De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 15 juli pagina 4

15 juli 1922 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Juli '22. - No. 2351 IS DE MENSCH HET BENIGE MET REDE" BEGAAFDE WEZEN? (Ingezonden) Vergun mij, iets in 't midden te brengen, naar aanleiding van 's-heeren L. P. A. van den Brandeler's artikel van l Juli j.l. Zooals de heer v. d. B. reeds opmerkte, laat zich eene kwestie als de onderhavige niet in enkele woorden uiteenzetten en oplossen. Ik zal dit dan hier ter plaatse ook niet doen, maar toch gaarne enkele opmerkingen maker, die een en ander den geachten schrijver wellicht in een ander licht zullen laten zien, al zal hij zich daardoor nog niet met de in ons Artisboek, en trouwens ook elders in woord en geschrift geuite meening kunnen vereeni gen. Ik antwoord dan tevens namens mijn medewerker aan het Artisboek" den heer S. Abramsz. Laat mij dan, om te beginnen, echter hier even verklaren, dat de heer v. d. Br. mij te hoog aanslaat, wanneer hij mij zoo maar dier psycholoog toutcourt en bovendiennogonderdirecteur van Artis noemt. Ik ben noch 't een, noch 't andere. Dierpsycholoog zou ik mij nog niet durven noemen, al hoop ik in deze rich ting wellicht nog eens iets ex officio" te mogen bereiken, waar ik door mijn liefde voor het levende dier, mijn omzwervingen van jongsaf en waarnemingen in de vrije natuur, zoowel als mijn dagelijkschen omgang met en waarnemingen aan levende dieren, krachtens het ambt van inspecteur over de levende have van het Kon. Zool. Genoootschap, om zoo te zeggen gedwongen wordt in dierpsychologische richting waar te nemen, te onderzoeken en te Iceren denken. Voorts moet mij dan nog van 't hart, dat 's-heeren v. d. Br. spreken van vreugde over het heilige huisje, de onoverbrugbare klove tusschen mensch en dier, die tenminste onaan getast blijft" mij min of meer pijnlijk trof. Hoe weet mag ik vragen de heer v. d. Br. of er bij mij of den heer Abramsz dergelijke bijbedoelingen" in 't spel zijn geweest? Uit ons Artisboek blijkt dit nergens ! Dit boek, dat trouwens alleen maar voor zoover doenlijk in zijn bestek een inzicht wil geven in de resultaten der moderne dierpsychologische weienschap en dus niet in de meer of minder wetenschappelijk getinte speculaties of liever ncritische, onwijsgeerige fantasieën, die men dan, gelijk dit ook met genialer denk fouten wel gebeurd is, op wetenschappelijke wijze (maar zonder critisch, onbevooroordeeld wijsgeerig doordenken) tracht, waar te maken dit boek, herhalen we, beoogt volstrekt geen heilig huisje te redden. Wie ons boek goed dór leest, zal daarin, hoe eenvoudig geschreven ook, een vergelijkend weten schappelijk standpunt en eerlijk, onbevoor oordeeld beginsel doorgevoerd vinden, vrij van laat ons zeggen verkeerd religieuze" oogmerken om op de wijze van welk bij zonder onderwijs" ook heilige huisjes" te redden. Wij zijn er op verschillende gronden eerlijk van overtuigd, dat om eens met niemand minder dan Prof. Bolland te spreken, die zijn leven lang over allerlei verkeerd heilige huisjes 't zijne gezegd heeft en hier Jus wel als betrouwbaar in dit opzicht mag gelden het dierlijke in den mensch te vooronder stellen is" , of wel dat de mensch niet zonder zijn dierlijkheid is", waarmede dan echter tevens het bestaan van een in het heden onover brugbare klove tusschen hedendaagschen mensch en recente diervormen wordt uit gesproken, zelfs waar het uit alle macht worteltrekkende en slechts cartesiaansch nog niet eens kantiaansch of hegeliaansch filosofeerende paarden betreft! Maar, om kort te gaan, dan ter zake. Ons inziens be treft het in de bedoelde kwestie: Ie. het experimenteel wetenschappelijk on derzoek van dierpsychologen, dat 2e dan nog beschouwd moet worden in verband met de resultaten van de vergelijkende dierpsychologie, de vergelijkende hersenanatomie, physiologie., ontogenie en phylogenie, om voorts 3e nog te worden onderworpen aan een ken-theoretische, critische, wijsgeerige be schouwing van alle de wetenschappelijk waargenomen feiten, teneinde naast, of liever boven de onderscheidenlijk betrouwenswaardige, allerlei feitelijke betrekke lijkheid constateerende en in werk-hypothcsen verwerkende zustenvetenschappen, ook nog tot de wijsheid der begripsvorming in het licht der logica, der redeleer te geraken. Nu is het onder l en 2 genoemde de taak der zuiver wetenschappelijke onderzoekers, als hoedanig Pfungst en von Buttel Reepen dan door ons genoemd worden in ons Artis boek terwijl het onder 3 genoemde den wijsgeerigen kant der kwestie raakt, waartoe dan volgens den heer v.d. Br. Maeterlinck bevoegd zou zijn, terwijl wij ons te dien opzichte dan veeleer naar philosophen als Kant, Hege!, Bjlland, Bergson, Wundt of Driesch Wouden willen richten. In het onder l en 2 genoemde is dan volgens ons de heer Maeterlinck ten eenenmale niet bevoegde autoriteit.Hoe hoog wij den schrijver van Sagesse et destinée," van Le tresor des humbles" ook schatten, zijn ,,Vie des Abeilles" en vooral zijn Intelligence des fleurs" het door den heer v. d. Br. genoemde boek kennen wij niet, en blijft dus voorloopig buiten beschouwing vormen al zijn ze ook niet zonder groote bekoring geen zuiverwetenschappelijk bewijsmateriaal. Ze geven ook niet het door ons onder 3 genoemde wijsgeerige inzicht der doordachte begrips vorming, maar een schoone en gevoelvolle verbeelding, -die waarheid en werkelijkheid, idealiteit en realiteit noch wetenschappelijk overwegend, noch wijsgeerig doordenkend, maar louter subjectief artistiek aanvoelend dus ,,op de wijze der gevoelvolle, schoone verbeelding" tracht te benaderen en weer te geven. Al zouden wij het dus met M. eens zijn, 200 zouden we zijn standpunt nog niet in een zij 't ook poptilair-wetcnschappeliik geschreven boek mogen geven, zoolang de wetenschappelijke beoefenaars der psychologie tot andere resultaten zijn gekomen. Om er de wijsgeerige beschou wing en doordenking nu maar buiten te laten, die wel wat anders leert, dan 't geen er door den artiest Maeterlinck zoowel als door bevooroordcelde eenzijdige of ncritische ge leerden, die als niet-psychologen hier bovendien nog buiten hun boekje"gingen en in 't belang hunner eigene en de algemeene wetenschappelijke reputatie beter ,,bij hun leest" hadden gebleven, zooal grleeraard is geworden in de onderhavige kwestie ! De heer v. d. Br. steunt zijn gansene betoog op Maeterlinck. En blijkt de resultaten van het werk van onverdachte dierpsychologen op allerlei vergelijkend-psychologisch gebied verricht, niet te kennen. Nu lijken ons afgezien van 't feit of Materlinck als wetenschappelijk waarnemer wel critisch en der zake kundig is geweest, en of zijn interpretatie der feiten wel juist is juist de in 's-heeren v. d. Br. opstel aange haalde proefnemingen van zeer bedenkelijken aard te zijn. De proef met de cartons kan eer gord louter op associatievermogen berusten, op een door 't paard uit ondervinding, uit herhaalde, aangeleerde ervaring selecteeren van Maeterlinck's onwillekeurige aandachtsbewegingfn, die aanvingen en ophielden bij 't beginnen te kloppen en 't geven van den juistcn" klop, en dan als altijd gevolgd werden door een bi'.looning of door een poos op de plaats rust" voor 't paard, dat ver moedelijk voor de boven zijn dierlijke sprakclooze redeloosheid" gaande proeven, waarin het dier des niettemin toch op zijne wijze" mee imest doen, niet bijzonder veel gevoeld zal hebben. En wat de worteltrekking en de wonder kinderen aangaat, daarmede wordt o.i. zoolang niet de wijze waarop en 't verloop van zaken wetenschappelijk onomstootelijk vaststaat, alleen maar bewezen, dat, met een krommen stok nog wel eens een rech ten slag gedaan kan worden", d.w.z. dat ook zonder verstandelijke rede, op voorloopig door ons niet gekende wijze, een schijnbaar op rede berustend resultaat kan komen. Wat door allerlei proeven bij allerlei dieren, als ze maar lang genoeg duren, het geval is gebleken. Wetenschappelijk en wijsgeerig gesproken ligt het niet in de rede, dat bij dieren, en zelfs in een's paarden onderbewustzijn, redelijk denken te vooronderstellen zou zijn. Komt er nu toch schijnbaar een redelijke uitspraak als resultaat, zoo kon deze wel eens langs totaal andere, onintelligente wegen tot stand gekomen zijn. Bij psychologische proefnemingen komt het niet zoozeer op het oogenschijnlijk resultaat, als wel op de wijze aan, waarop dit resultaat werd verkregen. Een hond, die tegen een deurknop springend, de deur openmaakt; een kind, dat ook voor den niet brandenden kachel bang is, denkt nog niet. Maar het kind van den hedendaagschen mensch kan later in intelligente handelingen, in spreken en denken zijn lager psychisch niveau van zintuigelijke waarneming, een voudig associatievermogen enz. te boven gaan ! Wat tot heden toe, blijkens het zuiver wetenschappellijk onderzoek van onbevoor oordeelde dierpsychologen als Pfungst, von Buttel Reepen, Lloyd Morgan, Wundt, Jennings, Forel, Kohier ik noem hier nu met opzet onverdachte vrijdenkers tot nog toe voor geen recent dier aangetoond is kunnen worden. Holenmenschen hadden reeds hun grottenkunst, "vondenhun werktuigen uit. Primitieve, boombewonende dwergvolken in 't hedendaagsche Centraal-Afrika hebben vergiftige pijlen uitgevonden ! Maar zelfs de Chimpanse's van Kühlers bekende proeven komen nooit verder dan een Aha ! Erlebnis," Datnmerbewusstsein des Zweckes", het gebruiken cener gegeven situatie, niet het uitvinden, het geniale scheppen eener nieuwe situatie ! En prof. Bolk schrijft in zijn Hersenen en Cultuur": Maar het eerste hoofdstuk van den menschelijken geest zal m.i. toch met deze woorden moeten aanvangen : in den beginne was het Genie !" Op morphologische, physiologische en kultuurhistorische gronden komt deze geleerde op zijn gebied k tot een klove, die niet zoo zeer op lichamelijk maar juist op geestelijk gebied tusschen mensch en dier reeds in vér verleden tijden moet zijn ontstaan of hebben bestaan. Zoo zeker als het, wetenschappelijk en wijsgeerig gesproken, tot op heden op grond van het vergelijkend wetenschappelijk on derzoek geacht mag worden, dat zooals Prof. Bolland het uitdrukt de mensch niet zonder zijn dierlijkheid is; het dierlijke in den mensch voorondersteld moet worden", zoo zeker is het ook, dat het in de rede ligt, dat de Mensch niet van iets afstammen kan, dat op zijne wijze zijn menschelijkheid niet reeds aan zich zal hebben gehad". Alleen van Ostens en Krall's filosofeerende en worteltrekkende steppen- en kuddedieren van origine, zijn onder de hedendaagsche dier vormen dan juist naar den geest", inzake rede/ijk kunnen denken dus, volstrekt niet verschillend van den hedendaagschen mensch, en zijn dus, al kloppende, voor hun onder vragers om zoo te zeggen zoo iets als gere ncarneerde menschenget's/t';;" of misschien zelfs directe oer- of algtest, in.... kloppende paarden2(c'/('g/;c/(/, die na Cogito ergo sum" en 4de machtswortels gcduldigopeen klontje of zoo iets, of althans 't ophouden der vervelende seance wacht. (Zou hier wellicht een ander heilig huisje" dat van theosophie of spiritisme uit den mouw komen kijken?) Afgezien dan van de klove, die er (ook na onze eerlijke over tuiging) op allerlei (na ampele overwegingen voorloopig ook door ons erkende,en wel op ge zag van Pfungst niet alleen, maar van allerlei andere deskundigen) wetenschappelijke zoowel als wijsgeerige gronden geacht moet worden te bestaan tusschen den hedendaagschen mensch en de recente menschapen (laat staan paarden !), al zijn mensch en dier ook in hun aanvangsvormen" als ongfschcidcn onder scheiden" te denken, blijft dan voorts nog de hier niet nader te beantwoorden kwestie, in hoeverre de schijn-realiteit der paardenproeven met de daarop gebaseerde fantazieën een voor wetenschappelijk onderzoek (maar zeker niet voor wijsgeerig-critisch, ken-theo retisch doordenken) nog niet zoo licht te ontwarren puzzle kan blijven. Het valt toch vaak gemakkelijker te beweren, dat iets zus of zoo zou kunnen zijn, dan wetenschappelijk te bewijzen dat het zeker ninimmer zoo ge weest is en zijn kan ! Niet op het schijnbare resultaat, op de wijze waarop het tot stand kwam, komt lv.it, herhalen we, in dierpsychologische kwesties echter allereerst aan. Daar kan zelfs geen Maeterlinck iets aan afdoen ! A. F. P O R T I E t IE POLLEH's Oude Genever Fijne Likeuren en Punch m. P. POLLEN 4 ZOOH - Rottmrdm J. D. STRUIJS & Zn. Prinsengracht 837 P. C. Hooftstraat 140 TEL. N. 906 TEL. Z. 9950 Begrafenissen - Crematie ? Transporten Koldewey & Corbière Leidschestraat 30, Amsterdam Specialiteit ing Kinderbadkuipen, Badiafels, Baby Bascules, Linnenmanden. SEN& SWAGEKIHAN iMGEHIEURS' ACADEMIE Wismai* a/tl Oostzee Progr. b/h Secretariaat G. J. DE KONING 4 h ? Keizersgracht 447 (voorheen L El DSCH ESTRAAT 69) - MARMEREN WASCHTAFELS UITRUSTING BIJENKORF DE MEUWE CATALOGUS ± 200 BLADZ.. MET 2000 ILLUSTRATIES. FRANCO Geen luxe maar een onontbeerlijk hulpmiddel in de keaken is Maggi's Aroma, dat door zij a eigenschap, soepen, jus, groenten enz. een krachtigeu, aangenamen smaak te geven, besparing aan vleesch en andere ingrediënten mogelijk maakt. JAC. W. F. BIEQELAAR DEM HAAG VEENESTRAAT 31 PAPESTRAAT 18 ^ TELEFOON ^^# Parapluies en Wandelstokken IN ALLE QUALITEITEN EN PRIJZEN 2502 MENSCHEltf, DIE OP E HOOGTE ZIJ3T, gebruiken de LIEVEGOED's ARTIKELEN Slaolie JMostercl .A. zijn "Wed. John Cray's Piokles n roep over de kwaliteit. Verzamelt de bons. 50 Bons = l fl. Piccalilli of op verzoek tijdelijk i fl. Slaolie of 1/1 fl. Kruidenazijn. VRAAGT UW LEVERANCIER H. V. DE HOUTTUINEH" AMSTERDAM BEGRAFENISVEREENIGING N. SAX Jr. P. C. Hooftstraat 38, Amsterdam. Telef.: Z. 341, Z. 4250 j REGELING VAN BEGRAFENISSEN EN CREMATIES VAN UIT ALLE PLAATSEN |?EIGEN LIJKKOETSAUTOMOBIELEN ADR1AAM SCBAKEL HE1L1GEWEO 11-17 - AMSTERDAM Overhemden naar Blaat Vervaardigd op eigen atelier ALMELO SOO WEUBOEN DAARDOOR IN ALLE AFDEELINGEN VACANT1E Laat voor de VACANTIE Uw Japonnen, Mantels, Jerseys enz. bij ons CHEMISCH REINIGEN ** DERVEN i -LLll I L N.V.HAARLEM5CHE 50DAFABRIEKS F BBBI KR15IA1500A U* KRISTALLEN M IN PÜDE GlAUBCRZOUT VOOR TECHNISCHE DOELBKOCJl IN- EN EXPORT WED. A. VAN LAA Damrak 25, AMSTERDAM Telefoon N. 105 H. 7725. ------- Po«tglr»B82O. HORS D'OEUVRE SCHOTELS, KREEFT, CAVIAR, OESTERS. DAGELIJKS AANVOER VERSCHB ZEB m R1V\ERVISCH Restaurant ii tagt, Bestellingen aan buis tondu prljsverbooglng WEEGEWUS, RAPENBURG 14, AMSTERDAM. Tei. N. 2662. (V1ARMERWERKENL Badplaats De Uzeren Man", Vught i SPOORWEGHALTE S. S, LIJN 'S-HERTOGENBOSCH-TILBURG j TELEFOON INTERC. 17 Omgeven door prachtige Bosschen, ruime Terrassen aan het 55 Hec taren groote meer. Gelegenheid tot roeien en zwemmen. Overdekte j rijwielbergplaats met reparatie-inrichting i Restaurant a la carte den geheelen dag. Dagelijks van 2?9 uur Matinee en Avondconcert. Lunchroom Franken" Groote Houtsfraat bij de Markt = HAARLEM = Hotel Tri er, Soestdijk, Riant gelegen tegenover het Palels van H.M. de Koningin Moedei Al TO-tJAKAGE ~ S<THrrTEBKXI»TKRRAH LUNCH «N DINER & PR1XFIXE?a LA CARTE den geheelen dag Telefoon S 36 J. SCHUIMT, Eig. J B. J. MULDERS Tuinarohitooi Badhuisw&g 2O1 ~ - OEH MAAQ-SCHEYEMIMGEN - « J»l9toom Mol». 890

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl