Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Aug. '22. No. 2356
TJIT HOST 'KT.iA.PSCimBUPT' "V.A.XT
NEW-YORK VOOR ZESTIG
GULDEN
HET, VUURWERK
door
MELIS STOKE
Er is een duidelijke scheidingslijn in elk
mannenleven, waarop nog geen enkele
socioof psycholoog in voldoende mate gewezen
heeft. Dat is de scheidingslijn die er ligt
tusschen de periode van zijh werkelijk vader
schap en de voorafgaande, waarin hij, alleen
en uitsluitend, Oom is.
Het oom-schap is wel de gemakkelijkste weg
tot beroemdheid ondereene opkomende gene
ratie dien men zich denken kan.
Ooms zijn mannen, die nimmer straffen, die
altijd vroolijk zijn, die meewarig kijken als
vader een hard woord zegt, en die moeder aan
het lachen kunnen krijgen, juist op het
oogenblik dat zij een verschrikkelijke straf zou
gaan uitspreken.
Ooms zijn bronnen van onverwachte pret
jes en buitenkansjes, bliksemafleiders bij on
weer en zonnen in duistere dagen. Zij zijn
toovenaars, die de beschikking hebben over
alle verrukkelijke dingen van deze aarde:
zij bezitten honden en tikkende horloges, zij
zijn passepartouts op de deuren van
chocolaen speelgoedwinkels, ze kunnen met n slag
iemands weekgeld verdubbelen, en er zijn er
zelfs, die milde gevoelens en blosjes kunnen
opwekken bij de meest onverbiddelijke kinder
juffrouwen.
Er was een tijd dat ook ik zulk een w
nderoom was.
Met weemoed kan ik terug denken aan dien
tijd.... zooals een verantwoordelijk generaal,
die zich zijne uitbundige luitenants-jaren
herinnert.
Mijne oom-dagen waren een lange
aan-eenschakeling van de meest gemakkelijke en
brillantste conquêtes, het waren dagen waarin
ik mij slechts te vertoonen had, omtuchteloos
geschreeuw op te wekken in de geregeldste
huishoudens-met-kinderen....
Het waren de dagen, waarin mijne knieën
rijpaarden, mijn schouders onmetelijk hooge
uitkijktorens en mijne zakken
wonder-bonbonnières waren.
En het waren ook de dagen, waarin ik nog
wel eens een dankbare moederblik opvmg in
plaats van de zuchtende vraag eener mede
pedagoge.
Het waren de mooie dagen van den vrij
buiter op andermans zonnige oogenblikken,
die zelf geen zorgen te dragen of te deelen
nog had.
In die dagen was het ook dat ik mijn ge
weldige debacle leed de debacle, die z
behoort bij elke schitterende carrière....
waarvoor men zich schaamt gedurende dien
tijd, maar waarover men later, glimlachend,
spreken kan, als ware het de debacle van
iemand anders, die sympathiek en ver-weg is.
Mijne debacle was het vuurwerk. En dit is
de geschiedenis:
Het was in een zonnige zomervacantie, en
ik logeerde, in de volle glorie van het wond.'
oom-schap, in de villa van mijn zuster, waar
het krioelde van de kinderen.
Als een rattenvanger van Hameln ging ik
vooraan in alle pretjes; kinderen bengelden mij
aan armen en beenen, kinderen stopten mijn
pijp en leegden mijn zakken.
Mijn zuster noemde mij die goeie Melis",
mijn zwager schold mij uit voor een gek, en de
kinderjuffrouw kreeg een kleur als ik haar
plaagde.
Toen kwam het denkbeeld van het vuurwerk.
Want, nietwaar, men moet toch iets
beleefds doen, wanneer men zoo lang iemands
gastvrijheid genoten heeft.
Zorg je ervoor dat het niet knalt?"
smeekte mijn zuster.
Hè-ja knallen!" gilden de kinderen.
Je zult je vingers branden !" bromde mijn
zwager.
O.... hè!" rilde de kinderjuffrouw met
neergeslagen oogen. De kinderen snoefden dien
ganschen dag bij alle buurkinderen.
We krijgen vanavond vuurwerk!" zei
den ze.
Heusch?" weifelden de buurkinderen.
Natuurlijk," snoefden ze voort, het is cht
vuurwerk, want oom steekt het af.... om
half tien als het donker is!"
Och!" bewonderden de buurkinderen.
.Jullie mag-er niet bij het is ns vuur
werk!" deden onze kinderen uit de hoogte.
Phoe.. .."zeiden de buurkinderen.... het
zal wat zijn, jullie vuurwerk ! We zouden het
niet eens willen zien. Wij gaan cht vuurwerk
zien met koninginnedag!"
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiitilimiMiiiiiiiiiiiiinmiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIHIMMIIHIII INI iiiniiiiiiiiiiii niiiiiiiiiiiii i
Daar is oom met het vuurwerk !" riepen
mijn bewonderaars, en snelden mij, onder veel
opzienbarend vertoon voor de zwijgende buur
kinderen, tegemoet.
Voorzichtig," kinderen, zei ik, oom heeft
het vuurwerk bij zich !" En behoedzaam droeg
ik voor mij uit mijn inkoop van dien middag;
twaalf knallende vuurpijlen, 7 groote- zes
middelsoort-en zes kleine donderbussen, vier
mijn-ontploffingen en vier cannonades, twaalf
knal-raketten, en het slotstuk: een draaiende
zon met donder-kraak-ontploffing aan het,
einde. '
Het was een vrij groote uitgave, maar,
nietwaar, men moet toch een beleefdheid be
wijzen als men zoolang ergens gastvrijheid
genoten heeft.
Dien middag, aan tafel, maakte ik het pro
gramma bekend. Niemand at voldoende. Mijn
zuster uit angst, de kinderen van opwinding,
de juffrouw van verantwoordelijksheidsbesef
en mijn zwager en ik door het feit, dat wij,
kort voor het eten, naar aanleiding van mijn,
volgens hem, onbekookt plan, eene onaange
name woordenwisseling hadden gehad.
,,Hèoom als het nou maar gauw
donker is...." gilden de kinderen.
Ik dank de hemel dat je morgen weggaat",
zei mijn zwager, die, voor den dokter, rust
moest nemen.
De juffrouw bloosde, want kleine Keesje
verklaarde, dat ze toegegeven had, dat oom
een lekkere schat" zou zijn.
Desondanks werd het niet vór den normalen
tijd donker, d.w.z. om ongeveer half tien.
Toen stelde ik mij op achter een tafel waar
op ik mijn een-en-vijftig knal-effecten netjes
had uitgestald.
Ik had die plaats, op smeeken van mijn zus
ter, gekozen vlak achter den vijver, waarin,
niets vermoedend, twee vette eenden rond
dobberden.
Mijn publiek zat, in mantels en dekens ge
pakt, want het wasén kille avond, te wachten.
Alleen mijn zwager was binnen gebleven.
Hij wilde dien baldadigen onzin niet bij
wonen, maar ik zag achter een open raam het
gloeiende eindje van zijn sigaar.
GOEDKOOP WONEN
gam. HEEMSTEDE, bultin da
annaiatiaplannanBouwt op Leeuw en Hooft" d/d
Haarlemmerhout gemeente Heemstede Lage belastin g,
billijke prijzen. Watersport; uitstekend onder
wijs ; Centrum van 't land, onder den rook
van Amsterdam. Vraagt geill. brochure, die
gratis wordt toegezonden.
Bouwtarralnan LEEUW « HOOFT",
Haïti Blauva Brug. Tilaftu 28039
Kinderen," zei ik, nu blijft iedereen op
zijn plaats. Alleen oom steekt het vuurwerk
af!"
Een luid gejoel was het antwoord.
Mijn zuster zuchtte.
Zacht kwekte een eend, en de bladeren van
de boomen ritselden.
Het/elfde windzuchtje blies mijn lucifer uit.
,,... .Och..." deed het publiek teleurgesteld
en het was me, alsof die kreet, maar dan ge
transponeerd met een licht ironisch bijgeluid,
overgenomen werd, ergens in het duister,
achter de afrastering van onzen tuin.
Ik stak een tweede lucifer af, en kondigde
aan Eerste nummer : reuzen-vuurpijl,
uitwerpend n roode, en n groene bal".
Hoera" riepen de kinderen.
Ik bracht de lucifer bij de lont.
Assssshh...." zei de vuurpijl, stootte een
venijnige vuurstraal uit.... en.... kan
telde.
Ik voelde dat het eerste van mijne
een-envijftig nummers mislukken zou.
Want, hoewel ik nimmer een vuurwerk had
afgestoken, toch begreep ik, dat een vuurpijl
pas zijn werkelijke effect bereikt, wanneer hij
verticaal wordt afgeschoten.
De mijne daarentegen kantelde, en schoot
zijne sissende lading in horizontale richting
af.... gelukkig niet naar het publiek, maar
schuins naar den vijver.
En, hier past een woord van hulde aan de
vuurwerkmakers, die anonyme en bescheiden
werkers, die ons zooveel vreugden verschaf
fen door hun kunstzinnig en niet-gevaarloos
bedrijf.... want, tot mijne uiterste verbazing,
produceerde de vuurstraal inderdaad de beide
aangekondigde ballen de roode, die donker
rood was als een bloedruppel, en de groene
die groen en venijnig was, als een slangenoog.
Zie je nou wel!" riep mijn zuster.
Stil," zei ik, het is immers niks !"
De bloedroppel viel, sissend, in den vijver
en de vette eenden stoven tierend,in doods
angst, weg. Dit tafereel had mijn aandacht
afgeleid van het slangenoog, dat vór mij op
de tafel gevallen moet zijn.
Want in het volgend oogenblik ontstond
een onheilspellend gesis, vlak vór mij,
tusschen de opgestelde stukkt n die de
onafgewerkte rest van mijn een-en-vijftig deelig
programma vormden.
Het is niets. . . . het is niets," herhaalde ik
onzeker, ter geruststelling van het gillende
publiek.
Er klonken vier. . . . vijf. . . . zes dreunende
slagen.
Wat gebeurt daar.. . . wat is dat voor den
donder!" hoorde ik mijn zwager vloeken van
achter het raam. Hoewel ik wist dat het niet
anders kon zijn dan de vijftig nog wachtende
nummers, die, ontijdig en tegelijkertijd, tot
ontploffing overgingen, ging ik voort te roe
pen:
Het is niets. . . . waarachtig zeg. . . . hou
den jullie jo nou toch kalm.... Ik steek het
vuurwerk al'.... Wie steekt het af....
jullie of ik.... Het is heusch niets...."
Maar mijn stem ging verloren in een ont
zettend geraas. De zon slingerde met rukken,
sissend, door het gras, in de richting van de
rokken van de kinderjuffrouw.
Zij redde zich, met de n krijschcnden Keesje
die ineen deken gepakt was, in hare armen, op
een stoel.
Inmiddels knetterde, kraakte en siste het
om, boven, onder en naast mij, kleurige ballen
vlogen in alle richtingen.. .. vuurpijlen scho
ten als woedende slangen over den grond. . . .
dreunend ontploften de mijnen, en regens van
zilveren en gouden sterren daalden over mij
en mijn radeloos publiek.
Zie-je-nou-wel" riep, telkens boven alles
uit, mijn zuster Marie.
Stommeling. . .. ploert !" gilde mijn zwa
ger door het raam. De kinderen huilden allen,
behalve Hein, een magere logémet een veel te
groot hoofd, en dien ik nooit heb kunnen uit
staan. Hij sprong, opgetogen in zijn handen
klappend, rond, en schreeuwde schril: wat
een figuur. . .. wat een rot-figuur. ..."
Ik trachtte mijzelf een houding te geven,
door hem bij zijn ooren te pakken, en te
schreeuwen;
Zal je je brutale bek hou'en, lamme vlegel".
Laat dien jongen los!" riep mijn zwager.
die, gevolgd door dienstboden die emmers
water droegen, uit huis kwam snellen.
....?Het is allemaal jouw schuld....
ellendeling !"
De jongen met het groote hoofd vluchtte
huilende weg, en verdween in huis met de krij
tende overblijfselen van mijn publiek,die door
de zenuwachtige kinderjuffrouw naar binnen
werden gedreven.
Temidden van mijn stervend vuurwerk
stond ik nu. Nu en dan siste iets na, als een
snik. . . . dan hier., dan daar.... in het duis
ter, dat nu dubbel-dik scheen.
Aan mijn voet gloorde een lichtbal.. . . en
stierf onder een plens water uit een emmer,
die mijn broek tot aan de knie nat maakte.
Stommelingen !" vloekte ik tegen de ijverige
meiden, die het vuur, zooals dat heet. thans
meester waren. Je eigen stomme schuld" !
snauwden ze terug.
Toen klonk, van achter het onzichtbare
tuinhek, een hoongeroep uit tallooze monden
van bevredigde buurkinderen.
Gelukkig zagen ze mij niet, in het duister.
Den dag daarna vertrok de wónder-oom. .
Iets minder grootsch en wonderlijk mis
schien, maar, toch, zeer betreurd.
miiiiiiiiijjitliiiiliiijmiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiJiiiiiitiiiiiitiiiiiifiiiiiiiiiiui
CHARIVARIUS, Ruize-rijmen, 5 Bundels af 0.85
Charivaria, 3 Bundels f 0.65
Uitgave H. D. TJEENK WILLINK & Zn. Haarlem
Eenige weken geleden hebben
Amerikaansche, Britsche en Belgische journalisten
het Rijksarchief onder leiding van den heer
Verspyck Mijnssen bezocht. Onder de zorg
vuldig bewaarde en in keurige archiefkasten
uitgestalde documenten dateert het oudste
van 1080, zijnde de Giftbrief van de Abdij van
Egmond door Graaf Dirk II. Men bewonderde
verder de prachtig geïllumineerde origineele
Vredesverdragen van Westphalen (1648),
van Westminster, volmachten van Koning
Karel II van Engeland, Cromwell, brieven
van Willem den Zwijger, het Verbond der
Edelen (1566), prachtig versierde stukken
van den Sultan van Turkije, van den Keizer
van Japan uit de 17e en 18e eeuw enz.
De aandacht der Amerikanen trok vooral
de hieronder gereproduceerde brief van den
gezagvoerder van Schagen, waarvan wij
een afschrift hierbij voegen. Uit den brief
blijkt dat de plek waarop New-York gebouwd
is, in 1626 door de Hollanders voor de kapi
tale som van 60 gulden van de Indianen werd
verkregen. Rather a good spec" merkte
een der Amerikanen op.
Afschrift.
Receptum 7 November 1626.
Hooghe Moghende Heeren
Hier is ghister t'schip t' Wapen van Amster
dam aengekomen ende is den 23en September
iiyt Nieu Nederlant gezeylt uyt de rivier
Mauritius, rapporteerde dat ons volck daer
kloec is en vreedigh leven, haere vrouwen
hebben ooc kinders aldaer gebaert; hebben
t' Eylandt Manhattes van de wilde gekocht
voor de waerde van 60 guld.,is groot 11000
morgen, hebbende alle koren half Mey
gezaaydt ende half Augusto gemayd. Daervan
zeynde de monsterkens van zomer-koren
als tarwe, rogge, garst, haver, boucweyt,
knariezaedt, boontjens en vlas.
Het cargasoen van tvoorszeideschip is:
7246 bevers vellen
1781- otters vellen
675 otters vellen
48 mincke vellen
36 catlos vellen
33 mincke vellen
34 Ratte vellekens
Veel eycken balcken en noten-hout.
Hier mede
Hoogh Moghende Heeren, zijt den
Almoghende in genade bevolen.
In Amsterdam den 5en November Ao. 162tL
Uwe Hoo: Moo: Dienstwillighe
P. VAN SCHAGEN
minimum
KWATRIJNEN
I. ZON.
Er streeft een barre zon boven mijn doffe
hoofd
en door de blinde stilte een straffe schicht
die tusschen haar en mij zijn taak verricht,.
bindend een liefde die zichzelve dooft,
II. MAAN.
Over de zwakke kimmen van een vroegen
nacht
wiegt onverpoosd de maan heur milde lamp
zoo laat de dag mij, na een zware kamp,
van schamel licht nog heul voor een vergane
klacht
111. MENSCH.
O, deze hunker naar uw tred, mijn Dood. ...
en toch het klemmen aan dit ruig leven
is het dan Goei, die in zijn droom gebood
dat zijn gebroken adem in mij uit zou beven?
D l C K B I N N E N D IJ K
iiiiiiiiimiiiiiiiiiituiiiiiiiiiiiftt.
De hooge doktersrekeningen
(Punch)
(London Mail)
(De rekening wordt opgemaakt naar het inkomen).
Tooneel: de wachtkamer. De aristocratie veinst
armoede.
M a r i e t j e (die mee mncht nc.ar den Inmden-doktcr" voor
Fikkie): ,,llè, Pa.itje -?? 'l i's in:iar een gewone n.'eneer!
Ik dacht, dat het een hond zi.u zijn."
Als de cubisien de voor
werpen, die zij schilderen,
eens moesten gebruiken.
Hij: Wat 'n prachtige zonsondergang!"
Zij: Ja. Daar zou 'k nou de heele dag naar kunner
blijven kijken."
Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.