Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
29 Juli '22. - No. 2353
ONZE AGRARIËRS
De Nieuwe Kamer zal niet minder dan 17 landbouwspecialiteiten bevatten."
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
VRAAOTi
SI-FA-KO
S IQARE H
HOE voornmmmmte Sorlo
Hoe wij ons een zitting in de toekomst voorstellen
iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii
IIMIIIIIIIIIIIIIII
HET NEDER-SAKSISCHE
VRAAGSTUK
DOOR
RUDOLF BREITIIAUPT
Alles bij elkaar genomen heeft de Duitsche
revolutie van 1918 weinig of niets veranderd
aan den innerlijken toestand van het rijk.
Wel is het kiesrecht uitgebreid, zijn
colleges als Herrenhaus" en Bundesrat" af
geschaft, wel zijn er sociaal-democraten mi
nister geworden en zijn de monarchieën in
republieken veranderd, maar de innerlijke
organisatie, zoowel van het Rijk als van de
Bondsstaten is voorloopig geheel dezelfde
gebleven.
De politieke kaart van Duitschland ver
toont nog dezelfde lappendeken als vór 1018.
Want alle vroegere Bondsstaten zooals Prui
sen, Beieren, Saksen, Wurtcmberg, ja zelfs
de vrije Hanzesteden Hamburg, Bremen,
Lübeck bestaan nog altijd als zoodanig en
hebben nog dezelfde macht en bevoegdheden.
In dit opzicht is alles nog volkomen bij het
oude gebleven.
Maar zeer waarschijnlijk zal dit niet lang
meer duren. Het gistingsproces, dat Duitsch
land doormaakt, gaat steeds verder en verder
en binnen korten tijd zal ook in het zooeven
bedoelde opzicht de vroegere toestand tot
het verleden behooren.
Reeds in 1919 hield de Duitsche Nationale
Vergadering zich bezig met een ontwerp,
waarvan de bedoeling was voor gebieden, die
door willekeurige grenzen gescheiden waren,
maar door hun geographische ligging en hun
economische betrekkingen bij elkaar behoor
den, de mogelijkheid te openen zich aaneen te
sluiten tot een organisch geheel. Het bewuste
ontwerp gaf aan de bevolking van deze ge
bieden het middel hiertoe in handen door het
houden van een plebisciet. Zoo ontstond art.
18 van de uitvoeringsbepalingen der Duitsche
Grondwet.
Dit artikel bepaalt dat een volksstemming
moet worden gehouden, wanneer een door
5000 kiezers onderteekend voorstel daartoe
wordt ingediend, met het doel een gebied,
dat een organisch geheel vormt, tot een nieu
wen staat te verklaren.
Wanneer 3/5 der uitgebrachte stemmen en
tenminste de helft van alle kiesgerechtigden
zich er voor verklaard hebben, wordt het
voorstel als aangenomen beschouwd.
Van deze mogelijkheid wil nu de Welfische
partij in Hannover gebruik maken. Zij
heeft bij haar aanhangers en in de hiervoor
in aanmerking komende gebieden propagan
da gemaakt voor het indienen van een voor
stel om in het N.W. van het Duitsche Rijk
een staat op te richten die alle in geogra
fisch, economisch en cultureel opzicht bij
elkaar behoorende gebieden tusschen de
Noordzee en de Duitsche middelgebergten
eenerzijds en de rivieren de Elbe en de Eems
anderzijds zal omvatten en die den naam zal
dragen van Neder-Saksen.
Dit Neder-Saksen heeft in vroeger eeuwen
reeds bestaan, maar dynastieke belangen
hebben het toen in verschillende vorstendom
men gesplitst. Bij het uitsterven van de oudere
linie van het Welfische Huis in Brunswijk
zou het bijna weder opgericht zijn, maar de
vijandschap tusschen Pruisen en het
Hannoversche koningshuis heeft dit toen belet.
De Welfische partij is niet de eerste, die
gebruik maakt van de gelegenheid tot het
stichten van een nieuwen staat. De Th
ringschc staten hebben het voorbeeld gegeven.
Om de kosten van een aantal parlementen
elke staat in Duitschland, al is hij nog zoo
klein, heeft een eigen parlement uit te
sparen en ook omin het
algemeendeadministratieve uitgaven te verminderen, hebben de
kleine staten van Thüringen zich vereenigd
tot een Groot-Thüringen. Dit is echter niet
een voor altijd vastgesteld organisme, maar
alleen een voorloopige band, die weder los
gemaakt kan worden.
Het Neder-Saksen, waarnaar de Welfische
partij streeft, moet echter een duurzamer
bestaan krijgen; het is hier de bedoeling een
staat te scheppen die alle rechten en plichten
van een staat zal aanvaarden.
Een reeds in den boekhandel verschenen
kaart van het economische Neder-Saksen,
dat in het algemeen samenvalt met het poli
tieke Neder-Saksen, omvat ruwweg gesproken
het gebied, waarvan Hannover het middel
punt vormt, benevens een deel van Westfalen
en strekt zich uit van de Noordzee tot aan
den zuidelijken rand van den Harz en zijn
uitloopers. De belangrijkste steden, die er
Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij
DE G RU YT ER & Co. |
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Internationale Verhuizingen
in liggen zijn: Hannover, Brunswijk, Celle,en
Osnabrück.
Of ook de vrije Hanzestad Hamburg in
Neder-Saksen zal worden opgenomen, is nog
twijfelachtig. Hamburg heeft er altijd waarde
aan gehecht een vrije Hanzestad te zijn en zal
ook nu dat willen blijven. Indien echter, wat
niet geheel onmogelijk is, ook Hamburg in
Neder-Saksen zal worden opgenomen, zal het
in den nieuwen staat de belangrijkste plaats
innemen. Maar dit hangt nog in de lucht.
Voorloopig is Hannover nog de belangrijkste
plaats. In Hannover vindt de beweging tot
het stichten van een Neder-Saksen ook haar
vurigste aanhangers en de Hannoveraansche
Welfen zijn de groote drijfkracht ervan.
In stad en land Hannover zal dan ook de
beslissing over het plan vallen. Voor de Welfen
is het niet alleen een economisch, maar ook
een politiek en historisch vraagstuk, dat sinds
1866 altijd aan de orde is gebleven. Het nieuwe
gebied valt dan ook geheel samen met het
vroegere koninkrijk Hannover, afgezien van
eenige afrondingen in het Noorden en
Zuiden.
Behalve Hannover en eventueel Hamburg
is de tegenwoordige republiek Brunswijk het
meest geïnteresseerd bij de kwestie van
NederSaksen. Hier vindt het plan aanhangers niet
zoozeer om politieke, als wel om economi
sche en territoriale redenen. Brunswijk be
staat tegenwoordig uit zeven verschillende
deelen, waarvan de meeste omsloten worden
door de provincie Hannover, de overige door
de provincie Saksen. Wanneer het opgenomen
werd in Neder-Saksen zou er aanzienlijk be
spaard kunnen worden, zoowel op de publieke
als op de private uitgaven, waardoor de
slechte finantieele toestand van het land
aanmerkelijk zou verbeteren.
In het Westen zou het gebied van
NederSaksen worden afgerond,door Osnabrück met
het aangrenzende deel van Westfalen. Som
migen willen ook Oldenburg in het nieuwe
complex opnemen en behalve Hamburg
ook nog Bremen en Emden; indien dit zou
geschieden, zou Neder-Saksen, naast het
Rijnland en Westfalen, in economisch opzicht
het belangrijkste gebied van Duitschland wor
den. Behalve groote bevaarbare rivieren en
een groot aantal kanalen heeft Neder-Saksen
het meest uitgebreide spoorwegnet van het
geheele Duitsche Rijk, een rijken bodem, een
zeer ontwikkelde industrie en een zeer pro
ductieven landbouw. De gunstige geografi
sche ligging verhoogt nog de beteekenis van
het land, dat de belangrijkste factor zou
kunnen worden voor den wederopbouw van
Duitschland.
In Hannover weet men wat er op het spel
staat, maar in Pruisen begrijpt men dit ook,
temeer daar, zoo het Welfische plan zou ge
lukken, hiervan het gevolg zou zijn een geheel
nieuwe indeeling van Duitschland, op den
grondslag van geografische en economische
saamhoorigheid, want het voorbeeld van
Neder-Saksen zou zeker navolging vinden. Men
kan zich dan ook voorbereiden op een
grooten strijd tusschen de politieke partijen, wan
neer het eenmaal tot een plebisciet zal komen.
Op welke wijze en in hoeverre de Welfen
het vraagstuk van een plebisciet over
NederSaksen aan de orde zullen stellen, zal binnen
kort wel blijken. Zoowel door de aanhangers
van het nieuwe Neder-Saksen als door die
van een nieuwe indeeling van Duitschland
in het algemeen, wordt als het krachtigste
argument voor hun streven aangevoerd, dat
hierdoor zoo aanmerkelijk zal worden be
spaard op de administratieve uitgaven, dat
daardoor het vertrouwen in het crediet van
Duitschland zal worden verhoogd, hetgeen
weer een gtmstigen invloed zal uitoefenen op
het vraagstuk, dat voor Duitschland het aller
grootste belang heeft, n.l. de valuta-kwestie.
HEEMSKERK, NOLT1NG.
Zeventig getelde jaren
Werden beide werkers oud;
De belangen hunner menschen
Waren beiden toevertrouwd;
leder in zijn eigen richting
Hebben ze hun plicht gedaan;
Vast van meening en beginsel
Zijn ze strijdend doorgegaan.
Voor de hoofd- en handarbeiders
Hebben ze gewerkt, geleefd,
Onze breede volksbelangen
Werden door hen nagestreefd.
Vele hunner beste jaren
Hebben ze ons land gebracht
Deze onvolprezen grijsaards,
Wit van haar en jong van kracht.
Ziet ze ons het voorbeeld geven
Van volharding, wil en vlijt,
In beginsel zoo verschillend
Eensgezind in waardigheid.
Heemskerk, Nolting leeft nog jaren,
Ieder- voor uw eigen kant,
Saamgebonden door de grenzen
Van ons prachtig vaderland.
J. H. SPEENHOFF
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAYENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK,
DENHOUT, LOCHEM en BORCÜLO.
Agentschappen in Indië:
BATAYIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN
llllllllllllllllllllllllflIllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllMI
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
1IIIIII1IIIIII llllltlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIII
EN. ... DE GRONDWETS
HERZIENING ?
Was het niet in een der Operettes van
Offenbach, dat een corps militairen, gezeten
op stokpaardjes, op het tooneel kwam en
hun gesprekken door hun aanvoerder onder
broken zag door de ernstige en op een toon
van gezag uitgesproken woorden ,,Messieurs !
. .n'oublions pas que nous sommes acheval"?
Bij de laatste verkiezingen om het Par
lement samen te stellen voor de tweede lezing
der Grondwetsherziening, hebben wel de
candidaten verklaringen afgelegd, die van
groote waarde zijn te achten voor hunne
groote of kleine partijen, maar die verklarin
gen werden niet onderbroken door een krach
tig ,,Mijne Heeren ! vergeet niet dat wij
het voorstel tot Grondwetsherziening zullen
hebben te behandelen."
En toen de verkiezingen waren afgeloopen,
hebben wel verschillende partijen vergade
ringen gehouden, waarin uiting werd gegeven
aan de gevoelens, die de sprekers bezielden
over den verkregen uitslag, maar van het
voorstel tot Grondwetsherziening werd niet
gerept.
Moet dit als een voorteeken worden be
schouwd dat er voorshands wel iets gewich
tige rs te doen is dan voorstellen om veran
deringen te brengen in de grondwet, welke
o.a. een aanzienlijke verhooging van de
schadeloosstelling" voor de leden der Tweede
Kamer ten gevolge zullen hebben?
Wordt thans minder gehecht aan het ar
gument dat de leden der Tweede Kamer
hun besten tijd in het belang des lands moeten
ter beschikking stellen?
Is dat waard een verhooging dier schade
loosstelling" met twee duizend gulden per
Tweede Kamerlid, makende over het hon
derdtal leden ?200.000 (zegge twee honderd
duizend gulden) per jaar?
Als deze vragen met volkomen duidelijk
heid aan de kiezers waren voorgelegd, zou
een ontkennende beantwoording niet tot de
onmogelijkheden hebben behoord.
In de eerste plaats, omdat in een tijd van
zoo grooten financieelen nood als waarin
ons land thans verkeert, en de daartegen
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wllsonspleln 11
DE VOOKDEELIQSTE TARIEVEN
noodzakelijk te nemen maatregelen tot be
zuiniging, ieder alleereerst met zichzelf moet
beginnen Economie bien ordonnée commence
par soi-mème". l
In de tweede plaats, omdat de ,,schadeloos
stelling" toegekend aan de leden van het
Parlement niet moet zijn een inkomen ver
kregen uit beroep of bedrijf.
In de derde plaats, omdat de leden van het
Parlement, voor wie de schadeloosstelling"
de waarneming van het lidmaatschap mogelijk
moet maken, deze niet moeten begeert'n ais
een middel tot lotsverbetering.
Het is in het belang der gemeenschap niet
gewenscht, dat het lidmaatschap van het
Parlement wordt opgevat als een geregelde
dagtaak, die den geheelen mensen in beslag
neemt met de sleur daaraan verbonden en
met den onwillekeurig demoraliseerenden
invloed van alledaagschen omgang en daaruit
ontstane societeitsgewoonten.
Te minder is dit gewenscht, nu in het
Parlement het debat meer en meer wordt
een populaire behandeling, die geen aanspraak
kan maken om vereeuwigd te worden en de
kosten van landsdrukkerij en stenographie
te verhoogen, om niet te gewagen van de
kosten voor de dagbladen en hun lezers,
die zich niet zullen beklagen over een beper
king der parlementaire debatten.
Er zijn dus wel redenen die voor een uitstel
zoo niet afstel van eene wijziging der
grondwet pleiten, welke het jaarlijksch budget
met de verhooging der schadeloosstelling"
van de leden derTweede Kamerzal bezwaren.
Het spreekwoord bezint eer gij begint"
behoeft niet noodzakelijk zoo uitgelegd te
worden, dat, wanneer de bezinning komt na
het begin, toch zou moeten worden voort
gegaan, omdat een begin is gemaakt.
Door den uitslag der verkiezingen kunnen
de rechtsche partijen thans op een flinke
meerderheid rekenen en met eigen krachten
een sterke regeering vormen.
Maar al ware het anders, het evenredig
kiesstelsel vordert niet de scherpe tegenstelling
tusschen Regeerings-en oppositiepartij, welke
het vroegere kenmerk was van het Parlemen
tair stelsel.
Het evenredig kiesstelsel heeft ten doel
het tot stand brengen van de maatregelen,
voor welke een afwisselende meerder
heid in het Parlement is te verkrijgen.
Natuurlijk blijft een verschil in levensbe
schouwing bestaan, dat de kerkelijke en niet
kerkelijke partijen verdeeld houdt,maar de felle
strijd op geestelijk gebied, de onderwijsstrijd,
is gestreden en daardoor is de weg geëffend
voor samenwerking bij de regeling van
aardsche belangen.
Als zoodanig treden thans op den voorgrond
de openbare financiën.
Voor kerkelijke en niet kerkelijke partijen,
althans wanneer zij geen reden hebben om
iets anders dan een gezonde oplossing te
verlangen, blijft de rekenkunde de allereerste
factor. Tweemaal twee is en blijft vier, e
n
niet 'vijf of zes. Een gulden is en blijft een
gulden van honderd centen, en wordt niet
een rijksdaalder, ook en vooral niet wanneer
hij in papier wordt uitgegeven. Door uit
gifte van papier wordt geen kapitaal geschapen.
Betalingen kunnen alleen worden gedaan,
wanner de middelen daartoe beschikbaar
kunnen worden gesteld.
Uit een kas van honderd gulden kan met
den besten wil ter wereld zelfs voor het schoon
ste en edelste doel geen twee honderd gulden
worden betaald.
De gelden voor de openbare schatkist
moeten worden opgebracht door de burgers,
en van hun draagkracht hangt het ten slotte
af of het mogelijk zal zijn aan eisenen, die
worden gesteld, te voldoen. Bekend is het,
helaas, dat na eenige - geen zeven en niet
voor ieder vette jaren het tijdvak der
waarschijnlijk meer dan zeven magere
jaren is gevolgd.
De verslagen en vergaderingen der
financieele maatschappijen kunnen daarvan getuigen.
En hoevele inkomens hebben te lijden door
het in gebreke blijven van Staten met de
rentebetaling op schulden door hen aangegaan
en gegarandeerd.
Reeds zijn gemeenten in Nederland met
faillietverklaring bedreigd geworden.
Moge een dergelijke toestand aan Nederland
bespaard blijven.
Het staat thans aan de leden van het Par
lement het goede voorbeeld te geven !
MR. W. H i; i N i; K i: N
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
DR. ENKLAAR EN HET
ARTESISCH WATER
Ik geloof niet dat Ingr. R. V. de eerste
technicus geweest is, die het bestaan van
art. water in Z.-Holland verkondigd heeft.
* Voor zooverre ik heb kunnen te weten
komen is dat Ingr. Schotel geweest, de
schepper van tal van bron waterleidingen
langs den Ouden Rijn" en elders, de eerste
nu'ongeveer 20 jaren geleden; alle bronnen
eindigden in vermoedelijk de zelfde laag
zand en grind, overvloedig water bevattende
en overal ongeveer op de zelfde diepte lig
gende 1) van 30 a 35 M. onder de oppervlakte.
Ingr. S. noemde dat artésisch water, af
komstig uit het hooge terrein in het Oosten
van ons land, en blijkens een artikel van
J. B. v. L. in de Nieuwe Courant van 24 en
27 Mei 1.1., had S. daar alle reden voor, al
, illltlllilllllil
Grand Hotel Funckler
RESTAURANT HAARLEM
Pension prix=roadérés
tracht die schrijver V. L. ook nog eene andere
verklaring op te sporen voor de voeding
van de door hem genoemde waterleiding
bronnen, die, zelfs in de droogste tijden,
nooit gefaald hebben overvloedig, kristal
helder water te leveren.
Een aanvankelijk hevig tegenstander van
de art. water-theorie, een zeer bekend Ned.
geoloog, is door kennisneming van die feiten
tot de meening gebracht dat die
bronwaterleidingen wel door art. water gevoed zullen
worden, doch dat dit niet doordringt tot de
duinstrook; wellicht wegens het van de duinen,
ook Oostwaarts, afvloeiende regenwater. Dit
inzicht komt mij dan ook juist voor, niet alleen
om in de hieraan voorafgaande feiten, in de
noot genoemd, maar ook in theorie, want het:
schijnt mij volstrekt niet onaannemelijk toe,
dat er, op de zelfde plek grond in den bodem,
volkomen tegenstrijdige water-verplaatsingen
zouden bestaan, door waterdichte veen- of
klei lagen gescheiden.
Voor de practijk komt het vraagstuk
evenwel uitsluitend neer op de beantwoording
der vraag of er (diep) onder de duinen steeds
zuiver zoet water voorhanden is, en daarop
geeft een deel (uit de duinstreek,) van de
door J. B. v. L. genoemde bronnen reeds een
bevestigend antwoord, terwijl de andere
vór een bevestigend antwoord pleiten. Een
groot deel van die 16 bronnen is reeds door den
heer R. V. gepubliceerd en de hceren Enklaar
c. s. hadden dus m.i. moeten trachten te
bewijzen dat dit steeds aanwezige zuiver zoet
water geen artésisch water is, of eigenlijk
nog meer: dat het water uit de iiooge streken
iu en bij het Oosten des Lands niet afwatert
naar on/e lage lauden (en zij moeten toch
afwateren !) of strikt genomen nog sterker:
dat dit steeds aanwezige bruikbare water
niet bestaat.
J. v A N ui; VELU w E
De Redactie stelt, om heen en weerschrijven
ie voorkomen, ondi. rj>;eteek"nde in staat,
om ei.Mi enke! woord aan het bovenstaande
lot' te voeg'.'n. Daarvoor mijn dank.
l):1 ingenieur R. Ve'hi'ek hveft, voor /:oo\er
ik kan nagaan, de onderstelling van den
stroom arleMsch water, steeds uitsluitend
op zijn naam gesteld. Gaarne neem ik aan,
dat de ingenieur Schotel de gedachte hel
eerst geuit heeft. Uit de me de deel i n g v;:n den
heer v. d. Vclmve, dat de ingenieur S. ook
naar e'.'ii andere verklaring zocht, blijkt
echter reeds, dat hij /e als een der mogelijke
hypothesen beschouwde. Dit en de meenim{
van den zeer bekenden Nedenandschcn
geoloog, dat de stroom niet tot de duinen
doordrong, .-.telt het verschil in standpunt
van de/e deskundigen en dat van den heer
Verbeek duidelijk in het licht, al is eenige
overeenkomst niet te miskennen. Daaren
boven is het wat anders een antwoord als
hypothese te geven, wat rationeel is, dan als
uitgemaakte waarheid; iets anders het 1e
verdedigen dan er aan vast te houden wat er
ook tegen ingebracht wordt. Maar alles
kunit hier aan op het juist stellen van de qnaestie
waar liet om gaat. Allereerst is noodig een
scherpe bepaling van het begrip artesisch
water", zal het geen woordenspel worden;
daarvoor is water onder druk" niet vol
doende. Het is water onder druk dat uit
hooge terreinen tusschen aardlagen, die het
water slecht of niet doorlaten, van elders
afvloeit en een stijghoogte bezit boven het
maaiveld. 2) Een geheel andere vraag is
het of onder de duinen een voldoende hoeveel
heid zoet water aanwezig is, al kan de prak
tijk met een bevestigend antwoord daarop
tevreden zijn en in de rest geen belangstellen.
De vraag, waarover de strijd loopt, is niet
of er al of niet een voldoende hoeveelheid zoet
water onder de duinen aanwezig is; ook niet,
of het al of niet onder grooten druk staat. Zij
betreft den oorsprong van dat water. Bestaat
er een stroom zoet artésisch water, dat van
het O. of Z.-O., van verre komend, dwars
door ons land zich onder de duinen door een
weg baant naar de zee en moet men op grond
van dat bestaan, onbevreesd voor verzouting,
met het oog op de watervoorziening in de
duinen dien stroom in de diepte opsporen
en er uit putten, dus diep draineeren. Of de
praktijk verantwoord is die onderstelling
tot grondslag te nemen voor haar werkzaam
heid op het terrein, daaromtrent kan ik
in een volgend artikel nog een en ander
mededeelen. Over het al of niet bestaan
van dien stroom hebben de koninklijke Aca
demie v. Wetensch. en andere deskundigen
zich reeds duidelijk uitgesproken. Daarover
kunnen alleen de uitkomsten van talrijke
diepboringen beslissen. De bewijslast rust
hier op hen, die het bestaan van dien stroom
aannemen, niet op hen, die het ontkennen.
Boven alles stelle men de vraag in qnaestie
scherp en zuiver.
Den Haag. UK. J. E. E N K L A A R
1) Onder leiding van den heer R. V. ook
in het Haagsche duin aangeboord, op de
villa des heeren Havelaar, en door de gebr.
Paauw van Vlaardiugeii, in de Haagsche
duinen en in de nabijheid daarvan.
2) Men leze hierover het belangrijke
opstel van den ingenieur W. F. J. M. Krul,
Directeur van het Rijksbureau voor water
voorziening in het Polytechnisch weekblad.
No. 13 van 31 Maart 1<J22, bladz. 245.
Hotel Duin en Daal
Volledig pension met kamer v.a. ?7.?p. d.