Historisch Archief 1877-1940
19 Aug. '22. No. 2356
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PGj: iiiiiiiiiiiiiaimiuiiiiiimmiiiiiiiiaiuiiniiiiiniiiiininiiiuiaiiiiiiiaiiiiiiiM
TWEE PRACHTIGE BOEKEN
MARCELLUS EMANTS
E UT B E IsT
INGENAAID f4.50 GEBONDEN f 5.90
____ Een nieuw boek van Emants is voor fijnproevers steeds
een letterkundige gebeurtenis....
Alle Nederlanders die van groote literatuur houden, hebben
dit nieuwe werk te lezen, indien zij op de hoogte willen
blijven van wat hun land tegenwoordig kan en doet.
HERMAN SALOMONSON
o IM: s T o
INGENAAID f 3.50 GEBONDEN f 4.90
Een persoordeel over zijn werksn:
Hier is een auteur aan het werk, die iets te zeggen heeft,
en naar wien men met belangstelling luistert ; het is een
verademing zulk een boek aan te treffen tusschen het vele
onbeduidende, dat in den laatsten tijd op de markt is
gegekomen. (Ind. Mercuur)
Uitgaven van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam
Verschenen:
VERJAARKALENDER
geteekend door
JO VAN OOSTEN SLINGELAND,
een juweeltje op het gebied der lithografie. "Q
===== Prijs f 1.5O ===== A
; Verkrijgbaar in eiken boekhandel v*
Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amsterdam |v
Vorschonon in do
KIND-en KUNST-SERIE
000 nieuwe druk van
Eppien Toef
Een mooi Prentenboek
door Mevr. VAN OSSELEN-VAN DELDEN en
MARIE HILDEBRANDT
Platen van BENJAMIN RABIER
Prijs gebonden f 3.90
In eiken boekhandel te verkrijgen
Uitgave van VAN HOLKEMASf& WAREHDOEF
te Amsterdam
l
B«T
OH
EENIGE SPECIALITEIT
i J n
m
JjO
na
gs KRIMPVRIJË8
§l*
fjj
GEZONDHEIDS
ONDERGOEDEREN {tg
Nederlandsch Fabrikaat
TRlCOTHUlS
v.a
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per Jaar
Ft.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON N. 5812
HEMDEN
MAAR MAAT
CHENARD&WALCKER
N A S H M. A. N.
Automobielen en Vrachtwagens
N. V. Automobiel Mij. HET CENTRUM"
Parkstraat 91a - 's-Gravsnbage
Tel. Haag 3569
Boeken zijn veel
minder in prijs
qestegen dan andere
dinqenvan dage
lij Rsch gebruik.
IN HET STERVENDE
WOKAGEBIED
DOORJOHANLLLGER
NEDERLAN0SCH NANSEHCOMIT
prysfl
Leest dit'heel bijzondere reisverhaal!
Verkrijgbaar bij den boekhandel en
bij 't Nansen Com., Scheepvaarthuis,
Amsterdam.
Spoors
Mosterd
w/vspoor jr_ Culemborg
WHITE
uit voorraad leverbaar.
NIEUWE en GEBRUIKTE 2 TONNERS
-:- beide met volle garantie
?:N.V. Gebr. NEFKENS' Automobiel Mij.
AMSTERDAM - UTRECHT
van 1650. Maar nogin den patriottentijd komt
deze tegenstelling duidelijk aan den dag,
Amsterdam is in al zijn geledingen door en
door patriotsch. Ook in de dagen van De
Witt komt dezelfde tegenstelling naar voren,
maar minder frappant, omdat de centrale
regeering dan uit den aard der zaak minder
krachtig en minder geprononceerd is dan in
stadhouderlijke tijden. Want de stadhouder,
al is hij ook provinciaal ambtenaar, is toch
veel meer de vertegenwoordiger van het cen
traal gezag dan de raadpensionaris.
Zoo bestond ook De Witt's tijd de tegenstel
ling tusschen Amsterdam en Den Haag.
Maar zij kwam in den eersten tijd niet al te
duidelijk uit doordat de persoonlijke betrek
kingen van De Witt met de Amsterdamsche
regenten zoo voortreffelijk waren. Immers
110
Krekelzangen
van onzen dichter-zanger
J. H. SPEENHOFF
Gecart. f 1.25
Ultg.van VAN HOLKEMA & WARENDORF
AMSTERDAM
de grootste staatkundige invloed, het zoo
genaamde magnificat, was te Amsterdam in
handen van Cornelis de raeff, heer van
Zuidpolsbroek. De Qraeff was een oom van Wendela
Bicker en zoo was dus De Witt als het ware
opgenomen in den kring der Amsterdamsche
regenten zelf. Dat wil natuurlijk niet zeggen,
dat hij met Amsterdam kon doen wat hij ver
koos, maar dat beteekende wel, dat scherpe
conflicten door wederzijdsche hoffelijke tege
moetkoming konden worden vermeden. Maar
dat werd geheel anders, toen De Graeff in 16G4
stierf. Het magnificat ging over aan Gilles
Valckenier.die niet in onmiddellijke betrekking
stond tot De Witt en die bovendien door zijn
weinig plooibaar karakter de bestaande tegen
stellingen eerder verscherpte dan verzachtte.
Zoo werd in de latere jaren van De Witt's
raadpensionarisschap zijn verhouding tot
Amsterdam hoe langer hoe moeilijker. Daarbij
kwam, dat de meeste Amsterdamsche regenten
begonnen in te zien, dat aan Willein III toch
de toekomst was en dat men op den duur het
herstel van het stadhouderschap toch niet zou
kunnen tegenhouden. Een van de oorzaken
van den tragischen val van den raadpensio
naris is dan ook de omstandigheid geweest, dat
.Amsterdam hem in den steek liet. Maar
zoozeer bleef Amsterdam toch weer aan zijn
traditioneele politiek getrouw, dat niet lang
na 1672 nieuwe conflicten met Willein III
uitbraken. Wat aan De Witt niet blijvend was
gelukt, moest wel aan een zoo weinigplooibaar
man als Willein III geheel mislukken.
H. B R L' G M A N s
BELASTINGEN! IN INDI
ONDERNEMERSRAAD^VOOR'NEDERLANDSCHINDIE. Nota van Unr.'M. W. F. Treub,
voorzitter van den Onderncinersraad
voor Nederlandsch-Indië, over de In
komstenbelasting, de Extrawinstbe
lasting en de Overwinstbelasting van
Naamlooze Vennootschappen, de
Productenbelastingen en de Uitvoerrech
ten op producten van ondernemingen.
's-Gravenhage. Wouter & Co. 1922.
Deze wat langademige titel heeft de
verdienste, den iezer volledig in te lichten
omtrent den inhoud der nota", welke met
haar zeven bijlagen (ongerekend eenige zeer
belangwekkende grafieken) niet minder dan
123 blz. telt en als een grondige studie over
de daarin besproken onderwerpen mag worden
aangemerkt. Het werk is in vier deelen ge
splitst; eerst eene inleiding, waarin schrijver
met een herinnering aan Adam Smith's vier
voor juiste belastingheffing gestelde eisenen
het beginsel van eene belasting naar draag
kracht onderzocht en op de gevaren wijst
verbonden aan overschrijding van de grens
der progressie, met name op ondermijning
SPAAHSOH, ENGELSOH,
FKAHSOH, DUITSGH etc.
Borlitz-School
Hoovengnmoht 451 M. 3286
Pract. Onderwijs door buiten). Leeraren
van volkskracht en belemmering van kapit;..
1vorming, gevaren, die met het oog op Indië's
credietwaardigheid juist daar zeer ernstig
moeten worden geacht. Dan tot zijn eigenlijk
onderwerp komend, bespreekt mr. Treub
de grondslagen der heffingen en haar tech
niek, in welke beide onderdeden van zijn
betoog de techniek niet wordt gespaard,
terwijl ten slotte herzieningsdenkbeelden"
worden aan de hand gedaan, d.w.z. opbouwend
werk wordt geleverd. Ziehier de slotsom,
waartoe schrijver komt.
De wijze, waarop men de laatste jaren
met de belastingherzieningen in Indië
,,is omgesprongen, geeft niet den indruk
.,van goed doordacht werk. Aan een
belastingherziening moet meer theoretische
kennis en meer technisch doorzicht ten
grondslag liggen dan waarvan de herziening
van 1920?'21 getuigt. Door het enkele feit,
j,dat deze thans reeds tot onhoudbare
uit,,komsten heeft geleid, heeft de Indische
belastingpolitiek zich zelve geoordeeld en
veroordeeld. De door mij aangewezen grofste
fouten behooren onverwijld te worden
weggenomen. is dit eenmaal geschied, dan moet
de dieper gaande principieele herziening met
zorg worden voorbereid".
Daartoe zou mr. Treub een Staatscom
missie aan het werk willen zien, waarin
/.eker ook de Onderuemersraad stem heb
ben zou. Feilloos z;il het stelsel ook
voor Indië nooit zijn; is het redelijk, dan
zij men daarmee tevreden en stabiliseere de
gedane keuze. Een voor het bedrijfsleven
dragelijk belastingstelsel het huidige
acht schrijver ondragelijk zal de vreemde
ondernemers weer tot Indië trekken en dezen
arbeid zal bijdragen tot inkomsten voor de
schatkist en tot verhooging der welvaart van
land en volk.
Het zou zeker te verwonderen en te betreu
ren zijn, wanneer dit woord verklonk. Het
gezag van mr. Treub niet enkel in economische
maar bijzonderlijk ook in belasting-zaken is
onbetwist. Men mag den Ondernemersraad
gelukwenschen, dat hij in zijn voorzitter
een zoo vaardig en strijdbaar pleitbezorger
heeft gevonden. Dat een in zaken als deze
zoo bevoegd man als mr. Treub de schadelijk
heid van een belastingstelsel als het Indische
voor de ontwikkeling van de welvaarts
bronnen, in een helder licht heeft gesteld,
daarover moet iedereen zich verheugen die
met mij oordeelt dat de overheid, van
rechtsstreekschen steun en bescherming" zich
onthoudend, echter de algemeene voorwaarden
voor een krachtige ontplooiing van het parti
culier initiatief scheppen moet en vooral
met door haar optreden die ontplooiing
belemmeren mag. H. SMISSAERT
12 cent
12 cent
Sumotra CBUiTgMQJWQOtQ Sigaar
imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiimiiiiMiiiiiBiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiimimiiiiiiiiiiiiiMi
iiiiiMMiiiiiMiiiiiiitiFiiiiiiii i iimimi Minimin
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
i " iiiiiiiiiimiiiimimiimmm iiiiiiiiiniiiiiiini
HET OPBOUWFONDS VOOR
PALESTINA
Nu het Mandaat over Palestina dan eindelijk
geratificeerd is, zal bovenal de hierdoor ver
kregen stabiliteit den opbouw van Palestina
ten goede komen. Hoe de meeningen ook ver
deeld zijn over de politieke condities, door de
Engelsche Regeering thans in den vorm eener
Toelichting tot het Mandaat vastgesteld
wij spraken daarover uitvoeriger in onze
vorige Kroniek geen verschil bestaat er
over de noodzakelijkheid om den
economischen opbouw nu met alle kracht door te
zetten.
Twee elementen geven hierbij den doorslag:
Menschen en Geld.
Menschenmateriaal voor de bevolking van
zijn land heeft het Joodsche volk te over.
Eerst in April 1920 is een meer systematische
trek naar Palestina ingezet. In 1920 kwamen
10,000 Joden in het land, in het jaar 1921
9000. Stonden de sluizen wijder open, dan zou
de toevloed veel grooter zijn. In 1921 begon
de stroom juist te zwellen (gedurende Maart
immigreerden 1042 Joden, in April 1343), toen
de Mei-onlusten in Jaffa den stoot gaven tot
haast geheele sluiting der grenzen. In Juni
1921 werden slechts 89 immigranten binnen
gelaten ! Lang lieten de jonge menschen, die
overal, vooral in Oost-Europa, klaar staan om
op te. breken, zich niet tegenhouden. In
December 1921 is het cijfer alweder tot 1102
gestegen. Hierbij zijn niet de honderden be
rekend die over land, te voet, zonder pas en
zonder toegangscertificaat, over Bairoeth en
Damascus binnenkomen. Ook niet de meer
bemiddelden, want die worden in de immi
grantenregisters niet geregistreerd.
Het is wel merkwaardig te zien waar deze
immigranten vandaan kwamen. In de reeds
genoemde brochure, Zionist Progress in
Palestine, a four years Record", door Israël Cohen,
uitgegeven evenals de Duitsche brochure
Was will der Keren Hajesod ?"
(=opbouwfonds) door het Centr. Bureau van het Keren
Hajesod te Londen, vindt men de volgende
cijfers: 45 pCt. der immigranten kwamen via
Warschau?Weenen?Triest, uit Polen,
G?licië.de Oekraïene. Over Kischinew?Galat/.
Konstantinopel, dus uit Roemenië,
Bessarabië, Zuid-Rusland en den Kaukasus kwamen
35 pCt. De rest kwam van overal: uit Enge
land, Amerika, Midden-Europa, en uit het
verre Oosten: Perzië, Boechara, enz.
30 pCt. ongeveer der immigranten zijn
vrouwen. Wat den leeftijd betreft, de
meesten zijn uitteraard tusschen 19?30 jaar
oud. En, wat een belangrijk punt is: 50 a
60 pCt. kent Hebreeuwsch. Waar de eigen
taal, het herleefd Hebreeuwsch, een hoek
steen is voor den herbouw van den Jodenstaat,
en waar der Joden veeltaligheid en vooral
het Jiddisch en n'en déplaise Uw kunst,
o Jiddisches Künstlertheater, die taal is wel
hél leelijk de groote gevaren zijn voor de
heerschappij van het Hebreeuwsch, is dit
cijfer wel hoopvol.
Wat doen deze menschen ? Welk emplooi
krijgen zij in het land ?
Een aantal der nieuw aangekomenen, de
geschoolde krachten, handwerkslieden, kleine
kooplieden, worden zonder meer geabsorbeerd
en verdeelen zich naar de behoeften over het
land. Deze Heden zijn meestal gehuwd en
komen met hun gezin. Verreweg het grootste
deel der immigranten zoekt echter werk op het
land. Zij zijn dikwijls niet geschoold, zij komen
uit alle beroepen, studenten, afgestudeerden,
soms uit den handel, uit niets. De besten onder
deze Chaloetsiem" (= Pioniers) hebben een
vakopleiding gehad voor het boeren- of
tu:ndersbedrijf; de Nederlandsche Verecniging
voor Palestinapioniers" bijv. levert jaarlijks
een aantal voortreffelijk geschoolde krachten
af. De organisatie dezer jonge arbeiders, die
elk werk hoe zwaar ook, wel willen aanpakken,
begint zoodra zij in het land komen. Hun
organisatie, de Joodsche Coöperatieve Ar
beiders-Organisatie, sluit contracten af met de
groote werkgevers: de Regeering, het Britsche
Legerbestuur, de Zionistische Commissie, ook
wel sommige gemeenten. De groote werken zijn
meestal wegen-aanleg, soms huizenbouw, bouw
van militaire barakken, bruggen, enz. De
arbeiders-organisatie zelf verdeelt dan het
werk, dat door groepen geschiedt die geheel
op coöperatieven grondslag werken en leven.
Op zichzelf is deze geheele arbeidersregeling al
een hoogst belangwekkende sociale proef
neming: in zulk een groeji gdoed", wordt
in allerlei graden van communisme het collec
tieve loon gedeeld.
De groote moeilijkheid is: werk genoeg te
vinden. Die last drukt op de Zionistische
Commissie (het orgaan dat de leiding der
Zionistische zaken in Palestina in handen
heeft). Want ten eerste werkt werkeloosheid
op al die jonge menschen, die gekomen zijn
om met hun werk het land te verlossen",
demoraliseerend. Dan kost iedere .immigrant,
die niet zelf verdient, de Commissie zijn ge
heele voeding. En vooral: de Engelsche Over
heid sluit onmiddellijk de grenzen voor
nieuwe immigranten, zoodra groote werke
loosheid onder de arbeiders in het land
heerscht. Het totaal der kosten,, door de
Zionist Commission voor de immigranten ge
maakt, omvattend de landingskosten, de be
lasting per hoofd voor de entree, medische ver
zorging, voeding en transport tot aan de
plaats van arbeid, bedraagt over de periode
1919?1921, n millioen gulden, iets minder
dan ;J 4 per hoofd.
Naast den invoer van arbeid, is wel eenige
invoer van kapitaal te constatecren. Gedu
rende de allerlaatste jaren zijn een aantal
ondernemingen op handels- en industrieel
gebied in Palestina gevestigd. Het geeft wel
eenigen kijk op de verhoudingen, als men de
namen der voornaamsten leest: de
AngloPalestine Building Comp. Haboneh" (huizen
bouw), de Silicate-Brick Works en de Stone
Quarry Comp., de American Fruit-Canning
Factory, de Palestine-Rumanian Trading
Comp., verschillende cementfabrieken,
parfumtabrieken, de Shemen" (= olijfolie)
Olieen Zeepfabrieken te Haifa, Tapijtfabriuken,
enz. Israël Cohen schat in zijn boekje het ge
zamenlijke in deze ondernemingen gesto
ken kapitaal naar een matige schatting
op 12 millioen gulden. Dat het dit kapitaal
met al zijn arbeidverschaffende capaciteit,
heett mogelijk gemaakt in zoo korten tijd in
een land van zoo geringe commercieele ont
wikkeling binnen te komen, is zeker niet de
geringste verdienste van de Zionistische Orga
nisatie voor de welvaart van Palestina" zegt
het Engelsche geschriftje, wel terecht.
Natuurlijk zijn deze ondernemingen niets bij
wat Palestina's ontwikkeling in de naaste toe
komst reeds eischt. Kapitaal naar een arm
land. te doen vloeien is geen gemakkelijke taak.
En de Joden dienen zich ervan bewust te zijn,
dat vooreerst niet veel ander dan joodsch geld
in het land gestoken zal worden. Men kan
moeilijk van het internationale kapitaal meer
vertrouwen eisenen in Palestina's economische
toekomst, dan men zelf toont. De Joden zelf
zullen moeten voorgaan, zij het met groote
offers, geld voor Palestina te geven. Op dit
beginsel heeft de Zionistische organisatie op
een Conferentie te Londen in 1920 tot de
stichting van het Keren Hajessott( letterlijk:
fonds dat grondslag is) besloten. Haar eigen
georganiseerde aanhangers heeft de organi
satie verplicht, aan dit fonds Maasser" te
offeren, den tienden penning. Een tiende van
zijn vermogen en jaarlijks een tiende van zijn
inkomen moet elk Zionist opbrengen. Maar
het Fonds is als een Algemeen-Joodsch insti
tuut gedacht: want op alle Joden, niet slechts
op de Zionisten, heeft het Mandaat de taak
van den Opbouw gelegd.
Het Keren Hajessod is daarom ingericht als
een zelfstandige Stichting; slechts de helft van
het Centrale besturend College wordt door de
Zionistische Organisatie aangewezen, de andere
helft kiezen de houders van certificaten van
deelneming zelven.
Het bovengenoemde Duitsche geschriftje
zegt van het Keren Hajessod : dit fonds heeft
de rol van Rijksschatkist voor het Joodsche
Volk te vervullen. Alle uitgaven van algemeen
belang, die in een geordend land voor rekening
van den Staat komenen uit belastingen gedekt
worden, moet voor Palestina het Keren
Hajessod bestrijden : schoolgebouwen, hospi
talen, musea en bibliotheken, proefstations
enz., enz."
Het Opbonwfonds wordt in drieën gesplitst:
n vijfde krijgt hetjoodsche Nationale Fonds,
het oudere en reeds zeer populaire fonds voor
grondaankoop. 30 pCt. wordt verder gebruikt
voor rendeerciide beleggingen"; in de eerste
plaats de stichting van hypotheekbanken ter
ondersteuning van den woningbouw; voor
boerenleenbanken en andere
credietverschaffing. Met een groot bedrag wordt hieruit
ook het befaamde Ruthenberg-p\an gesteund,
waarover in het Engelsche Lagerhuis zooveel
te doen is geweest: het groote irrigatie- en
electrificatieplan van Ing. Ruthenberg. De
helft van het K. H. wordt besteed tot dekking
van de Palestijnsche begrooting, voorzoover
die niet ten laste der Palestijnsche Regeering
zelf valt. Dit zijn dan o.a. de
immigratieonkosten, waarvan boven sprake was, het
schoolwezen, de volksgezondheid(als droog
legging van moerassen, medische dienst, e.d.).
Met een oogopslag ziet men dat voor dit
alles sommen en sommen noodig zijn. In
Nederland is nog haast alleen door Zionisten
tot het Keren Hajessod bijgedragen. Propa
ganda van eenige beteekenis is nog niet er voor
gemaakt. Toch heeft de Nederlandsche Keren
Hajessod-Stichting reeds over een half mil
lioen te beschikken 1). Als de offervaardigheid
van alle Joden aan die van het handjevol
Nederlandsche Zionisten gelijk is, dan zal het
Keren Hajessod waarlijk voor zijn taak be
rekend worden. Maar vooral: als de leiding
ervan, dat is in laatste instantie de Zionis
tische Leiding, het verstaat, contact te krijgen
met het geheele Joodsche Volk.
Dit is nu nog niet zoo. Te veel bezwaren
hoort men nog, ook en vooral in Zionistische
kringen, tegen grondslagen en beheer van het
Keren Hajessod. Wil dit fonds waarlijk zijn
grootschen opzet verwerkelijken, dan moet
het vertrouwen van het geheele volk ervoor
gewonnen worden.
J. O R N S T E I N-I! O O F I N
1) Het Curatorinm der Nederlandsche
Keren Hajessodstichting is uit Joden van
verschillende richting samengesteld. Voor
zitter is het Hoogeraadslid Mr. Visser. Secre
taris Mr. B. A. Kalm. Leden zijn
Opperrabbijn A. Asscher, Mr. B. E. Asscher, de
nee ren A. Asscher, Andriesse, S. van den
Bergh, J. Boasson, Dr. D. Cohen,
Opperrabbijn Van Loen, Henri Polak, A. Simons Mz.,
Prof. L. S. Ornstein, de laatste in zijn qualiteit
van Voorzitter van den Nederlandschen
Zionistenbond.