Historisch Archief 1877-1940
Tf°. 2861
Zaterdag 15 Jali
A°. 1988
DE
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. K E R N K A M P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25.
Advertentiën Ï0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosfen
INHOUD: 1. De uitslag der verkiezingen,
door Prof. Dr. G. W.'Kernkamp.
Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck.
Een Fransen oordeel, door H. Dunlop. 2. De
daling van de mark, teekening van Jordaan.
Krekelzang, door J. H. Speenhoff.
Spreekzaal. 3. Een familiestatistiek, door Dr. M.
A. van Herwerden. Indische causerieën,
door Mr. H. G. Koster. 4. Is de mensch
het eenige met rede" begaafde wezen? door
A. F. J. Portielje. 5. Voor Vrouwen : (Red.
Elis. M. Rogge.) ??Bijkomstigheden, door
Annie Salomons. De Hermetisator, door
S. G. F. Meyboom. Niet op reis, door G.
Carelsen. Uit de Natuur: Goodyera, door
Jac. P. Thijsse. 7. Boekbespreking, door
Prof. Dr. H. Brugmans, Herman Middendorp
en Jhr. Mr. H. Smissaert. Nieuwe Fransche
boeken, door J. Greshoff. Materie, ether
en ziel, door Dr. W. Tombrock. 8.
Lichamelijke opvoeding in Japan, door W. F.
Kuhlmeijer. Oosterschetafereelen,teekening
van Jan Poortenaar. Schilderkunstkroniek,
door A. Piasschaert. Drie Tijdperken, door
Henry A. Th. Lesturgeon. 9. Financiën en
Economie, door Paul Sabel. Ontcijferkunst,
doorfrima.?lO.Charivaria.doorCharivarius.
Uit het kladschrift van Jantje. Op
het spoor van Beethoven, door J. P. Lux.
11. Mislukte Bezuiniging, teekening
van Joh. Braakensiek. Een Chineesche
Rekenmachine, door G. H. Knap. 't Schiet
gat, door Melis Stoke. 12. Leekenspiegel.
Vers van Jan van Riemsdijk. Omslag:
Damrubriek, red. K. C. de Jonge.
Bijvoegsel: De vorming van het nieuwe
ministerie, teekening van Joh. Braakensiek.
iiliiinilllllilllllllllllllliiiiiniliiiHiiii llllllllllll
DE UITSLAG DER
VERKIEZINGEN
Toen wij de vorige week ons ver
moeden te kennen gaven, dat de stem
bus niet heel duidelijk spreken" zou,
voegden wij daaraan toe: zelfs wan
neer de stemmen der drie rechtsche
partijen de andere overheerschen, zal
de samenklank eraan ontbreken".
Het door deze woorden veronder
stelde geval is thans werkelijkheid ge
worden. Bij de Kamerverkiezing hebben
de rechtsche partijen de meerderheid
behaald, en een grooter meerderheid
dan zelfs zij verwacht hadden.
De getallen 60 :40 geven intusschen
een geflatteerd beeld van de werkelijk
heid. Niet alleen omdat men dan bij de
Kamerzetels voor rechts ook dien re
kent, welken de Staatkundig Gerefor
meerde partij heeft verworven en de
vertegenwoordiger van deze partij in
de Kamer niet altijd zal gehoorzamen
aan het Commando: guide rechts!",
maar nog om een andere reden.
Ook in de loterij, die van ons stelsel
van verkiezen onafscheidelijk is, heeft
rechts de hoogste prijzen getrokken.
Het al-of-niet verbinden van alle lijs
ten eener partij is een zuiver kansspel;
bij de toewijzing van een zetel aan de
overschotten" kan een partij het
«ItlltllllllllimillllllMIIIIIIIItlllMlllllllimillllMIIIMMItlllUIIMIIIMIIlllllMII
Tj/bGÉNODfEN
? 'r -i' ? il', ? ( .' l,, i',' il A
MICHAEL FIELD
Ik moet u spreken over Michael Field.
Hoe dikwijls gebeurt het, in een bui van
gepaste melancolie, dat men al het manie,
voorbijgaande in deze wereld gedenkt en
voor zijn verbeelding laat heentrekken: bloe
men, kinderen, menschen, boeken en verzen die
men heeft liefgehad een oogenblik of
oogen blikken ! Waar zijn ze gebleven? Wat
hebben ze voor ons beduid?
Er ligt iets geheimzinnigs in die begeleiding
door ons leven heen van het toevallige dat een
maal beteekenis voor ons heeft gekregen, dan
onder de levenslijn duikt om misschien later
weer boven te komen en ons een ander gezicht
te toonen. Ja, het zijn noten, die zich herhalen
en elkander respondeeren op de grenzen van
onzen levensweg waar de brecde marge wijst
naar het onbestemde.
Het was 1884 of 85; ik herinner me toen
een boek te hebben gelezen van een jongen
dichter. Het boek was een tragedie in verzen,
de dichter noemde zich Michael Field. De
kritiek van de groote Engelsche weekbladen
was opgetogen over het nieuwe talent. Op
mijn beurt was ik getroffen door het geniale
van opzet en uitvoering der tragedie.
Zij sprak van een zorgeloozen
levensltistigen, misschien wat te uitbundigcn kroonprins,
wiens vijanden aan het hof hem verwijderden
van zijn vader en van het geluk , totdat zij
gedaan kregen hem gevangen te nemen en op ,
te sluiten in den hongertoren. Hij sterft daar
van gebrek, terwijl de oude koning meent dat
hij alleen voor eenigen tijd van zijn vrijheid is
fortuintje hebben er een zetel bij te
krijgen voor een gering overschot";
in al deze dingen is het voor rechts op
een gansje geloopen; dank zij een
gelukkigen worp met deze dobbelsteenen
heeft de Roomsch-Kath. partij l en
de Antirevol. 2 zetels meer gekregen.
Wanneer straks in de Kamer de
stemmen worden geteld, doet het er
niet meer toe, of er bij de 60 of 59 voor
rechts eenige zijn, die alleen door de
gunst van het toeval kunnen worden
uitgebracht; maar zoo men de wer
kelijke verhouding der partijen in den
lande wil leeren kennen, moet men niet
letten op het aantal verworven zetels,
maar op de uitgebrachte stemmen.
De drie rechtsche partijen behaalden
tezamen bijna 54.5 pCt. van het totaal
der uitgebrachte geldige stemmen. Bij
de verkiezingen van 1918 bedroeg dit
percentage 50; geheel in overeen
stemming daarmede werden aan de
drie rechtsche partijen tezamen toen 50
zetels toegewezen; thans verwierf
rechts 5 (of 4) zetels meer dan het geval
zou zijn geweest bij een volkomen even
redigheid tusschen de getallen van uit
gebrachte stemmen en verworven zetels.
De eigenlijke vooruitgang van de drie
rechtsche partijen sinds 1918 wordt dus
uitgedrukt door de verhouding 50 :
54,5; aan een vermeerdering van haar
percentage der stemmen met 4,5
danken zij een aanwinst van 9 zetels.
Zoo heel groot is dus de schommeling
naar rechts van den wijzer der verkie
zingsbalans niet. Maar zij is er.
Naar de redenen van die schommeling
zou men met beter kans op succes kun
nen zoeken, wanneer men reeds de
beschikking had over een beredeneerde
bewerking van het geheele statistisch
materiaal, dat bij de laatste volks
telling is bijeengebracht. Maar ook dan
zou men zijn voet moeten zetten op het
veld der vermoedens. Want de wegen,
waarlangs een kiezer tot de beslissing
geraakt, welk cirkeltje op zijn
stembillet hij rood zal maken, zijn dikwijls
zonderling: welk een inzicht in de
geestelijke gesteldheid onzer medebur
gers wordt ons onthouden, nu de kie
zer niet verplicht is op zijn stembiljet
het motief te vermelden, waarom hij
zóstemt en niet anders !
Maar over n reden van de opschui
ving naar rechts kan men het spoedig
eens worden. Van de drie rechtsche
partijen heeft de Christelijk-Historische
het gelukkigst geboerd; in 1918 bedroeg
haar percentage van het geheele aantal
stemmen nog geen 7 (zij verwierf toen
7 zetels); in 1922 is liet geklommen
tot bijna 11 (met 11 zetels). Daar deze
partij op maatschappelijk gebied de
meest behoudende .richting vertegen
woordigt, mag men veilig aannemen dat
een groot aantal kiezers, die vroeger op
een liberalen candidaat hebben ge
stemd, maar wien de schrik op het lijf
is geslagen voor de dure sociale wet
geving en den aankleve van dien, thans
zijn overgeloopen naar de partij, waar
op het behoud der maatschappelijke
orde ^verankerd ligt.
Juist de groei der
Christelijk-Historischen wettigt de uitspraak, dat er
uit de stembus geen duidelijk verstaan
baar, maar een verward geluid te voor
schijn is gekomen.
O zeker, 60 : 40 dat spreekt" !
Maar al overheerschen de stemmen der
drie rechtsche partijen, daarom klin
ken zij'nog niet samen.
Hetj gemeenschappelijk godsdienstig
beginsel de geschiedenis van het
kabinet-Ruys .heeft dit telkens en tel
kens aangetoond levert geen waar
borg voor eenheid van gedragslijn in
politieke en maatschappelijke vraag
stukken.
De bezuinigingsleuze heeft niets
specifiek Christelijks". Elke regeering
zal moeten bezuinigen behalve dan
eene van de communisten, voor wie,
naar Wijnkoop's onvergetelijke woor
den, niets te dol is".
Indien de eenheid der rechtsche par
tijen iets anders ware dan de schoone
schijn, die den wensen om gezamenlijk
de regeeringsmacht uit te oefenen,
bedekt, zouden zij met elkaar moeten
overeenstemmen in de theorie n
de practijk der sociale politiek.
Hier wringt hem echter de schoen.
Al heeft de tiisschenkomst van het
Episcopaat de scheuring der Kathol.
partij belet, in haar Kamerfractie blijft
het verschil van meening gapen tusschen
de arbeiders-vrienden en hen, die de
belangen der ondernemers behartigen.
Zoo loopt ook door de
anti-revolutionaire partij de roode draad van de
Patrimonium-menschen. Alleen de
Christelijk-Historischen zijn van alle
roode smetten vrij.
Daarom zal het niet gemakkelijk
vallen, een rechtsch ministerie te
vormen, dat weet wat het wil en dat
tevens voor de uitvoering van zijne
plannen op een vaste meerderheid kan
rekenen. Bij den uitslag van den
jongsten verkiezingsstrijd past ci-n rechtsch
ministerie, hebben tal van bladen ver
kondigd: zeker, wanneer men alleen
de getallen der verworven zetels
samentelt; en men behoeft er ook niet aan
te twijfelen, of rechts zal blijven
regeeren; maar het zou ons niet zeer ver
wonderen, als de geschiedenis van het
nieuw te vormen kabinet teeds spoedig
het bewijs leverde, dat de rechtsche
partijen niet meer bij elkaar passen".
Evenmin als de linksdie. Indien deze
bij de verkiezing de meerderheid hadden
behaald, zou het niet alleen moeüijk,
maar volstrekt onmogelijk zijn geweest,
een linksch ministerie samen te stellen,
dat op kon treden met een gemeenschap
pelijk programma voor alle partijen
van links.
Maar dit bewijs van onmacht be
hoeven zij niet te leveren. Zij zijn bijna
alle gehavend uit den strijd te voor
schijn gekomen.
Het meest de Vrijheidsbond, hoewel
die zeker moeite noch kosten" heeft
gespaard om kiezers te winnen. In
1918 behaalden de partijen, die later
zijn samengesmolten in den Vrijheids
bond, 15 pCt. van het totaal' der uit
gebrachte stemmen (met 15 zetels);
in 1922 daalde het percentage tot ruim
9 (met 10 zetels).
De beste figuur hebben de vrijzinnig
democraten gemaakt. Men mag wel
zeggen: tegen alle verwachting in;
de persoonlijke geschillen, die in het
begin van dit jaar deze partij beroerden,
voorspelden haar weinig goeds. Heeft de
dreigende achteruitgang de woord
voerders van deze partij tot ongekende
activiteit geprikkeld? of heeft zij een
aantal stemmen gekregen van vrijzin
nigen uit de kringen der vroegere
Liberale Unie, voor wie de Vrijheids
bond teveel koers hield in de richting
der Vrije liberalen?
Hoe dit zij, de vrijzinnig-democraten
handhaafden ongeveer hun percentage
van de stemmen en behielden hun aan
tal zetels (5). Zij zouden er vermoedelijk
een zetel bij hebben verworven, indien
hun niet een aantal stemmen ontgaan
waren van aanhangers der heeren van
Beresteyn en Teer.stra, die nu op de
groep der Onafhankelijken of op de
plattelandspartij van den heer Teenstra
hebben gestemd.
Van deze kleine partijtjes hebben
verreweg de meeste het niet tot een
zetel kunnen brengen. Alleen de reeds
genoemde Staatkundig Gereform. partij
veroverde er n; verder kreeg de
Plattelandersbond er twee, on viel er
n ten deel aan de groep-van Houten,
dank zij de omstandigheid, dat deze
groep hare lijst had verbonden met die
van de Staatspartij voor Volkswelvaart.
Bij de verkiezingen heeft de Vrijheids
bond de groep-van Houten natuurlijk
bestreden; de door deze groep ver
worven zetel kan echter veilig bij die
van den Vrijheidsbond worden geteld,
omdat er zoo goed als geen onderscheid
bestaai tusschen de bedoelingen van
de groep-van Houten en die van de
meeste Kamerleden, die voor den Vrij
heidsbond zitting zullen nemen.
Bij de kleine partijtjes waren er een
aantal, die noch bij links, noch bij
rechts kunnen worden ingedeeld. In
dien men de stemmen optelt van die
partijtjes, op wie zeker alleen stemmen
zijn uitgebracht door kiezers, die hetzij
bij links, hetzij bij rechts hehooren, zal
men bevinden dat deze getallen voor
rechts en links ongeveer juist tegen
elkaar opwegen.
Ten slotte nog een opmerking over
de voorkeurstemmen.
Geen der Kamerleden dankt zijn
zetel aan voorkeurstemmen; allen
zijn verkozen krachtens de rangorde,
waarin zij op hunne lijst waren ge
plaatst.
De lezers zullen zich herinneren, dat
onlangs Mr. van den Bergh hier heeft
betoogd, dat ook bij de tegenwoordige
IIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1
IIIIIIIII1IIMIIIIIIMIIIIIIII1
iiiinn in
beroofd. Het stuk speelt in Schotland, gedu
rende de middeleeuwen en is zeer somber
van kleur.
Eigenlijk wordt alle kleur van het
menschenbestaan weggenomen, een geraamte spookt
afgrijselijk onder het dek van het drama, 't Is
de meedogenloosheid en de scherpte der ont
leding die de kracht van het treurspel uit
maken, zonder dat zij ons den indruk van een
gruwel achterlaten. Het is een tragedie van
hèt Ie ven die word t opgevoerd, niet de tragische
levensloop van een persoon.
Men zou denken dat het stuk moest neeten
The Son's Tra»edy, maar de titel luidt: Tlie
Fatlier's Tragedy. Zeer juist. Daar is een band
tusschen den zoon en den vader die zonder
het te willen zijn verderf bewerkt. In beiden
is de wil aangetast. De slagen komen op den
vader terug; hij lijdt. Een strenge schikking
van het verstand is in het stuk te bespeuren,
en toch bij den fikschen aanslag, o zoo'n
teederheid !
Iets waarschuwt ouder het lezen van
Michael Field: het moet een vrouw zijn die onder
het masker schrijft. Ik heb het dadelijk ge
voeld en ook gezegd 1). Toch vergiste ik mij.
Enkeie jaren liter hoorde ik van iemand die
Michael Meld" kende: het is niet een schrijf
ster die zich onder het psendonym verbergt,
maar het zijn er twee, twee ongehuwde dames
dje in de buurt van Bristol wonen.
Het was een geval van intellectueele samen
werking, als tot de Innigste zeldzaamheden
behoort.
Dat is zoo voortgegaan nog dertig jaar onge
veer, onafgebroken; tragedies volgden op
tragedies, deelen met verzen op andere
deelen. Zoowel de drama's als de lyriek waren iets
heel bijzonders. Zij herhaalden niet het be
kende, maar brachten iets eigens in belang
rijken vorm. De menschen echter, na eerst
met eenig enthousiasme kennis er van te
1) Zie De Nederlundsclic Spectator vai
5 Juni '80.
hebben genomen, lieten de schrijfster links
liggen. Zij werden niet meer genoemd, zij
doken onder.
Bekende dichters en schrijvers huldigden
de beide dames. Walter Pater roemde hen en
was opgetogen als hij over hun werk sprak,
en (leorge Meredith sloot zich hij hem aan. De
fine fleur der letterkundigen prees hen, men
las hen niet.
Zij nu waren tevreden met onbekend te
zijn, al wisten zij dat hun daardoor iets uit
ging. Zij hadden elkander, en hun werk, onk
de waardeering der hesten.
Zij hebben gevoeld dat zii luidden ge
leefd.'
Thans heeft Marv Sturgeon. een fijne
literatuurkenster het leven en het werk der beiden
beschreven. Het zou van weinig eerbied ge
tuigen, wanneer zij niet door mij werden her
dacht.
Michael was een lievelingsnaam van
Katharine Bradley; de krijgslustige aartsengel was
denkelijk het ideaal van het levendige meisje;
Field was een speelnaam voor haar nichtje
Edith Cooper, zestien jaar jonger dan haar
oudere vriendin.
Zij behoorden tot midden Engeland en dm
gegoeden burgerstand. De vader Bradley was
tabakshanelaar in Birmingham, en had een
klein vermogen bijeengebracht. Hij was ue
grootvader van Edith Cooper. Men moei x/chde
families nauw verbonden voorstellen. Evenals
de moeder van Edith voor Katharine had ge
zorgd, zoo moeide zich Katharine met de op
voeding van Edith. Zij werd haar moeder, haa.
zuster, haar vriendin, haar ;;l.
In een kleinen kring, in de rust van provin
cie steden en kleine voorsteden, hebben zij
hun beslaan gesleten, zonder zorgen voor het
leven. Neen meer, zij konden hun kleine
w<<ningen inrichten gelijk zij wilden, /.ij konden
studeereii. reizen cu hun. boeken uitge\eii
zonder op te x/cn tegen de' kosten van drukke'"
en binder. Het is het echte materieel goed
verzekerde, en moreel wel behoede leven nog
van den goeden Vietoria-tijd, waar wij <-i^
midden in gevoelen. Maar in gedachten was het
rijker en grootscher.
Katharine had haar ouders vroeg verloren,
zij had zich daardoor vroeg zelfstandig ge
dragen - geestelijk, Haarwectgierii?gespannen
geest was overal heen nitgevlogen, zij had zich
kennis verzameld van oude en moderne lette
ren en had zooveel mogelijk willen weten.
Euith, zestien jaar jonger, die in haar een
voorgangster zag, was ernstiger van aard.
Dat bleek a! in de heele uiterlijke houding.
Had Katharine's gezicht wanneer zij geani
meerd werd een uitbundige uitdrukking, had
zij zooals de meisjes het noemden een
dionysische opgewondenheid, Edith's voorkomen
hield steeds een strenge, fijne lijn. Haar ge
zondheid was teer, maar haar zin was krach
tig, zij hoog niet licht. Het Grieksch mocht zij
niet, het was haar te wuft en bewegelijk. Zelfs
haar vriendin kon haar tot de studie niet
overhalen. Robert Browning die hooge ge
dachten koesterde van de vatbaarheid der
beide vrouwen voor verstandelijke ontwikke
ling, preekte haar telkens het (irieksch aan.
Hij kon geen belofte van haar krijgen dan een :
Ik zal 'I probeeren. Latijn daarentegen was haar
begunstigde taal: dat gaf stijl aan het leven.
Edith was de apollinische van het tweetal.
Niet dat zij haar mysteriën niet had '. Haar
oogen konden onpeilbaar*-zijn, tueir;:ngcn tot
een rijk vol raadselen. Zij had voori'evoelen en
stond in betrekkin!.', soms, tot het geestenrijk.
Zij werd wel op den eersten rang geplaatst
door haar vriendin. De lasten moesten voor
Field uit den \\eg worden geruimd; in hun
beider naam werden duo; Katherine de brie
ven geschreven. De laatste was levendiger,
en vindingrijker, misschien talentvolle]", maar
/ij, Edith, had het genie en de intellectueele
passie.
IK- andere hartstocht heeft geen groot e rol
in hun leven gespeeld. Er zijn wel aanvangen
geucest en harten beknellingen; hoe echter
paste een derde of eu1. vierde in hun intieme
kieswet de voorkeurstem nog een
groote beteekenis heeft. In de practijk van
de jongste verkiezingen is dit niet ge
bleken ; maar dit argument heeft Mr.
van den Bergh tevoren afgeweerd door
te zeggen: de kiezers brengen geen voor
keurstem meer uit, omdat men hun
altijd voorpraat dat zij daarmede toch
niets kunnen uitwerken.
Zonder het debat met den heer van
den Bergh te heropenen, wil ik hier toch
opmerken, dat er nog een andere reden
bestaat voor het niet uitbrengen van
voorkeurstemmen dan de door hem
aangegevene, en wel deze: de groote poli
tieke partijen sporen de kiezers altijd
aan, op No. l van de lijst te stemmen. Ook
de S.D.A.P. maakt hierop geen uit
zondering. Indien Mr. van den Bergh
dus iets voor het uitbrengen van
voorkeurstemmen mocht voelen, kan
hij een nuttig werk verrichten door al
vast bij zijn eigen partij te ijveren tegen
het misbruik, om den kiezers steeds toe
te roepen: stemt No. l van onze lijst!"
KERNRAMP
ItlllllllllHIIIIIIMIItllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
EEN FRANSCH OORDEEL ])
Het is ten onzent de gewoonte geworden,
uitsluitend het oor te leenen aan Keynes en
zijne geestverwanten, de economen van de
Manchester-school, en al hunne beweringen
zonder veel critiek als alleen-zaligmakend te
aanvaarden. Wie bij hen uitsluitend ter
scholc gaat, loopt gevaar eenzijdig te worden
en bijv. met Keynes de bezwaren van onzen tijd
niet primair aan den oorlog, maar secundair
aan het verdrag van VersailJes toe te schrijven.
En al vertoont dat verdrag dan ook allerlei
fouten, het is gekomen na en als een direct
gevolg van den oorlog, die Europa zoo ont
zettend verarmd heeft. En waaruit is de
oorlog voortgekomen? Hij is gevoerd door
groote complexen van het genus mensch,
waarvan ieder individu op zijn beurt een on
eindig complex van eigenschappen is:
materieele, maar ook, en vooral: immaterieele.
Want de mensch leeft niet bij brood alleen,
afzonderlijk niet,en evenmin bijeengevoegd tot
millioenen, als volk of staat. De
volbloedeconomen gelooven dat aan alle oorlogen het
object van hun speciale weten: de materieele
dingen die in kilogrammen enz. worden uit
gedrukt, ten grondslag ligt. Voor hen bestond
Europa niet uit aparte volkeren, ieder met
zijn eigen ik dat Of zich opdringt aan anderen,
f, in elk geval, de eigen ikheid daartegenover
wil handhaven. Voor hen bestond geen
Rusland dat een half mystieken aandrang naar
Constantinopel gevoelde, geen Duitschland,
dat zijn Kultur" aan de wereld wilde
opdringen, geen Engeland dat zich door de
Voorzienigheid geroepen acht, een bijzondere
missie te vervullen, geen Frankrijk dat tot
eiken prijs zijn volksbestaan wil verdedigen.
Geef aan al Europa's volkeren genoeg kleeding,
voedsel en behuizing, geef hun den vrijhandel,
zeggen die economen, en wij decreteeren dat
zij tevreden zullen zijn. Maar de volkeren zijn
er niet tevreden mee. Niemand kan in ernst
beweren dat het in Duitschland of elders in
Europa op materieel gebied in 1914 aan iets
haperde, integendeel, men beleefde tezamen
met zijne buren een ongekenden voorspoed,
die voor een groot deel te danken was aan
het stelsel van vrijhandel, gehuldigd door
1) La Frunce d Gênes. Un programme
francais de reconstruction conomique de
l'Europe par Celtus. Paris, libr. Pion 1922
Met de wereld buiten hun eigen kleinen
kring kwamen zij het eerst in aanraking door
hun medestudenten.
Het was de tijd van de beginnende vrouwen
beweging. Anti-vivisectie was een strijdleus,
vrijheid voor de vrouw om zich naar haar
smaak te kleeden, om haar opinies over
godsdienst en maatschappij te verdedigen,
om kleur te brengen in de egale, con ventioneele
atmosfeer der maatschappij, zoo was de
richting die werd opgegaan.Ruskin en William
Morris waren de helden van den dag.
De beide vriendinnen debatteerden ernstig
in het debatinggezelschap, zij hielden 't met
Kant en de rede tegenover den godsdienst,
zij gingen in sluike lichtgroene gewaden die
vrijheid gaven aan hun bewegingen, zij staken
hun haar eenvoudig op, zij waren serieus, zij
dachten bij alles aan den ernst van het leven.
Zij hielden de jongelui op een afstand.
,,Wat is naar uw idee het grootere gedicht,
de Ilias of de Odyssee?" was een vraag die zij
een van hun bewonderaars voorlegden of die,
naar hij meende, de ,,acsthetische dames" op
de lippen lag .
Zij waren toen reeds begonnen met het
uitgeven hunner gedichten onder hun aange
nomen naam. Callirrhoc is van 1884, The
Fatner's Trugedy en anderen zijn van het volgend
jaar. The Cup ui Water is van 87'. Het leven
kwam daardoor voor hen in een andere sfeer.
Zij voelden in zich een bestemming om uit
sluitend de kunst te dienen. Na het eerste
succes en de daarop gevolgde teleurstelling
bekroop lic-n de overtuiging dat zij, niet voor
de alledaagsche wereld gemaakt, zich hun
eigen omgeving moesten scheppen. Zij namen
afscheid van hun familie en betrekkingen en
vestigden zich afgezonderd in Reigate en in
Richmond.. .
Het wordt tijd om een woord te wijden aan
hun werk m hun samenwerking.
\V. G. C . B Y V A N C K.