Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 Sept. '22. No. 2358
KABINETSFORMATIE
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
R u y s : Of we klaar zijn ? .... Nee, nog lang niet!"
mititiMiittttttntiittmtititiuttttiiittiiittitiiitittttiititiiitiitiittt iitiititiimiiiintttitiiiiiitiiitittitiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiitm
WAT WIJ HOPEN VAN HET
GENOOTSCHAP VOOR
ZEDELIJKE VOLKSPOLITIEK
In De Hervorming heeft Dr. H. T. de Graaf,
lid van het Dagel. Bestuur van het Genoot
schap voor Zedelijke Volkspolitiek, meer
dan eens de volgens hem zoo foutieve meening
bestreden, dat dit Genootschap (naast ver
schillende andere werkzaamheden) ook ten
doel zou hebben de politiek zedelijker te
maken en dus ook zedelijk-kritisch op te
treden ten opzichte van regeering en poli
tieke partijen. Nu door een polemiek met
Het Volk in De Herv. van 5Aug. ernog
eens aanleiding was deze bedoeling voor het
Genootschap als zeer foutief te verwerpen,
HET FRANSGH OP DE L. S.
Ik begin met voorop te stellen, dat ik
voorstander ben van wederinvoering van
het Fransch op de L. S. Er zijn lieden, die
onder de bedwelming komen van den klank
eenheidsschool" om de schoone democratie",
waarvan die school het zinnebeeld zou zijn.
Mijn meer dan twintigjarige ervaring als
onderwijzer eerst aan 'n gewone L. S., toen
aan 'n U. L. O. school van 't oud systeem en
nu weer als hoofd(onderwijzer) aan 'n derde
klasse school, houdt me wakker, doordat ze
me tot vergelijken en beoordeelen in staat
stelt. De conclusie waartoe mijn ervaring
me brengt, is, dat de eenheidsschool, zooals
de Wet van 1920 ons die heeft gebracht, voor
de ontwikkeling van ons volk 'n geestelijke
achteruitgang beduidt.
Het ideaal der gelijkheid, dat de Fransche
revolutie trachtte te verwezenlijken, in welke
missie zij is gefaald, kan ook de eenheids
school niet brengen. Ze is 'n school van
papier en lamplicht. Ze slachtoffert den
geestelijk bevoorrechte om den wille van den
minder dan middelmatige. Ze houdt geen
rekening met het verschillend doel, dat de
ouders met hun kinderen hebben, en geeft
'n armzaligen onderbouw voor die leerlingen
welke verder zullen studeeren om den wille
weer van hen, die dit niet zullen doen. Zeis
de democratie op zijn smalst. Ze vergeet,
dat de leerlingen er niet zijn voor de school,
opdat ze in 't Procrustusbed geduwd zullen
worden van haar rachitisch-program, maar
dat de school er is voor de leerlingen, opdat
ze beantwoordt aan het doel, dat de ouders
zich met hun kinderen hebben gesteld.
Voor wie zijn kinderen wil hebben op H. B.
S. of Gymnasium is de eenheidsschool ten
eenen male onvoldoend. Tenzij.... men
ook de H. B. S. en 't Gymnasium wil laten
deelen in de zegeningen der intellectueele
democratie" en door eenvoudiger admissie
(reeds 'n feit) en eenvoudiger programma,
kortom door anemie, het kwaad bezweren,
dat het tekort aan kennis van de L. S. zich
wreken gaat op de Middelbare School of 't
Gymnasium, op welke laatste nu vijf talen
van den grond op moeten worden geleerd.
Zijn er al niet, die ernstig er over denken
om de studie van 't Grieksch en Latijn
maar te laten vervallen op 't Gymn., zooals
men het gedaan heeft met 't Fransch op de
L. S.?
Zoo brengt de intellectueele democratie"
de talenstudie in't gedrang in 'n land, dat
om zijn klein inwonertal, temidden van groote
beschavingen gelegen, aangewezen is op de
studie van talen.
Er is 'n democratie, die dweept met 'n
klank, er is ook 'n democratie, die met beide
beenen blijft staan in de practijk, zich verzet
tegen allenivelleeringnaar beneden, maar veel
liever omgekeerd de kringen, die vroeger van
de betere instituten waren uitgesloten, bij
even goede geschiktheid toegang tot deze wil
verleenen door betaling naar draagkracht, of
kosteloos. Een kosteloosheid, die zich niet
verraadt, doordat het schoolgeld per belasting
biljet wordt geïnd. Wanneer men kapitalen
zij 't mij vergund eindelijk eens openbaar
uit te spreken, dat ondergeteekende en met
hem meer (wellicht vele?) leden van het
Genootschap het met dit standpunt niet eens
zijn en zich een eenigszins andere opvatting
van het karakter van het Genootschap hebben
gevormd.
Het zijn uitnemende werkzaamheden, die
. het Dagelijksch Bestuur zich voorstelt en
voor een deel reeds in gang heeft gezet, o.a.
het verspreiden van kennis over staatkundige
onderwerpen, het houden van enquêtes, het
in studie nemen van politieke vraagstukken,
enz. Reeds in dezen rustigen bezonken arbeid
van langer duur ligt volgens mij wel degelijk
ook als doel de politiek zedelijker te maken.
Meent men soms dat hier geen reden voor
bestaat? Volgens mij is er alle aanleiding dat
het Genootschap mee tracht de politieke
van geest en aanleg winstgevend wil gaan
gebruiken, begint men niet met 'n dwaze
manier van beleggen.
Er zijn gevallen van onderwijzers, die jaar
op jaar 'n taaiakte verwierven met uitstekende
predicaten. Doordat ze in staat waren telkens
hun geheele aandacht te concentreeren op
de moeilijkheden van slechts n taal. Niets
zou van 't succes zijn terechtgekomen, als
voor twee of drie talen tegelijk moest worden
gestudeerd. Toch vergt de Wet 1920 dit
van de be-eenheidsschoolde jeugd op de eerste
klasse van H. B. S. of Gymnasium.
Wie de moeilijkheden van 't Fransch en
't Duitsch kent, begrijpt de dwaasheid
en 't on verantwoordelijke tegenover leerlingen,
die anders best zouden slagen, en nu tot
verongelukken of ontmoediging zijn gedoemd.
Ik denk aan iemand die zijn polsen bloot wil
maken en daartoe zijn mouwen zoover op
stroopt, dat hij nauwelijks zijn ellebogen
kan bewegen.
En ik herinner me die aardige vergelijking
van Dr. E. Slijper, die het ineensluiten van
Lager en Middelbaar wenscht, niet langs
'n vlakke snede maar als 'n sluitappel".
Breng het Fransch weder op de lagere
school en ge krijgt de opeenvolging die ik
voorsta: geen nieuwe taal dan nadat de eerste
moeilijkheden van 'n vorige te boven zijn en
een fonds van woorden en grammatica het
eigendom zijn geworden.
Het oude systeem had dit voordeel
eenigszins. Eerst twee (of drie) jaren Fransch
op de lagere school, dan op de H. B. S.
het eerste jaar het Duitsch en op de tweede
klas het Engelsen er weer naast. Een uitstrij
ken van moeilijkheden. (Men kan 't nog
verbeteren dit systeem). Daartoe behoeft
de leerling op de lagere school niet te worden
afgebeuld, als zijn huiswerk in hoofdzaak
is gericht op 't Fransch (dat dit kan, hoop ik
straks te bewijzen) en als de eischen van
vertaling zijn veranderd.
Ik ben vór wederinvoering van 't
admissie-examen. Het hoeft den leerlingen geen
zenuwkwelling te zijn of stuipen op 't lijf
te jagen, maar is 'n heilzame stimulans
voor de leerlingen der hoogste klasse en stelt
voor den onderwijzer de tucht inde plaats van
de regeering. Het verkeerde in het stelsel
van vór de Wet van 1920 was het totaal
gemis aan contact tusschen de leeraren van
't Middelbaar en Gymnasiaal met elkaar
en met de onderwijzers van het lager.
Het kwam voor, dat men in stellen werk,
opgegeven voor 't admissie-examen, zinnen
aantrof, die de leeraar had geput uit 'n deeltje
van Dubois op de H. B. S. in gebruik.
(Zie de collectie examenopgaven van
Corns Maars. Mijn Examen", uitgegeven bij
Muusses in Purmerend) De leeraar van 't
gymnasium stelde weer zwaarder eischen
(wellicht om 't Latijn) dan zijn collega van
de H. B. S., zoodat in de practijk alle leer
lingen der L. S. werden voorbereid (wat
't Fransch betreft) voor 't Gymnasium.
En met 'n zeker dédain werd vaak gesproken
over wat de lagere school met nijvere zorgen
had bereikt. Nu worden de wrange vruchten
geplukt van dit systeemloos systeem.
Heelemaal geen Fransch, en geen examen ! Een
MEUBELBEWARINQ.
CN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
RW** x^ESEST/ lisman
TELEFOOM
wereld zedelijker te maken, o.a. door den
politieken strijd der p'artijen te zuiveren
door ons verzet tegen het unfaire
op-elkaarschelden en het misleiden van het publiek
door onware voorstellingen of insinuaties
ten opzichte van andere partijen, waaraan
vrijwel allen in den overigens noodzakelijken
politieken strijd zich schuldig maken.
De politiek verzedelijken kan het Genoot
schap doordat het personen van verschillende
partijen brengt tot samenspreking en
gedachtenwisseling en daardoor tot meerwaardeering
en beter gezamenlijken opbouw. De politiek
verzedelijken doet het Genootschap wanneer
het zoo objectief mogelijk in studies en
brochures dat bestrijdt, wat in de politiek
gericht is op speciale belangen van particu
lieren of. bijzondere groepen en het algemeen
welzijn van de samenleving schaadt. Ook
wanneer het opbouwend de
maatschappelijkzedelijke beginselen in de programma's
van verschillende partijen naar voren brengt
en aldus groepen of politieke figuren weet te
vereenigen in een Regeer-program van prak
tische en ethische beginselen.
Het Genootschap heeft zeer juist onder zijn
taak genoemd het opwekken van staatkundig
plichtsbesef en het geven van staatkundige
voorlichting aan de jongere opkomende
generatie, het wegnemen van de
vooroordeelen en den intusschen waarlijk niet
ten onrechte bestaanden afkeer van jonge
menschen om zich te wijden aan of zich te
interesseeren voor het politieke leven. Maar als
het Genootschap door mannen van invloed
onze jeugd daartoe gaat opwekken ten einde
juist goed willende, hoogstaande krachten
op den duur voor de staatkundige belangen
te winnen, dan heeft het Genootschap den
plicht er naar te streven het praktische poli
tieke leven te zuiveren en zedelijker te maken
dan het is. Het getuigt volstrekt niet van
gebrek aan erkenning van hetgeen in elk
partijprogram en in zeer veel bekwame en
ijverige politieke leiders valt te respecteeren,
wanneer wij anderzijds een open oog houden
voor hetgeen in de praktijk van het politieke
leven laag staat en moreele verbetering be
hoeft. Wij winnen er niets bij argeloos en
theoretisch enkel het ideëele en ethische te
erkennen dat het program van iedere partij
meer of minder bevat, maar heen te kijken
over praktijken, methoden en motieven van
lager allooi die de werkelijkheid van het poli
tieke leven (zoowel binnen als buiten onze
grenzen) k te zien geeft, en die nadeelig
zijn voor het geestelijk peil onzer samenleving.
jf Als het Genootschap voor Zedelijke Volks
politiek hier niet in verschillende richting
verzedelijkend" heeft te arbeiden, zou het
??u t mi
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
briefje van 't hoofd en de zaak is in orde.
Slapheid ! Maar de chte stimulans en de
chte voldoening zijn te loor !
Maar waarom van 't eene uiterste naar
'n ander?
Ik zou wenschen: De onderwijzer uit de
hoogste klasse ontwerpt eenige stellen zinnen,
die na visie door het hoofd der school worden
opgezonden aan de leeraren van Middelbaar
en Hooger onderwijs, die samen kiezen. Zij
kunnen van hun kant 'n paar stel ontwerpen,
waaruit door hoofd en onderwijzer weer
in onderling overleg gekozen wordt. Uit den
verkregen voorraad goedgekeurde zinnen heeft
de leeraar vrije keuze voor zijn examen.
Wanneer men bang is voor corruptie kan men
den leeraar het recht geven b.v. twee zinnen
te geven geheel van eigen keuze.
Het onderwijs aan de lagere school zij
meer uitsluitend gericht op 't aanbrengen
van 'n f linken woordvoorraad door veel lezen.
Kennis van de voornaamste onregelmatige
werkwoorden is daartoe beslist noodzakelijk.
Wat van de grammatica wordt geëischt
kan in overeenstemming blijven met wat
vroeger werd verlangd. Alleen, men stellede
thema's Fransch-Hollandsch uit tot de H. B.
S. en 't Gymn. en leere de toepassing der
grammatica in Fransche invul-oefeningen in
den geest van de invul-oefeningen, die
Dubois geeft voor 't Middelbaar en Hooger
Onderwijs. (Zooals ze dus ook op 't ad
missie-examen moeten zijn, benevens 'n ver
taling van 't Fransch in 't Hollandsch.)
Van de lagere school gaat 'n berichtje
over den leerling, geteekend door 't hoofd en
den klasseonderwijzer, naar de nieuwe in
richting alvorens 't examen wordt afgenomen,
teneinde in te lichten omtrent aanleg
(wisof taalkundig), gedrag, vlijt, geaardheid.
Waarmede rekening wordt gehouden tegen
over den candidaat die e.v. minder goed
gedisponeerd is op 't examen.
Waar dit examentje in den regel ook liep
over Ned. Taal, Rekenen, Aardrijkskunde
en Geschiedenis kan ik hier tegelijk aangeven,
waarom men het ook voor die vakken gewijzigd
kan behouden zonder dat het spook van
overmatig huiswerk" ten tooneele behoeft
te komen als men maar de onvoldoende
eenheidsschool de deur wijst. Wij gebruikten
voor Ni'derlaiidsche taal de bekende boekjes
voor 't U. L. O. van Vrieze en Waanders.
Een vergelijking van de/.e boetes ftitt de
boek,es van Vnese voor de gewone lagere
school, nu eenheidsschool", kan u doen zien,
hoe men teiwille van die eenheidsschool
voortaan zoo goed als alle begripsvorming
bij 't taalkundig onderwijs voor a.s.
H. B. S.ers en gymnasiasten overboord werpt
en 't laat worden het 1.s.systeem: ,,To beat
about the bush". Alles ter meerdere eere en
glorie van 't onderwijs in de vreemde talen,
dat overal zijn handen op 'n leege plaats slaat.
Ik gebruikte naast mijn boekje: Holtvast,
dat op de Ie klasse van de H. B. S. werd ge
bruikt, en richtte me naar dit boekje,omdat het
op de H. B. S. gebruikt zou worden, als het
spraakkunstje van Vrieze en Waandens
ervan verschilde (b.v. voor de benoeming
een deel van zijn taak verzuimen. En indien
dit doel wel erkend wordt, waarom dan niet
ronduit, met alle respect voor den ernstigen
arbeid van partijen en politici, te erkennen
dat het Genootschap wel degelijk hoopt en
er naar streeft ook verzedelijkend op de
politiek in te werken. Dit streven zal evengoed
in politieke kringen waardeering vinden en
begrepen worden, ook al is 't niet altijd even
aangenaam.
Wat deert het of er dan eens gespot wordt
overeen soort zedemeesterschap" dat van
een dergelijk Genootschap zou uitgaan?
Welk idealistisch streven is niet bespot en
tegengewerkt? Naar welken profeet zijn nooit
steenen geworpen? En zal het aanzien van
een dergelijk Genootschap in den lande ooit
van eenige beteekenis worden, indien het
tegenover een poging van hoon of spot telkens
verklaart: Neen, ik zal heusch geen
zedemeester van de politieke wereld zijn". Waarom
werd in de oprichtingsvergadering van 10
Jan. te Amsterdam door een der bestuurs
leden het Genootschap zelfs gekarakteriseerd
als het geweten voor de politieke wereld,
zonder dat dit door het overige bestuur werd
bestreden? Naar ik meen omdat deze uitdruk
king wel overdreven mag zijn, maar toch
inhoudt wat de vele leden ter vergadering
hoopten van den invloed, die er op den duur
van het Genootschap zou kunnen uitgaan.
Het onbevredigde gevoel en de onrust
over de nationale en internationale politiek,
het hunkeren naar meer licht en zekerheid
over de machten, die staten en volken leiden,
onze eisen om allereerst geregeerd te worden
volgens zedelijke beginselen en niet langer
te dulden de overheerschende politieke macht
van voor ons onduidelijke en duistere
oeconomische factoren of belangen, was 't niet
dit alles dat leidde tot de geboorte van het
Genootschap, dat enkele honderden deed
toestroomen in korten tijd en dat anderen deed
aarzelen toe te treden, omdat zij dit doel ten
slotte niet scherp genoeg naar hun wensen
in een program geformuleerd en op den voor
grond gesteld zagen?
Ik heb gehoopt en hoop nog dat het Genoot
schap naast zijn rustige studies en lang
zamer, bezonken arbeid van langer duur
zal worden een lichaam, dat durft, dat niét
bescheiden is; dat ook vele leden van partijen
tot zich moge trekken, ja, maar dat bovenal
zóvrij en onafhankelijk zal staan, dat het
overal en telkens als het noodig is, ook over
actueele gebeurtenissen, handelingen, woorden,
daden uit de politieke wereld, zoowel van
regeeringen als van partijen, de waarheid
zal zeggen, kritiek zal oefenen, dat in bijzon
dere gevallen adressen of volkspetities tot
regeering of conferenties zal richten.
De naam van het Genootschap is mij
volkomen onbegrijpelijk, indien het niet de
bedoeling is de politiek zoodanig te verzede
lijken, dat zij meer en meer wordt tot een
staatkunde, waaraan zooveel mogelijk het
geheele volk deelneemt en die aan de bevol
king dat is tenslotte aan de mensshheid
als geheel ten goede komt.
Wij blijven nog hopen, dat het Genootschap
de politiek mee zal verzedelijken en dat het
den naam van zedemeester zich onweerspro
ken wil laten aanleunen. Wanneer het Genoot
schap vrij en onafhankelijk wil staan en
durft, zal het wellicht eens in de toekomst
recht verwerven op dien naam. Maar wat
de meerderheid der leden en wat afwachtende
niet-leden in dit opzicht hopen of verwacht
hebben,is vrijwel een gesloten boek. Mochten
van onbepaalde voornaamw. en telwoorden).
Het onderwijs in 't Fransch steunde bij die
begripsvorming. Op 'n enkele uitzondering,
waar 't begripsgevoel in de beide talen ver
schilt.
De eischen kunnen blijven zooals ze op de
meeste H. B. S.en werden gesteld. Leer
van den enkelvoudigen zin en spelling, maar
de eisen van 't Gymnasium, leer van den
samengestelden zin, verdwijne. Men ver
onderstelde o.a. aanwezig de kennis van 't
grammatisch verbindend dat blijkens ver
scheidene stellen examenwerk van vór
1920. De overgang moet voor 't gymnasium
dus wél groot zijn ! Temeer waar 'n streven
gaat onder de onderwijzers, op de eenheids
school nog minder van grammatica te gaan
geven dan nu reeds wordt gedaan.
Het rekenwerk, dat cp 't admissie-examen
worde gegeven, zij gericht op nauwkeurig
cijferen, dat dwingt tot 'n voortdurend
herhalen op de L. S. van alle gevallen bij
aftrekken, vermenigvuldigen en deelen, met
nullen en A:omff7a's,waaroveriedere handleiding
opheldering geeft, met vermijding van al te
groote getallen; en 'n goed gebruik van de
teekens. boogje?, accolades; 'n juiste kennis
ons van de opeen volging der hoofdbewerkingen
met geheele en gebroken getallen, zooals dat
later bij de algebra te pas kornt.
Vór 1920 sloofde de onderwijzer zich af,
vaa allerlei denkoefeningen voor 't berede
neerd oplossen (voor dit doel naar den gang
der gedachte door hem gerubriceerd) de
redactie aan te leeren en door verandering
der gegevens vast te leggen ; hij bracht de leer
lingen na veel tijd- en moeite-verspilling
zijnerzijds tot de hoogte van 't Supplement
van Scholte, alles: sommen ontleend aan
admissie-examens, opgegeven zonder overleg
met het l.o., om tot zijn verbijstering te
constateeren, dat dezelfde heeren, van 't
m.o., die deze sommen hadden uitgedacht,
later op de H. B. S. of 't Gymnasium dergelijke
sommen nooit meer lieten maken.
Als men de eischen van 't examen had
gehouden op de hoogte die door de wiskunde
noodzakelijk wordt gemaakt, had men voor
rekenen nimmer huiswerk behoeven op te
geven. Hier zou de eenheidsschool volstaan
kunnen, waar door 't Gymn. of de H. B. S.
niet op de l .s. werd voortgebouwd.
Voor aardrijkskunde van Nederland
gebruikten wij 't boekje dat Ten Have schreef
voor de beide laagste klassen van
normaalen kweekscholen. Ik lichtte er de namen
uit, rangschikte ze in 'n makkelijke volg
orde, in natuurlijke groepjes bijeen voor 't
vlugge aanleeren, maakte van den inhoud
der les vragen, omdat kinderen over den
inhoud heen" lezen, hectografeerde alles op
blaadjes en liet thuis leeren. Het resultaat
was van bijna allen zeer bevredigend, omdat
het geleerde 'n herhaling was van 't vertelde
en langs dezen weg voortdurend kon worden
gerepeteerd.
De leeraar van de H. B. S. behandelde
in de laagste klassen hoofdzakelijk Europa,
vroeg op 't admissie-examen hoofdzakelijk
Nederland, het uitstrijken" der moeilijk
heden had dus hier plaats, de L. S. nam Neder
land voor haar rekening met nog wat van
GRONINGEN
Na 250 jaar,
Groningen in vlag en wimpel,
Groningen in vrijheids-groen,
En eens even luid bewezen,
Dat het zwierig mee kan doen.
Groningen, de derde Koopstad
Van ons kleine Vaderland,
Liet de hooge klokken luiden
Stak de teerton in den brand.
Dat werd molleboonen kraken,
Dansen in het Starrebosch,
Door een glaasje boerenjongens"
Kwam het boerenmeisje los.
Rabenhaapt was rond gaan spoken
Ergens in de Kiek in 't Jat",
Hij, de onvervaarde redder
Van de sterke Gruno-stad.
Dat werd op zijn Groningsch juiven,
Feesten in de Harmonie",
Groningen en Ommelanden
Aan de fal-de-ral-de-rie!
J. H. SPEENHOFF
_____
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK,
DENHOUT, LOGHEM en BORGÜLO.
Agentschappen in Indië:
BATAVIA, SOERABATA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN
IIIIIIMII il lliiMiiiiimiuii
zij in ieder geval in 't belang van het Genoot
schap actiever worden, afdeelingen stichten,
leden werven en zich uitspreken over wat
hun verwachting is.
Wageningen. A. H. B L A A u w
illlllllliiilimilmilllll
Europa en de wereld, de H. B..S. Europa
enz. met herhaling van Nederland en later
uitbreiding. De aardrijkskunde bracht het
Fransch niet in 't gedrang met 'n overmaat
van huiswerk. Te meer waar de ouders mede
werken. Maar hoe nu op de eenheidsschool,
waar opgeven van huiswerk voor 'n vak als
'n reden tot klagen" vaak wordt aangezien,
waar van 't huiswerk veel te weinig terecht
zou komen, dan dat het zijn nut zou kunnen
hebben als vooropleiding voor 'n H.B.S. Al het
tijdroovende memoreeren gebeurt op school,
omdat men zich naar de mindere goden
moet richten. Het gaat in armzalig
Schneckentempo. Het wachtwoord wordt beperken".
Men merkt dit het best als men eerst geweest
is aan 'n U. L. O. school (van de oude Wet)
en later weer terugkomt aan 'n derde klasse
Ischool bij 'tgewoon l.o. Men moet zijn ziel in
ijdzaamheid bezitten. Het te weinig dat de
eenheidsschool noodzakelijk geven moet, dient
te worden ingehaald, moet den leerling,
eenmaal op de H. B. S., weer des tem eer be
zwaren. Tenzij men ook hier weer in de
heksendans der vereenvoudiging gaat mede springen,
en zich voor de aardrijkskunde tevreden
stellen gaat met 'n verlicht program.
Het resultaat van 't geschiedenisonderwijs
op de lagere school is haast hetzelfde, als de
volwassene heeft, die 'n lezing meemaakt
over Bismarck, Cavour enz. zonder 'n gezette
geduldige inprenting van wat 't leerboek
over die materie geeft, zonder dus de
memoreerende herhaling": 'n vaag beeld, dat met
de vlugheid van den tijd uit de herinnering
als 'n lichte morgennevel wijkt. Die
memoreerende herhaling" kon een integreerend
deel zijn van de oude U. L. O. school. Wie
zich voorstelt het ook zoo in te richten op de
eenheidsschool om daardoor de economie in
't onderwijs te betrachten gedurende de school
uren, zou even ontnuchterd uitkomen als
de kip, die k te water gaat, omdat ze eens
haar buurvrouw, mejuffrouw eend, zag zwem
men, 't Is zooals 'n oudere onderwijzer zei:
't Is niet alleen het er in brengen, maar 'c
is vooral het vasthouden. Beide waren op de
oude U. L. O. veiliger dan op de nieuwe een
heidsschool.
En nu de slotsom.
Keeren we terug tot 'n school die rekening
houdt met de eischen, die H. B. S. en Gymna
sium door hun onderwijs noodwendig
stellen moeten om zelf met succes te werken.
Voer het oude examen weer in, waardoor
gemakzucht wordt geweerd en 't idee ik
kom er toch wel" niet zoo gemakkelijk post
vast. Ook om 'n goede tucht !
Zorg vooral voor onderling overleg, voor 't
noodige contact bij 't samenstellen van uw
examenwerk, bij 't inrichten van uw onder
wijs ! Dan zal geen enkel a.s. U. L. O. leerling
dood gaan van 't huiswerk. En de energie,
die over is, kunnen blijven werpen op de
leeren bal. 't Is in 't belang van den a.s.
student, uit welke kringen hij dan ook komen
zal. 't Is in 't belang van de ontwikkeling van
ons volk in 't algemeen !
We willen vór-, niet achteruit.
R'dam
K- C. MlNDERHOUD