De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 19 augustus pagina 5

19 augustus 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

i!9 Aug. '22. No. 2356 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BIJKOMSTTGHEDEN XXXV 11 Ik heb dezer dagen herhaaldelijk aan het wijze woord van Mr. K H. Ritter Jr. moeten denken,dat het tocli zoo betreurenswaardig is. dat de overheid zich om haar, ,,fatsoen" moet bekommeren, omdat ze andeis zooveel goed zon kunnen doen door de klassieken strengelijk en absoluut te verbieden, en de Schundliteiatur vredig in haar eigen modder te laten stikken. Als Ooethe in plaats van verplicht" weer eens verboden" werd, en niemand een woord (het zij afkeurend, hetzij waardeerend) wijdde aan De Spaansche Vlieg", hoeveel zon er dan voor de frischheid en de fijnheid van onze jeugd gewonnen zijn. Ik geloof trouwens (in mijne onnoozelheid, want ik ben in deze materie geenszins com petent,) dat Mr. P. H. Ritter den minister (en de minister zichzelf) wel met overtuigender argumenten had kunnen verdedigen, dan zij beiden gedaan hebben. Hadden zij er niet een voudig aan kunnen herinneren, dat het hier gingom de uitvoering van de liberale" wet,die verbiedt, dat er op de openbare scholen iets behandeld wordt, dat de'leerlingen in hun gods dienstige overtuiging zou kunnen kwetsen ? En als wij hierop antwoordden, dat dit let terlijk genomen eenvoudig onmogelijk is: dat men zich dan alleen bij de allereerste beginselen van schrijven, lezen, rekenen en aardrijkskunde zon moeten houden, omdat zoodra er meer ziel in het onderwerp komt, de levenshoudingen zich ook beginnen te difterentieeren, en de kansen om te kwetsen te grootei worden, naarmate de docent mindereen machi ne, maar meer een levend, overtuigd en be zield mensen is, dan zou de minister alleen de schouders behoeven op te halen, en ons verzekeren, dat hij te allen tijde bereid is. het instituut de openbare school" te helpen opheffen ; maar dat zoolang hij het in stand moet houden, hij ook de wet moet uitvoeren, zooals hij haar heeft gevonden. Bij het intensiever leven in onze scholen, bij de steeds toenemende toewijding der do centen; nu het niet langer om nuchter on derwijs" in rekenen en teekenen gaat, maar om opvoeding", om,.vorming der persoonlijk heid", wordt het ook hoe langer hoe moeilijker, de theorie aangaande de wenschelijkheid" van ,,neutraal onderwijs" in stand te houden. Iets wat goed en levend en eerlijk is, is nooit neutraal"; bekent altijd kleur. Op een zeer goede school voerde de rector in bij de Grieksche les het Nieuwe Testament te lezen; eenige vrijdenkende" ouders vonden dat niet aangenaam, en vroegen deze lectuur te staken; wat gebeurde. Toch zal een orthodox in volle eerlijkheid niet kunnen begrijpen, wat een vrijdenker tegen het kennismaken met den bijbel kan hebben, evenmin als een vrijgeest met den besten wil ter wereld kan inzien, waarom een Katholiek bezwaren maakt tegen Lessing's Nathan der Weisc.... lade latrimae.... Maar ik ben van mijn eigenlijke onderwerp: het effect van de overheidszorg inzake wat toelaatbaar is op kifnstgebied en wat niet, eenigszins afgedwaald. ... Ik denk aan L'enfer" van Barbusse .Was maar nooit het oog van een ijverig ambtenaar er op gevallen, die meende de menschheid een dienst te doen met haar voor dit vergif" te beschermen, dan zou immers bijna niemand het in zijn hoofd hebben gehaald, dit onharmonische, zware, wijsgeerige en levens-afkcerige boek voor zijn plezier in handen te nemen ; dan zou de be langstelling beperkt zijn gebleven tot een paar misanthropen, die meenden, dat het leven hier eindelijk eens met een onbevooroordeeld oog was aangezien ; dan zouden niet die honderden, voor wie Mary Corelli anders de zwaarst-denkbare lectuur is, en die bestaan van lord Lister's en Haagsthe Fost'en, zich geroepen heb ben gevoeld bladzij na bladzij te zitten door neuzen over sterren, over den dood, ijselijk, ijselijk vervelend, om eindelijk die paar pagina's te ontdekken, waar helaas ! de ijverige ambtenaar het eerst op aangevallen was. Nu weer Reigen" van Schnitzler. De burrv door i' tpceliihin ttïmt in tl e verte :ijn riool en nadert spe ff : f :? 0 tl Goei - en a - vond Spee! - man. kom van a - vond nng eens an, :net de klei - ne *fi - del - dei - ne, met de groo - te bom ham. (ioei - en a - vond j* speel - man, kom van a - vond nog eens an. l'ï* l f o l -' \ o. vf RHAO Er*. Tcekening voor ,J)e Amsterdammer" van Otto Verhagen. llltlllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllllll .111111 gemeester van Den Haag heeft gedaan, wat hij kon, om de situatie te redden door zachtjes te zeggen: Spelen jullie maar". In den vollen zomer, als alles naar Scheveningen trekt, pleegt er weinig belangstelling te zijn voor wat in de binnenstad voorvalt. Dus in viedesnaam geen relletjes; zoetjes laten betijen, en, zoo mogelijk, onopgemerkt laten voorbijtrekken. Maar het buitenland had het geval al van te voren bedorven. De onthouding-van-inmenging van den burgemeester werd onmiddel lijk in de couranten tot een nadrukkelijk: ,,iuct veibüdi"; iedere naaister, die anders alleen naar de bioscoop gaat, wilde dat rijgen, waar zooveel 0171 te doen is geweest," nu toch ook wel eens zien ; de lucht van de rotte appelen was van uit Ween en tot hier doorgedrongen en zoo gebeurde het, dat, 0:1 Drinkt SIPKES' Limonades. Smaken euivcr en verfri«sch«nd. een stralenden zonnigen Zondagmiddag, de schouwburg vol liep met nieuwsgierige menschen, die allen gerne staunen mochten". De mensch in het groot is een vreemd, en veelal antipathiek, wezen. Hij reikt nog steeds naai elke vrucht, waar een geur van vei boden heid aan hangt, zelfs als /e bitter smaakt. De/e voorstellingen geven ontegenzeggelijk. aan geen enkel schepsel voldoening: noch aan den grooten meester, die bij het schrijven, volgens zijn eigen verklaring, nooit aan een opvoering heeft gedacht, en die dit spel van cynisme en meedoogenloozen hoon zelfs geen plaats in zijn Gesammelte Werke" heeft ge gund; noch aan de acteurs, die vooitdurend zóingehouden moeten spelen, om nog een pooveren schijn te redden, tlat de uitroepen van de belaagde" meisjes als pathologisch pientsch aandeden, omdat de man nog nau welijks een vinger naar ze uitstak; noch vooral aan het auditorium. Want de cindelooze herhaling in de handeling werkt ver velend en afmattend en wie kijkt tenslotte graag naar zijn eigen schande? Wie oiideiteekent met vreugde het doodvonnis van zijn eigen cultuur? Toen ik thuis kwam met de woorden: hopeloos" en troosteloos" blmbammeiui door mijn hoofd, heb ik Tolstoi's beschouwin gen over kunst" opgenomen: De gevoelens onzer huidige maatschappij kunnen tot drie worden herleid: hoogmoed, zinnelijkheid en Insteloosheid om te leven. Deze drie gevoelens en hun vertakkingen vormen bijna uitslui tend het onderwerp van de kunst der rijken". Zij besmet de wereld, verderft het volk, zij veispreidt de sexueele ontaarding, zij is de ergste hindernis geworden voor de verwezen lijking van het mensclielijk geluk". En toen ik verder las ovei de kunst, die hij van de toekomst verwachtte, de menschelijke kunst", de kunst, die door universeele gevoelens" gevoed zon worden, voelde ik een hunkering naai dien tijd, zooals een afgetobde zieke in een donker, benauwd slopje naar frischheid en wijdheid smacht. A N N I E S A L i WIT \\lim LEDIKANTEN MET SPIRAAL MATRAS 90 x 190 FI. 19,25 VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333. AMSTERDAM. IIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIlllllllUllllllltlllllltllHIIIIIIIIItllllllllllllllllHllllllllllllIllllllllllllllllll»MINIMUM MIIIIIHIMIIIM1II AAN DEN VELUWERAND Wie bij den koepel van Viruly rondkijkt, zoekt in de eerste plaats Zutphen op en Deventer, Nijmegen, Kleef en Montferland en tracht dan in het nevelig blauw nog allerlei steden en dorpen te ontdekken. Goethe heeft ons echter al geleerd, dat het goede vlak bij ligt en ge zult het u niet be klagen, wanneer ge den koepel gebruikt, om 'u te oriënteercn in de onmiddellijke nabijheid. Hier is goed te zien, hoe de Rouwenberg de heele omgeving beheerscht en ook hoe aardig het groene Asselt als een schier eiland uitsteekt in de bruine hei. Aan gene zijde van de hei,maar toch nog dichtbij genoeg, prenten we ons den Zijpenb?rg in 't geheugen, den uitkijkberg Rigi en het witte zand van het Signaal Imbosch, het Worth-Rhedensche zand, waar de jeneverbessen groeien. Naar het Noorden en Oosten ligt het groote woud van Imbosch, Hagenau, Middachten en het Onzalige Bosch zelf, een mooie afwisseling van naaldhout en loofhout, hoog bosch en jonge aanplant, elk met eigen habitus en kleur. Wie bijtijds gezorgd heeft, dat hij de voornaamste boomsoorten goed van elkander kan onderscheiden, wordt nu voor zijn moeite beloond en kan hier met gemak Middagten onderscheiden van de Louisakamp, den Molenberg vinden, de Wildbaan, de Spaansche kappen, de Weversbergen, het Schaddeveld en nog zoo vele andere plekken, allemaal uw eigendom, indien ge slechts lid zijt van de Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten. Let nu weer goed op de beuken lanen, eerst die van de Onzalige bosschen zelf en dan nog een die aan den noordkant langs de grens loopt van het bezit der .Ver eeniging. Langs die nog al zware beuken zul Ie n we straks on ze n terugweg moeten zoeken. Ook nu volgen wv even den beuken we g noordwaarts, maar slaan dra naar links een pad in dat door de jong'-' dennen voert. Het terrein is hier zeer geaccidcnteerd; steile heuvels in hit de.nnenbosch bewijzen dui delijk dat hier voor heen een zandverstuiving heeft gek gen, veel woester en veel meer bewogen, dan die van de Worth-RhcdL nsehe hei. Na een poosje krij gen we een dwarspad naar links endat brengt ons in eenige minuten het bosch uit naar den rand, een vrij sterke helling, allerprachtigst begroeid met bezembrem en vliegdennen. Dan volgt de hei en daarachter blinkt al weer het Worth-Rhedensclie zand, waar we nu al naar beginnen te verlangen. Maar wij gaan er niet heen en houden liever links, langs den rand van het bosch. De brem heeft door de droogte en door de strenge winters van de laatste jaren vet l geleden, maar is nog altijd mooi en zal zich wel herstellen tot de pracht van voorheen. Verbeeld u ern strook van kilometers lang en honderden nirtirs breed ge hu l onder de gele geurige brembloi sein. De jonge loten sieren dm heuvel niet t'risch groen, 't Is hier net een plek, om uit te kijken naar de parasiet van deze streek, de echte brem-raap, die door de late vochtigheid nog wel eens zou kunnen opschieten. Al zoekende stuiten we op voetsporen; de kleine hoefpaien van reeen, die grootere van herten. Op mulle regen plekjes zijn ook de bijhocfji;,, twee kleine' indruksels achter de grootere, heel gued te /ien, vooral waar de dieren f-rsprongt n hebben. We zijn hier nu wel in een eclile wuudstreck; aan zichzelf overgelaten /uu de Velnwe n groot bosch worden van Arnhem lot llatlnin, van Zuiderzee tot l |sel. ()nk vinden wij spoedig de ondubbel zinnige bewijzen, dat hel woud hier vroeger nuk veel grooter is ge weest. Slee ds noordelijk houd.:nde zijn we be land u]) een moeilijk terrein vol putten en kuilen met kringen van witte en rnestkleurige kiezels. Een enkele doode, afgezaagde hoonistomp geeft de oplossing van Ik t raad sel. Hier heeft zwaar dennenhout gestaan, i. c n pracht i g oud bosch. Maar dat is kort ge le di n geheel e n al kaalgeslagen, niets is er blijven staan. Ge durende den tijd van brandstoffennood zijn de meeste stompen gerooid, maar men heeft niet de moeite genomen om de kuilen A. Oepkes dicht te gooien en waar eens de hertjes rondstapten in den blauwig rossen schemer van het naaldbosch, zien we nu niets anders dan kale ver latenheid, die het ^rootsche van de woes tenij mist, doordat maar al te duidelijk de onmiddellijke oorzaak van de vernieling gevoeld wordt. Er wordt geen enkele poging gedaan tot herstel. De planten, die opeens aan het felle zonlicht werden blootgesteld, zijn alle verbrand, verdord, vergaan. Sommige stukken verwaaien en verregenen, elders hebben kiezel en leem weerstand geboden en daar komen nu langzamerhand allerlei planten zich vestigen: kleine kussentjes van naarmos, enkele korstmossen en een paar grasjes, die het in de dorheid kunnen uit houden, het spichtige schapenzwenkgras, het kleine buntgras met bundels van ijle halmpjes, die naar alle kanten uitstralen en het borstelgras, dat zijn naam dubbel en dwars verdient, want zijn blaadjes zijn dim en rond en spits als varkensharcn; de bloeistengel is bezet met e-én rij van spichtig stekelige aartjes. Langzamerhand komt t r ook heide en bij gunstig weer ook bn m en vliegdLimetjes, maar in de eerste jaren is nog niet veel verbetering te wachten. Wij blijven nog lang dergelijk terrein doorkruisen, maar belanden eindelijk op oudere en betere plek ken waar we tot onze blijdschap heele plak katen ontdekken van een van onze aardigste wolfsklauwen, de kleine wolfsklauw, Lycopodium complanatum, groene slingers *iie over den grond kruipen en opstijgende stengels met blaadjes als handen met vele fijne vingers. Op ongestoorde plaatsen kan deze plant een oppervlakte van verscheidene vierkante meters bedekken. Ik zou haast denken, dat we hier weer terechtgekomen zijn op het gebied van de Vereen!g. tot Behoud vanNatuurmonumenten. (Worilt vervolgd). JAC. P. T H ij s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl