Historisch Archief 1877-1940
Zaterdag 19 Augustus
A'. 19SS
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. K E R N K A M P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H.SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25.
Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosien
BERICHT
Bij verandering van adres ge
lieven de abonnés te vermelden
of de wijziging tijdelijk of blijvend
is, en tevens zoowel het oude als
het nieuwe adres op te geven.
Losse nummers van De Am
sterdammer" worden alleen toe
gezonden wanneer een bedrag
van f 0.31 voor elk exemplaar is
bijgevoegd.
IIHIIII iitittiiiiiiiMiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii
INHOUD: De' onderhandelingen over de
kabinetsformatie, door Prof. Dr. G. W.
Kernkamp Tijdgenooten: Lord Northcliffe,
door Dr. W. . C. Bijvanck. 2. De
reuzenkomkommer, teekening van Jordaan De
Witt en Amsterdam, door Prof. Dr. H.
Brugmans Krekelzang, door J. H. Speenhoff
Japan en Indië, door H. C. Buurman. 3.
Belastingen in Indië, door Jhr. Mr. H.
Smissaert Het opbouwfonds voor Palestina,
door Mr. J. Ornstein?Hoofiën. 5. Voor
Vrouwen (red. Elis. M. Rogge):
Bijkomstigheden, door Annie Salomons De Speelman,
muziek van Cath. van Tussenbroek, met tee
kening van Otto Verhagen Uit de Natuur:
Aan den Veluwerand, door Jac. P. Thijsse.
6. Japansche brief, door Ellen Forest Boek
bespreking, door Prof. Dr. J. PrinsenJ.Lzn
7. Op den Economischer! Uitkijk, door Jhr.
Mr. H. Smissaert Ontcijferkunst, door
Frima. 8. De ruïnes te Timgad, door Mr.
C. P. van Rossem Dramatische Kroniek,
door Top Naeff Uitzonderingen bevestigen
den regel, teekening van George van
Raemdonck. 9. Theorie in de Kazerne, teeke
ning van Joh. Braakensiek Ruize-Rijm
en Charivaria, door Charivarius
RijmKronyck, door Melis Stoke -?Couranten van
ouderen datum, door Dr. N. J. Singels.
10. Uit het Kladschrift van Jantje
't Schietgat, door Melis Stoke New York
voor zestig gulden Buitenlandsche humor,
door Charivarius Omslag: Damrubriek,
red. K. C. de Jonge Feuilleton: De Over
winning, door Carla Simons.
BIJVOEGSEL: De schadevergoedingskwestie
verwezen naar de commissie van herstel,
teekening van Joh. Braakensiek.
iillimiimiliiiiiililiiiniiiitiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
DE ONDERHANDELINGEN OVER
DE KABINETSFORMATIE
Wie het breed heeft, kan het breed
laten hangen, en de partijen van rechts
zouden een nog veel langer tijdperk,
dan nu reeds sedert de verkiezingen
verloopen is, noodig kunnen hebben
voor de nieuwe kabinetsformatie, zon
der dat zij zich veel zouden behoeven
aan te trekken van den reeds
loskomenden spot harer tegenstanders
IIIIIIIIIIIIIMIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIHUIHHHI
over de onmacht van rechts om een
regeeringsprogramma samen te stellen.
Want de heeren van rechts zitten
vaster dan ooit in het zadel.
Niet alleen in de Tweede Kamer
beschikken zij over een meerderheid,
zógroot als hun nog slechts nmaal,
na de verkiezingen van 1909, ten deel
viel; maar dank zij de van alle politiek
inzicht gespeende houding van den
Vrijheidsbond bij de verkiezing der
Eerste Kamer is ook in dit college de
linksche minderheid teruggebracht tot
een quantiténégligeable, zoodra de
stemmen moeten worden geteld.
Naar den uiterlijken schijn zijn alle
voorwaarden voor een sterke rechtsche
regeering vervuld. Indien de aan de
rechtsche partijen gemeene beginselen
van Christelijk regeeringsbeleid
eenstevigen grondslag boden voor den op
bouw van een in de naaste toekomst
te verwezenlijken stelsel van practische
politiek, dan zou een rechtsch kabinet
straks de hand aan liet werk kunnen
slaan met de zekerheid, dat het weldra
de vlag op de nok zou kunnen hijschen.
Want de groote meerderheid der par
lementaire arbeiders zou gewillig de
hand leenen tot de voltooiing van dit
gebouw.
.Maar het schip der nieuwe regeering
loopt niet zoo glad van stapel als het
volgens deze veronderstelling zou moe
ten glijden. Er hapert ergens iets.
Uit hetgeen men verneemt over de
onderhandelingen, die tusschen de par
tijen van rechts en den kabinetsfor
mateur worden gevoerd, volgt dat deze
laatste alleen dan den steun der
geheele coalitie zal krijgen, wanneer hij
haar een uitgewerkt programma van
regeeringsbeleid heeft voorgelegd en
daarop hare goedkeuring heeft ver
worven. Het schijnt met name de
antirevolutionaire partij te zijn, die
bij monde van haren leider, den heer
Colijn, dezen eisen heeft gesteld; en
het programma, dat de heer Ruys
moet opmaken, zal niets meer, maar
ook niets minder moeten bevatten
dan een volledig stel van maatregelen
om het evenwicht tusschen 's lands
uitgaven en inkomsten te verzekeren.
Een bezuinigings-programma dus. En
sommige bladen van links hebben zich
er al over verkneukeld, dat het
kabinetRuys want niemand verwacht, dat
het nieuwe kabinet iets anders zal zijn
dan een gewijzigde en verbeterde uit
gave van het vorige aldus gedoemd
zal worden om het boetekleed aan te
trekken en zijne fouten te herstellen
en te doen wat het had nagelaten.
Geheel gerechtvaardigd schijnt ons
de aanklacht niet, die hiermede wordt
ingebracht tegen het demissionaire
kabinet.
Naarmate de verkiezingen van 1922
dichter in het gezicht kwamen, is het
in de pers der op maatschappelijk gebied
TJ/DGÈNÖf EN:
'''
NORTHCLIFFE
1865?1922.
Tracht eens de persoonlijkheid van een natie
als een tafereel in de ruimte voor u uit te
leggen, is er dan niet met het heengaan van
Lord Northcliffe een sprekende trek uit het
Engelsche levende landschap weggenomen?
Wij laten nu daar of hij zulk een groot man
was, dat zijn gemis de waarde van zijn volk
heeft doen dalen. Groot! Het heeft er waarlijk
iets van als gaf een bekend man door zijn dood
aan iederen sukkel ter wereld de permissie om
een oordeel over hem uit te spreken, een
voorlooper van het laatste. Wat hebben menschen
van beteekenis hier anders gedaan dan hun
werk, zij hadden nog meer kunnen doen, wan
neer hun een langer leven was geschonken, en
misschien nog beter.
Zeker, wanneer zij van Northcliffe's type
waren geweest, zouden zij niet tot stand
hebben gebracht wat zij hebben verricht, zoo
zij niet, in hun goede oogenbiikken, de over
tuiging met zich hadden omgedragen, van
ieder op zich zelf een groot man te zijn. Ik
geloof ook niet dat zij dit verborgen zouden
hebben gehouden.
Toen Sir Alfred Harmsworth om zijn ver
diensten den titel van Viscount Northcliffe
ontving,begreep men dat hij daarmee bijzonder
moest zijn ingenomen; want hij kreeg daardoor
de gelegenheid de nota's voor de redactie van
zijn dagbladen met een N. te parafeeren, zooals
Napoleon het deed onder de orders aan zijn
generaals. In zijn momenten van triomf voelde
Northcliffe zich den beheerscher der publieke
opinie, omstuwd door de maarschalken die hij
had gecrëerd. Waarom maakt ge een buiging
voor een liftboy ?" vroeg hij aan iemand, die
hem naar huis vergezelde ,,Kan ik weten",
was hst antwoord, of ge hem niet hebt be
stemd tot redacteur van de Daily Mail of van
The Times ?"
Grootheid ! want Iaat ons deze vraag niet
verdoezelen, waar het is te doen om de
kerneigenschappen van een man, Northcliffe
had daartoe ongetwijfeld den aanleg door de
qualitcit van zijn verbeelding. Ja, hij had een
trek vooruit op de gewone massa der menschen:
hij kon vooruit zien wat er in de dingen en de
personen nog ongeschapen»lag en hij was bij
machte om die verbeelding, zoo ver zij ging,
aan de wereld op te leggen. Hij had een gaaf,
zelf noemde hij het dikwijls een amusement,
om te scheppen, en den wil, het concentratie
vermogen om te verwezenlijken. Eerzucht
kwam daarbij, en de lust om van zijn gaaf te
genieten en vooraan te staan. Want het pleizier
moest zijn deel hebben, pleizier in het werken
en in het uitoefenen van zijn macht. ,,Eun"
was een woord dat hij gaarne gebruikte.
Een voorbeeld voor hem was Sir Thomas
Lipton, de man die er zich van jongs af toe
had gezet een groot fortuin te verzamelen.
,,Work is my t u n" hing als zijn motto op
het bureau van Sir Thomas.
Maar Northcliffe had zijn tijden van neer
slachtigheid. Soms was alles donker voor hem.
Zijn licht had zijn schaduw. Zijn gaven waren
natuurlijk, oplichtend, inzinkend.
Er zat lersch bloed in hem. Hij was in
Dublin geboren omdat zijn vader, een geacht
rechtskundige, daar een tijdlang heeft ge
woond. Zijn moeder echter was een lersche
van een bekende familie. Hij was zeer ge
hecht aan die moeder; toen zij weduwe werd
begreep hij haar steun te moeten wezen.
Zijn werk is zijn keus geweest. De vader had
hem bestemd voor de rechtsstudie, en hij
wou zijn zoon winnen door het cadeau van
sierlijk ingebonden studie-boeken. Wat
'n mooie banden ! zei de jongen. Hij is
nooit verder gekomen dan hun uiterlijk. Zijn
ambitie was het boekenbedrijf. Hij wilde
schrijven en uitgeven. Om hem af te schrikken
behoudende linksche partijen meer en
meer gebruik geworden, de sociale
politiek van het kabinet-Ruys en in
het bizonder minister Aalberse ver
antwoordelijk te stellen voor de toe
nemende misère in de zakenwereld
en voor den stijgenden nood van 's lands
financiën.
Men heeft daarbij maar al te zeer
uit het oog verloren, dat de voornaamste
oorzaak van den materieelen achter
uitgang nergens anders moet worden
gezocht dan in den wereldoorlog en
de economische ontreddering, die eruit
voortvloeide.
Men heeft verdonkeremaand, dat
de acht-uren-wet een uitvloeisel is
geweest van de vrees voor revolutie en
dat deze en andere maatregelen van
sociale strekking indertijd zijn tot
stand ge-komen met volkomen instem
ming ook van hen, die er later het felst
tegen geijverd hebben.
Men heeft niet willen erkennen, dat
in de oorlogsjaren, dus onder het
kabinet-Cort van der Linden, toen er in
Nederland stroomen van geld binnen
kwamen, aan onze departementen van
algemeen bestuur met millioenen werd
rondgesprongen alsof het bagatellen
waren; dat men daar in die jaren den
kijk op de waarde van het geld heeft
verloren en dat men, onder de nawer
king van die invloeden, er nog geruimen
tijd kwistig met 's lands financiën
heeft omgegaan, toen de magere jaren
al begonnen aan te breken.
Maar dit mag men het kabinet-Ruys
verwijten, dat het zich er niet eerder
rekenschap van heeft gegeven, dat de
bakens moesten worden verzet.
En deze beschuldiging mag in billijk
heid tegen de partijen van rechts worden
gericht, dat zij vór de verkiezingen
hebben nagelaten een vast omlijnd
bezuinigingsprogramma op te stellen.
Trouwens, de partijen van links heb
ben niet veel beter gedaan; maar zij
hadden althans deze verontschuldiging.
dat er, zelfs al zou lir.".- bij de ver
kiezingen de meerderheid hebben be
haald, nooit sprake zou kunnen zijn van
een uit de gezamenlijke linksche par
tijen gevormd ministerie.
Bezuinigen was de algemeene leus:
maar bezuinigen waarop? daarop komt
het aan.
Voor het antwoord op deze vraag
worden de partijen van rechts nu ge
steld, omdat zij de regeeringspartijen
zijn.
Dat er bezuinigd moet worden,
is buiten kijf.
Men behoeft nog niet zulk een
pessimistischen blik op de toekomst te
hebben als het gewezen Kamerlid
Mr. R. J. H. Patijn, die dezer dagen in
de Nieuwe Rott. Courant schreef, dat
ons land op den rand van den afgrond
is gebracht en het staatsbankroet ons
tegengaapt. De geldbeleggers schijnen
daar anders over te denken; voor de
jongste Staatsleening waren nog zoo
veel liefhebbers, dat slechts 40 pCt. op
de inschrijvingen werd toegestaan.
Men behoeft de dingen nog niet zoo
zwart in te zien, om toe te geven, dat er
krachtig zal moeten worden bezuinigd,
nu de jaarlijksche uitgaven van den
Staat de inkomsten met ongeveer
150 millioen overtreffen en de bronnen
van inkomsten niet ruimer, maar schra
ler beginnen te vloeien.
Maar waarop te bezuinigen?
Als een particulier zich moet inkrim
pen, begint hij met het schrappen
van uitgaven voor allerlei dingen, waar
hij, als het moet, ook buiten kan;
de noodzakelijke posten worden aan
gehouden, de overige vervallen.
Maar voor den Staat zijn in zekeren
zin alle uitgaven noodzakelijk. Zij vloei
en voort uit wetten en koninklijke
besluiten; alleen door hierin verande
ring te brengen, kan men ook de jaar
lijksche uitgaven verminderen.
Een bezuiniging op eenigszins groote
schaal beteekent dus voor den Staat:
een wijziging van de wetgeving. Ver
mindering van uitgaven voor leger en
vloot, of voor onderwijs, of voor sociale
doeleinden raakt de wetgeving en dus
de politiek.
Wanneer bij de rechtsche partijen
over vraagstukken van practische poli
tiek zulk een eensgezindheid bestond,
als het geval zou moeten zijn, wanneer
de meening over die vraagstukken uit
een gemeenschappelijk Christelijk be
ginsel kon worden afgeleid, zouden zij
het spoedig met elkaar eens kunnen wor
den over een bezuinigingsprogramma.
Maar ook bij de beraadslagingen daar
over zal aan den dag komen, dat hare
eenheid slechts een schijnbare is;
dat niet alleen tusschen de partijen
onderling, maar zelfs in den boezem
van eene en dezelfde partij verschil
van meening bestaat; dat ook de be
langen van een bepaalde groep van
burgers zwaarder wegen bij de eene
fractie van de partij dan bij cfe andere.
En met name zal dan bij de
RoomschKatholieke partij blijken, dat, on
danks de bij de jongste verkiezingen
op kerkelijk gezag gehandhaafde een
heid, verscheidenheid van inzicht wordt
aangetroffen tusschen hen, die ver
schillende maatschappelijke klassen ver
tegenwoordigen.
Zonder compromis mag geen be
zuinigingsprogramma worden opge
steld; er zullen offers moeten worden
gebracht, niet van beginselen, maar
van de tijdelijke toepassing daarvan;
en men zal daarbij hebben te zorgen,
dat die offers gelijkelijk worden gedra
gen door voor- en tegenstanders van
een democratische sociale politiek.
Want een bezuiniging, die alleen de
minst bevoorrechten in de maatschap
pij zou treffen, zou een geweldige
Aan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenschl, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meest geschikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1500 woorden, en die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
verbittering wekken; ook zij zullen
zich offers moeten getroosten; maar
men heeft alleen liet recht van hen te
verwachten, dat zij die zonder veel
tegenstribbelen zullen brengen, wanneer
men gelijke, ja nog hooger eischen
stelt aan de meergegoeden.
Zoo men dit alles overweegt, kan men
zich er niet erg over verwonderen,
dat de onderhandelingen, die aan de
formatie van het nieuwe kabinet voor
afgaan, nog niet hard zijn opgeschoten.
Het Correspondentie-bureau bericht
te van avond, dat de
kabinets-formateiir van twee der drie rechtsche
partijen antwoord had ontvangen op het
haar toegezonden
ontwerp-regeeringsprogram en dat van de derde partij nog
deze week antwoord kon worden ver
wacht. Of de reeds ingekomen ant
woorden nadere wisseling van gedach
ten noodig maken, wordt niet mede
gedeeld.
In elk geval zal men dus nog eenigen
tijd naar het nieuwe ministerie kunnen
uitzien. En ondertusschen mag men
dan wenschen, dat het met de onder
handelingen over het
regeeringsprogram anders afloopt dan met de jongste
conferentie te Londen.
Op die conferentie waren Lloyd
George en Poincaréhet immers vol
komen eens over het doel, dat zij wilden
bereiken; zij konden het alleen maar
niet eens worden over de middelen.
Laat ons hopen, dat de drie rechtsche
partijen gelukkiger zijn.
K E R X K A M P
iiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiiiiMimitiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiii
liet de oude Harmsworth hem een drukkerij
toonen. Hoe heerlijk ! riep de jongen,
toen hij de drukinkt-atmosfeer inademde.
Zijn lot was niet te keer te gaan.
Op zijn achttiende jaar hield hij z;c!i reeds
zelfstandig. Met een vriend samen vormde hij
een firma; hij begon kleine blaadjes uit te
geven en zond artikels in en leefde te hooi en
te gras en leerde het drukkersbcdrijf en alle
andere bedrijven die hem in den weg kwamen
??van onder op. Hij had nu eenmaal zijn
passie, alle gelegenheden nam hij waar urn
veel te zien en veel op te merken; voor zaken
reisde hij op het vaste land en kreeg de over
tuiging, dat Engeland slecht was voorzien
wat zijn lectuur betrof, Een groote klasse van
de bevolking die naar beschaving verlangde
en die gelokt moest worden was buitengesloten.
Northcliffe gaf hun wat hen kon bezig houden:
raadsels, grappen, populaire wetenschap en
prijzen. De prijzen vooral hadden groot aan
trekkingsvermogen.
Natuurlijk moest hij beginnen met onder
vinding op te doen. Vooreerst waren er groote
teleurstellingen. Concurrenten vielen in den
smaak en het getal lezers wou niet toenemen.
Maar hij hield er den moed bij zich in.
Een Anierikaansch journalist, die veel met
hem in die dagen van tegenspoed omging,ver
telt hoe hij niet anders sprak dan over zijn
luisterrijke toekomst; hij wist nog niet of hij
het Hoogerhuis verkoos of het Lager, maar
hij meende meer spatie voor zijn eerzucht te
hebben in liet I luis der Lords, hij rekende
vast op de uitgaaf van een dagblad ten minste
zoo groot als de Ti/ncx en mat voorloopig de
ruimte der drukkirij af. Zijn moeder deelde
zijn droomen. Zij was toen voor hem wat de
moeder van Lincoln voor iiaar zoon was ge
weest.
Eindelijk kwam het succes, het was slechts
een eerste stap.
Het verworven kap'taal stak hij dadelijk in
den aankoop van een groot blad, The l-'.vcain^
AVir.s', dal na een periode van hloi i een
kommeriijk bestaan voortskepte en voor een ge
ringen prijs met drukkerij en al aan hem \vird
afgestaan. Men lachte hem uit, begreep dat hij
zich ruïneerde, had reeds medelijden met hem,
maar hij zette door en hielp het ding op de
been. Het waren zijn oefeningsjaren voor het
besturen van een werkelijk groot blad. Dat
kon alleen een morgencourant wezen.
Hij was nog nauwelijks dertig, toen hij zijn
Dailv Mail ging uitgeven ; dat is het voetstuk
geweest van zijn naam. Drie maanden lang
heeft hij het blad dag aan dag geredigeerd met
de menschen die hij als leden der redactie had
aangenomen voordat hij zijn schepping in het
openbaar uitgaf. De geheele verschijning der
courant was overlegd en telkens in de kleinste
onderdeelen verbeterd, wat druk en rubrieken
betreft, eer zij volwaardig werd gekeurd in
18%. Zij was een groot succes en zij kon
rekenen op de toekomst, omdat de redactie
samen had leeren werken in den proeftijd. Het
moest wel een succes zijn; daar had de ge
lukkige bezitter luen gestuurd.
Het waren de dagen dat het zestigjarig
jubileum van Koningin Victoria naderde. De
vorsten der aarde zouden haar komen hul
digen. De dominions van het Britsche Rijk
bereidden hun afgevaardigden voor om aan
de Souvereine hun eerbied en loyaliteit te
betuigen. Welke gelegenheid was geschikter
om den band vast te halen die de deelen van
het onmetelijke gebied verbond V Wat
Chamberlaln met zijn imperialistische pol.t'.ek had
bedoeld, zou het jaar 1W7 bevestig- n.
Northcl'ffe, toen nog niet meer dan Harms
worth, sjont yich bij de K weging aan en
streefde naar den voorrang. Toen de
Canadeesche' delegatie, met Sir Wilfrid Laurier.
den premier, aan haar hoofd naar Engeland
overkwam, maakte hij Ivt plan voor een
gmotsclie demonstratie. Ei u versierde stoom
boot met een s.Tk st aan boord zou den
Canadeez- n Ie g moe t rJze n, zij /.on hun het welkom
breng n \an liet moe derland, en Eng. land zou.
ziji: armen sluiten om Canada onder de zege
ning van de Daiiy Muil.
De eer- monie mislukte wel, de aankomst
werd vi rtra.igd, een storm stak op, de muziek
weig rde aan boord te gaan, maar wat be
duidde dat kle'r.e teg nstivveii bij de
luistervolL' receptie in Berkeley square, de huizing
van de Daiiy Mail, waar de finefleur van
Londen zich had verzameld en waar des
avonds om 12 uur onder een plechtige stilte
werd aangekondigd de komst van Sir Wilfrid
Laurier, den premier van Canada.
De Daily Mail had haar voet stevig geplant
in de Engelsche wereld.
Steeds vooruitziend, steeds lettend op de
teekenen der tijden heeft Northcliffe zijn weg
gestuurd door den gang der gebeurtenissen, er
op bedacht de bovenstroorning der politieke
overtuiging van Engeland te volgen, meer ge
dreven dan zelf drijvend, trouw aan den
imperialistischen weg eenmaal ingeslagen en
daardoor inderdaad niet onschuldig aan
wederzijdschen internationalen weerzin.
De oorlog die dan in 1914 volgde liet hem
ruimte tot een nieuwe rol.
Hij is machtiger geworden. Door den aan
koop van The Times heeft hij meer dan te
voren de publieke opinie beheerscht, en hij
heeft zijn macht gebruikt om de Engelsche
regeering wakker te schudden waar zij op haar
loomheid en haar goed geluk wilde rusten, hij
heeft Kitchener van zijn voetstuk doen vallen
en uit de handen van Asquith heeft hij het
bestuur ontrukt om Lloyd George aan het
hoofd van Oorlog te brengen, hij heeft er op
aangedrongen dat de regeering efficiënt
x.ou worden gevoerd en die leus van e f f
ic i e n c y, een Amerikaansch begrip uguilijk,
heeft hij op alle verhoudingen willen toe
passen. Dan is hij een groot dienaar van den
staat geworden door de volvoering van zijn
opdrachten in de Vereenigde Staten, en een
groot vijand van Duitsehland door zijn be
strijding de r Duitsche propaganda.
Hij heeft zijn land gediend tot het einde,
verre van consequent altoos, steeds vooraan,
maar nooit belangzuchtig, met een liefde en
een ge voel voor (ingeland, wat vulgair mis
schien, maar die toch uit het hart kwamen.
.Niet een groot man, wanneer men mag
oordee-en, maar een man zonder wien de tijd
niet compleet zou zijn geweest wanneer hij er
niet geweest was.
W. G. C. B Y V A N C K