsje, dat zich herstelt van kleur en microscopisch zijn nog andere verschillen te ontdekken. In de oksels van de bladeren worden knoppen gevormd en daaruit zullen in 't volgend voorjaar nieuwe loten voortspruiten. De knoppen van deze herstelloten echter weten voor het meerendeel niet van rust, maar slaan nu meteen al aan het groeien. Ik heb nu al zijtakken gevonden, zelf reeds weer grooter dan de gewone. Het is een lust het geteisterd gebied te bezoeken en die woeste weligheid te aanschouwen. Het spreekt als het ware vanzelf, dat de regels van den groei telkens worden overtreden. Kardinaalsmuts heeft zijn bladeren in den regel kruiswijs netjes twee aan twee tegenover elkaar en de bladeren zijn langwerpig, onge veer driemaal zoo lang als breed. Dikwijls houden de herstel-loten aan dien kruiswijzen stand vast, maareven dikwijls gaan de blade ren ten opzichte van elkaar vsrschuiven, of er komen kransen van drie en die verschuiven ook weer. De bladvorm varieert ook buitengewoon en we vinden er zelfs, die breeder dan lang zijn. 't Is of de plant eens vertoonen wil, welke mogelijkheden er voor die soort al zoo bestaan en op welke manieren nu het snelst weer nieuwe heesters kunnen ontstaan die bloeien en vruchten dragen. De kurkschors, die anders pas in het tweede of in het derde jaar gevormd wordt, ontstaat nu ook maar direct, haast alle lange loten vertoonen al de vier mooie bruine kurklijsten op het groen en wie weet krijgen we in September ook nog bloemen te zien ook. Het herstel is begunstigd door eenige onstandigheden. In 't voorjaar worden de kardinaalsmutsjes vaak akelig geteisterd door kleine grijze rupsen van een motje. Deze zijn nn niet aan de beurt kunnen komen, doordat vroeg in 't voorjaar démeeste struiken in het geheel geen blad hadden, terwijl de droogte de ontwikkeling van de nieuwe loten aanvankelijk heeft tegenge houden. Ook is er een groote sterfte onder de konijnen opgetreden en die gaven in het begin dus ook geen last. Maar ook de konijnen gaan zich herstellen. Het krioelt al weer van kleintjes en het komt mij voor, dat die nu al begeerige blikken werpen op de nieuwe dikke loten. De bladeren laten ze met rust. 't Zijn niet alleen de kardinaalsmutsjes,, die zich herstellen, alle andere stakkers doen ook hun best en sommige met evenveel vaart en variatie, vooral nu het nog al flink geregend heeft. Ik heb ook heel mooie dingen gezien aan vogelkersen, meidoorns en haagbeuken. Trouwens aan hakhout van elzen, eiken, esschen kan men ieder jaar deze zeer instruc tieve verschijnselen bewonderen. JAC P. T n ij s s E Grand Hotel Fanckler KESTAURAMt HAARLEM Pension prix-modérés

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl