De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 15 juli pagina 2

15 juli 1922 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE DALING VAN DE MARK Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan Frankrijk: Help, help!" DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Juli '22. No. 2351 Nederland en Indiëmetplm.SOen het Britsche Rijk met plm. 450 millioen inwoners. Toch was het Duitsche volk gedeeltelijk reeds vór den oorlog, en wat de groote meerderheid aangaat gedurende den oorlog, bezield van een onweerstaanbaren aandrang tot verove ring en uitbreiding. Het Rusland van onze dagen wil zijn hysterie aan de geheele wereld opdringen. En in het verleden waren gods dienstoorlogen aan de orde van den dag. Celtus, wiens kort geleden verschenen werk La France a Gênes wij hier wegens plaats gebrek niet dan zér vluchtig kunnen be spreken, zegt het zoo juist, waar hij spreekt over de samenstellers van het tractaat van Versailles: lis ont voulu libérer les peuples et fonder la paix sur Ie droit: la conscience du monde leur eüt interdit d'agir autrement: MEXICO Nu ik in een zoo veel gelezen en ernstig weekblad als De Amsterdammer" een opstel vindt over Mexico, en geschreven door een zoo bekend journalist als Mr. Dillon 1), en nu mij blijkt dat dit opstel bestaai uit eene aaneenschakeling van de allerergste onjuistheden, kan ik niet nalaten te trachten met een paar woorden u en uwe lezers van de werkelijke Mexikaansche ver houdingen op de hoogte te brengen. Het is natuurlijk onmogelijk dat in een zoo kort artikeltje naar behooren te doen en over het, tenminsle voor mij zoo interessante Mexico en de oorzaken en gevolgen der revolulies, die sederl de verdrijving van Por firio Diaz in 1910 lol nu toe steeds hebben voortgeduurd en nog voortduren, zou men vele bladzijden vol moeien schrijven in plaals van een paar kolommen in een weekblad. Wij, die in Mexico jaren hebben gewoond, die hel land hebben bereisd te paard en te voet, die onder de peones en de Indianen hebben geleefd, die soms door de soldaten der officieele Regeering zijn beschoten en uitgeplunderd, die gedurende weken- ja maanden lange lochten niet veel anders dan ontvolkte streken, - verwoeste dorpen en verbrande haciendas hebben gezien, wij weten heel goed hoe heeren als Mr. Dillon aan hunne informaties komen ! Zij maken een reisje, in een vrij comfortabele Pullman naar Mexico-city, de hoofdstad, worden er ont haald en gefuifd door zeer beminnelijke en uiterst voorkomende atttorileiten, krijgen slechts te zien en te hooren' wat zij mogen zien en hooren en gaan, meestal na eenige dagen, zeer geflatteerd en voldaan naar huis en verbeelden zich mei eene grenzelooze naïeviteit dat zij de Mexikaansche toestanden grondig hebben bestudeerd en alle recht hebben als deskundigen over dat land te schrijven ! En dan schrijven ze, zooals Mr. Dillon in uw blad. dat de tegenwoordige president generaal" Obregon, slechts opstond tegen Carranza om een einde te maken aan de doellooze 'revoluties en dat diezelfde generaal" verdient door de heele wereld bekend te worden. Zeker verdient generaal" Alvaro Obregon dat ten volle l!! Ja Mr. Dillon, er was een tijd dat de naam van generaal Obregon, den genialen leider, den mannetjes-puller zooals u hem noemt, meer schrik verspreidde onder vreedzame er buiten eenige partij staande burgers dan de namen van den door de geheele wereld beruchtten bandiet Pancho Villa en van den 1) Nummer van 3 Juni j.l. lllllllllllllltlimlIlllltNIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIII il est des heures oüil convient de philosopher avant de vivre". Dal neemt niet weg dat Celtus voor de economische vraagstukken een open oog heefl en er vaak nieuwe, verrassende dingen over te zeggen heeft. Zoo beloogl hij dal de ma laise in Engeland niet in de eerste plaats aan die van Europa te wijten is. Men heefl, op financieel gebied, de Engelsche klassieke methode gevolgd, die van deflatie, geweldige belastingen, een hoog bankdisconlo, ver meerdering der slaatsschulden, verbod van gouduilvoer anders dan mei speciaal consent. Tengevolge daarvan isjde koers van het Pond Sterling, zooals men in Engeland wenschte, sterk gerezen en weder dicht bij pari gekomen. Dat is echter altijd niet een onvermengd voor deel: ,,Toute medaille, même une medaille primitieven Indianen-leider Emlliano Zapala. Mr. Dlllon vergeel bijv. zulke kleinigheden als hel feil dat nog steeds overal gewapende bandieten en zgn. rebellen het land onveilig maken. Hij vergeel bijv. Ie vermelden dal er geen week voorbijgaal zonder dat een of meer der kampen van de Amerikaansche, En gelsche en Hillandsche petroleummaalschappijen in h;t Tampicodistricl door gewapende banden worden aangevallen en uilgeplunderd, waarbij bijna sleeds manschenlevens Ie beIreuren zijn. Lijkl hel u onwaarschijnlijk na het lezen van Mr. Dlllon's geestdriftig artikel? 't Zou me anders, indien de ruimte het toeliel, in 't geheel niet moeilijk zijn zulke beweringen te staven door namen, plaatsen en data te noemsn. En Mr. Dillon vergeet Ie vermelden dal, niellegenstaande den reusachligen voortgang dien het zakenleven zou hebben genomen, in geheele Staten, bijv. in Chihnahna en Sonora, de mijnen stil liggen en nieuwe, rijke gebieden in het Njorden van de westelijke Sierra Madre niet kunnen worden ontgonnen omdat de zgn. hernieuwende en herstellende revolutie" (la revolucion regeneradora) wel bestaande spoor wegen heeft verwoest maar verzuimd heeft ze te herstellen en nieuwe aan te leggen,zoodat in mijnbouwkundig opzicht zeer veel beloven de gebieden niet kunnen worden geëxploiteerd wegens het tolale gebrek aan Iransporlwegen. En Mr. Dillon vergeet ook al te vermelden dat in sommige stalen de meesl krankzinnige wetten alle zakenleven dooden. Hij had bijv. maar behoeven te denken aan hetgeen ver ledenjaar geschiedde in Ptubla, de d^rdestad van JVbxico, toen alle zaken zich verplicht zagen hunne deuren te sluiten omdat het plaat selijk gouvernement (de zgn. gobemador, een zekere Sanchez, was een ex-peon, d.w.z. een totaal ongeletterde, half-bloed-landarbeider die tot gouverneur was benoemd) zulke schan delijk hooge belastingen op het uitoefenen van handel en beroepen ging heffen, dat het onmogelijk was deze op te brengen en de slacht offers liever hunne zaken sloten. Dat was een van die belangwekkende proefnemingen" waarover Mr. D.llon schrijft. En dan dal besluur gebaseerd op vrijheid voor allen, zedelijkeverantwoordelijkheidvoor ieder burger. ..." etc. Dit had Mr. Dillon nu weer zoo aardig kunnen illustreeren door eene beschrijving te geven van de bomaanslagen op de bisschoppelijke paleizen te Mexico-city en te uadalagara, op de basiliek van Guadalupe en door met welversneden pen te ver halen hoe in de hoofdstad van Michoacan de inspecteur van politie zijne agenten gebood te schieten op eene religieuze processie, waarbij velen werden gedood en gewond. Gelooft u het misschien niet of denkt u dat het al wel heel lang geleden moet zijn da. dergelijke dingen voorvielen ? O neen, dat alles gebeurde ongeveer een jaar geleden onder het bestuur van dienzelfden genialen leider," generaal Alvaro Obregon. En Mr. Dillon vergeet ook. .. . maar neen, laat ik uitscheiden; hij vergeet zooveel, hij vergeet alles. Of wist hij 't misschien niet? Maar n ding vergeet hij niet; hij laat het met blijkbare voldoening zelfs cursief drukken, VRAAGT l SI-FA-KO 8 IO ARE. H Sorlomorlr d'or, a son revers". Celtus betoogt dan verder dat hoewel Engeland door zijn bijna op pari staand muntstelsel in den vreemde goedkoop grondstoffen en voedsel kan koopen, de Engelsche fabrikaten om diezelfde reden in den vreemde te duur worden. Men heeft in Engeland gedacht dat de loop der gebeurte nissen ongeveer dezelfde zou zijn als na de Napoleontische oorlogen, maar daarin heeft men zich bedrogen. Slachtoffer van een te gezond muntstelsel, zooals andere landen het zijn van het tegenovergestelde, ziet Enge land tusschen zichzelven en zijne oude Europeesche afnemers den slagboom van den wissel koers geplaatst, dien het niet kan overschrij den. Of Celtus in zijn betoog gelijk heeft? Het is moeilijk te beoordeelen. Zeker is het dat Engeland in zijn financieele politiek zeer sterk geinfluenceerd is door de verhou ding tot Amerika, den grooten crediteur, die m goud betaald wil worden, en cat tot nog toe i,i Engeland alles heeft moeten wijken voor de overtuiging dat het land zijne over wegende plaats in den wereldhandel alleen aan behouden kan, wanneer het Pond Sterling tegenover den Dollar niet langergedeprecieerd is. Of die politiek de juiste is, en of niet zij ten slotte gelijk zullen krijgen die goud een goeden dienaar noemen, maar een slechten meester, zal de toskoms leeren. In dit ver band is het betoog van Celtus aangaande de rol van het zilver in de wereld-economie zeer lezenswaardig en hij schrijft Engeland's moei lijkheden in vele opzichten toe aan clen val in den zilverpriis, dien Engeland had moeten ophouden. Dat is stellig een overdreven bewering, maar het zou ons te ver voeren, hier verder e zilverquaestie die o.i. veel te weinig oe aandacht trekt, te bespreken. Alleen zij nog vermeld dat Celtus ten onrechte Ned. Inaië schijnt te rekenen onder de landen cue een zilveren standaard hebben, d.w.z. welker mu.iteenheid tegelijk in waarde fluctueert met het zilver. Over Engeland's exporthandel geeft Celtus belangwekkende beschouwingen, waarmede hij tracht aan te toonen dat het wegvallen van Engelsche exporten naar Centraal- en Oost-Europa geenszins voldoende is om de geweldige werkloosheid in Engeland te ver klaren. Zoo was de waarde van Engeland's exporten naar Rusland in 1913 slechts 17.000.000 of nog geen drie pCt. van het totaal van / 525.000.000 waarvan de overige Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij DEGRUYTER&Co.l DEN HAAG AMSTEROkM ARNHEM Verhuizingen per Auto-Trein H deelen van het Britsche Rijk / 205.000.000 af namen. Maar binnen dat Rijk zijn mark ten verloren die gedurende den oorlog zelven zijn gaan fabnceeren wat Engeland vroeger leverde. Oostenrijk-Hongarije, in 1913, komt op de lijst voor met het minieme bedrag van / 4.500.000, of minder dan n pCt. De cijfers die Celtus geeft, (pag. 79) zijn niet duidelijk of overtuigend, want veel van hetgeen hij opgeeft onder de hoofden: Pays induslriels de l'Europe occidentale, Pays européens a change levé, Europe centrale et oriëntale," zijn niet nader toegelicht, zoodat men niet weet welke landen hij beaoelt. Wie andere statistieken raadpleegt, vindt intusschen dat Duitschland-alleen in 1913 voor een waarde van / 42.000.000 afnam. Daarvan zal wel heel wat ten slotte naar Centraal en OostEuropa gegaan zijn. Ook concurreert Duitsthland wegens de lage koersen veel scherper op Engeland's markten, ook de eigene,dan vroe ger, terwijl de algemeene malaise over geheel Europa dat in het geheel in 1913 voor / 181.000.000 (of34pCt.)van Engeland kocht, dat cijfer geweldig heeft doen slinken. Daar om is Celtus' betoog niet geheel onaantast baar, hoewel hij volkomen terecht het herstel van Rusland niet essentieel acht voor Enge land's welvaart. Want als het waar is dat on geveer 300 millioen Europeanen voorloopig toch geen koopkracht meer zullen hebben. wordt het opzoeken van nieuwe markten en dit geldt ook voor ons land van des te urgenter belang. Ook daarom klemt Celtus' aanbeveling, meer aandacht aan het zilver vraagstuk te schenken, des te meer, want door den prijs te verhoogen zou men de koop kracht van 800.000.000 Aziaten misschien kunnen verdubbelen. Celtus geeft toe dat de leidende principes van het tiactaat van Versailles niet vati economischen aard waren: il n'est pas souhaitable que les besoins matériels lèglent ja mais souverainement la destinée es peuples". Hij acht het juist, dat politieke en moreele overwegingen in de eerste plaats golden, hoewel hij toegeeft dat de economische ver houdingen door de veranderingen op de kaait van Europa zijn verstoord. In een zeer zaakkundig overzicht toont hij met groote objec tiviteit aan hoezeer Duitschland, maar vooral ook Oostenrijk-Hongarije economisch uiteengescheurd zijn. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan Rus land, waarvan Celtus bitter weinig verwacht, aan de vraag of de vredesvoorwaarden het failliet van Duitschland teweeg hebben ge bracht, een vraag, die hij ontkennend be antwoordt in een uiterst lezenswaardig en met tal van cijfers toegelicht betoog. Hij eindigt met opmerkingen die vooral in Nederland op prijs zullen worden gesteld. De Volkenbond, zegt hij, is te Versailles in het leven geroepen pour développer la coop ration entre lesnations", en Frankrijk gelooft dat de Volkenbond in de eerste plaats geroe pen is om regelend op re treden in het eco nomisch uiteengerukte Europa, misschien door het scheppen van aparte organisaties, ge combineerd met pan-Europeesche conferenties die Engeland nu eenmaal zoo schijnen te boeien. Men zegt dat Celtus over het geheel de opinie van de Fransche regeering wee. geeft, en als dat zoo is, komt ons die opinie bij uitstek rationeel en gematigd voor. Trouwens, de Entente en Frankrijk zelf hebben tegenover hun Volkenbond-kind dat zij tot nog toe als een stiefkind hebben be jegend, hee! wat goed te make.i. ZOO GAAT 'T H. D L N L O P Zestig zwarten, veertig rooden Heeft de stembus ons gebracht. Zestig rechtschen, veertig linkschen Wie had zooiets ooit verwacht? Komt dat door 't vrouwen-stemmen, Zijn die wat conservatief? Niet zoo grondbeginselachtig Houden ze meer van een bief? Velen hebben zich verrekend In die vrouwen-kiezerij Onze roode ras-genooten Wonnen er geen stemmen bij. Bij een volgende verkiezing Zullen ze nog verder gaan, Nog behoudender, nog zwarter Zal de Tweede Kamer staan. Jaren hebben we gevochten, Vrouwen-kiesrecht was de eisch; Die er toen het hardst om brulden, Komen van een koude reis. Vrouwen zijn geen stembus-poppen, Allen hebben ze hun plan, Vrouwen zijn somt politieker Werkelijker dan een man. Thuis beloven ze van alles Bij de koffie of de thee, Ja" ziet men ze lachend zeggen, Bij de stembus werd 't ,,nee". J. H. SPEENHOFF iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK, DENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAYIA, SOERABATA, SEMARANG, BANDOENG, HEDAN en WELTEVREDEN l»II Illll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIHiiiin,,,,,, iiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiMMit iiuiiuiiiii>nMiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii"iiiiiiiii"iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiimi n.l. dat Mexico in 't geheel geen papieren geld, geen ander rui l middeldan goud of zilver bezit. En dan volgt eene lange tirade over den gezonden toestand der Mexikaansche financiën etc., waarbij een ingewijde moeilijk zijn lachen kan bedwingen. Nadat de psychisch niet geheel normale maar overigens zeer onschuldige en beklagens waardige Francisco I. Madero president van Mexico was geworden, werd de bodem van de schatkist al heel gauw zichtbaar. De 232 fami lieleden de clan" Madero was zeer uit gebreid die allen tot het bekleeden van een of ander openbaar ambt werden uitverkoren hielpen het hardst mee om het geld te doen verdwijnen en Mexico's crediet, dat Jos Yves Limantouv, de bekwame minister van financiën in het kabinet van Porfirio Diaz, na zoo vele jaren van inspanning voor het land had weten te verwerven, was al spoedig geheel verspeeld. De zeer vele regeeringen" die elkaar na Madero's val opvolgden (sommige presidenten hielden het een maand uit, andere nog korter, zooals bijv. Pedro Lascurain die officieel precies 20 minuten lang president der Republiek Mexico is geweest) konden natuurlijk nergens geld leenen en tot nu toe is het geen enkele Mexikaansche regeering gelukt eene buitenlandsche leening te sluiten. Carranza heeft dit herhaaldelijk geprobeerd, maar zijne agenten werden in Wallstreet slechts uitgelachen. De regeeringen, die natuurlijk alle om het hardst geld noodig hadden (wat voor pleizier is er nu aan het regeeren" in een land als Mexico, wanneer er niet flink wat aan den strijkstok blijft hangen?) gingen dus papiertjes drukken en hetzelfde gebeurde wat gedurende en na den oorlog in zoovele landen is geschied. De waarde van deze pa pieren daalde zeer snel en daar de volgende regeering de schulden nooit wenschte te erkennen, die hare voorgangsters hadden ge maakt, was de waarde van Mexico's papieren geld binnen zeer kortentijd nog slechts meteene reeks van nullen aan te geven. Ookir. heiland zelf wilde niemand meer dez.g.n. bilambikes, zooals het papiergeld werd genoemd (over den oorsprong van dit wonderlijke woord is men hel niet eens) aannemen; voor behangselpapier was het niet mooi genoeg en velen verbrand den eenvoudig massa's van deze papieren, terwijl anderen thans nog met koffers vol zitten opgescheept. Het ging zoo niet langer en Louis Cabrera, de bekwame maar in alle opzichten gewetenlooze minisler van finan ciën inCarranza's kabinet heeft gezorgd dat in Mexico alle transacties door middel van goud en zilver geschieden. Indien de natuur niet had gezorgd, dat deze metalen in zeer vol doende hoeveelheid in Mex.co's bodem aan wezig zijn (heeft reeds niet vun Humb;,ldt Mexico vergeleken met een bedelaar, gezeten op een klomp goud?), dan zou zulks onmoge lijk zijn geweesl. Wanneer Mr. D.llon dus heel poëtisch beweert, dat Mexico een oase is in de dorre woestijn van bijna waardelooze banknooten" dan heeft deze heer het geheel mis. Niet bijna, maar geheel waardelooze ban k-noten zijn er genoeg (de meeste op perhoofden van de voornaamste der zeer vele revolutionnaire partijen gaven ze op eigen houtje uit naast de regeering en verplichtten met de revolver in de vuist de vreedzame bur gers om ze te accepteeren); maar juist omdat ze heelemaal geen waarde meer hebben, ziet men ze niet, want geen verstandig mensch wil met dien rommel opgescheept zitten. Neen, Mr. Dillon, indien uden Nederlanders iets over Mexico wilt vertellen, vertel hun dan tenminste de waarheid. En als u die zelf niet kent en u tijd noch lust hebt die ter plaatse te bestudeeren, leest u dan eens het zeer inte ressante boek van Francisco Bulnes, El verdadero Diaz y la Revolucior, en het bijtendsarcastische werkje van Vincente Blasco Ibanez, El militarismo Mexiacano, en de merkwaardige en scherpe boeken van de bekwame Mrs. O'Shanghnessy, de vrouw van den Amjrikaanschen Chargéd'affaires, die gedurende de bloedige jaren 1913 en 1914 de Vereenigde Stalen in Mexico vertegenwoor digde na de terugroeping van den gezant Harry Lane Wilson. En dan zult u leeren dat, waar het zelfs onder den grooten en sterken Diaz niet alles rozen ge u r en maneschijn was, na diens verdrijving de Mexikaansche toestan den niet beter dan als ,,heli's delight" kunnen worden beschreven. En als u deze werken gelezen hebt, sla dan ook eens het prachtige boekje op van Madame Calderon de la Barca dat werd geschreven omstreeks 1842' en dan zult u, tot uwe verbazing misschien, b merken dat, behoudens het feit dat men thans electrisch licht gebruikt waar vroeger een kaars werd gebezigd en nog een paar dergelijke oppervlakkige en uitsluitend materieele ver anderingen meer,de ziel van Mexico gedurende die tachtig jaren dezelfde is gebleven en dat het volk in zijn innerlijkste wezen helaas nog even primitief is en z<ch nog even slecht weet te regeeren en te laten regeeren als toen. Londen. .\\ E K E L HET DOGMATISME DER VERONTWAARDIGING Antwoord aan den Heer C. Vet/i. Ik had mij reeds met de redactie van de Groene" in verbinding gesteld om mijn artikel: ,,Het Dogmatisme der Verontwaar diging" terug te vragen, omdat het ook mij bij nader inzien beter toescheen het debat voort te zetten in het orgaan der Vereen iging (hoezeer ik dan aanvankelijk, nu mijn eenzame tegenstem door een algemeen pers bericht wereldkundig gemaakt was, mij gaarne verdedigde in wijder kring) toen ik vernam dat de heer Veth reeds een naschrift had opgesteld. Ik heb het artikel daarop toch lalen doorgaan, en zoo kwam de pennenstrijd dan op deze plaats. Ik kan het mij voorstellen, dat de heer Veth mijne inzichten niet deelt maar de heer Veth mag mij niet beschuldigen van twijfelmoedige tweeslachtigheid. Want n op de vergadering n in de Groene stelde ik het op den voorgrond, dat ik een censuur als de Minister toepaste in beginsel laakbaar acht. Ik was dus op beide plaatsen even antiministorieel. Maar op beide plaatsen deed ik uitkomen dat het m.i. niet op den weg der V. v. L. ligt, zich te bemoeien met iets waar van de politiek zich heeft meester gemaakt. De linksche pers en evenzoo de linksche verkiezingsredevoeringen hebben gedaverd van het Faust- en Nathan-verbod. Ja, onze zeer deskundige karikatuur-beoefenaar, de heer C. Vetli zal hebben opgemerkt dat zelfs .,de Vrijheid", het orgaan van den Vrijheidsbond, er een prent aan heeft gewijd. Toen de questie in de V. v. L. werd gesteld had zij haar zuiver-cultureel aspect verloren, zij was politiek" geworden. En, al hadden voorstellers en vergadering dan cultureele bedoelingen, de questie was door de politiek vertroebeld en daarom m.i. had de neutrale V. v. L. er moeten afblijven. En het verzet moge sober gesteld zijn geweest, het werd vlammend tegen den achtergrond der situatie. Blijtt over de paedagogisch-lechnische be doeling van den Minisier. Ik moet mijne ter vergadering gestelde vraag handhaven: Is het billijk dézen Bewindsman vór alles te verdenken van domperbedoelingen? En ik voeg er de vraag aan toe: had een Minister als de heer de Visser, die meer dan ooit eenig bewindsman vór hem, voor Kunst en Kunstenaars heeft gedaan, niet recht op een waardeerender onderstelling in een Kunstenaarskring? Zoo juist kwam weer een maatregel van den Minister van Onderwijs af, waardoor de noodlijdende beeldende Kunstenaars worden gesteund. Hij heeft er het votum van verkwisting voor over in tijden die zwaar gaan van bezuiniging. De heer Veth en ik zullen het niet eens worden. Maar hij had niet van mijn terug tocht" mogen spreken. Mijn houding was niet tweeslachtig, maar twee-ledig. En voor het bekijken van deze zaak met een ander zin tuig dan dat der verontwaardiging was m.i. gezonde reden. P. H. R i T TER JR Ik begrijp den heer Rilter, geloof ik, zeer goed. Zijn gevoel is er een van zekeren wrevel om de betrekkelijke geringheid van het geval. Wij moeten echler denken aan het precedent, dat' werd geschapen. In zoo'n geval denkt oon bestuur niet: Wat zal de Minister er wel van vinden, of: zal het helpen? maar, om een gevleugeld woord te gebruiken: Mogen wij zwijgen ? C O R N t: L l S V E T H (Discussie gesloten. RED.). CHARIVARIUS, Ruize-rijman, 5 Bundels f 0.65 Charivaria, 3 Bundels d f 0.65 - Ultgava H. D. TJEENK WILLINK & Zn. Haarlem

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl