Historisch Archief 1877-1940
26 Aug. '22. No. 2357
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE REDEVOERING VAN POINCAR
Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensieh
Lloyd George: Hou toch eindelijk eens op man!"
Poincaré: ,,Daar moet toch mijn schoorsteen van rooken!"
«iiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiMiiiiii i IIUIIMIIIIIIMIMUI
CHARIVARIA
De Koninklijke Nederlandsche Vereeniging
?voor de Luchtvaart noemt zich de I. C. A. R.
Onhoffelijk ware het dezen naam in verband
te brengen met dien van den klassieken
vlieger Icarus.
Sommige ingenieurs zijn spoediger voldaan
dan wij. Wij lezen in de N.R.C.: Tot
groote voldoening van de ingenieurs luidde
het telegram: Vos signaux sonttrès forten et
clavis. Manigulation fonne."
Geforceerde snoek.Opzetten in koud
water, van de graat ontdoen en
fijnhakken." (H. P.j
De naam van dit gerecht schijnt ons
geenszins overdreven.
Voordat de mensen zeep en water had
uitgevonden," schrijft de O.H.C., bezat hij
in den luis een huidbeschermer." Onze en
cyclopedie laat ons in den steek kan een
onzer lezers ons misschien den naam opgeven
A>an den uitvinder van het water?
De Commissie van Toezicht op de Gemeen
telijke Bad- en Zweminrichting te Gouda
bericht dat zij niet kan instaan voor het
zoek raken van zwerngoed." Blijven de
.zwemmers daar dus prijs op stellen, dan
zal er niet anders op zitten, dan dat ze bij
onderlinge afspraak bepalen elkanders
zwemgoed van tijd tot tijd te verstoppen.
Wie geregeld op de hoogte wenscht te
blijven van wat er met hem gebeuren zal,
vestige zich in den Haag. De Haagsche
Courant bsvatte in n week 25 advertenties
van waarzegsters.
CORRESPONDENTIE.
L. te ft. In de Groene van deze week, in
het artikel over Northcliffe, staat: Zijn lot
was niet te keer te gaan." Deze uitdrukking
imiiimiiiiiiiiiimitiiiiii
MONNA VANNA" ONDER DE
BEDOWINEN
DOOR
MAÜKITS WAGENVOORT
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIW
Niemand had er heugenis van hoelang de
veete tusschen de Beni-Sachen, kortweg de
.?Schoor's" genoemd, en de Beni-Hassan al
duurde. Zeker was het langer dan drie
menschengeslachten.
Twee machtige Bedowinenstammen in het
Over-Jordaansche en de Schoor's" telden
hun kameelen tot vijf duizend, en wat de
.schapen betreft: daaraan was geen einde.
De Beni-Hassan mochten minder rijk zijn in
kameelen en schapen, het grootste getal en de
schoonste paarden bezaten zij. De namen der
Beni-Sachen en der Beni-Hassan waren be
roemd tot de verste grenzen, waar het Volk
der tenten" zich legert: de Sjatt-el-Arab,
Basora voorbij, en Noordwaarts van
Damsjak, dat gij en ik Damascus noemen, naar zee
toe.
Beider grenzen lagen tusschen het Meer
van Tiberias en de Doode Zee, en daar, op
het Asjloengebergte, hadden zij de meeste
hunner bloedige gevechten geleverd. Maar de
Schoor's" waren van het Noorden, in den
Hauran, en de Beni-Hassan eer van het
oude Seelaad. Bij de Turksche overheid is
het noodig u te herinneren, dat dit
verhaal lang voor den oorlog is geschied? ?
stonden beide stammen in kwaad gerucht,
doch" gewoonlijk toonden de basja's" een
gezonde vrees, n voor de Beni-Hassan n
voor de Beni-Sachen.
Ds strijd had al zoo lang geduurd en aan
beide kanten zooveel offers gekost, dat er
onder de vijanden een soort van vermoeid
heid heerschte, en de Sjeichs eindelijk be
sloten de veete te eindigen door een huwelijk.
De Beni-Sachen zouden hun schoonsten en
dappersten jonkman uitkiezen en de
BeniHassan hun schoonste en deemoedigste maagd,
en het huwelijk zou onder nader te bepalen
voorwaarden gesloten worden .
Indien gij ooit Bedowinen ontmoet hebt,
weet gij dat zulke onderhandelingen zeer
moeilijk zijn, gegeven nog de
bijzonderkiesche omstandigheden, waaronder deze ge
voerd werden. Menigmaal dreigde de strijd
hervat te worden, maar eindelijk werd men
het dan toch eens: de Beni-Sachen zouden aan
de Beni-Hassan, of liever de vader van den
bruigom zou aan dien van de bruid twee hon
derd vijftig kameelen afstaan, behalve de
schoone kleederen en sieraden voor het jonge
meisje zelf, maar de Beni-Hassan
merkwaaiaige bijzonderheid in de gebruiken der
Bedowi's! zouden den opper-sjeich der
Schoor's" een hunner schoonste hengsten
vereeren, als teeken van vriendschap.
Gij vraagt of zij schoon waren, de jonge
twee uitverkorenen? Abdallah-ben-Mach
moed, de bruigom, was in zijn houding als
een dier kolommen, die gij ziet in de moskee
der?Heilige Stad" door Nasrani'sen Jahoedi's
Jeruzalem genoemd. En wanneer hij te paard
zat, zoudt gij hebben gedacht, dat de Storm
wind mensch was geworden en over de vlakte
rende. Wat zijn gelaat betreft: het was voor
de maagden om te verkwijnen van liefde, en
voor zijn vijanden van vrees. Zijn gelaats
kleur was roodbruin, zijn neus groot en ge
bogen, zijn mond onder het kneveltje fijn,
maar van het koninklijkste rood, en zijn oogen
onder de zware brauwen, waren als de eerste
stralen van de morgenzon, wanneer hij glim
lachte, doch als het hemelvuur, wanneer hij
toornde. De maagden van zijn stam bezongen
de daden van zijn moed.
De bruid heette Chadidsjah en was de
tweede dochter-van-Ali '. Wie zag ooit
lieflijker verschijning in en om de bergen van
Asjloen, dan de hare? Was haar gelaat niet
blank en doorbloosd als leliën naast rozen
gegroeid? Pronkte haar boezem niet als de
hoogmoed, schoon toch haar heerlijke oogen
omlaag keken als de nederigheid? Wanneer
zij echter eens de lange wimpers tot een man
ophief, meende deze een houri uit het Paradijs
te zien. Haar tanden waren wit als het marmer
der mighrab in de Vrijdagsmoskee",
aaneengerijd als de kralen van een bidsnoer, haar
vlechten dik en zwaar als kudden zwarte
geiten, die gij aan de flanken der bergen ziet.
Was Abdallah een held onder de zonen
van Sachen, Chadidsjah kon heldin zijn van
onderworpenheid en toewijding aan den man,
dien zij liefhad. Dit zat in de familie, evenals
het geheele gezin van Ali-ben-Hassan een
gave bezat voor de improvisatie der dicht
kunst. Reeds sinds jaren, wanneer Gazella,
Chadidsjah's oudere zuster, zoodra de kudden
in het kamp waren teruggedreven,en de hon
den de wacht hielden, in de hoofdtcnt der
vrouwen naast het olielampje zat te
improviseeren, dan slopen de jonge mannen nader,
achter de tent, en luisterden zonder gezien te
worden of te zien. Ook zij was schoon, de
Gazella", onder de schoonsten; menig jonk
man van haren stam hoopte haar tot vrouw
te mogen ontvangen. Dit zou echter van
niemand hunner de trots worden. Want toen
Machmoed-ben-Ah, de broeder der twee zus
ters, eens tegen de Schoor's" zou optrekken,
improviseerde ook hij, den vooravond, in
verzen, zoo dat het ,,ajerim" geroep door het
geheele kamp klonk, en het wel leek, dat de
sterren langer stralen schoten, alsof zij door
haar kracht hem aanmoedigen en bezielen
wilden. Als ik kom te vallen," zoo zong hij,
terwijl hij de schoonheid en trouw zijner
twee zusters roemde, als ik kom te vallen,
dan zal de Gazella" haar vlechten afsnijden en
aan geen man ooit haar schat schenken".
Misschien was dit hem zoo maar ingevallen,
zooals men wel meer onnadenkend voorspelt,
wanneer men improviseert. Doch wat zijn
makkers den volgenden morgen ook deden
om hem terzijde te staan: hij was gevallen !
En om haar broer niet tot leugenaar te
maken voor Allah en voor de Mannen des
Heus", sneed de Gazella" op het bericht van
Machmoeds dood haar vlechten af, en het
scheen wel, dat zij ongehuwd zou blijven, want
hoe haar vader haar ook trachtte te overtuigen,
dat zij niet gebonden was: het woord van haar
broeder wilde zij niet ongedaan maken.
Als twee ademloos geworden worstelaars
besloten de Schoor's" en de Beni-Hassan"
dus de handen ineen te leggen, vrede te slui
ten en een paar hunner edelste kinderen met
elkaar te verbinden: Abdallah en Chadidsjah;
den moed en de zelfopoffering, de fierheid en
den deemoed, de mannen-eer en de
vrouwendeugd. Haha, de mannen-eer!.... Van de
Schoor s" ! Indien ik op dezen Arabischen
meervoudsnaam een Hollandsche woordspeling
wilde maken, zou ik hen schooiers" noemen.
Het was tuig. Hun streken waren door heel
Syrië berucht. Moedig, ja, dit waren zij, maar
edelmoedig was nooit een Ben-Sachen ge
weest. Niettemin: Abdallah-ben-Machmoed
was dan nog de trouwste onder hen en op zijn
woord kon men soms rekenen.
Het huwelijk werd met de grootste feeste
lijkheden gevierd en Chadidsjah-bent-Ali
bracht onder de Beni-Sachen de trouw en den
opofferingszin der Beni-Hassan.
Het was echter nauwelijks een paar maan
den na de bruiloft, dat in het gebergte Asjloen
eenige Turksche soldaten van den basja"
van Nabloes door de Schoor's" uitgeschud
en van hun paarden en wapens beroofd wer
den. Een werd daarbij gedood. De basja"
was woedend over de hem aangedane
beleediging en zwoer bij den Baard van den Pro
feet" ! zijn naam biijve een zegen onder
de Mannen des Heils" ! dat hij zich zou
wreken. Die hem dit hoorden zeggen, glim
lachten. De Schoor's" waren er het volk, en
de zwierige basja" met zijn Stamboelijnsche
bluf was er de man niet naar om de wraak zoo
gemakkelijk te maken. Een keer temeer
scheen door zijn eed dus de Baard van den
Profeet" bemorst. Maar er zat toch meer
fut in den basja" dan zijn omgeving ver
moedde, en het bleek op een dag, dat hij een
der mannen van de Zonen van Sachen" bij
de lurven had gepakt, en dit was juist de
beste der Schoor's", Abdallah, de jonge
echtgenoot van Chadidsjah ! Zijn lot was reeds
bij voorbaat beslist. Hij zou opgehangen
worden, tenzij hij het bloedgeld betaalde, dat
de basja" stelde op zestig Turksche ponden.
Chadidsjah's wanhoopwas hartbrekend om
te zien.... voor een Christenmensen. Want
zöis het vrouwenhart: zij had Abdallah in
den korten tijd, dat zij zijn vrouw was, leeren
liefhebben, immers eigenschappen in hem ont
dekt, welke haar voor hem hadden gewonnen.
Maar denkt gij, dat de Schoor's"-zelf een
hand uitstaken omde bloem hunner jongeling
schap te bevrijden? Ongetwijfeld, indien zij
gewild hadden, zouden zij Nabloes hebben
kunnen bestormen; daartoe waren zij sterk
genoeg. Maar behalve dat dit Abdallah's
leven zeker niet gered zou hebben, waren zij
toch wel wat beducht voor een latere wraak
neming van den Grooten Heer" te Stamboel.
Wat aangaat zestig pond te betalen als bloed
geld voor een dooie hond van 'n Osmanli".
zij dachten er zelfs niet over. Abdallah moest
maar zien hoe hij er zich uitredde: waarom
had hij zich ook laten pakken?
Toen Chadidsjah dan zag, dat er, ondanks
haar tranen en wanhoop, niets van de
Schoor's" was te verwachten ter redding
van haar echtgenoot, maakte zij te voet de
lange reis?want zelfs een ezelwilden zij haar
niet afstaan ! naar haar eigen volk, en
ofschoon het haar tranen, gesmeek en han
denwringen kostte, kreeg zij toch eindelijk de
zestig pond van de Beni-Hassan, en met dit
geld in haar hoofddoek geknoopt, enkel ge
wapend met een dolk, rende zij op een der
beste paarden haars vaders naar Nabloes om
den basja" het bloedgeld te brengen. Toen
echter de jonge basja" deze schoone
Bedowidochter voor zich zag neervallen, werd zijn
hart plotseling doorgloeid van begeerte. Hij
hief haar vriendelijk op, trachtte haar door
lieve woorden gerust te stellen, zei, dat haar
man gered was van het oogenblik, dat zij om
zijn leven verzocht; maar toen hij iets te
vertrouwelijk werd, zag hij de deemoedige
FONGERS-Rijwielon
Wat door vakkennis, smaak
en goede zorg, steunend op
50 jaar ervaring, op
rijwielgebied is te bereiken, dat
koopt de kooper van een
- FONGERS.
Eigen Filialen te AMSTERDAM, Nassaukade 500;
Arnhem, Groningen, Den Haag, Leiden, Middel
burg, Rotterdam en Utrecht.
Agentschappen over het geheele land verspreid.
is m.i. niet te verdedigen. Of is er wellicht
een dubbele punt uitgevallen na was?
Andi'. Dat zal 't zijn.
S. te A. In de Correspondentie-rubriekvan
de Amsterdamsche Dameskroniek van 12
Augustus lees ik: Wij raden u aan, niette
probeeren die wet te ontduiken.De hooge boete,
die gij misschien zult moeten betalen, zou u
maar berouwen." Hoe vindt u dit staaltje
van vrouwelijke opvatting van moraliteit?
Antw. Leelijk. Maar ik ken een aantal
rnannen, die op dit punt verwijfd zijn.
Ziehier een antwoord op onze uitnoodiging
ons Vaderlandslievende Knoopjesrijmen te
zenden:
Het gaat maar om n knoopje,
't Belang schijnt zeer gering.
Dus lacht men om den generaal,
Die in zijn officieele taal
Spreekt van zoo nietig ding.
Het gaat maar om n knoopje
Alsof dat dan wat geeft !
Toch is't zoo onbelangrijk niet,
Waar men soms aan n knoopje ziet
Wie het commando heeft.
Eén enkel knoopje aan de pet !
Maar wie zoo verder gaat,
Zegt: maar n scheurtje in het leer.
Maar n t schroef van het geweer,
Maar n minuut te laat !
De hooggeprezen vrijheid
En kijkt geen knoopjes aan
Modd" is er wel haast geweest,
Met stipten militairen geest
Zij het nu maar gedaan.
Een hoogen hoed draagt d'eene,
De ander draag' een sjaal,
De derde kooni' in zwarten rok,
De vierde met een wandelstok,
D-it is het ideaal.
Moet dan gehandeld worden,
Loopt alles daad'lijk mis;
Want ieder doet naar eigen wensch
En volgt niet slaafs, omdat een mensen
Toch geen machine is".
Maar zoekt g'in de historie
Wat zij door voorbeeld leert,
Dan ziet ge dat er dient gelet
Ook op de knoopen en de pet,
Of alles gaat verkeerd.
fleemster veranderen in een dreigend
beleedigde vrouw.
Bismilluh ! Hij had zoo iets meer bij de
hand gehad, en maakte er zich niet ongerust
over. Hij wist bij ervaring, dat niets een vrou
wenhart eer verzwakt dan verveling, gepaard
aan een zachte behandeling. Hij liet haar
afzonderen in het mooiste vertrek van zijn
harem, en haar gezelschap houden door een
oude vrouw, die wist hoe men zulke duifjes
moet beaaien. Slechts nu en dan liet de
basja" zich eens zien om een paar woorden met
de mooie Arabische te spreken, die hem echter
zelfs eens dreigde, toen hij haar te na kwam,
met den dolk, dien zij in haar kleeren verbor
gen droeg. De basja", die zijn militaire op
voeding in Berlijn had genoten, en daar reeds
ervaren had, dat tusschen een mooie vrouw
en een leelijke de verschillen wel talrijk,
maar r denkbeeldig dan werkelijk zijn, de
basja" was in de Friedrichstrasse en Unier
den Linden" op het punt van die Liebe" een
wijsgeer geworden, door zijn geboorte man
van de wereld, en als Turk in chronische geld
verlegenheid. Zestig Turksche ponden had hij
gesteld als bloedprijs, natuurlijk niet om dit
bedrag uit te betalen aan de nabestaanden
van den dooden soldaat, maar om het te
doen in zijn spaarpotje voor den tijd, dat hij
Nabloes een gat zou hebben verlaten en
het leven der blijheid hervatten, in Stamboel
of.nog beter.in een der hoofdsteden vanEuropa.
Hij besloot verstandig te zijnen tevens goed
hartig en aan de mooie Arabische haar man
terug te geven. Hij kon in de plaats van den
Arabier, een of anderen kippendief laten op
hangen, dien hij toevallig onder de hand had,
of iemand anders, voorwien zelfs geen hond
in den nacht meer aansloeg.
Zoo bedacht, zoo gedaan. Hij liet de mooie
Arabische voor zich verschijnen en zei, dat hij
genadig wilde zijn; en, een oogenblik later,
Abdallah, wien hij meedeelde, dat zijn vrouw
gekomen was om den bloedprijs te betalen.
De blik, waarmee de jonge Arabier zijn
vrouw, die hem tevoet viel van aandoeningen
blijdschap, aanzag, was waarlijk van een man
van het koninklijk ras bij uitnemendheid:
dat der Zonen van Sein". Zijn houding was
vol hoogheid, geen spier op zijn gelaat bewoog,
niets dat getuigde van inwendige aandoening.
Hij zag den ,,basja" schouderophalend aan,
en Chadidsjah telde onder zijn oog de zestig
Turksche ponden, die zij van haar volk bij
elkaar had geleend.
Je bent vrij, je kunt gaan," zei de basja"
emsji, fi arnan Allall" (Ga onder Gods hoede).
Maar Abdallah zei, dat hij zoo niet bij zijn
volk kon terugkomen. Men had hem gevangen
genomen te paard, hij moest te paard
terugkeeren. Maar waar was dat paard van den
Arabier? Dood misschien. Of wel verkocht.
Leen mij dan een paard," zei Abdallah.
De basja" had er geen ooren' naar, maar
toen Abdallah-ben-Machmoed hem voorstelde
hem onder geleide van twee soldaten te paard
te doen terugkeeren, was hij naief genoeg om
daar in te loopen, en dit naar Abdallah's voor
stel te regelen, verheugd over de zestig pond,
die hij, bij zijn oogen", niet gedacht had te
zullen krijgen.
In den vroegen morgen ging het jonge
paar opwegonder geleide van twee Turksche
soldaten, belast met het terug brengen van het
paard, dat de basja" Abdallah geleend had,
en waarlijk waardig was om door een jongen
Hoe maakte Friedrich's leger
Zoo machtig 't klein gebied :
Dat was correct, dat was model,
Daar telde men de knoopen wel
De zegepralen niet !
In vrede en te velde
Zooals de dienst gebood,
Gepoetste knoopen aan de jas,
Zoo gingen z' in paradepas
Bij Hochkirch in den dood !
Maar toch schijnt u die order
Van te gering belang,
En overtuigd heb 'k hem wel niet,
Die daarin slechts een uiting ziet
Van militairen dwang.
Zoo laat het dan maar wezen
En acht mij hoop'loos mis,
En biijve 't blad dan steeds geëerd,
Dat ook geheimen publiceert
Omdat 't zoo grappig is ! B.
IIHIIII iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiit
LEEKENSP1EGEL
VRAGENRUBRIEK
voor
ALgemeene Wetenswaardigheden
Th. U. te A. Is U ook bekend of van liet
werk : Newcomb-Engelman, Populare Astro
nomie een Nederlandsche vertaling is ver
schenen?
Van dit werk, dat een vertaling is van het
oorspronkelijk in het Engelsch verschenen
boek van Newcomb, Popular astronomy, is
geen vertaling in het Nederlandsch versche
nen. Wel verscheen in 1C03 bij Sijthoff een
vertaling van The stars. A study of the
aniverse van Newcomb onder den titel: De
sterren. Een studie over het heelal. Vertaald
onder toezicht en met een voorwoord van
H. G. van de Sande Bakhuvsen.
HETHE
VAN DEWEEK
De diamantmijnen van
Koning Salomo
DOOR
H. RIOER HAGGARD ,«
Geïllustreerd omslag van Is. van Mens [(
Avontuurlijke tochten door Afrika
om de diamantmijnen te vinden en de
lotgevallen in het ruk van Koning
Twala houden de lezers in groote
spanning van het begin tot het einde.
Prijs in linnen band f 1.50
Uitgave van VAN HOLKEMA &
WARENDORF, Amsterdam
held als hij bereden teworden.Hetiseen dagreis
van Nabloes tot de brug over den Jordaan:
het viertal legerde dien nacht daar vór; den
volgenden morgen zette het den rit voort.
Maar even over den Jordaan hield Abdallah
zijn paard stil en wendde zich tot de twee
soldaten: Vrienden", zei hij, met een ernst,
die niet kon nalaten op de Osmanli indruk
te maken,' wij zijn gekomen op het grond
gebied van de Beni-Sachen. Het spijt mij jelui
te moeten zeggen, dat jelui leven gevaar
loopt, en zelfs mijn bescherming jelui niet
zal baten. Keert dus terug ii aman Allah \"
En het paard?" vroegen zij, niet zonder
ongerustheid.
Ik heb jelui basja" mijn woord gegeven.
dat hij het zal terug krijgen: dat is genoeg".
Zoo sprekende speelde Abdallah op beden
kelijke manier met zijn geweer, dat de bas
ja" hem natuurlijk had doen teruggeven. De
soldaten waren lang genoeg in het land om den
Arabieren te kennen. Zij konden zich tegen
Abdallah's voorstel, bevel veeleer, verzetten.
En het gevolg? Dat een hunner, misschien
zij beiden, het leven er bij zouden inschieten.
Zij waren verstandiger, en een oogenblik
later in galop naar Nabloes, waar zij immers
konden meedeelen door de Schoor's" over
vallen te zijn, maar zich als helden te hebben
verdedigd, nadat zij Abdallah, en de
BeniSachen het paard hadden doodgeschoten.
Toen zij uit het gezicht waren verdwenen,
wendde Abdallah zich tot
Chadidsjah-bentAli, zijn vrouw, koninklijk gestreng, maar
schoon, zoodat zij hem lief had en bewonderde,
en verlangde door hem gekust te worden, zij
't niet tot dank voor haar opoffering, dan wel
omdat zij was zijn vrouw, en omdat ook zij
schoon was en begeerlijk.
Hoe kotn-je aan dat geld?" vroeg hij met
gefronste brauwen.
Ik heb het van mijn volk bijeengebedeld,
wijl het jouwe je reeds aan de genade Gods
had overgegeven", antwoordde zij fier, maar
toch zacht.
Hij trok geringschattend de schouders op
en met gelijke gestrengheid vroeg hij: Hoe
lang ben-je in Nabloes geweest?"
Acht dagen, acht dagen van versmachting
naar jou !" antwoordde zij, terwijl zij de
teugels losliet en de handen naar hem uit
strekte.
Zijn gelaat bleef even strak onder dit ge
baar van liefde. En waar heb je gewoond?"
vroeg hij voort.
In den konak, in den harem van den bas
ja", alleen met een oude vrouw".
Hij schudde met een onzegbare uitdrukking
van verachting het hoofd. Zijn oog rustte een
oogenblik op haar als de dreiging van een
opgeheven zwaard.
't Is wel," zei hij kalm. Dit is de weg naar
jouw volk, ginds de weg naar het mijne:
ik verstoot je !"
Zij kromp op haar paard in-een van smart
en onderdrukte een kreet van wanhoop. Zij
zag hem een oogenblik aan om hem te ver
teederen, maar zijn gelaat bleef strak, als dat
van een doode.Toen richtte zij zich op, gewond
in het hart, maar trotsch, dochter der Bedowi's
ook zij. Zij sprak geen woord meer, maar zette
haar paard aan, dat met haar doorschoot.
Drie dagen later was de oorlog tusschen de
twee stammen, de Beni-Hassan en de
BeniSachen, opnieuw uitgebroken, maar had de
basja" van Nabloes zijn paard terug.