Historisch Archief 1877-1940
19 Aug. '22. - No. 2356
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
THEORIE IN DE KAZERNE ~
Teekemng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
Nieuw reglement van krijgstuchU artikel 20: 'De militair zal zich niet
onvergenoegd betoonen."
Vergenoegd kijken, voor den donder!"
lllMMIItllllllllllllllllllllllllMllllinillllllllllllMIIIIIIIKIIIKIfIHIIMIHHIIIIMIIIIIIIMillMIIHIIIIIIIItlMIIIIII
imiftiiiiiHiimiii
CHARIVAR/A
Deelwoorden] ammer
In onze schets dus verdrinkend
bij a begint het rollen bij b." (Tel.)
Volgens de bepalingen van het Nieuwe
Reglement l van Krijgstucht zal het den
militair voortaan ongetwijfeld ook verboden
-.zijn het populaire soldatenliedje te zingen :
Wie z'n vader het gewurgd,
En z'n moeder het vergeve,
Die is nog veuls te goed
Voor het soldatenleve!"
Dit is in zeker opzicht jammer, want het
is een buitengewoon aardige melodie. Men
?wijzige den tekst in dezen geest, als wan
neer de voordracht naar wij verwachten
?casu quo geen bemerking van hoogerhand
.zal ontmoeten :
Wie z'n vader het gewurgd,
En z'n moeder het vergeve,
Die 's nog niet goed genoeg
Voor het soldatenleve.
Ook as ik me zwaar ver?,
Ik zei 't niet late blijke,
Want 't is verboden om
Onvergenoegd te kijke.
Enzoovoort. Kan een onzer lezers nog
«enige passende coupletten leveren ? Als ze
ons voor publicatie geschikt voorkomen,
zullen we ze gaarne plaatsen en ter goed
keuring aan hoogerhand toezenden.
Op de glibberige paden
,.Deze gansche streek speelt in
Hauptmann's werken herhaaldelijk
een rol." (N. R C.)
Enkele stemmen blijven zich hard
nekkig verzetten." (Vereenvoudiging.)
Schijnbare schijnbaarheid
,,Maar de dames kregen schijnbaar
nooit zoo iets ip haar hoofd; de on
derworpenheid was volkomen !" (Tel.)
In memoriam Dr. Kuyper
Zulke dingen moeten in hooge mate
betreurd." (O. H. C.)
Hier moesten commissarissen
gegevonden. Vele gebroken potten
moeten betaald. " (N. R. C.)
Populaire aardrijkskunde
Naast Frankrijk staat zelfs België
niet meer; het staat nu tusschen
Frankrijk en Engeland in." (N. v. d. D.)
Gaat uit dus mannen ! Doet uw plicht !
en toon de wereld, Bossenaren,
hoe, na een strijd van Tachtig jaren,
een volk zich monumenten sticht.
CONFERENTIE-LIED.
.En weder is een conferentie
in ijle hoop uiteengegaan..
uiteengespat, na hoop en vreezen,
nadat wij, telkens, mochten lezen :
Men stuurt op een formule aan".
.En weder zochten diplomaten,
als alchimisten, onverflauwd,
in 't borrelen van de helsche giften,
en, aangevuurd door heete driften,
naar de formule voor het goud.
Het dwaallicht van de conferenties,
dat men te Londen lichten zag,
is weer gebluscht.. waar zal 't weer rijzen ?
.het licht der hoop voor dwaze wijzen..
.een glimworm na een regendag
MELIS STOK E.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiim
COURANTEN VAN OUDEREN
DATUM
De Generaal-Majoor, commandant van het
?veldleger, heeft aan den bronzen kokarde
knoop, die sommige weerspannige soldaten
nog altijd dragen, de volgende (?geheime",
maar op de redactietafel van de Tel." ge
waaide) order gewijd :
....leder militair van het veldleger, dien
ik in den vervolge zal aantreffen met een
bronzen kokarde-knoop aan de kepi ?al door
mij worden gestraft en die chef zal ter
verantwoording worden geroepen.
Ik verzoek u het bovenstaande voor
zooveel wenschelijk ter kennis te brengen
van de troepen, enz., onder uw bevel."
Ook dit zagen wij gaarne door een vader
landslievend lezer berijmd.
Gisteren hebben in het Circusgebouw te
Scheveningen bokswedstrijden plaats gehad.
Op nat programma stond o.m. een partij
tusschen de amateurs Hyzelendoorn en D.
Romme, uit Rotterdam. Reeds in de eerste
ronde van dit "gevecht bleek dat Hyzelen
doorn veel sterker was dan zijn tegenstander
en in de tweede ronde viel Rornme bewus
teloos neer. Hij werd naar het ziekenhuis
gebracht, waar hij gisteravond is overleden."
(N. R. C.)
RIJM-KRONYCK
DE SIGNORITA-MAKERS.
Bij de firma Sweens-Houtmans te
's-Hertogenbosch zullen 80 sigaren
makers te werk worden gesteld voor
het maken van Senoritas voor de
Spaansche regie.
De weldaad, die ge ons bewijst,
o, edele rollers van sigaren,
kan slechts de goedheid evenaren
van een, die hongerenden spijst.
Wat zou men doen, in vrije dagen,
met regenbuien, vroeg en laat,
wanneer we, in ons droef gelaat
niet een sigaartje konden dragen ?
Gezegend ras ! voorwaar, ik moet
u thans met zang en lauwer huidige
gij moet u braaf vermenigvuldigen,
dan wordt de wereld wel weer goed.
In Spanje, dat door droeve wolken
beschaduwd wordt, begrijpt men mij !
Gij zult Iberië's woestenij
Met Signoritas gaan bevolken.
Men herinnert zich wellicht het geestige
Falklandje, jaren geleden in het Handelsblad
opgenomen, waarin de schrijver op guitige
wijze de gehechtheid persifleerde van den
dagelijkschen courantenlezer aan zijn lijfblad.
Wat een onaangename stemming ontstaat er
wanneer de courant er nog niet is" op het
oogenblik dat men meent haar te mogen ver
wachten ! Het geheele gezin raakt overstuur
wanneer de. verwachte bezoeker uitblijft en
dat zelfs, niettegenstaande zij ons zelden veel
opbeurends of opvroolijkends aanbrengt.
Men kan niet buiten het gif, men is er aan
verslaafd. Men kan zich niet goed voorstellen
dat er tijden waren, waarin de courant, de
loopmare, nog niet haar dagelijkschen omme
gang in de maatschappij volbracht, toen die
levensbehoefte, naast eten en drinken, zich
nog niet deed gevoelen en men dit inte
greerend deel van 's menschen levensgeluk
nog niet kende.
Maar wanneer men mocht meenen, dat zij
die ons vertellen dat de eerste dagbladen in
de 16e eeuw op het tooneel der cultuur ver
schenen, het bij het rechte eind hadden, dan
zal het bericht dat reeds Chineezen hun cou
rant bezaten in 910 vór Chr. die meening
wegnemen, al was de King Pau, het Hoofd
blad tot 1351, ook maar een weekblad, be
vattende verslagen van Raadsvergaderingen
en Hofberichten. Ook de Babyloniërs konden
hun Van-dag-tot-dag-berichten lezen, waar
naar men zegt dat Berosus (300 v.C.) zijn
Babylonische en Chaldeeuwsche Geschie
denis heeft opgesteld.
Ook de Romeinen hadden hun courant,
zonder te beseffen welk een machtig wapen
zij in die publicatie bezaten, zonder te weten
dat het de Koningin der aarde was die zij, op
bescheiden wijze, begonnen op te kweeken.
Hadden zij haar grootere macht willen toe
kennen, ze waren zeker tot het drukken
overgegaan. Want de Romeinen kenden de
drukkunst! Geen maller bewering dan dat
Laurens Koster of Güttenberg deze zou
hebben uitgevonden. De Romeinen drukten
allang vór hen. Men beschouwe slechts de
duizenden en nog eens duizenden gedrukte
pottenbakkersstempels in de musea, die op
de overblijfselen van aardewerk ons doen
zien, dat men de drukkunst uitnemend ver
stond. Had de behoefte zich doen kennen bij
de dagelijksche nieuwsbode, men had ze ook
daar toegepast. Doch de slavenhanden waren
gereed voor de noodige verveelvuldiging en
voorzagen door copiëeren op voldoende wijze
in de behoefte.
Zien wij hetzelfde niet in Italië, in een
tijd, toen de boekdrukkunst reeds talrijke proe
ven van drukwerk leverde, in de 16e eeuw, met
de Notizie Scritte, berichten over oorlog en
andere gebeurtenissen, die tegen leesgeld
(gazetta, een kleine munt) ter lezing lagen:
geschreven dagbladen, die naar het
muntstukje den naam gazette in de wereld brach
ten? Eveneens waren de News-papers in
Engeland en The weekly Courant in 1622 nog
handschriftelijke bladen, die, gecopiëerd, aan
de abonnenten werden rondgezonden. Toen
ze gedrukt werden knauwde hen de censuur,
doch de hardste slag was in 1712 de invoering
van het zegel, eerst in 1855 opgeheven.
Om tot de Romeinen terug te keeren !
Komt de courant, het dagblad tot ns,
hedendaagsche lezers, de Romeinen moesten tot
hun bron van inlichtingen gaan om er uit te
putten. In den meest oorspronkelijken vorm
toonde zich deze bron in de aankondiging op
marmer, in metaal, hout en steen van wetten,
van oproepingen tot de Volksvergadering,
senaatsbesluiten, of politie-verordeningen. Ge
houwen in steen, gepenseeld in roode of zwarte
kleur op den witgekalkten muur. Advertenties:
een huis te huur tegen Kalendae Januariae ;"
aanbevelingen voor verkiezingen: Cain be
veelt Sulpicius aan," ontbraken niet. De Ro
meinen hadden volop den tijd dergelijke
mededeelingen te lezen. Bij het aanplakbord
aan de Regia(de ambtswoning van den Pon
tifex Maximus waar alles wat de overheid
ter kennis van het publiek wilde brengen, werd
openbaar gemaakt) verdrong zich steeds een
nieuwsgierige menigte. Aan het einde van het
ambtsjaar werd alles in het Stadsarchief ge
borgen.
Ditzelfde gebeurde ook, sinds eeuwen,
met de handelingen (Acta) van den Senaat,
den Romeinschen Raad. Het openbaar maken
vindt eerst plaats sedert 59 v. Chr. op voorstel
van Julius Caesar. Zie daar de courant, het
Journal,geboren. De actadiurnalia verschenen
in het licht: de atti, het giornale heeten er in
Italië nog naar. Caesar, de democraat, deed
er een werk mee dat aan het volk welgevallig
moest wezen. Hij vaagde het waas van ge
heimzinnigheid weg, dat den hoogen senaat
omhulde. Wél waren de raadsvergaderingen
zoogenaamd publiek: de zoons der raadsleden
mochten met hun vaders ter leering mee ter
vergadering; de Volkstribunen hadden het
recht in de zaal te zitten, later zelfs mee te
spreken; de deuren moesten steeds openstaan;
maar mysterieus bleef steeds de beraadsla
ging voor den grooten hoop.
De debatten en de daarop genomen beslui
ten werden na 59 gestenographeerd (het eerste
stenographisch stelsel vormen de notae
Tironianae, afkortingsschrijfwijze van Cicero's
secretaris Tiro) en in het licht gegeven.
Terwijl men vroeger naar de aanplakborden
liep om zich op de hoogte te stellen van hetgeen
men belangrijk vond en bij velen de toevallige
gewoonte een behoefte was geworden, kon
men zich thans de politieke nieuwtjes, die
door afschrijvers werden verveelvuldigd, laten
opzenden, de acta diurna(lia) werden onze
Journaux. Als letterkundig werk had de
inhoud geen bekoring: droog was hij, als
een proces-verbaal, als een Staats-Courant.
De ontwikkeling der Diurnalia tot Journal
is-een evolutie, geen regelrechte afstamming.
Maar de Romeinen voelden toch, dat de Acta
Diurnalia de publiciteit vormden. Een bewijs?
Als de wijsgeer Seneca het summum van
openbaarheid wil aangeven, zegt hij: bene
ficia mea non in acta mitto", d.w.z.: ik zet
mijn weldaden niet in de krant".
Sainte Beuve zegt: de ware Moniteur de
Rome moet gezocht worden in de ontelbare
pagina's marmer en brons waarin de wetten
en overwinningen werden gehouwen en ge
graveerd". De menschelijke
nieuwsgierigGESCHIEDENIS DES VADERLANDS
FONGERS-Rptieleii
De berijder van een
FONGERS ondervindt, dat de
werkelijke waarde van dit
rijwiel hoog is in verhouding
tot den prijs.
Eigen Filialen te AMSTERDAM, Nassaukade 500:
Arnhem, Groningen, Den Haag, Leiden, Middel
burg, Rotterdam en Utrecht.
Agentschappen over het geheele land verspreid.
heid deed de rest. De schrijvende slavenhand
voegde aan het droge en dorre officiëele
nieuws alles toe, waarvoor hij dacht dat de
levendige Romeinsche burger belangstelling
zou koesteren; nevens De officiëele en
De politieke mededeelingen, komen de stads
nieuwtjes en het gemengde nieuws.
Een paar voorbeelden, uit vele, mogen
een denkbeeld geven van den inhoud van
een Rorneinsch Dagblad.
a. III. Kalend. April is (28 Maart)
Aemilius was voorzittend Consul. Een
steenenregen vond plaats in het gebied rondom
het stadje Veï. De Volkstribuun Postumius
zond een ordonnans naar den Consul (met
de opmerking) dat deze op dien dag den Se
naat niet had willen bijeenroepen. Door
bemiddeling van den Volkstribuun Publius
Decimius werd de zaak uit den weg geruimd.
Q. Aufifius, kassier van het geldkantoor,
maakte zich uit de voeten met een groote som
gelds, die hem niet toekwam. Hij werd ach
terhaald en gearresteerd en voor den kanton
rechter aangeklaagd. Toen het bleek dat het
geld nog niet door hem was aangesproken,
werd hem opgelegd de geheele som terug te
geven.
b. Pridie Kalendis April is (Laatste Maart)
Voorzittend Consul was Licinius.De Latijnsche
feesten (een oud bondsfeest) zijn gevierd. Op
den Albaanschen berg is het Bondsoffer ge
bracht. Ook greep een vleeschuitdeeling aan
de burgerij plaats. Er kwam brand in het
Hemeltje (een straat in Rome): twee woon
kazernes zijn tot den grond toe afgebrand en
5 huizen kregen brandschade. Voor de 4e
maal werd de zeerooverhoofdman Demipho
gevangen genomen en thans gekruisigd. Het
roode seinvlaggetje werd op het kasteel (den
burcht op het Kapitool) uitgestoken (om de
gewapende macht voor oefening op te roepen.)
(Vergelijk de oproeping onzer schutterij door
vaandeltjes op den toren !) De Consuls riamen
de jonge soldaten op het Marsveld onder den
nieuwen eed.
Men ziet: redactioneel staat de uitgave niet
hoog. Het officiëele gedeelte dat weggelaten is,
zal droog geweest zijn, het niet-officieële ge
deelte , de nieuwtjes-rubriek, was niet metsmaak
geredigeerd. Maar toch kon opneming van
een paar staaltjes doen zien, dat de grond
vorm voor ons dagblad aanwezig is. Zelfs echt
scheidingen en zedenschandalen ontbreken
in de Acta Diurna niet.
Het tout comme chez nous geldt reeds
ook 20 eeuwen geleden.
N. J. SINGELS
VormchBitoni
Dramatische Kroniek
Eerste, tweede en derde bundel
door
TOP NAEFF
Top Naeff geeft meer, oneindig veel
meer, en daarom is haar werk van blij
vende waarde en van groot historisch
belang voor de toekomst.
Maar wat haar werk vooral zoo ver
dienstelijk maakt, is de karakteriseering
van het stuk zelf, haar eigen persoonlijke
kijk op ieder tooneelwerk. ledere be
schouwing heeft bij haar heur eigen toon,
luchtig causeerend, breed betoogend, streng
bestraffend, fijn humoristisch.
Prijs per
Ultg.van VAN HOLKEMA&WARENDORF
AMSTERDAM
IIIIIIIHIIIMMHIIIIIIIIIIIIIIU
V IJFD E ZANG.
HET GRAAFSCHAP HOLLAND DIRK I, DIRK II, DIRK III, ENZ.
.DE KRUISTOCHTEN PETER DE HERMIET DE TOCHT NAAR UE
.DAMIATE
't Waren donkre, droeve dagen,
Nimmer vrij van oorlogsplagen,
't Was krakeelen keer op keer
Tusschen Bisschop, Graaf en Heer.
van Lcnncp
.Nu spreidt een droef tafreel zicli voor mijn blikken uit,
En klagelijke klanken klinken van mijn luit.
Het was een tijd van twisten, ijverzucht en veeten,
Waarin haast alle helden Dirk of Willem heetten,
Vandaar de nationale plaag: het dirkenwee,
Daar kwelt elk onderwijzer eiken leerling mee,
Want al die Dirken dient hij op te kunnen noemen
Met zijn regeeringstijd, en wie zich kan beroemen,
Ze allen, zonder in zijn boek te hoeven zien,
Vlot op te kunnen dreunen, krijgt van meester tien.
Zoo leert de jeugd al vroeg zijn schooltijd te verknoeien,
En de Geschiedenis hartgrondig te verfoeien.
Het Graafschap Holland dan, waarvan ik heden dicht,
Schoon 't door den koning van de Franken was gesticht,
Werd spoedig Duitsch gebied ik kan het niet ontkennen;
Men zal aan dat idee een beetje moeten wennen,
Wanneer men dat komt voor ! de Duitsche heerschzucht haat,
Iets waarvoor evenwel geen reden meer bestaat,
Want Duitschland is veranderd in den loop der tijden;
Nu is de Duitscher heel gematigd en bescheiden.
En als men de mémoires van d' ex-kroonprins leest,
Dan ziet men, dat als hij maar keizer was geweest,
Hij wel iets op de moeilijkheden had verzonnen,
En vast den oorlog had verhinderd en gewonnen.
De eerste Dirk, door keizer Karel aangesteld,
Was graaf dat 's alles wat de faam van hem vermeldt.
Nog heden zijn er graven, die noch slecht, noch braaf zijn,
Noch dom, noch slim, noch sloom, noch vlug -?alleen maar graat' zijn.
Een kroontje op hun kaartje zegt: Mijn bloed is blauw !
Iets wat je /onder dat misschien niet merken zou.
De tweede. . . . neen, niet alle breng ik hier te berde,
Ik deel u slechts wat mee van n nog: Dirk de Derde,
Hij hief, waar later Dordrecht werd gesticht, een tol,
En stal, tot scha des handels, zich den buidel vol.
Ten slotte heeft hij, opdat God hem zou vergeven,
Van zijn gestolen geld een bedevaart bedreven.
Dat deed men toen wel meer; van godsdienstvuur ontbrand,
Trok men, ten zoen voor zonde, naar het Heilig land.
Tot zoen der zonde ! Ja, maar waarom 't hier verzwegen?
Kwam naderhand zoo'n held een aardig meisje tegen,
Dan bleek het vrome middel dikwijls niet afdoend,
En werd er weer opnieuw gezondigd en gezoend.
Toen evenwel de Turken deze streek bezetten,
Begonnen zij die bedevaarten te beletten,
De pelgrims werden vrij hardhandig aangepakt,
En, spartelden zij tegen, in de pan gehakt.
Maar Peter de Hermiet, een kluizenaar uit Frankrijk,
Verhief zijn sterke stem, hartstochtelijk en klankrijk,
En wekte op ten strijd. Hij trok van stad tot stad,
En predikte, terwijl hij op een ezel zat,
Den oorlog aan den Turk. De Paus was hem genegen,
En schonk den ijveraar zijn hcrderlijken zegen :
De hoorige, die deelnam aan zoo'u tocht, werd vrij.
De slaven waren er dus als de kippen bij,
Want niet slechts na zijn dood zou men zijn heil bekomen,
Maar dadelijk, dus dat was altijd meegenomen.
De ridders stroomden toe op Peter's vrome stem.
Zij mochten wel zoo'n tochtje naar Jerusalem,
Want dom en danper zaten z.' op hun burcht te mokken,
Verveelden zich er dood, en waren gek op knokken.
Hoewel 'k mijn zang niet noodeloos verlengen wil,
Sta ik bij n dier tochten toch nog even stil.
Die amuseerde mij als kind al uitermate,
Ik heb hier op het oog de tocht naar Damiate.
Die stad lag aan den Nijl, en aan den overkant
Bevond zich een kasteel, versterkt en goed bemand.
Ook Damiate had een krachtige bezetting,
En stad en burcht verblind een sterke stalen ketting.
Graaf Willen trok vol moed naar Damiate heen,
Om het t' ontrukken aan den feilen Saraceen,
Maar de belegerden verweerden zich hardnekkig,
En 't aanvalsmateriaal was blijkbaar te gebrekkig,
Totdat het scherp vernuft van den belegeraar
Twee goede inventies deed. Toen was het zaakje klaar.
De eerste was een op twee schepen staande toren,
De tweede een galjoen met groote zaag van voren;
Zoo werd de vijand uit zijn hoog kasteel verjaagd,
En tegelijkertijd de ketting doorgezaagd.
Nog luidt men in de kerk te Haarlem damiaatjes,"
Naar 't heet geroofd van daar. Maar wellicht zijn dat praatjes..
Want in dit opzicht zijn de meeningen verdeeld,
Maar niet op 't punt, dat dat geklep vervloekt verveelt.
C H A R I V A R i L'