Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
26 Aug. '22. No. 2357
GEVAARLIJKE POSITIE
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonch
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIItlllllllIllllllllllll IIIIIMI1IIMIIIMIIIUI Uil Illllllllllllllllllllllllllllll
WAT DE ROMEINSCHE RUÏNES IN NOORD-AFRIKA ONS LEEREN
door MR. C. P. VAN ROSSEM
We zijn nog steeds te Timgad, we vervolgen
onze wandeling en nu staan we voor den grooten
tempel. Mijn reisgenoot, de eerwaarde heer
Chevrillon, lid van de Académie Francaise,
staat te kuchen over het feit, dat er bij de
Jupiter-Tempel van Dougga (Zuidelijk Tunis)
iiiliiiiMililiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiminiiiiiiiiiii iiiiiuiiiiiii
LITTERAIRE VOORLICHTING
Van mijn boekverkooper ontving ik een
catalogue du livre francais", waarvan het
eerste deel de Fransche litteratuur in de
negentiende en twintigste eeuw behelzende,
wordt uitgegeven door het office pour la
propagation du livre francais" 1) en zelf?
vereerd is met een inschrijving van het mi
nisterie van buitenlandsche zaken. Ook is er
een voorrede. Deze is geschreven dooreen
chargéde cours a la Sorbonne. Maar zelfs dat
kan ons niet beletten om te zeggen hoe
buitengewoon slordig en slecht deze catalogus
gemaakt is. Un homme d'esprit, aimant les
bonnes lettres, disait que nulle lecture ne lui
semblait plus plaisante que celled'uncatalogue
de librairie". Inderdaad. Ik ben dol op cata
logi. Maar niets geeft mij zooveel ergernis dan
een onvolledige en misleidende catalogus. Deze
catalogus is zóonvolledig en misleidend, dat
er geen enkel nut voor de propaganda ten
bate van de Fransche litteratuur van te ver
wachten is. Dit is te betreuren, want er
is behoefte aan goede voorlichting.
Wij zullen met voorbeelden aantoonen hoe
onbekwaam en achteloos dit boekje is samen
gesteld.
In de inleiding wordt vermeld dat bij
nietFransche Fransch-schrijvende auteurs de
nationaliteit achter den naam vermeld wordt
b.v. Maeterlinck (Maurice), beige. Maar waar
om, vraagt men zich verbaasd af, staat deze
aanduiding niet achter de namen van Henri
Carton de Wiart, AndréFotainas, Henri
Kistemaeckers, Grégoire Ie Roy, de gebroe
ders Rosny, Horace van Offel, Maurice
Gauchez, Francis Wiener de Croisset, Maurice
des Ombiaux, Louis Delattre ?
restauratie op onverantwoordelijke wijze is
geknoeid. Ik ben geen archeoloog en het kon
me eigenlijk ook bitter weinig schelen, want
wat er van dezen tempel overblijft zijn niets
dan twee opgezette zuilen. Ze zijn misschien
verkeerd opgezet, de
brokstukken mogen
dan ook al te hoog
zijn opgestuwd, als
klassiek monument
blijft het van weinig
waarde. Liever laat ik
m'n gedachten gaan
over een uiterst curi
eus probleem. Hoe is
de verhouding ge
weest van deze Ro
meinsche veroveraars
tegenover de Puni
sche en Numidische
godsdiensten, waar
van ze de religieuse
symbolen in deze ge
westen hebben aan
getroffen? Hebben ze,
gelijk de
ArabischAfrikaansche verove
raar Sioi-Okba, alle
overblijfselen van de
Christelijke religieom
ver geloopen en de
Christenen als slaven
weggevoerd? Hebben
ze, als de Christenen
in Spanje, de Mooren
in hun godsdienst ge
knecht en vervolgd?
Het probleem is daar
om van belang, omdat
de religieuse rivaliteit
tusschen inboorlingen
en fransche overheer
sching nog op lange
na niet is uitgewischt.
Hoe tactvol het Fran
sche gouvernement in
deze ook moge
op1) Boulevard Saint Germain 117 Paris.
Verder zien wij Education de prince", een
tooneelstuk van Donnay onder ,,romans et
nouvelles". een tooneelwerk van Elémir
Bourg--'s ,,La Nef" onder dezelfde rubriek; en onder
dat hoofd evenzeer essay's van Laurent
Tailhade en gedichten' van Fontainas. Onder de
afdeeling ,,poësie" vind ik drie romans van de
gravin de Noailles: la Nouvelle Esperance",
,,Le Visage merveillé" en ,,La Domination".
Dan zijn er fouten van anderen aard. Er
staat een complete editie van Flaubert aange
geven, waarschijnlijk die van Connard, waar
die van de Librairie de France" van later
datum is. Maar de prachtige Stcndhal-editie
van HonoréChampion is vergeten" evenals
de complete uitgaven van Péguy en
Baudelaire bij de Editions de la Nouvelle Revue
franc,aise.
Onder de romans staan Monsieur du Paur"
en La Jeune fille verte", beide door P. J.
Toulet als j uitverkocht aangeteekend, terwijl
deze boeken nog verkrijgbaar zijn bij Emile
Paul.
De twee edities van Toulets ,,Lcs Contes de
Béhanzigue" (de volledigste is die van den
uitgever Edgar Malfère te Amiens) zijn niet
vermeld.
Hiermede komen wij op een kapitaal be
zwaar tegen dit onbruikbare werkje: de keuze
van auteurs en titels. Wij vinden schrijvers, die
tot de litteratuur in geen verband staan en die
bovendien den buitenlandschen lezer een zeer
vreemden dunk van het Fransche volk zouden
geven, indien die lezer n?if genoeg zou zijn
hen te gelooven. Er zijn pornografen opgeno
men n povere onbenulligheden. Maarikzal
reeksen namen van goede, eerlijke, interessante
schrijvers noemen, die in dezen catalogus niet
voorkomen.
Ook de titels zijn met de allergrootste wille
keur gekozen. Van enkele auteurs zijn maar
een paar boeken, uit de vele die zij schreven,
treden, de kloof tusschen de leer van Christus
en die van Mahomed schijnt niet te over
bruggen te zijn. Alle burgerlijke en militaire
ambtenaren die ik er naar gevraagd heb,
waren eenstemmig in hun antwoord dat de
Muzelmansche haat, hoezeer deze op politiek
terrein ook was verzwakt, als religieuse haat
nog altijd sluimerend voortleeft.
Hoe hebben de Romeinen zich gesteld
tegenover de hun vreemde Goden-wereld
van Tanik en Bacax? Hun houding getuigt
ook hier weer van handigheid en breeden kijk.
Ze konden twee dingen doen: of met fana
tisme ingrijpen en den Olympus
naardeproconsulaire provincie en^Mauretanië over
brengen of zich in religieuse aangelegenheden
geheel afzijdig houden. Ze kozen echter een
derde methode: ze kwamen de Afrikaansche
Godenwereld tegemoet en onderwierpen zich
zonder aarzelingaan de macht van God Motman
en God Baal-Hammon. Welkeen uitnemenden
indruk dit op de inboorlingen moet hebben
gemaakt behoeft geen betoog. Geen godsdienst
oorlog, geen religieuse wrijving, niets daarvan.
Baal-Hammon had eenige gelijkenis met
Saturnus, ze aanbaden 'm dus als Saturnus
Augustus, Tanik werd de Dea Caelestis en
aan de juno-figuur aangepast. Paris vaut
bien une messe en Afrika was blijkbaar wel
een kleine ruzie met oen Olympus waard.
Bij het poneeren van de stelling, dat er in
godsdienst-zaken geen toleranter volk is
geweest dan de Romeinen, zal men mij de
Christen-vervolgingen tegenwerpen. Het lijkt
me echter zeer te betwijfelen of deze vervol
gingen wel tegen de Christenen als Christenen
zijn ingesteld. Waarschijnlijk moeten we het
meer zien als een soort anti-semitisme. De
Romeinen tolereerden n Isis n Methra n
Serapis, ja, ze tolereerden eiken vreemden gods
dienst die naar Rome werd overgebracht en er
volgelingen maakte. Waarom dan die uit
zondering voor de leer van Jezus? Er moet
hier dus een andere reden hebben voor
gezeten. En die reden was waarschijnlijk de
volgende: ze ergerden zich, ze werden voort
durend geprikkeld door de gedragingen van
die menschen die zich Christenen noemden.
Een Christen was een man die ostentatief te
keer ging tegen het theater en de
circusspelen (en men kent het fanatisme van de
Romeinen op dit gebied), een Christen was
een man die uit principe geen officieele ambten
wenschte te aanvaarden (voor de Romeinen
was dit juist een der eerste burger-plichten),
een Christen was een man, die openlijk den'
spot dreef met den staats-godsdienst en der
halve het heele staatkundig systeem
beleedigde (godsdienst en staat waren in dien
tijd immers onverbreekbaar aan elkaar ge
bonden), een Christen was een man, die altijd
met een zuur gezicht rondliep, die alle
tradiioneele genoegens en eeuwen-oude feesten
verachtte, een Christen was een man (en dit
was waarschijnlijk de voornaamste reden der
vervolging) die geen eerbied aan den Keizer
wenschte te betuigen. Enfin, het was een onbe
grijpelijk wezen die hoogelijk versteende, een
soort van geheimzinnigen samenzweerder, die
als van zelf de achterdocht opwekte en als
staatsgevaarlijk werd beschouwd. De strijd
tegen de godsdienstige leer raakte hierbij
geheel op den
achtergrond.Kijk ik om me heen, en zie ik in deze ruïnes
de inboorlingen gemengd met Europeesche
werkkrachten, zoo dringt zich dadelijk de
gedachte op, hoe weinig de moderne Euro
peesche overheersching deze Arabieren heeft
ver-Europiseerd. We mogen dan in Tunis
een enkel maal een Caïd ontmoeten die in
voortreffelijk Fransch een fransdie
schoolopvoeding en iets van deze cultuur demon
streert, een Franschman is hij daarom nog
niet geworden.Ik meen echter, dat in den
Romeinschen tijd de inboorlingen zich veel
sneller en veel gemakkelijker hebben geassi
mileerd met hun nieuwe meesters dan thans.
We hebben allereerst een voorbeeld in den
UTEN1UIG i FOLMEl
S PEC IA L ITE IT:
Verhuizingen onder Garantie
Bergplaatsen voor Inboedels
mimiiHiiiiii
vermeld en men vraagt zich af: waarom
juist dié!"
In de afdeeling romanset nouvelles" misik
den naam van het is haast ongelooflijk
Jean Moréas En die het wordt nog onge
looflijker van Paul Verlaine (Memoiresd'un
Veuf", dat ook niet onder mémoires" is op
genomen). En die het blijft ongelooflijk
van Aloys Bertrand (?Gaspard de la Nuit").
Wij vinden van Claude Anet (weer n
voorbeeld uit tientallen) wel Petite Ville"
een minder belangrijk jeugdwerk?maarniet
Ariane, jeune fille russe". Uit het omvangrijk
oeuvre van Henri Bachelin zijn zinloos drie
titels genomen.
Van Barrès trilogie, Le Roman de l'Energie
nationale" wordt allén Les Déraciné's"
vernield ! Waarom? Trouwens deze schrijver,
die toch, onmiskenbaar, de belangstelling van
den buitenlandschen lezerinde eerste plaats op
zich concentreert, is in zijn geheel zeer onvol
ledig behandeld.
Francais Mauriac, een der allerbelangrijkste
jonge auteurs ontbreekt geheel. Evenzeer
Jean Schlumberger. Evenzeer Marcel Proust.
Evenzeer Michel Yell, Ernest Tisserand,
Tserstevens, Gilbert des Voisins, Henri
AlainFournier (die een onaangevochten meester
werk schreef Le grand Maulnes"), Gaston
Picard.
Als critici en essayisten mis ik: Pierre
Lièvre, Jacques Boulanger en de essays van
Thibaudet over Maurras en Barrès. Verder
en dit is een groot verzuim, ontbreekt er
Louis Dimier met zijn magistrale studiën over
Les Maitres de la Contrarévolution," over
Vcuillot' , over Buffon" ; Graaf Léon de
Montesqtiiou met zijn beschouwingen over
Comte en Le Play, Pierre Lasserre met o.a.
zijn Mistral-biografie, Henri Massis met zijn
levensbeschrijving van Ernest Psichari; terwijl
Suares'?Peguy"(en enkele andere belangrijke
Mozaik, voorstellende een Romeinsch-Afrlkaansch landhuis
persoon van Juba II, den koning van
Mauretanië. Hij ontvangt in Rome, door bemiddeling
van Caesar en Augustus, een zorgvuldige
opvoeding en als hij zich Mauretanië ais
koninkrijk ziet toegewezen, blijkt de Numi
dische barbaar zich geheel opgelost te hebben
in den typischen Romeinschen intellectueel
en homme du monde. Hij schrijft historie
werken in het Grieksch,die door de Romeinen
hoogelijk geprezen worden, hij bouwt zich een
hoofdstad Cesarea (het tegenwoordige
Cherchel)dietot een miniatuur Rome wordt, zonder
eenige herinnering aan z'n Numidische antece
denten. En de landgenooten die hij om zich
heen verzamelt gaan geheel en al in de nieuwe
cultuur op. De Caïd s en Agha's die ik onder het
Fransche bestuur ontmoet heb, waren in hun
denkwijze en gewoonten tic typische kinderen
van Mohammed gebleven en alle reizen en
alle verleiding van de Ville lumière hadden
hen even weinig veranderd als een Duitsche
Junker in transche gevangenschap. Het
verschil in de twee groote westersche
overhcerschingen is te typeerend om niet dadelijk
op te vallen. Zelfs de Numidische familie
namen blijken in den loop der tijden door vele
Romeinsche namen te zijn vervangen. Je
Demeter (opgegraven te Timgad)
essays van dien'schrijver) evenmin in dezen
catalogus gevonden wordt. v-;
Wat er onder Essays et Mélanges'' van
Remy de Goimnont gevonden wordt is
schandelijk, en |ean de Goiirinand ontbreekt
geheel. Zelfs de Essays de Critique" van
Pierre Gilbert en Jean Mare Bernard's
Villonstudie ontbreken. Evenmin vind ik er de
namen van George s Valois, Jacques Bainville.
Henri Vangeois (?La Morale de Kant"). Wij
treffen noch de goede Verlaine-essays van
verschillende schrijvers, noch studiën over
Baudelaire, noch over Rimbaud aan.
Dan komt het hoofdstuk mémoires etc".
Ik teeken terloops de volgende misvattingen
aan. Apollinaire's Le Poëte assasiné" behoort
hier niet thuis, zoomin als Barrès' Greco"en
de Adolphe" van Benjamin Constant! Zoo
min als de Lectures pour une ombre" (van
Jean Girandoux en Une releve" (van de
gebroeders Tharaud). Hierontbreken Henri de
Bruchard, Petit memoires du temps de la
Ligue"; Léon Daudet's kostelijke serie Sou
venirs des milieux politiques, littéraires,
artistiques et médicaux"; J. H. Rosny Ain
Torches et Lumignons", Louis Dimier,.Sou
venirs d'Action publique et d'Université",
Jean de Pierrefeu G. Q. G.".
Maar de afdeeling poésie" is zeldzaam on
belangrijk en onvolledig. Ik noem, zoo maar,
voor de vuist weg, een aantal ontbrekende na
men, alle van goede en belangwekkende oudere
en jonge kunstenaars: Ernest R a
yn a u d, Jacques Reynaud, Fagus-Faillet,
Gilbert des Voisins, Roger Allard, Georges
Fourest, Tristan Derëme, Charles van
Le r bc r g hè, AndréThérive, Léon Paul
Fargue, Saint Léger-Léger, Louis Pize,
Raymond de la Tailhède, Pierre C a m o,
Jean Pellerin, Paul V a l r y, Xavier de
Magalion, Fernand Mazade, Lucien D
ubech, P. J. Toulet, Pierre Benoit, Charles
ARMBANDHORLOGES
SPILLNER
hebt slechts zorgvuldig uit je oogeii te kijken
om dit telkenmale te kunnen naspeuren.
Hier ligt b.v. een graf-inscriptie: Caïus Julius
Africanus. Een descendant van den grooten
Caesar? Welnee, lees slechts verder: Caïus
Julius Africanus, zoon van Hamilcar. Vader
Hamilcar was natuurlijk een Funiër. Z'n zoon,
aangestoken door het Romeinsdie snobisme,
besloot op zekeren dag zijn barbarennaam te
veranderen. De naam moest klinken ! Welke
aanzienlijke familie zou hij kiezen? Portius,
Sempronius, Clodius, Cornelius, Julius? Waar
om niet Julius, daar zat tenminste suggestie
in. En dan natuurlijk een voornaam en een
bijnaam, het summum van voornaamheid !
En aldus komt het voor dat \ve hier in
Afrika overal zooveel aanzienlijke Romeinsche
familienamen tegen komen die bijna allen
dood-laconiek door de inboorlingen waren
ingepikt.
De inboorling van tegenwoordig zal er
echter nooit aan denken een Franschen naam
aan te nemen. Hij staat buiten den godsdienst,
buiten de gewoonten, buiten de Europeesche
samenleving. Hij blijft zich zelf.
Een ander voorbeeld van Romeinsche pene
tratie: de taal. De duizende inscripties, die
ons door de opgravingen zijn teruggegeven,.
brengen ons de verrassing dat het inlandsche
idioom in den loop der tijden geheel op den
achtergrond wordt gedrongen. Niet alleen de
ver-romaniseerde snob en de rijke koopman,.
ook het eenvoudige volk blijkt zich de taal
van Rome te hebben eigen gemaakt. De
grafsteenen zouden ons hiervan slechts een
gedeeltelijk bewijs geven als ze met zuiver en
klassiek Latijn waren ingebeiteld. Juist het
feit, dat het echte potjes-latijn hier meer
malen hoogtij viert,wijst er op, dat het gebruik
van deze taal tot alle lagen der bevolking
was doorgedrongen.
En dan komt de tweede verrassing. De
autochtone bevolking, ze neemt ook tegen
woordig nog een zeer aparte plaats in te
midden der Arabische overheerschers. Gods
dienstig geassimileerd, zijn ze niettemin in
uiterlijk en gewoonten geheel verschillend
van de kinderen van Mohammed. Ook in
taal. Deze Berbersche rassen, die eens
Numidiërs waren, hebben bij den vai van het
Romeinsche Keizerrijk hun oude idioom
teruggenomen. Het Arabisch heeft ze niet
vermogen te beïnvloeden, de Fransche scholen
evenmin. Het eenige, waar ze ooit gevoelig
voor zijn"'f geweest, was de taal van Seneca
en Apuleius.
Er moet in die Romeinsche suggestie toch
iets gezeten hebben, een suggestie die nooit
door een ander overheerschend en
koloniseerend volk is benaderd.
CADILLAC
Hit Meesterstuk der lulolediniel;
ImDortsor: K. LANDEWEER. UTRECHT
iimiiiiiiiiiniiiiiiiiiii
Derennes, Albert Erlande, Lucien Fabre.
Wij hebben, in dit gemengd lijstje, enkele
figuren van den eersten rang gespatieerd.
Maar men verwonderd zich over niets meer
wanneer men den naam van Louis M e
rc i e r niet vermeld vindt. De groote landelijke
lyricus van het hedendaagsche Frankrijk,
de edele en sobere dichter van Le Poèrne de
la Maison," L'Enchantée," Les Pierres
sacrées",?Voixde laTcrreet duTemps", wordt
niet waardig gekeurd in dezen officieelen'"
catalogus te prijken. Mercier weet zich onge
twijfeld te troosten wanneer hij ziet hoe dat aan
den te vroeg gestorven meester, die hij zal be
wonderen alsik, aan den graaf Lionel des Rieux
d'Ancezune, wiens Choeur desMuses"en;?La
Belle Saison" ik tot mijn allerliefste, aller
schoonste bezit reken, evenmin de officieele"
eer waardig gekeurd werd.
Zou men willen gelooven dat in dezen
catalogus Charles Maurras, noch als dichter
(?Pour Psyche", Inscriptions") noch als
letterkundig essayist (?Les Amants de Venise"
L'Etang de Berre" etc.) voorkomt!
Ook de afdeeling théatre" bevat keur van
fouten en lacunes. Maar ik geloof dat dit
genoeg is. Deze catalogue du livre frangais"
hoezeer ook vereerd met une souscription du
ministère des affaires trangères" is onbruik
baar. En kan dan ook niet dienen voor de ver
spreiding van de goede Fransche litteratuur in
Nederland en elders.
Zou het nu absoluut noodzakelijk zijn dat
officieele uitgaven alles te wenschen over laten?
Zou het absoluut noodzakelijk zijn om officieele
uitgaven door incompetente en slordige jonge
lieden te doen samenstellen?
J. GRESHOFF
.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAB-DEN HAAO
'E BESTE HOEDEN IN HOLLAND