De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 5 augustus pagina 9

5 augustus 1922 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

5 Aug. '22. No. 2354 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE AANSTAANDE CONFERENTIE TE LONDEN Teekening Voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek POINCA.RÉ, TIGRE II Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck T IGRE H Europa: Zou 't me nou nooit lukken?" IIIIIIIIIIIIIIIIIMHIMIIIIMHflIMIIItKtllMIIHItllll 111111111111111111111 IIHII P.S. Daar 't partijtje een cadeau was, laten wij het hier maar bij, hoewel, 't geld waar 't mee betaald is, stamt, naar ons beslist verhaald is uit een reuzen-dicvcrij. .. . Voor den Hoofd-Commissaris van Politie te 's Gravenhage, (w.g.). MELIS S T o K i: ufiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiilimiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiillil 's Avonds CHARIVAR1A Het mag schijnbaar!" schrijft de Tel. 'Ook hier vervangt, ten onrechte, schijnbaar blijkbaar blijkbaar; het blad bedoelt schijn baar schijnbaar, want het schrijft blijkbaar -schijnbaar, maar blijkbaar blijkbaar. Hoewel schijnbaar schijnbaar blijkbaar is is schijn baar blijkbaar schijnbaar en blijkbaar blijk baar blijkbaar. ,,De achteruitgang van den Vrijheidsbond was beteekenend grooter." (N.R.C.) Van een beteekenende uitbreiding van het spoorwegnet is geen sprake geweest. Een beteekenende verla ging van de wedden zal noodzakelijk zijn." (Adres Comm. Ned. Sp.) Nieuws in dit nummer: Het ? ontslag van Bismarck in Maart 1890." (N. R. C.) Dit nieuws verraste ons niet. Nieuwe bijdrage voor het Wetboek van Madame Etiquette In bepaalde kringen staat het beslist ietwat ongedistingueerd iets ten nadeele van het Leger des Heils te zeggen." (Strijdkreet.) Pennink was in zeer goeden vorm, uitstekend smashend. Mendes was zeer goed, vol lan, en killend wat maar te killen was. Mevrouw Chabot had een narrow escape. Het smashen van Feith was heel zwak; de Oostdijken speelden een solide drive- en volley-spel, dat alleen wat meer killing had moeten zijn. In den derden set misten de Hage naars vijf winningstrokes en verloren dien set." (Hbl) Wij hebben, musende, nog eens dat smalle. «oude, maar valuabele boek van de schelf .getaked, en doorgeperused het snobben.boek, bij Thackeray. Onze. adverteerende humoristen Te koop wegens familieteelt: een dekbeer, I'/a jaar oud, Duitsch landvarken, met stamboekbewijs, bij A. J. Boenhorst, Halle gem. Zelhem. Ook genegen te ruilen met jonger." (A.C.) Verloren: een Gouden BROS met blauwen steen, gaande van Hemelrijk naar Boschdijk (een gedachtenstuk van een moeder met groot gezin.) Tegen belooning terug te bezorgen aan het bureau dezer." (Eindh. C.) ..Verwarmingstechniker, Duitsch, te Amsterdam werkzaam, zoekt, omdat hij zich veranderen wil, een hem pas sende betrekking." (Hbl.) Huwelijk. Ernstig gemeend. Dame, flink geproportioneerd, van onberis pelijke levenswandel, zoekt kennis making met Heer, goede positie." (Hbl.) Hiermede betuigen ondergeteekenden hun oprechten dank aan allen die de behulpzame hand hebben geboi.en bij het overlijden van onzen zeer ge liefden Echtgenoot en Vader." (V.C?.) Taaiverrijking Betrekkelijk bevredigende dooreencijfers zijn bereikt". (Tel.) ?lllllllklllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillll DE MORTUIS NIL NISI BENI! door JAN C. DE Vos JR. Navigatie en Mooi-Nederland DE EL1TE-SIGARENMERKEN Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers Fabr.: Firma RAPPARD & POT! ? Tiel RIJM-KRONYCK RUSSISCHE GESCHENKEN De Russische delegatie, ter conferen tie van 's Gravenhage, heeft bij haar vertrek aan den Haagschen politie chef en aan eenige zijner ambtenaren, zilveren voorwerpen ten geschenke aangeboden. Deze geschenken zijn door de betrokken ambtenaren niet aanvaard. In onderstaanden brief hebben zij het cadeau van de hand gewezen. Mijne Heeren, heden-morgen vonden wij aan ons bureel, eenige verpakte zaken, in een doosje van fluweel. Toen wij gingen onderzoeken, wie dit had gedeponeerd, bleek 't partijtje door Uw dele gatie ge-expedieerd. Aanstonds gaven wij de opdracht tot een onderzoek in stad. (Want wij wilden wel eens weten, hoe het met dat zaakje zat). Heel de stad door zochten onze rechercheurs dien morgen naar. . . . (U vergeeft ons dezen voorzorg) ....den rechtmatigen eigenaar. Maar aan geen van de adressen, die bekend zijn aan 't bureau, wist men iets van confiscaties", of beroovingen en zoo.... 't Bleek ons, dat het zaakje niet van braak afkomstig is, maar dat het op de gewone wijze is gekocht, hier in de stad. Hierbij zenden wij de zaken weer retour, per brigadier, want we kunnen u niets maken, en ons ijverige waken. . . . was meer.. voor de menschen hier... . Waar is de zaligheid die liefde geeft, Wanneer ons 's avonds rozegeur omzweeft En maneschijn : zoodat men sprak'loos wordt En, aangedaan, de ziltste tranen stort? Alsdan de Maagd, naast U, die alles ziet, Dewijl ze U, hoe verliefd, tóch stil bespiedt Haar zakdoek trekt en uwe tranen droogt (Opdat ge nieuwe voor Haar Diengen moogt), * k En uit dien doek, plots, vór U op het pad Een ringgit 1) rolt, dien Zij verstoken had, ....Dan breidt ge uw armen uit naar uw vet gansje En roept verrukt: Bylo, wat buitenkansje l" P E E R K E DEN BELG. 1) Ringgit rijksdaalder. unsfopgLpiancs 1 ^=^ garantie Billijke prijzen Amsterdam Overtoom 279 miiiniiiiiiiii i nu mm i i n 11111 iiiiiiiiiiiiiin Personen: De vader. De moeder. De vrouw. Het meisje. De siraatmeid. De doodgraver. (Een begraafplaats buiten de stad. Op den achtergrond een weg met aan weerskanten populieren. Midden voor een versch graf, dat nog niet heelemaal is dichtgegooid. Er naast een steenen bank, daarachter een treurwilg. De vader en de moeder komen op; de vader terst. Zij gaan beiden op de bank zitten. De vader, ouwe man, grijs haar, verstard in zijn smart, akelig-koudklinkende stem, het gezicht onbewegelijk, alleen van tijd tot tijd een korte, haast krankzinnige flikkering in de starende oogen, leunt op zijn stok, en staart zwijgend naar 't graf. De moeder, oud, grijs, gebroken, .stil-zielig, weent zonder geluid voor zich heen. Telkens wanneer zij meent, dat haar smartuiting luid zal worden, brengt zij de zakdoek voor haar mond. Stilte. De moeder staat op, loopt langzaam, snikkend om het graf heen en strekt met een hulpeloos gebaar van tijd tot tijd de armen uit, als om den doode te omhelzen.} De Vader, (kort, koud) Moeder, kom! Kom hier.... ga zitten ! De Moeder, (wil gehoorzamen, maar kan niet; strekt weer de armen uit, en maakt een beweging alsof ze streelt, stil snikkend) Jongen .... jongen .... m'n arme, lieve jongen .. .. ! De Vader. Moeder ! Kom toch. Hij hoort je niet meer. Hij luistert niet meer naar je !.... Dat is nou voorbij.... Daar moet je in berusten. Kom hier, wees verstandig. . . . De Moeder. Nee hij hoort me niet meer.. Hij kan me niet meer hooren.... de arme jongen Hij wil misschien wel.... maar hij kan niet .... Hij is nou voor altijd alleen .... en ik.... zijn moeder,.... kan hem niet meer helpen. De Vader. Alleen?... Ja alleen... dat moet wel, dat zal wei zoo zijn.... maar niet lang, moeder... .niet lang... zal hij het meer wezen en dan.... dan zien we hem toch weer .. . .onze jongen .... dan kunnen we hem tot rust brengen, want hij is niet tot rust gekomen, nog niet, nog altijd niet.... dat voel ik heel duidelijk, zijn ziel heeft geen rust.... kan nog geen rust vinden .... hij dwaalt, en zoekt, zoekt,maar dan komen wij bij hem, hèmoeder. Samen komen we en dan, dan kunnen we hem helpen, als we weer bij hem zijn. ... en zoo is het toch, zoo zal het toch wezen . . . .moeder.. De Moeder. Ach nee... nee... daar geloof ik niet meer aan .... ik geloof niets meer, ik ben te zwak, te moe. . . . van alles, mijn jon gen.... rnijn zoon.... is van me weggeno men .... het wezen wat ik heb voelen leven . . ligt daar nou.... in die kuil als een niets waardige klomp wat moet ik nou nog gelooven . . . . Geloof is hoop, eu ik heb geen hoop meer. . . . alles is met hem gestorven .... Hij.... mijn zoon.... is van me weggeno men.... van z'n moeder, ik was toch zoo oud.... Ik dacht dat me dat bespaard zou blijven.... Hij had niet lang hoeven te wachten. (Spreekt in het graf j Nee, m'n jongske ... .je kon niet meer hè. ... je was te teer, te zwak. . . . met je fijne gezichtje. ... en je droevige oogen .. . . ! Maar moeder weet het wel hoor ! Moeder weet wel waarom jij eerst moest gaan.... waarom ze dat nog moest beleven. Moeder weet het.... Het is een straf hè? De Vader, (opkijkend, met een flikkering in de oogen, in elkaar krimpend) Een straf?.... Waarvoor? Wat. . . . wat zeg je daar nou.. . . moeder.... Waarom een straf? We hebben hem toch niets gedaan. Wij toch niet .... moeder?.. .. Wij toch niet. De Moeder. Jawel, jawel, wij ook... wij allemaal. . . . ! De Vader. Wat dan moeder?.. Wat hebben wij dan gedaan, dat niet goed was tegenover den jongen?!.... Wij zijn toch altijd goed voor hem geweest? niet? ot.... De Moeder. Niet altijd, Vader. . niet goed genoeg ! De Vader. Ik zou niet weten.... De Moeder. Nee... vader... dat kan je ook niet.... dat kan een vader ook niet, want een vader blijft toch ook een man, maar een vrouw.. . . Zie je. ... dat is wat anders en een moeder.... een moeder die voelt dat toch wei altijd zuiver.... maar nou is het te laat.... nou kan ik mijn jongen niet meer helpen.... De Vader. Kom moeder., dat zijn maar van die gedachten, dat is de overspanning omdat hij er niet meer is, dan.... dan denk je. ... dat je het verkeerd gedaan hebt, dan wil je jezelf beschuldigen.... we kijken nou anders naar hem. . .. omdat we hem niet meer zien kunnen. We voelen hem wel om ons.. . . overal, overal. . . . maar zien kunnen we hem niet meer. De Moeder. Hem niet meer zien ?. . Hem niet meer zien ?. . .. O ja, ik zie hem wel, mijn lieve jongen, maar ik zie hem nou veel klaarder.. . . Het is net ot ik hem nu pas goed zie. ... nu ik hem niet meer heb.... zoo had ik hem moeten zien, vader.... toen ik hem nog bij me had. . . . toen hij nog leefde. De Vader. Nee moeder, nee. . dat is bedrog ....Zoo is het niet. Je hersens zijn over spannen door je verdriet. onze plicht gedaan.... We hebbenj hem altijd gehouden.... en we daan om een goed mensch van hem te maken. ....Dat was onze plicht. De Moeder. Onze plicht... Ja... de plicht We hebben altijd tegenover hem. het goede voor hebben alles gevan alle gewone menschen.... van de tim merman en de slager.... hebben we hem voorgehouden, die hebben we hem opgedron gen .... omdat iedereen het deed, en wanneer hij dan niet kon, omdat hij maar zoo'n liet fijn kereltje was, omdat hij droomend door het leven wou gaan, omdat hij dacht dat de wereld een wondere tuin was.... vol met bloemen die allemaal groeiden en biociden voor hem.... omdat hij ze zoo innig liefhad, omdat hij ze begreep, en als hij dan versla gen en verlaten stond, omdat hij zich bezeerd had aan de ruwe werkelijkheid.... dan waren we streng. . . . koud en hard waren we dan tegen hem, die toch niet anderszijn kon, dan hij was geschapen, die toch zijn ziel van ons gekregen had. De Vader. Onzin., allemaal ziekelijke fantasiën van een overspannen geest.... waar om moest juist hij als een zwakkeling in het leven staan .... een droomer noem je hem.... Dat is je verblinde moederliefde, je verheer lijkt hem. ... je omgeeft hem met een aureool, wat hij niet veniiende. Je zegt, dat hij zijn ziel van ons kreeg. . . . Hoe was clan mogelijk dat hij een slappeling werd? Dat kon hij niet van ons hebben.... Waarom moest hij een vrouw nemen, die niet voor hem deugde, waarmee hij nooit gelukkig kon worden? Dat zagen we toch van het begin at', zooals alleen ouders dat zien kunnen, wanneer ze eerlijk staan tegenover hun kind.... omdat ze het voelen door alles heen. Moesten we hem soms niet met alle kracht die in ons was, er van af houden. Moesten we dan ons eigen kind, willens en wetens in zijn ongeluk laten storten, zonder ons er tegen te verzetten? Heeft hij geluk of zelfs maar bevrediging ge vonden in zijn huwelijk? De Moeder. Nee, maar. . . . De Vutter. Laat me uitspreken, moeder, laat me dit eens n keer mogen zeggen .... heele maal; het brandt me van binnen, het vreet in me.... al zoo lang.... Ik voelde wel het Paardensprongpuzzle. c d f Gevraagd het minst aantal zetten waarin men met het Paard alle pionnen weg kan slaan. Een Franse h e puzzle. Donnée: Six cardinaux boivent du cham pagne dans un champ: on de mande: 1°. la surface du champ; 2°. Ie prix du champ. S n ij p u z z l e (ürieksch kruis). Gevraagd door twee rechte sneden nevenstaande figuur zoo danig in 4 stukken te snijden, dat van deze stukken een zui ver vierkant kan wor den gelegd. Oplossingen onder letters A.B. iiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiim stille verwijt.... nooit uitgesproken .... trots opgekropte aanklacht.... ik weet het al zoo lang dat je mij beschuldigt tegenover m'n zoon ....mij, z'n vader.... En bij God.... ik deed wat ik doen moest. Had ik dan liefde moeten huichelen tegen de vrouw, die ik wist, dat hem ongelukkig maakte?.... De Moeder (mat). Je kunt het niet begrijpen ....Je bent een man.... Mannen kunnen dat niet voelen.... Hij kon het... hij was ook te teer en te fijn .... daarom kun je hem ook niet begrijpen.... De Vader. Nee.. Dat kan ik niet begrijpen ... .hoe dikwijls ik er ook met m'n gedachten omheen draai en zoek en graaf, altijd weer moet ik tot mezelf zeggen: Dat kon niet anders". En kreeg ik niet gelijk?.... De Moeder. Gelijk?.. En heb je hem dan gelukkig gemaakt. . . . met je verwijten? Was het al niet genoeg voor hem, dat hij ongelukkig was, moesten wij hem dat nog elk oogenblik laten voelen ook. Moesten wij hem nog telkens voorde voeten gooien, dat het zijn eigen schuld was. . . . was het dat, wat hij noodig had? De Vader. Noodig had . . Hij was een zwakkeling, alles meende hij noodig te hebben !.. Hij had de kracht nier om zich tegen iets in te zetten. Later had hij aan zijn vrouw niet meer genoeg.... toen moest hij nog een ander erbij hebben. Een jong lief meisje, een onschuldig kind, moest hij ook nog ongelukkig maken.... O, dat was het ergste van alles.... dat hij dat heeft kunnen doen .... dat hij mijn zoon.... zoo'n God-vergeten lafaard kon wezen.... De Moeder. Nee, vader nee., niet zoo.. niet op die toon meer over hem. . . . Dat kan ik niet meer verdragen. Het is nou genoeg geweest. We hebben hem bij zijn leven al genoeg geplaagd.... en gesard met onze eeuwige plicht.... Ik kan het niet meer hooren .... Eindelijk verlang ik rust voor m'n lieve jongen.... De Vader. Dacht je dan dat ik ook niet van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl