De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 15 juli pagina 5

15 juli 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

15 Juli '22. s- No. 2351 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWELIJKE TWEEDE-KAMERLEDEN Teekeningen voor de Amsterdammer" van Bernard van Vlijmen BIJKOMSTIGHEDEN XXXIV Wanneer er ooit iets zou komen, van een differentieering in de wetenschappelijke op leiding van vrouwen en mannen, dan zou men maar met het geschiedenis-onderricht moeten beginnen. Ik geloof, dat nergens de verschil lend-gerichte belangstelling zoo sterk uit komt: de man begrijpt een algemeene be schouwing, neemt die in zich op, en is in staat daaruit conclusies te trekken. Voor een vrouw wordt een groote gebeurtenis nooit levend, als niet een teekenend detail, iets persoonlijks, een bijkomstigheid" er voor haar phantasie relief aan geeft.... Ik heb nooit begrepen, wat de moord op den prins van Oranje voor ons heele land beteekende, voordat een fijn kenner van de vrouwelijke geaardheid mij erbij vertelde, dat het stadsbestuur van Dan Haag in die dagen extra rustbewaarders aanstelde, omdat de voornaamste families uit angst naar Leiden waren gevlucht, en de groote huizen nu leeg stonden.... En ik ben zeker, dat het kleine meisje, dat nu haar leventje begint, en mij heeft uitverkoren om haar den weg te wijzen in het labyrinthvan de geheimzinnigheden van het verleden, pas goed zal begrijpen, welk een geweldige invloed de oorlog ook in de neutrale landen heeft gehad, als ik haar de geschiedenis doe, hoe tante Ans in den winter van 1918 van een lezingtourneéals kostbaar present voor Opa en Oma vier gesmeerde; witte boterhammen en een halt ons thee meebracht, en hoe in 1917 in n week twee van haar naaste familie leden in de duisternis van de trap rolden, omdat er geen gas en geen electrisch licht en zelfs geen petroleum genoeg was om de gangen te verlichten. Zoo denk ik, dat de moord op Rathenau mij niet zoo striemend zou hebben getroffen, alsik niet een week tevoren met den hoofdredacteur van een reactionaire Duitsche courant op een Zondagmorgen door een vredigen Oelderschen theetuin had geloopen. Er stond ergens een fiets, die voorop een klein zwart-wit-rood vlaggetje droeg, en ineens bleef de man staan ; door zijn diep-bruine oogcn schoot een licht: Unsre alte Fahne.... aber ich sage Innen: sie kommt zurück". Ik was op den stillen Saks met het diep-doorgroefde gezicht gesteld, zooals men van alles. moet houden,dat een beet je ui t den tijd is. Boven dien drocghij zijn persoonlijke moei lijkheden me t ge moed e l ij ken humor, en als hij 's middags in zijn afgedragen jacquette aan tafel kwam, trof mij telkens de distinctie van zijn houding, tusschen onze luidruchtige, welgedane en duurgekleede buren .... Maar toen ik in de courant las, wat een Hetze er van rechts tegen Rathe nau was gevoerd, en ik mij de vlam in zijn triesten blik herinnerde, op het oogenblik dat hij zijn oude vlag terug zag, toen kon ik me niet ontveinzen, dat het bloed van den nobelen jood ook op zijn hoofd kwam. Hoe moet dat voelen, als je maandenlang een campagne tegen iemand hebt geleid; je hebt je medemenschen opgehitst, ze geprik keld, ze warm gemaakt; en ineens, een middag een avond; of een lichten, heldren ochtend, als je eigen leven juist weer nieuw en frisch is begonnen, komt er een telefoonbericht: het is gebeurd; de vijand is vermoord; jullie hebt 't bereikt.... Hoe moet dat voelen, als je dan weer aan dezelfde schrijftafel moet gaan zitten, waar je al die bijtende stukken tegen hem opstelde; en nu moet je wér een artikel schrijven .over zijn dood? Is er eenige hartstocht feller; bestaat er absolutcr verblinding, dan politieke hartstocht en politieke verblinding? Hoe zachtmoedig kon mijn hoofdredacteur met zijn kreupele zuster door den tuin slen teren; hoe menschelijk was zijn oordeel over literatuur en tooneel; en hoe verstonden we elkaar met n woord, met n blik, als er iets dwaas' aan een tafeitje naast ons ge beurde, of als met een grap een zielige on handigheid van de oude blinde dame kon wor den voorkomen .... Maar altijd verdwaalden zijn gedachten weer naar de politieke toestan den in zijn eigen land, en dan vielen de luikjes van zijn intellect en zijn begrip dicht, en bleef er alleen deze gedachte over, dat vroeger alles goed was; vroeger, toen nog geen Belgi sche madame met groote bellen in haar ooren zijn vrouw in den weg liep in haar keuken ; toen hij niet bovendien nog een politieagent als ~' 'jL> .V V. 't.K GOODYERA John Goodyer was een van de voornaamste Engelsche plantkundigen in de zeventiende eeuw. Hij wordt genoemd actief en accuraat, een bekwaam en gelukkig kweeker en zeer vrijgevig, als het er op aan kwam zijn vrienden te bedenken met botanische merkwaardig heden. Hij vertelt zelf hoe hij heel Hainpshire overstroomde met de topinambour, die hij zelf uit een enkel knolletje gekweekt had. Een Fries, Willcm Boel, verzamelde zaden voor hem en zijn vrienden in Andalusie. Ook hield hij zich met letterkundig werk bezig, vertaalde Theophrastus en hielp Thomas Johnson bij het bewerken van de tweede uitgave van het beroemde kruidboek van erard. Hij was dus nog al een belangrijk persoon en verdiende ten volle dat Robert Brown een orchideeëngeslacht naar hem benoemde. Van dit geslacht Goodyera komt in Europa slechts n enkele soort voor, de Goodyera repens, in onze flora's bekend als dennenorchis". Het plantje is in ons land zeer zeldzaam, maar zou toch door wandelaars in de vacantie nog wel eens op meer plaatsen gevonden kunnen worden,dan men'zou meenen. 't Is maar een klein ding, dat door den ge wonen wandelaar of in het geheel niet wordt opgemerkt, of zonder belangstelling voorbij gegaan. Onze foto, een van de vele pracht stukken, die de heer C. Sipkes voorDc Levende Natuur heeft vervaardigd, geett er een goed Mr. FRIEDA KATZ (Chr. H.) Zwangsmieter in huis had; Vroeger, toen je voor vijf mark drie gulden kreeg; toen hij groote reizen maakte naar Zuid-Afrika en Californië; toen de keizer en de nette, be schaafde menschen het nog te zeggen hadden. Maar al was de regeeringvorm dezelfde gebleven, er zou immers toch niets dan ellende in Duitschland gekomen zijn na den oorlog". Als onze arbeiders nog waren, wat ze vroeger waren, zouden we ons opgewerkt hebben met een snelheid, die de wereld zon hebben verbaasd.... Maar wat is er te ver wachten van een maatschappij, waar het ge peupel de lakens uitdeelt ! Alsof niet juist in dezen allermocilijksten tijd de besten de lei ding moesten hebben !" Maar zouden aie besten" nu alleen ge vonden kunnen worden in de klassen, die tot nu toe de leidende waren? Is niet juist het voordeel van den nieuwen stand van zaken,dat, door het gelijke onderwijs voor allen, voor het eerst de besten" uit alle lagen naar boven kunnen komen?" Sie Idealistin !" viel hij bijna ruw uit: denkt u, dat het hun hensch om ontwikkeling te doen is? Faulenzen, pralinés, kino.... De besten" zijn nog altijd bij ons te vinden, die tucht kennen, eerbied, gehoorzaamheid; en die den moed hebben om vol te honden en niet te vertwijfelen". Maar als ik denk, dat uit de rangen van die besten" dan toch de moordenaars van Erzberger, van Rathenau zijn voortgekomen; dat het de vrienden van die besten" zijn, die (wat ik nog afschuwelijker en gemeener vind dan den moord zelf,) de oude mevrouw Rathe nau met schimpbrieven hebben overladen; en ik denk, aan den anderen kant, aan de processen, die op het oogenblik in Rusland tegen de sociaal-revolutionairen aan den gang zijn, dan voel ik maar n vurigen vvensch: Laten we allemaal heel voorzichtig leven; laten we in de staatkundige verhoudingen voorloopig in Godsnaam niet roeren; want waar je er ook je hand in steekt, er komt nu altijd modder naar boven." A N N l E S A L O M O N S DE HERMETISATOR De inmaaktijd breekt aan, en de huisvrouw houdt zich bezig voorzorgen te nemen dat, in den winter, 't haar niet ontbreken zal aan de zomergroenten op haar tafel, bij Zou- en feestdagen en in tijden van zieken en her stellenden. We hebben 't jaren lang met het Weck's toestel gedaan, dat ons in alle opzichten bevredigde om de zuiverheid en de gemak kelijke controle eigen aan die methode van inmaak. We hadden maar n bezwaar, dat zich in de tijden van kolenschaarschte sterk deed gevoelen : het kost veel aan brandstof. Het koken vooraf, maar vooral het lange nakoken van de flesschen met haar inhoud, JOH. WESTERMAN (Vrijh. bond) S. C. C. BRONSFELD?VITRINGA (R. K.) had een aanmerkelijke verhooging van het budget ten gevolge. Nu komt een nieuw apparaat onze aan dacht vragen. Nakoken onnoodig is het parool. Kook groente voor bij 1(10°, ver warm vruchten tot 65 , doe ze warm en gaar in de flesschen, pomp ck> lucht er uit, en alle bederf is buitengesloten ! Geen wonder, dat elke huisvrouw zich tot de nieuwe vinding aangetrokken gevoelt. De Hermetisator is uitgevonden door den Ingenieur Winkler te Dessau. De gevulde ficsschen, op de gewone wijze dicht gemaakt, (met veersluiting) worden in een houder gezet, deze met water gevi'ld en gesloten. Een luchtpomp, aan den houder verbonden, pompt daarna het water met enkele slagen er uit, waardoor de lucht, die nog in de fles schen, na vulling, achterbleef, uitgezogen in elk geval zér sterk verdund,-- wordt. Door een luchtkanaal in 't deksel, dat men tijdens het pompen afsluit, heeft daarna de toevoer van lucht plaats en door dien luchtdruk worden de flesschen hermetisch afgesloten. Onder persoonlijk toezicht van Dr. G. Schneider, chemisch techi-iker aan het open baar chemisch laboratorium tot onderzoek van levens- en genotmiddelen te Dessan, zijn proeven met deze methode van inmaak genomen. De uitkomst bewees, dat men bij het wecken" van een bepaalde hoeveelheid flesschen noodig had van 10.8?11.23 uur, terwijl voor hetzelfde aantal flesschen bij het hermetiseeren" de bewerking duurde van 10.8?10.40 uur. De inhoud bleek na 8 maanden en langer nog volkomen zuiver van kleur en smaak te xijn. Een groote besparing van tijd en vuur dus ! En een verrassend resultaat. Jammer, dat bij een nauwkeurig nagaan van de wijze van inmaak, men tot de conclusie komt. dat dit resultaat in hoofdzaak te danken is aan de toevoeging van salicyl. D'.t is er nu wel in kleine hoeveelheden bij gebruikt, maar waar 't nog niet is uitgemaakt ot salicyl voor alle personen, ook voor oude en zwakke, geheel onschadelijk i?, daar moeten wij huisvrouwen toch wel heel voorzichtig zijn in het gebruik daarvan. Met goed gevolg is de strijd aangebonden tegen de toevoeging van conserveermiddelen in de veriUiurzamiiigsindnstrie; zullen wij als huisvrouwen i u de deur er weer voor epen zetten? E.i gaan wij tin het ne beder!'\\erende toe voegsel over, straks komt allicht een ander het vervangen, dat misschien de gezondheid mér bedreigt. De wet grijpt in zoo'n geval niet in, en de veiantwoordelijkheid van de huisvrouw is daarom ces te grooter. Ik voor mij zou het een achteruitgang vinden als alle inmaak ons een spoortje -alicyl extra gaf, en ik zou liever den strijd aanbinden tegen het overbodig gebruik vanjf'aspirine, ook een vorm van salicyl, dat velen zoo gedachteloos, op eigen verantwoording, innemen, dan die hoeveelheid, door de winterprovisie, nog aanmerkelijk te vergrooten. Een tweede bezwaar tegen het gebruik van den herrnetisator is, dat bij het korte voorko ken wel de bacteriën, maar zeker niet alle sporen gedood zullen worden. Door het uitdrijven van de lucht wordt aan vele bacteriesoorten den voedingsbodem ontnomen, maar er zijn ook bacteriën, die de zuurstof, die ze noodig hebben, aan de haar om ringende stof kunnen ontleenen, dus buiten luchttoevoer tot ontwikkeling kunnen komen. De anaëroben worden niet onwerkzaam gemaakt door het uitpompen van de lucht. En onder die anaëroben behoort o.a. de botulisme of worstvergiftigingbacterie, die, volgens deskundigen, ook in olijven en andere voedingsmiddelen wordt aangetroffen. Voor den hermetisator zijn in vele landen van Europa, ook in Amerika, patenten aan gevraagd. Hij komt dus in den handel; het gaat niet aan het nieuwe apparaat een voudig te negeeren. Wij huisvrouwen moeten er stelling tegenover aannemen. Vele proeven zijn genomen en worden genomen door vereenigingen en particulieren; enkele met goed, andere met onvoldoend resultaat. Laat iedere huisvrouw, die een wat ruim voorziene beurs heeft en onderzoekingsgeest, er eens enkele proeven mee nemen. Gebruik dan geen groenten als zuring, rhabarber en postelein, of vruchten als tomaten, die in haar zuur reageerend sap een beschuttings middel tegen een groot aantal bacteriën bezitten; neem alle voorzorgen: langdurig gaar koken van den inhoud, steriliseeren van de flesschen, vlug vullen, sluiten, terwijl de inhoud nog dampt, om toetreden van lucht te voorkomen, maar gebruik "een conserveermiddelen! En als de hermetisator dan voldoet, dan bespaart hij in waarheid vuur en tijd, en heeft hij veel op het Weck'stoestel voor. S. G. F. M E Y B O O M NIET OP REIS? Drinkt SIPKES1 Limonades. Smaken zuiver en verfrisschend. Zeker, ik moet erkennen dat het erg jammer voor n is, den heelen zomer niet op reis te kunnen gaan. Vroeger zou men dit zoo erg niet gevonden hebben. Mijn grootouders hadden in hun jeugd een tienweeksche bnitenlandschc reis gemaakt, in een rciskoets met postpaarden, en teerden verder hun hcele leven heel genoegelijk op di' daarbij verkregen herinneringen, zonder aan herhaling van zulk een onderneming te denken. Doch de tijden zijn veranderd. Wij staan in het teek'en van 't verkeer". Zoo goed als iedereen tracht er naar, om dezen tijd van't jaar een poosje ergensanders tevertoeven iimiiniiliiimiiiiiiMiimiii IMIIIIIIIIMIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiliiil denkbeeld van. Het rare kronkclstcngelt je is meestal nog geen twee decimeter hoog. .Aan de Clemgia heb ik er eens een paar gezien van bijna drie decimeter en op een andere plaats in het Engadin ook nog een enkele,'die zoo goot was. De witte bloempjes, vaak geel achtig groen getint,staan naar n kant aan den stengel, soms een beetje gedraaid, herinne rend aan een ander zeer zeldzaam orchidee! ie, de schroeforchis. Als het plantje niet te ar moedig is, ( an zijn (ie bloempjes toch zeer mooi, dat danken ze ook wel aan een fijne, donzige beharing. Op den grond zie je ovale bladeren, nog al spits, soms donker der, soms lichter groen en vaak wat vlekkig. Ook, en dat is bij afwez;gheid van bloemen nog al een aardig kenmerk, hebben ze dwarsnerven die de lengtenerven met elkaar verbinden. Bij sommige uitheemsehe verwanten is dat heel duidelijk en dan kunnen die nerven nog licht van kleur zijn ook, zoodat het blad versierd is met een raainornament. De gefotografeerde groep heeft nog al duidelijk sprekende bladeren, ik heb ook wel eens Goodyera's gezien met volmaakt effen gekleurde bladeren en moeilijk waar te nemen dwasnerven. 's Winters blijven de bladeren groen, ze ster ven pas af, als de nieuwe zich ontplooien. Een kwarteeuw geleden kenden wij die Dennenorchis alleen uit het Leiivenumsche bosch, dat aan ?deze plant een groot deel van zijn beroemdheid onder natnurvriendeii ontleende en we meenden toen in allen eenvoud, dat het daar al wie weet hoe lang groeide, misschien van eeuwen her. Sedert isdedennen orchis echter op nog meer plaatsen in ons land gevonden en ook in andere streken van Europa vindt men ze meer dan vroeger, 't Is wel niet altijd volstrekt zeker uit te maken, o! de plant er al niet van oudsher voorkomt, maar op menige plaats bestaat die zekerheid wel en we zijn tegenwoordig wel zoover, dat we beginnen te weten, hoe de vork in de steel zit. Zooals onze met zorg gekozen naam aanduidt bewoont dit orchideetje hoofdzakeijk dennenbosschen. Toen in vroeger eeuwen ons land maar weinig dennen had, waren er slellip oi.k geen Goi.dyera's. Maa.r sinds de zeventiende eeuw en vooral in cie laatste honc!ei\'en 130 y 325 Fl. 11?p. Pr. dan aan zijn domicilie. Men meent dit ver plicht te zijn aan zijn gezondheid. Er bestaan familiemoeders die het wél zoo rustig zouden vinden, in haar eigen ruim huis met mooien tuin te blijven dan een omslachtigen uittocht te organiseeren naar de behelperigheid van een landelijk pension. Maar zij worden daar toe gedrongen doordien hare dienstboden vacantie willen hebben. Aldus worden de thuis blijvers een uitzondering en vinden dat heel naar. Als ik u, die in dit geval verkeert, persoon lijk kende, dan zou mij dat erg voor u spijten. Ik zou er alles voor mee-voelen. Doch zoodra gij er over uitgepraat waart, zou ik trachten u te sturen in de richting van: Tienduizend dingen zijn wel waard om te verlangen, . Maar niet dat wie ze mist daarom het hoofd laat hangen. Voorts zou ik u in bedenking geven, in het klein zooveel mogelijk vergoeding te zoeken voor hetgeen u in het groot wordt onthouden. Is het zoo heel overbodig u eens aan te raden u wat precieser op de hoogte te stellen van de naaste omgeving uwer woonplaats, dan gij tot nog toe hebt gedaan? Iemand, die sinds tien jaar van uit zijn huiskamer het oog had op een onzer groote rivieren, was in al dien tijd nog nooit op het denkbeeld gekomen zich door de naaste veerpont eventjes te laten overzetten en het oeverlandschap eens voor de variatie van den overkant te bekijken. Wie dat doet, oefent zich in de kunst van' ontdekkingstochten maken, wat ten goede zal komen bij mogelijk latere reisgelegenhedcn. En dan.... Was het niet Robcrt Hamerling, die zich op zekeren dag voornam: Ich will im Ewlg-Schönen Mcin eniges Sein erweitern; Ich will mit Licdestönen Mein sehnend Herz erheitern" ? Gij dan, indien gij door noodzakelijkheid of plicht thans aan een eng bestaan gebonden zijt, verzuim niet dit te verruimen door onbevangen genieting van hetgeen gij aan zomersch natuurschoon binnen uw bereik hebt. Enneurie daarbij, te r verkwikking van u w naar ontspanning verlangend hart, al de opwekkelijke liedjes, die zeker nog wel ergens in uw herinnering sluimeren ! GEERTRWIDA CARELSEN IIIIIIIIIIIMIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Het verre Come heart, where hul is heaped upon kul W. B. YEATS. Achter de aarde, de groote aarde Liggen de heuvels, de wijde zee, Achter de landen, de zeeën waar de Gedachten gaan met de golven mee. Bergen, vlakten, zeeën, dalen Zijn voor 't luistrend menschenkind Schoone, boeiende verhalen Waar de Vader rust in vindt. T O N Y DE R I I) D E K. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. Levensverzekering Maatsctiuppt; HAARLEM" Wllaonspleln l DE VOORDEFUORTE Goodyera repons, de dennanorchis. : (Foto C. Sipkes) dertig jaar zijn allerwegen in ons land dennen aangeplant met meer ot minder goed gevolg. In verscheidene van die dennenaanplantingen is een woudbodem ontstaan van mos en naalden en daar vestigen zich nu gaandeweg de planten, die daar belnoren te groeien. Het isvoor iemand,die zijn land en zijn woonplaats lief heeft een groot genoegen om te zien, hoe naast de verarming en vernieling toch ook alweer wel mooie nieuwe dingen ons komen vei blijden. Ik heb hier twintig jaar gleden een mooie clninroosjeshelling zien be planten met Oostenrijksche denneljes. Eerst profiteerden die roosjes van de dennen; ze schoten veel hooger op en bloeiden rijker dan ooit. M:;ar thans hebben zij het bloeien al verleerd en moesten zij op menige plaats al het veld ruimen voor naalu'endek en moskleed. Daar kwamen allerlei planten opdagen: eerst paddestoelen en stofz;'.ad en ook al een orchideeën wel de mooie wespenorchis. Goodyera zal zich nog wel een poosje laten wachten, maar dat kan toch wel weer mee vallen, want de kansen zijn velerlei. Waar de planten vandaan ko men? Wel, uit de lucht. De zaden van de orchideeën en vooral die van Goodyera behooren tot de lichtste die er zijn; een half millioen zaden van de dennenorchis wegen met elkaar n gram. De afstanden, waarover zulke stofjes door den wind worden meegevoerd zijn dan ook veel en veel grooter dan de grootste afstand, die in Nederland te meten is en het behoort volstrekt niet tot de onmogelijkheden dat hier za den belanden uit Engeland of Denemarken of uit het Duitsche Middel gebergte, l Ook de planten uit de familie der Heidekruiden, de Ericaceeën hebben vaak zulke kleine zaden en daaraan is het te danken dat het Wintergroen, Pirola rotundifolia, zich is komen vestigen in de botanische reservaten van het Naardermeer dat de beroemde Linnaea borealis is komen te groeien bij Appel scha en dat we in het Gooi (natuurlijk op een plek, waar de tramlijn geprojecteerd is) ons hebben kunnen verheugen in de aanwe zigheid van de mooie Chimophilia umbellata, die wel wat op Wintergroen lijkt. Het aardige van de zaak is, dat zoowel deze Chimophila en de Linnaea als de Goodyera hier gegroeid kunnen hebben kort na den Ijstijd, zoodat we in sommige ongerepte streken van ons land altijd nog in twijfel zullen moeten verkeeren,of we te doen hebben met een luchtig nieuwigheidje of met een eerbiedwaardig ijstijddelict". Als ge nu in 't dennenwoud onze Goodyera aantreft, moet ge dat maar eens uitvechten. JAC. P. T n i j s s H BEZOEKT MOERHEIM's" KWEEKER1JEN i DEDEMSVAART

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl