De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 2 september pagina 10

2 september 1922 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Sept. -22. No. 2358 Uit het Kladschrift van Jantje ?miiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiHimtiiiiiiiiiHiiiimiiitiiilimiii WEDER- OPSTANDING Waarom de erven van den ouden heer Termeulen een dieren-asyl ges:icht hebben .. ? Ach, het is spoedig verteld. De oude heer Termeulen was een eenzaam oud heertje. In een lang-vervlogen tijd, dien niemand zich eigenlijk nog goed wist te her inneren, was hij getrouwd geweest met een jonge vrouw, die een ziekelijke liefde tot huisdieren gekoesterd had, en, zooals het meer in dergelijke gevallen voorkomt, haar man daarvoor veronachtzaamd had. Toen ze hem verlaten had, omdat zijn goedigheid haar begon te vervelen, was hij achtergebleven met twee katten en een hond, die hij achtereenvolgens had zien sterven. Daarna was hij geheel alleen gebleven, vele jaren lang, en nimmer was hij het gemis van zijn vrouw heelemaal te boven gekomen, omdat hij nu niemand had om te verzorgen en om goed voor te zijn. Toen de oude heer Termeulen op sterven lag, zaten zijn neven, nichten en overige erven knersetandend bijeen in een aan grenzend vertrek. Want, naast zijne sponde, zat, urenlang reeds, zijn vriend, de Turksche tabaks handelaar Ali-Mehemed-Reotif, en de deur was van binnen afgesloten. Zoo bleef dan de oude heer Termeulen tot in zijne laatste oogenblikken een zonderling. Niet alleen dat op het tafeltje naast zijn BOEDKOOP WOMEH flim. HEEMSTEDE, bulten dl annuitliplinninBouwt op Leeuw en Hooft" d/d Haarlemtnerhout gemeente Heemstede Lage belasting, billijke prijzen. Watersport; uitstekend onder wijs ; Centrum van 't land, onder den rook van Amsterdam. Vraagt geill. brochure, die gratis wordt toegezonden. Btuvtirralnra LEEUW ft HOOFT", Halt* Blrawa Brug. VtliftM 28039 JIMIlllllllMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIItlllllMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIll (Passing Show) I-:- J. H. DE BOIS -:HAARLEM, KRUISWEG 68 l Tableaux - Estampes - Editlens D'art | ziekbed het portret van zijn vrouw stond, omringd door die van de overleden katten en dat van den hond,.... maar wie gebruikt er nu in 's hemelsnaam zijn laatste adem op deze wereld in vruchtelooze conferentie met een Turk en heiden.... ! De neven waren buiten zichzelf van ver ontwaardiging. Nu en dan ging er een aan de slaapkamerdeur luisteren, en kwam dan met ingehouden protest-hikjes in den kring terug. Men hoorde niets dan het eentonig gepraat van den Turk, en oom, die soms even iets scheen te antwoorden. Hij encanailleerde zich nog op zijn sterfbed en het was een blamage voor de familie. Toen ging, nog vrij plotseling, de deur open, en, zonder iemand aan te zien of te groeten, doorschreed Ali-Mehemed-Reouf de anti-chambre en verdween. Zijne voetstappen waren bijna onhoorbaar geweest, en behoedzaam sloot hij de deur achter zich. Er ontstond een verward gemurmureer onder de familieleden. Neven en nichten stortten zich fluisterend naarden ingang van de ziekenkamer, waar een groot en driftig gedrang ontstond, waarbij velen hunner blauwe schenen en pijnlijke plekken opliepen. Tenslotte braken enkelen zich baan Daarbinnen lag de oude heer Termeulen, en scheen te glimlachen om een malle inval lende gedachte.... ? Hij staarde naar een vlieg op het plafond, en scheen de familie niet te bemerken. Hij was dood.... Het testament van wijlen den ouden heer Termeulen leverde eene buitengewone ver rassing op. Het bevatte namelijk de volgende passage: Ik sterf als Musulman, of daarom trent. Mijn vriend Ali-Mehemed-Reouf heeft mij de kennis bijgebracht van de leer der wedergeboorte. Hij heeft mijne zonden ver nomen en uitgemaakt dat ik zal wederkeeren op deze aarde in de gedaante van een dier. Ik ben daardoor aanvankelijk zeer bevreesd geworden, maar, mijn vriendAli heeft mij uit eengezet, dat het lot van een dier zeer drage lijk kan zijn. Wanneer ik bijvoorbeeld het geluk mocht hebben, en mijn vriend AH acht zulks lang niet uitgesloten dat ik zal wederkeeren als een huisdier, dan maak ik aanspraak op eene goede behandeling, zooals ik die altijd mijn eigen huisdieren heb doen genieten. Ik laat dan ook mijn geheele fortuin voorloopig in handen van den heer Ali-Mehe med-Reouf, onder voorwaarde dat het slechts die(n)-gene zal toevallen, die mijne identiteit herkennen, en mij een goed tehuis en> liefde rijke verpleging toewijzen zal " De familie was nog niet van hare verbazing bekomen, toen men reeds den heer Ali-Mehe med-Reouf door de straten zag wandelen met een grootfn trekhond vol akelige kale plekken. Wantrouwig bleef men den Turk gadeslaan, maar men ontdekte niets anders dan dat hij, eiken dag, in gezelschap van den hond, ooms geliefkoosde namiddag-wandelingetje onder nam: de Singels om. Daarna begaf hij zich veelal naar de BuitenSocieteit, waar hij aan een tafeltje plaats nam, vlak naast dat, waar de oude heer gewoon was geweest om zijn borrel te nemen. Daar bestelde hij gemeenlijk twee van die glaasjes, die hij natuurlijk beide opdronk, terwijl oe hond een portie kaakjes en een bak water voorgezet kreeg. Wijlen Termeulens bittertafel sloeg ait tafereel met de grootste ergenis gade en vernam met waarlijke woede dat de hond luisterde naar den naam Theodore den zelfden dien de oude heer zoovele jaren met eere gevoerd had. Tenslotte ontstond er een heftige twist, die eindigde met de verwijdering van den Turk uit de buiten-societeit. Kom Theodore!" hoorde men hem gelaten zeggen, maar, onder het heengaan, kreeg de hond nog een trap van den kegeljongen die hem akelig deed janken. Toen ging er den ouden heeren een koude rilling langsden rug.. De nichtjes De Haan, die het geval als een sensationeel relltje beschouwden en juist een paar weken vacantie hadden, volgden den Turk op zijne wandelingen, en schandaliseer den de geheele familie met verhalen omtrent ooms gedragingen langs den openbaren weg, jegens onaanzienlijke teven, en, eenmaal, werden ze van tafel gezonden, omdat ze proestend verklaarden gezien te hebben, dat oom aan elk paaltje rook en zijn vroegere voorkeur voor oesters en patrijsjes verplaatst had op het gebied van allerlei onnoemelijk straatvuil. Inmiddels was het proces der erven van wijlen den ouden heer Termeulen, versus den heer Ali-Mehemed-Reouf aangevangen. Niemand maakte zich ernstig ongerust over den afloop. Maar toch.... de oude tantes van Bassen, die altijd wel wat naar het sentimenteeie en mystische gezweemd hadden,.... de tantes van Bassen hadden.... men kan nooit weten.... een mageren kater met uitslag, die midden in een nacht klagelijk mauwend op hun stoep was aangetroffen, liefderijk op genomen. En neef Govert Termeulen, die altijd voor een beetje simpel gegolden had, kwam op zekeren dag te voorschijn met een vet, oud achtig konijn, dat hij voor weinige spaar centen op de markt had kunnen koopen, aan gezien het voor de consumptie geen, of zoogoed-als-geen waarde meer had. Trouwens, noch de tantes van Bassen, noch neef Govert, gingen zoover den kalen kater, of het oude konijn openlijk te laten doorgaan voor wijlen oom Termeulen De kater van de tantes van Bassen heette Thee'tje, en het konijn van neef Govert, dat gevoed werd met versche kropsla en wortel tjes, werd Dorus genoemd. Govert vestigde met n slag de reputatie van zó'n groote stommeling niet te zijn als men gedacht had, en men keek de tantes met wat meer achter docht aan dan vroeger. Maar tot deze beide gevallen bleef toch de actie tot dieren-bescherming der erven van den ouden heer Termeulen beperkt. Weliswaar had tante Marie eenmaal, toen er een groote schelvisch met glazige oogen op tafel gebracht werd, geheel zonder reden opeens Brrrrrrr" geroepen, en ook had neef Henk, die eiken avond met een oude pantoffel ter muggenjacht ging in zijn slaapkamer, eens een groote spin door de een-of-andere plot selinge opwelling gespaard en buiten het raam gebracht, maar dit waren slechts reflex-han delingen van secundaire beteekenis. Want het valt nu eenmaal niet te ont veinzen, dat het woord van een doode een zekere geheimzinnige kracht heeft, en nicht Hilda dacht dat ze het besterven zou, toen ze, op een middag, op den stoep van het verlaten en gesloten,huis van wijlen Termeulen, een groote, slijmerige worm liggen zag. In minder dan geen tijd intusschen was de erfenis-queastie geregeld. Vraagt Uw Leverancier: JUIST UW SMAAK. JAC. URLUS HAVANA 12 SI! SIGAAR FABRIKAAT FLEVO"- UTRECHT Vermohonan Dramatische Kroniek Eerste, tweede en derde bundel door TOP NAEFF ....Top Naeff geeft meer, oneindig, vee! meer, en daarom is haar werk van blij vende waarde en van groot historisch belang voor de toekomst. Maar wat haar werk vooral zoo ver dienstelijk maakt, is de karakteriseering van het stuk zelf, haar eigen persoonlijke kijk op ieder topneelwerk. ledere be schouwing heeft bij haar heur eigen toon, luchtig causeerend, breed betoogend, streng bestraffend, fijn humoristisch. u . , f Ing. f 2.25 Pnjs per bundel: j Qeb. f 3i25 Ultg.van VAN HOLKEMA&WARENDORF AMS l ER DAM Onmiddellijk na de uitspraak verkocht de Turk zijn hond Theodoreaan eene vivisectie inrichting. De tantes van Bassen plaatsten eene adver tentie waarin zij vijf gulden beloofden aan degenen die aan een besten kater een goed tehuis verschaffen zouden. Zij bleven tot. het laatst aandachtig voor mys.iek. Govert Termeulen liet het konijn Dorus slachten door zijn hospita. Het konijn bleek taaier dan men ver wacht had. Maar de erfenis viel buitengewoon mee. En ziehier de gebeurtenissen die er toe geleid hebben dat de erven van den ouden heer Termeulen besloten hebben tot het oprichten voor een asyl voor daklooze dieren. In elk geval was dit een daad van piëteit, en dubbel, omdat zij aan de inrichting den naam van wijlen Termeulens vrouw gegeven hebben. Want och, dat huwelijk was al zoo lang geleden, dat niemand meer precies wist hoe slecht oom het bij die dieren-vriendin gehad heeft.... Als een hond!.... MELIS STOKE RIJM-KRONYCK Fin de Saison. ..." Overpeinzing voor een winkelraam. Fin de Saison" ____ 't Stond op de ruiten, met wreede letters, zwart op wit, van een tailleur. ... en ik stond buiten, en schreef, met droeve letters, dit: Wij wachten nog op mooie dagen, op zoele avonden, dat, stil, wij buiten, bij een lamplicht zitten, ....op warmte die niet komen wil. Wij, dwaze optimisten, hopen nog op een beetje zonnig weer. Wij leggen onze zomerkleeren nog niet in winter-laden neer. Wij gluren trouw nog, eiken morgen, door de gordijnen, of er niet een blakend zonnetje is gerezen.... maar 't stormt al herfstig, en het giet. Zoo sukkelen wij, stommelingen, het leven door,.... op hoop van zon, totdat we plotseling ergens lezen: ....de tijd is om.... Fin de Saison...." MELIS STOKE IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMlnlIHIMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII LIMBURGSCHE TYPEN BRUGMENKE Brugmenkc was iemand van heel goei e n komaf. Hij had jaren lang gestudeerd en gephotographeerd te Leiden. En wellicht zou ie daar nog wel langer gebleven zijn, want z'n vader had geld genoeg om hem ongesjeesd te laten, al verdeed ie ook heel wat jaarlijks. Maar toen de ouwe heer te sterven kwam, kreeg ie zin om naar huis te trekken en trouwde daar zoowaar, na wat gefladder, met de huishoudster van papa. Hij was toen niet meer gewild in z'n geboorteplaatsje, ver kocht z'n huizen en landerijen en kwam met Bet, die hem oudergewoonte munheer" bleef noemen, naar ons stadje, waar ie z'n hartstocht om te photographeeren, als pro fessional ging botvieren. Hij richtte er een atelier op en burgers en boeren stroomden naar hum toe, zoodat ie al spoedig vergat, vermogend te zijn en hard werkte voor den kost. Zijn oude liefhebberij beoefende ie thans als 'n beroep ! En nooit heeft wellicht iemand 't meer op z'n eer getrokken, dat de menschen bij hem kwamen, om zich te laten vereeuwigen dan hij. Alles kon ie velen van zijn nieuwe stadgenooten behalve te worden gepasseerd, wan neer er te kieken viel. En zeer veel heeft ie moeten verdragen ! Vooral z'n soosgenooten plaagden hem uit den treure en niemand leende zich meer tot 'n voorwerp van plagerij. Z'n kwaal, z'n hond en de jaloezie op z'n niet mooie, vooral niet slanke vrouw waren steeds weer aan de beurt. Z'n kwaal ! Hij verbeeldde zich hartlijder te zijn en sprak gaarne over de symptomen van z'n ziekte. Sedert ie daarmee begonnen was, hadden ze schier dagelijks wat anders. Liep ie 'n beetje driftig, direct was iemand bij hem om 'm het verkeerde daarvan onder ooge te brengen. Rooken deed hij al niet meer, omdat ze hem een spoedigen dood door nicitonevergif voorspeld hadden. Op 'n mosselenavond, toen ie dik in 't ontschaalde goedje zat, begonnen ze naast hem over 't verkeerde van mosseleneten voor hartlijders. Hij luisterde.... at er nog eens met lange tanden, schoof z'n bord op zij en verdween onder algemeene hilariteit uit de zaal. Z'n hond ! Leelijker mormel was er niet te bedenken: heel kleine pootjes, wonder kleine kop en een lijf zoo gespannen als 'n blaas. Eeuwig was 't dier bij hem en ze zeien zelfs, dat 't bij hem in bed sliep. Op zekeren dag vertelde de notaris op de sociëteit, dat Brugmenke een chien de Bernard" had. 't Werd toen 'n informeeren naar dat beest bij dien van niets wetenden man van belang, 't Hield dagen aan, al zei ie ook telkens, dat ie alleen Fikkie had, nooit een anderen hond begeerd en dat ie nooit 'n anderen zou willen. Eindelijk stapte ie op den verspreider van 't praatje toe. Die zei doodleuk Je heet toch Bernard ! Wel nou, dan is je hond een Bernardshond". Omda't 't een der notabelen was met ten flink stel kinderen, die allen voor de lens moesten op hun Eerste Commmuniedag, ver gaf ie 't hem. Maar de jaloezie op z'n vrouw is z'n onder gang geworden ! Hij beweerde 't rooken te laten voor z'n hart, maar die onthouding had 'n dieperen grond. Hij wou z'n vrouw op de proef stellen en zekerheid moest ie hebben, dat tijdens z'n soosuren geen man z'n huis betrad. Maanden lang ging alles goed. Toen op 'n avond thuis komend, kreeg ie tabakslucht in den neus bij 't binnen treden. Een hevige scène met Bet, die van niets wist, volgde. Na 'n week was er weer gerookt in z'n huis tijdens zijn afwezigheid. En tergend herhaalde zich het "mannenbezoek, en zwoer z'n vrouw bij hoog en laag, geen man ontvangen te hebben. De stille vrees week uit z'n woon en de rust wilde in z'n gemoed niet keeren. De verdenking maakte hem ongelukkig en ziek en uren lang ging ie, na een bedriegelijke meedeeling van uitgaan, op den loer liggen achter 'n struik in z'n tuin. Toen heeft ie op 'n avond den verstoorder van z'n leven gesnapt ! 't Was 'n kromme, leelijke vent, die ie rillend als 'n riet van lang verkropten toorn, terwijl Bet niets vermoe dend in den tuin 'n luchtje te scheppen zat, met 'n pijp, rookend als de Vesuvius, het raam zijner tuinkamer zag binnenstappen en na een paar minuten weer verlaten. Meer dood dan levend hebben ze hem naar bed gedragen en hij is slechts in zooverre hersteld, dat ie z'n trouwe Bet, die niet van z'n ziekbed wijken mocht, kon maken tot universeele erfgename. A N D R E S C H I I. L l N G S itiiiiiiitiiiiiiii ........ i»> IIIIIIIHIIIIIIlnlIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIMIIIIIIIM (Passing S/JOH') (London Opinion) (Passing Show) De Ier: Ben ik erg gewond, dokter? D e do k te r: Je hebt drie wonden. Die in je linkerlong is doodelijk, maar de andere zullen wel genezen." Zij: De dokter zegt, dat ik een vermageringskuur moet doen, en jij wil me met naar een badplaats laten gaan. Je houdt met van me. ' Hij: Ik hou juist zooveel van je, dat ik geen ons van je zou willen missen." E x a m i n a f o r (tot candidaud-politi?u<>eiit): En hoe zou je >t aanleggen om een volksnplonp uiteen te doen ga;;n ?" Dc c a n d i d a a t : Ik zou met mijn hoed rondgaan, meneer '' De jonge vrouw: ,.O, ik voel me toch zoo ongelukkig; mijn man is al den heelen avond uit en ik weet volstrekt niet waar hij is." De vrouw van ondervinding: Daar moet je niet over tobben. Je zou je nog veel ongelukkiger voelen, als je 't wel wist." Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms <S Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl