De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 5 augustus pagina 6

5 augustus 1922 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 5 Aug '22. No. 2354 JAPANSCHE BRIEVEN TOKYO Hoe langer hoe meer begin ik te gelooven, dat Japan is als zijn oude tooverspiegels. Die lieten in hun glas ziende figuren, die op den achtergrond stonden. Japan is, voor ons vreemden, geloof ik niet. Japan weerspiegelt alleen wat wij zijn; onze stemmingen en gevoelens geeft het weer. Een regendag in Japan, vooral als het al de vierde of vijfde uit een serie is, is iets troosteloos. Als ge uit uw venster niets ziet dan zwarte dakjes van sombere, gesloten huisjes , als ge de mooie dennen in de verte niet eens zien kunt door het regengordijn, dan overvalt u een naamlooze weemoed en een zeer geprononceerd verlangen naar huis. Ik zou iederen vreemde raden: als ge zoo'n dag in Tokyo zijt, ga uit". Niet te voet. De straten, door de houten gétas op gebroken, zijn herschapen in een modder poel, zódiep, dat uwe schoenen er tot de enkels in verzinken. Een auto is duur en als ge ver van een station woont niet eens te krijgen. Een rikshaw is binnen ieders bereik. Neem een rikshaw, bedek uw knieën en laat het boven-voorzeil open. En dan maar de straat op! Dan vergaat uw weemoed door alle aardige tafereeltjes, die ge aan weerskanten kunt zien. Ziehier mijn ervaring. De lange rieten regenmantels en depagodeachtige regenhoeden der koelies al zijn merk waardig en mooi... Iets patriarchaals is er in dien naïven dracht en iets vriendelijk-gemoedelijks. Onder hun rieten beschutting loopen ze naast hun paar den, rennen voor een rikshaw of zitten .in hun kleine wachthuisjes om den grooten hibachi", waarin vurige kolen gloeien tusschen de grijze asch. Van tijd tot tijd neemt er een de hashi" (lange, metalen stokjes) en verlegt zorgvuldig en bedachtzaam de stukjes houts kool. Ze praten weinig; de Japanner is van nature rustig, hoewel zijn rust, zelfs op zijn best, niet de diep-meditatieve rust der Chineezen is. Een Chinees heeft de rust door eeuwenlange meditatie, de Japanner door eeuwenlange zelfbeheersching. Op een hoekvaneenstraatje, in den stortregen, zitten tegen een muur vier mannen, hun stroohoeden diep over 't gezicht, zoodat de rand den rieten mantel raakt. Twee lappen schoenen, een derde peutert de dunne Japansche pijpen uit en de vierde kijkt toe. Mijn rikshawman herkent een collega in no. 4 buiten functie, en met een diepe buiging prevelt hij een beleefdheidszinnetje .... en In de rikshaw EEN NIEUW BOEK OVER HEDENDAAGSCHE BEELD HOUWKUNST Ontzachelijk moeten de kracht, de macht en de vereering geweest zijn van een Egyptisch volk, dat zijn gebieders in de onvergan kelijke stof, het granietblok, wist te houwen, waardoor aan hen het eeuwige leven ge schonken werd, en het gepolijste oppervlak van den steen nog heden,na veertig eeuwen, even glansrijk spiegelt als weleer. Hn wanneer we een greep doen uit de rieksche beschaving en deze vergelijken met de ons omringende, dan zal het enorme verschil frappant en beide tijdperken eikaars antipoden blijken te zijn. Een volk als de Cynaethensers werd gehaat en gestraft, omdat het de kunst verwaarloosd had. Zoo is voor ons geslacht een rechtspraak onbe grijpelijk en vreemd geworden, waarbij aan afvalligen, welke zich niet wenschten te onderwerpen aan hun heerschers, deze straf opgelegd werd: geen wetenschappelijk on derwijs aan hunne kinderen, noch beoefe ning der kunst toegestaan. Een dergelijke straf werd beschouwd als een der zwaarste, omdat men de zekerheid verkreeg zonder , kunst en in onwetendheid voort te leven als in het kille doodenrijk. Hoe hoog moest de grieksche beeldhouwkunst, als afspiege ling van een kuituur, staan, toen een recht spraak zich op haar kon beroepen ! De gothische beeldhouwer Gaucher,deschepper der Rheimsche sculpturen, heeft de voornaamheid van een Phidias, den riek, want hoe anders kon hij de Fransche kathe draal doen opgroeien als een levensvolle plant, waarover het zonlicht gansch zijn gouden stra len uitstort en waar de magistrale steenen beelden van Koningen en Heiligen voor altijd een zachtheid en goedheid verkregen door dien roerenden glimlach vol van tintelende levens vreugde. En nog te midden der hedendaagsche ruïnes en puinhoopen blijft de/e stille glimlach zweven om de resten der gebeeldhouwde steenen. Zoo moet Gaucher-zelf, de ver ruimde mensch, een levensbegrijper geweest zijn. Hij, met zijn zonnigen lach, van levens blijheid vervuld, moet al hakkend in den rotswand zijn droom vervolgd hebben. Sindsdien tijd heeft men vergeten, zooals Prentice Mulford het eens zeide, dat een geheim voor eeuwige levensvreugde is gelegen in het altijd voorwaarts stuwen naar het Japan. In het zelf kook-restaurant zegt, hoe het hem spijt dat hij een vrachtje heeft, terwijl de ander nog steeds wacht. Regen of geen regen, beleefd moet men zijn.... Dat erkent de ander ook, die opstaat en buigt, tegen onze ruggen, want mijn mannetje is rustig doorgestapt. In een deuropening staat een oude vrouw. Ze rookt haar pijpje en kijkt naar den regen, terwijl iets verder in 't kamertje twee kleu rige kinderen stoeien en roepen. Een Japansche tuin treurt in den regen op den hoek vaneen straatje. Eenenorme bouquet witte magnolia's, een oeroude boom, wiegt gelaten zijn zwarte takken, waaraan de wit peluche bloemen nog meer somberte verleenen. Een vuurroode cameliastert zijn harde bloemen tegen den grauwen, schuinen regen. Zijn bloemen geven niet mede als diedermagnolia, maar staan beweegloos en onbewogen, verstard in densuisenden, zingenden voorjaarsregen. Mos'koshi osoku itte kudasai" (iets lang zamer) vraag ik mijn rikshawman want opeens ontdek ik onder een den een klein meisje. Ze leunt over een miniatuur vijvertje en zingt heel zachtjes voor zich heen. Ze zingt niet zoo maar iets. Ze zingt voor de kleine goudvisschen (Kingyo) in den vijver en ze vraagt hun het geheim van het lied van den regen. Nu komen we in een van de vele winkel straatjes van Azabu. De straat stijgt, dus gaan we voet voor voet. De pickelwinkel op den hoek is leeg. Dat doet de regen, want de kleurige heerlijkheden in de bocalen zijn even lekker als gisteren en eergisteren en toen verdrongen zich de vrouwen om de mooie doosjes pickel in vier of zes kleuren machtig te worden. Bij den coiffeur is het druk van daag. Hij heeft boven zijn winkel een nieuw bord, waarop staat: Here is a little pretty Hairdressing saloon Please come in. Wie zou zoo'n vriendelijk verzoek kunnen weerstaan? De kleine vrouwtjes zitten op den grond, sommigen op stoelen, want er is een Europeesche afdeeling, .en jongens wasschen haar haar met de speciale shampooïng, die het zijn ravenzwarte kleur moet geven. Alle andere haarkleur is uit den booze. Even verder vertellen drie kleurige lantaarns van een Japansch zelfkook restaurant. Groote, ronde, in matten verborgen vaten vormen een hoogen kolom. Prachtige dingen zijn dat.Op de geeie matten staan ze in rood en zwart met Chineesche teekens, dit zijn sake vaten. Een jong meisje staat tegen de deurpost geleund. We wisselen een groet, zij al buigend, ik met een Komichi wa" (gedag). Als we geen zin hebben om thuis te eten, gaan we altijd hierheen. In een kleine kamer apart staat het lage tafeltje met het comfoor in een gat middenin. <?? O Kuji san, onze waitress, brengt dan den vuurpot en legt zorgvuldig een vuurtje van kleine stukjes houtskool in het ijzeren comfoorbakje. O Akiyama san, een andere, brengt een prachtige, volle schaalmetinbreedeplakken gesneden vleesch en een tweede schaal met kunstig gesneden prij en uien. Een derde meisje brengt de rijstdoos van mooi rood lak en de ts'kemono (pickels) en verdwijnt dan dadelijk. Ondertusschen heeft O Kuji san al thee gebracht en ingeschonken. Zij en O Akiyama san houden ons gezelschap en helpen ons koken. Ze hebben ongelooflijk plezier in ons pidgen Japanese en vleien en zeggen lieve woordjes en bewonderen en lachen. En nu staat ze daar zwijgend en kijkt naar den regen. Wat zoo'n musme wel denken zou? Een haan en een kip steken vlak voor mijn rikshawman de straat over. Een gckloek en gefladder; dan zijn ze in veiligheid. Tokyo is, waar het hoenderen betreft, een zeer fatsoenlijke stad. Als de monogamie al niet in de huizen is, kan men haar in de hoender stal vinden. ledere haan heeft een enkele, eigen hen. Dat woord hoenderstal is nu wel wat weidsch. Meestal staat voor de deur van een Tokyo'sch winkeltje een soort omgekeerde vuurmand, waarin hen en haan hun leven slijten. Soms ook is het een ajouren kist, maar de ruimte is altijd zeer beperkt. Toch leggen ze eieren en heel goede n het heele jaar door, uit gezonderd den broedtijd. De vischman op den hoek heeft verse h oesters aangekregen. Bij zoo'n gelegenheid is zijn eerste werk deze open te maken en in wit houten kistjes, in 12 rijen van 5, voor den verkoop gereed te leggen. Volgens onze begrippen moet een oester, die open is, dadelijk gegeten worden. Een Japanner denkt er anders over en na twee, drie dagen zijn zijn oesters inderdaad nog goed Zoo'n vischwinkel is een bron van infor matie. Vissclien dit' wij alleen van-hooren zeg gen kennen, zien wij daar in levenden of in dooden lijve. De inktvisch, het zeepaardje, den jongen haai, krabben, zeewier en de Zij mag de kinderen op den rug dragen en glimlacht onder den last REISWEKKERS SPILLNER VIJZELSTRAAT.N.83.ADAM ? 8.?. Met radium ? 9.?franco p. post III iiimiliiii nieuwe. Eeuwigheid en ruimte zonder einde zijn onuitputtelijke bronnen voor nieuwe gedachten. Ouderdom komt door het altijd terugkijken en door het leven in het verledene". Bij gemis aan het evenwichtige van een Helleen of de levensblije wijsheid van een devoten middeleeuwer valt er nii te streven naar volledige geestesbevrijding. Te strijden eu te volharden, dit is de taak voor den nieuwen mensch, om de kostbare geestelijke schatten voor hem te verwerven, welke onze eigen tijd in gelijke mate zal toebedeelen. Wanneer wij de evolutie als een geweldige vloedgolf door de eeuwen heen zien gaan; wanneer wij die hooge golf niet donderend geweld van de toppen van den Parnassus zien neerkomen en wij nog heden de roerselen van dezen hevigen golfslag ondervinden, dan is het wonderlijk da t er zoo veel stilt e en rust ademt uit onze nieuwe Hollandsche beeldhouwkunst, waarin de alles neerslaande, beukende stormen gelegd schijnen te zijn en uit wier werken een spannende levensvolle drang opstijgt, als van een herboren groei, die ons in de toekomst een krachtige gezonde sculptuur doet vermoeden. Staande op de grens der wisselende tijden wist Rodin zóhevig te verlangen en z wanhopig to worstelen, dat we in deze ver twijfeling Anatole France hooren zeggen: ,,il collabore trop avec la catastrophe." Ook deze tijden van Rodin zijn weder als een film voor ons voorbij gegleden en zijn woord is ons een bezit van blijvende waarde voor de toekomst, toen hij zeide: ,,!!< herinner mij, dat ik eens in de navolging van Christus" van Thomas a Kempis vooral in het Derde Boek", overal in plaats van God sculptuur plaatste en dat was juist en kwam overal uit." De nieuwere Hollandsche beeldhouwers wil len Rodin's woorden bevestigen. Dr. Mendes da Costa, die deze nieuweren vooraf ging, luidde in ons land de monumentale beeldhouwkunst in. Als krachtige persoonlijkheid streefde hij er naar recht te doen wedervaren aan het begrip Beeldhouwkunst. Dit was het weren van verkeerde invloeden als het picturale dat de Haagsche schilderschool opdrong, van het impressionistische element, verder het doode traditioneeie, dat zich in een verwaterden neoGriekschen stijl kenmerkte zwakker dan een natuur-afbeeldsel zelfs, en ten slofte het ver derfelijke realisme. Hierdoor kwam hij tot een eigen persoonlijken stijl, waarin hij klaar in zijn beslotenheid zijn diepste wezen in eigen vorm trachtte uit te beelden. Zijn werken kenmerken zich door evenwichtigheid, strakke uitbeelding, beteekenisvolle contouren, een voorname ingetogenheid en een ascetische beeldingswijze. De jongeren daarentegen zijn drangvoller, onstuimiger, stuwkrachtiger, bewegingsvoller, levendiger, met nieuwe opgaven en nieuwe problemen vervuld om tot nog eenvoudiger synthese te komen. Zij zijn wellicht nerveuser, meer expressionistisch dikwijls, sensitiever of droomen soms weg in de stof. In de geslotenheid hunner sculpturen bleef de zwellende kracht, want het inenschelijk leven gaat van de gebondenheid tot vrijheid. Uit het duister naar het licht, lu lijn, vlak of vorm het leven gevangen te houden, gelijk een levend organisme, bezielde materie door den menscheiijken geest geschapen; kristallisaties waardoor de moderne werken, diegeen naam behoeven, kosmisch worden. Het synthetische voelen we in de saamgebonden vormen, in de waas die het kunst werk omhult. In de rustige gebondenheid wordt de beweeglijkheid van het leven in orde en regelmaat van oppervlakken geab straheerd. Deze opmerkelijke gebondenheid, die als een mysterie zooveel schoons in de toekomst doet verwachten, is als de knop van de bloem, waarin het leven nog ver stild is en waarin het wonder wacht in gespannenheid op het licht, dat het geheim zijner schoonheid zal openbaren. Zóis de nieuwere Hollandsche beeld houwkunst, want met nadruk herhaal ik het: we bespeuren eindelijk, na eeuwen van in sluimeren, weer de geboorte onzer eigen plastiek, die ons een nieuwe krachtige sculp tuur in de toekomst belooft. Sculpture of to day" is de titel van een lijvig werk, pas verschenen in 1921, over internationale beeldhouwkunst, dat te Lojden het licht zag bij de uitgevers: Chapman and Hal Ltd., geschreven door Mr. Kineton Parkes. Het Ie deel behandelt Amerika, Groot-Brittanniè' en Japan; het 2de deel het vasteland van Europa. In deel I treffen we dus, behalve de Engelschen, Ieren en Schotten, J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAH-DEN HAAQ DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND Onder de wistaria onmogelijkste dieren ziet ge er. Denkt u in, een soort melkwitte tube, waaruit aan twee kanten lange, eveneens melkwitte slierten hangen met zwarte, miniatuur kraaloogjes. Ik ben er nog niet achter, hoe dit gedierte heet. (iroote zeesterren, rood als koraal; alles, alles is er te vinden. In den plasregen staat een paar mannen en lelt rose, platte visschen. Ze gooien ze elkaar toe en dit vreemde kaatsebalspel ver krijgt nog een heel aparte charme, door het zangerige tellen. Onder groote parapluien in alle kleuren loopen de vrouwen heen en weer, de babies op den rug vastgebonden met een sterken band. Van de allerkleinste]] waggelen de kale kopjes heen en weer, Mis moesten ze er afvallen. Maar ze vallen er niet af en het sjokken en sjouwen en de wiegelende beweging, veroor zaakt door het buigen der moeders, schijnt hen niet te hinderen. Nu is een Japansche baby buitengewoon goed opgevoed. Hoe eie moeders het zoo ver brengen, is me een raadsel, maar een feit is, dat een Japansche baby zelden of nooit huilt. Zelfbeheersching, die Japansche deugd bij uitnemendheid, schijnt hun aangeboren. Ik heb kleine kinderen zien vallen zoo hard, dat ik dacht dat ze een ongeluk gekre gen hadden. Ze stonden op en niemand merkte of ze zich pijn gedaan hadden of niet. Als bij ons een kind valt, schreeuwt het meestal, ook al heeft het zich geen pijn gedaan. Associatie leert het ; vallen doet pijn, ergo, als ik val heb ik pijn. Heb ik pijn dan schreeuw ik.... dus: val ik, dan schreeuw ik. Japansche kinderen zijn een vreugde voor de oogen behalve als ze verkouden zijn, want het gebruik van het zijden papiertje, dat in Japan den zakdoek remplaceert, wordt hun maar zeer zelden voldoende bijgebracht. Regen of geen regen, de Japansche kinderen speleii op straat. Ze doen hun afroep spelletje: papier, schaar, steen. Ze spelen een soort but" als onze kinderen, ze hebben mooie, heel kleine tollen, hoepels en ballen. De grooteren, die al niet meer de kleurige jongensjurken in geel, blauw, rood en oranje dragen en de blauw en witte haoris hebben, spelen als de grooten het go". Dit,,go" is een soort ingewikkeld schaakspel, dat sedert eeuwen de liefde der Japanners heeft. Voor een spel go" laten ze'hun eten staan. De beste boy san, die zijn meester op zijn wenken bedient, zal hem rustig laten wachten als vlak voor zijn meesters deur een paar coolies go" spelen en het een interes sante partij is. Op een regendag wordt er veel,,go"gespeeld. Opdagendat de zon schijnt lokken de parken en de tempels. Mijn rikshawman stopt bruusk. Twee oude bedelaars staan midden op straat tegen elkaar te buigen. Ze prevelen hun beleefdheidsfrazen precies als Baron Okuma, die Baron Izuki ontmoet. N'est pas gueux qui veut" en in Japan is het bedelaar zijn" veel minder schande dan het houden van een winkel. Een winkelier wordt in Japan altijd min of meer als een dief beschouwd en de winkel stand, rijk of arm, is de minste stand die er bestaat. Als ze klaar zijn met buigen gaat ieder zijns weegs; waarheen? Geen man zoo arm of hij heeft een zoon of een aangenomen zoon, daar is zijn thuis. En al is hij zelf een bedelaar, daarom kan zijn zoon het wel goed hebben. Het is niet eens gezegd dat de man hoeft te bedelen, maar een Japanner heeft zijn trots eu die ligt in de toekomst. De inkyo, I) de oude man die afstand heeft gedaan van zijn have en goed ten behoeve van zijn zoon, bedelt vaak om niet te teren op de toekomst van zijn kleinkinderen. Een prachtig Japansch huis, een open deur, een kleine tréteau waarvoor dozijnen géta's. Dat is een publiek badhuis. Voor 3 se n krijgt ge daar een warm bad en zeep, uw tenugui (handdoek) en als ge wilt massage. Juist las ik dat in Tokyo alleen 400 nieuwe, publieke badinrichtingen komen. Ue Japansche bladen zeggen, dat dit nóg niet genoeg is. Een feit is, dat de Japanners zeer veel baden. ledere Japanner neemt minstens een bad per dag, maar twee of drie maal baden behoort lang niet tot de zeldzaamheden. Er zijn plaatsen in Japan waar de menschen meer in het water leven dan op het land. De gemiddelde Japanner houdt van het water, niet zoozeer van het water onder (iod's blauwen hemel, als wel van het gloeiend heete water in zijn badkuip. Mijn rikshawman wijst naar den hemel. 't Is droog geworden. Hij weet, dat i k hem voor den regen nam en hij laat me volkomen ?rij hem nu af te schaffen. En waarom ook niet? Eigenlijk slenter ik iever langs al die kleine winkeltjes. Ikura des Ka?" (hoeveel). Voo'r het halve uur, dat hij me trok, vraagt hij zestig sen, waarvoor ik dan een zegen meekrijg en een paar gracieuze buigingen. En dan gaat de tocht te voet verder onder de gouden zon, die nu uit den nevel te voorschijn brandt. E L i. K N F o R K s T 1) Inkyo?een die zich terugtrekt als hoofd van een gezin. Japansche shinto-priesters met schrijn op den rug Hotel Duin an Daal Volledig pension met kamer v.a. ?7.?p. d. waar vele bladzijden aan gewijd zijn. de beeld houwers uit Wales, de Australiés en Canaeleezen; uit Chili en Uruguay de ZuidAmerikaansdie beeldhouwers. In deel 11 ont moeten we de Fransche en Spaansche beeld houwers, de Zwitsers, Belgen, Hollanders, Duitschers, Oostenrijkers, Hongaren en Ita lianen. Verder onze meest oostelijke collega's: de Jugoslaven, Pelen, Lithauers, Russen en Czechoslovaken en dan nog de noorderlingen : de Zweden, Noren en Denen. Ziedaar een volledige wereldsculptuur, een sculptuur van de gansche nienschheid van deze eeuw. 't Is zeker geen kleinigheid voor n per soon en haast ondoenlijk, een dergelijk moeiclijk, inspannend en kostbaar werk goed te ondernemen, en jammer is het dan ook, dat het beste, de wie nieuwe uitingen en rich tingen in Kunst, aan dit werk moesten ont breken, die waardevoller zijn dan het vele richtinglooze, waarvoor de meeste plaats ingeruimd is. De verregaande onbenulligheid en volslagen onkunde, ten spijt van de enkele goede kunstwerken (ik denk hier o.a. aan het opgenomen werk van onzen Mencles da Costa) viert hier weer hoogtij. Naast de verstokt eonventioneelen staande ultra-modernen. Deze eersten (en dit stem pelt het boek) hebben helaas liet leeuwenaandeel wat plaats betreft en zoo komt het mij voor dat Mr. Kineton Parkes meer ge grabbeld heeft in de wereldsculptinir, dan dat hij naar een overdacht plan te werk is gegaan, waarvan een welgeordende schikking het resultaat had kunnen zijn. Men rangschikt niet naar de begrensde landen, maar naar tijd. Een juist begrip over den groei der hedendaagsche beeldhouwkunst wordt den leek ontnomen. Naast Alexander Archipenko met zijn skulpto-malerei" zien we een natiiralistischen kop van een anderen Rus Nuina Pathegean, zooals in de Hollandsche rubriek Abraham Hesselink broederlijk met Dr. J. Mendes da Costa vereenigd is. Of deze verbroedering gewenscht is? Ik zal de eerste zijn dit te ontkennen, waar het erom gaat een boek te schrijven over sculpture of to day". Die vrije beeldhouwkunst" zonder drang of noodzaak «c/nü/cf inplaats van geschapen, is hier te veel aan het woord, ter wijl toch aan de in srnarte geboren" werkelijke kunst de beste plaats toebedeeld had moeten worden, waarop zij nu eenmaal recht heeft. Want de toekomst behoort niet aan de ma kers van het speelgoed voor de rijken", maar aan de scheppers die het hart kunnen roeren van de geheele nienschheid. Der Zweck der Kunst ist weder das Ideal, noch die Wirklichkeit, sondern das Wahre" en het Ware, het is het schoone bezit der gemeen schap. Het mag toch zeker merkwaardig genoemd worden eindelijk in een omvangrijke buitenlandsche uitgave een deeltje met Hollandselie beeldhouwkunst opgenomen te zien. We had den immers geen eigen sculptuur. Klimaat, volk, her vlakke 'and en wat al niet meer zouden een belemmering zijn voor een Nederlandsche plastiek en ziedaar 82 Hollandselie beeldhouwers(essen) opgenomen in een Engelsch werk, al is dit niet zoo ideaal mogelijk, want ook hier ontbreekt weer veel. Waar is het werk van de beeldhouwers Bieling, Bolle, Polet, Ra'decker, Richter, Laurens van Knik en End] U'iehinami V Zoo is dan deze Engelsche uitgave, hoe wel niet een geweldige gebeurtenis voor Holland, dan toch ten deele een gebeiirtenisje op het gebied der Hollandselie sculp tuur, al ontbreekt ook hier de vaste lijn. Holland neemt dan eindelijk na eeuwen vveer de plaats in bij de buitenlanders met '.?en eigen, hoewel in dit boek nog niet over zichtelijke, beeldhouwkunst. Er ware van de Hollandselie beeldhouwkunst van heden een beter overzicht te geven, waardoor een krachtiger kiem aan te wijzen zou zijn, die ons een waardevoller sculptuur in de toe komst belooft. Doch, zooals gezegd, er is in dit Engelseh werk niet hoofdzakelijk gezocht naar waardevolle kunstvoortbrengselen, ver kregen door juiste schifting en met voorbij zien van die arrivé's welke ,,de verfijnde wanproduetie van het bioodwerk" maken, zooals Walter Crane dit soort maaksel be titelde. T n i: o v A N R i: i j N Huize J. ZOMEIDIJK BUSSINK PavilioenVondelparüel.Zuiii4l90en5795 Restaurant a la carte Lunch-Afternoon-tea,Diners en Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl