De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 2 september pagina 6

2 september 1922 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Sept. '22. No. 2358 EEN MODERN BOEK (Alexandra door Jhr. A. W. G. van Riemsdijk. Uitgave Op de Hoogte" Haarlem). Op zekeren dag kwam de ongehuwde overste X. bij zijn adjudant eten, den luite nant Y, die pas enkele maanden getrouwd was. Eerst kreeg de overste soep. Daarna kreeg hij gehakt met sla en gebakken aardappeltjes. Bedien u vooral goed..", smeekte het jonge mevrouwtje Y, .... want, heusch, u krijgt hierna heelemaal niets meer " De overste was een galant man en zeer overtuigd van zijn welwillendheid en de eer die hij zijn adjudant aandeed, door wel bij hem te willen komen eten. Ha ha ", antwoordde hij, zooge naamd fijntjes lachend, haha.. niets meer hierna..? Ja dat ken ik van de jonge gastvrouwtjes Ik loop er niet in hoor, mevrouw Y Nee, nee!" Blozend herhaalde mevrouw X. dat er heusch, werkelijk, heelemaal niets meer hierna zou komen, en dat de overste zich toch vooral goed bedienen zou. Toen begon de overste nog veel harder, en veel zelfgenoegzamer te lachen, en te verklaren dat hij er niet in zou loopen. Na het gehakt met sla en gebakken aard appeltjes kwamen de dessertbordjes, en er ontstond eene akelige stilte rondom de tafel, en daarna wrang gelach.... Aan deze pijnlijke geschiedenis moest ik denken, toen ik de lectuur van het boek van Jhr. A. W. O. van Riemsdijk volbracht had. Ik had precies zoo'n gevoel als de overste gehad moet hebben na zijne onhandigheid, met dit verschil alleen, dat het gansche diner waarop de heer van Riemsdijk mij vergast heeft zelfs geen gehakt met sla en gebakken aardappeltjes bevat heeft.... maar niets, dan soep. Toen ik in de inleiding van den schrijver las: Deze geschiedenis is niet anders dan banale treinlectuur, sentimenteel en langdradig " nu, toen dacht ik bij me-zelf: ...'.Hier heb je nu weer een van die over-bescheiden letterkundige gastheeren ja-ja ik weet het wel Het begint met soep, maar straks komt er nog heel wat anders.... ha-ha...." Honderd-een-en-dertig bladzijden lang be hield ik die illusie. Toen ik bladzijde 131 om sloeg, kwam ik op eene annonce-pagina voor het maandschrift Op de Hoogte", onder re dactie van J. C. A. Baresse Taets van Amerongen en Jhr. A. W. O. van Riemsdijk en daarna kwam er niets meer dan een witte . omslag-pagina Het letterkundig onthaal was afgeloopen, en ik moest mij rekenschap geven van de pijnlijke waarheid dat ik niets anders genoten had dan soep. Jonge-jonge.... zal de lezer onwillekeurig zeggen, dat is ook geen bijzonder hartelijke recensie, en, eerlijk gezegd, was zij ook niet heelemaal als zoodanig bedoeld. Maar hoe gaat het ? Wanneer men ne onhandigheid begaan heeft, dan stapelt men daar in zijne verwarring allicht dadelijk een tweede bovenop. En dat is dan ook eigen lijk mijn geval. Nadat ik het litteraire diner van den heer van Riemsdijk in de war gestuurd heb, ben ik hard onderweg om eene hatelijke toast op den gastheer te gaan houden. Teneinde te voorkomen dat ik dien indruk zou vestigen, stel ik thans voorop, dat zulks niet in mijne bedoeling ligt, en dat ik in het volgende het boek van dien auteur zal gaan beschouwen als verschijnsel van deze tijden van kunstbederf. Ziehier dan wat het geval is: De heer van Riemsdijk heeft, zooals hij zelf getuigt, in snipperuurtjes, tusschen vele en velerlei vergaderingen en de vermoeie nissen v*an de krant dór, een verhaal ge schreven. Welaan.... het zij hem reeds aanstonds vergeven. Wij, en onze desbetreffende mand hebben reeds op onzen beurt aangename snipper"-uurtjes met het verhaal beleefd. Maar een ongeluk komt nooit alleen.... En zoo verscheen dan de heer Theo Frenkel Sr., directeur van de Amsterdamsche Filmcomp. ten tooneele, en maakte het snipperverhaal tot een snipper-film-drama. Ook' dit zij den heer Theo Frenkei vergeven. Als directeur van de Amsterdamsche Filmcomp. lag deze wandaad om zoo te zeggen op zijn weg. Wie echter niet te vergeven zijn, dat zijn de uitgevers van het maandschrift Op de Hoogte" te Haarlem. Wat zij deden grenst aan vandalisme.... Zij veegden alle snippers bij elkaar en zijn thans aansprakelijk voor het feit dat het werk Alexandra verschenen is in boekvorm en geïllustreerd met foto's uit de film van den heer Theo Frenkel Sr. voornoemd. En dat is nu het boek dat voor ons ligt, bedrukt met een stempel Ter Bespre king Het is mij niet duidelijk of deze formule beduidt: Hang me s. v. p. op" ofwel: Wie maakt mij wat ?" Maar ik geloof aan het laatste, want de tijd der martelaren is voorbij, en dit geldt in het bijzonder voor de uitgevers. Ik voorspel Alexandra een schitterende loopbaan, en, na haar, alle fotografisch gei l lust ree rde film-snipper-drama-romans. De oorzaak ligt voor de hand, en de schuld ligf, zooals die bij alle misère van deze samen leving, in de nawerkende oorlogs-psyche. Er zijn in de laatste jaren namelijk zooveel dwaze en onwaarschijnlijke dingen gebeurd, er zijn zooveel smakelooze dingen heusch gezegd en geschreven, dat het publiek daar van het slachtoffer geworden is, en alles waarschijnlijk vindt. Het eenige wat het publiek eischt, dat is: bewijzen. De geleerde verzamelt documenten en be wijst daaruit. Internationaal Antiquariaat (MENNO HERTZBERGER) 364 Singel AMSTERDAM Tel. C. 4107 Begin September verschijnt Catalogus No. 10: KUNST : OP AANVRAAG VERKRIJGBAAR : DE F R ANC E" Teekening voor de Amsterdammer" van George van Ratmdonck (De Fransche kruiser France" is op een mijn geloopen en gezonken. De stoffelijke schade bedraagt 75 millioen francs) De koopman en de staatsman moeten alles zwart op wit hebben.... ....En het lezend publiek is gelukkig, wanneer men het uit authentieke, ter plaatse opgenomen fotografié'n bewijst, dat alles. echt gebeurd is. Hier vluchten fantaisie en schoonheid hand aan hand.... de uitgevers van het Maandschrift Op de Hoogte" halen het scherm op voor een uitverkocht huis, en, voor het voetlicht treden, glimlachend en buigend, Jhr. A. W. G. van Riemsdijk en de heer Theo Frenkel Sr., in confectie-romantiek en-gros, niet te onderscheiden van handwerk. Eene eenige gelegenheid. Doet uw voordeel en koopt. En waarom ook niet.....? Het boek draagt als motto: Stel u boven de menschen, maar wees goed voor hen". Den fabrikanten van dit werk komt de eer toe, dat zij de wenschen van de massa begrepen hebben, en gulhartig vervuld. In dat opzicht zijn ze zelfs beter voor de menschen dan gij of ik, die hen zouden willen opschepen met Molière of Shakespeare de stakkerds. H. SALOMONSON JOSEF COHEN. Leven en dood. Groningen, Den Haag 1921. J. B. Wolters U.M. Josef Cohen heeft betere dingen geschreven dan de dertien novellen, vertellingen en legenden, waaruit deze bundel bestaat. Ze zijn vlot verteld; de heer Cohen heeft een prettig-leesbare manier van schrijven, maar op de keper beschouwd is eigenlijk geen van deze proza-stukjes veel bijzonders. En er gebeuren zulke geweldige dingen in. In het eerste verhaaltje al dadelijk: een jong, gelukkig-getrouwd boere-paartje, waarvan de vrouw krankzinnig wordt nadat haar kind gestorven is. Na tien jaren van ellende vermoordt de boer zijn vrouw. Een gegeven voor een heelen roman ; de heer Cohen doet er nog geen vier en een halve bladzij over. Het tweede verhaaltje, De honden", doet erg onwezen lijk aan; in een vertelling van enkele pagina's mag men evengoed verklaring van de han deling eischen als in een grooter opgezet werk. En juist die ontbreekt hier, in alle verhalen trouwens, zoowel waar die schakel van noodnaar VOLEND AM en MARKEN Tla MONNIKENDAM en BROEK In WATERLAND De Stoomjachten HAVENSTOOMBOOTDIENST N°. 4 en 5 met uitstekend ingericht buffet aan boord vertrekken Dagelijks (ók des Zondags) 's morgens 10 uur en 10.30 van de -:- DE RU1JTERKADE, Steiger 8 -:Passage f4.?:?: Kind f2.50 Telefoon 1407 Nrd. (Zondags Telefoon 4760 Nrd.) iHiiiiiiiiiiiiiiiMmiiiiiiiiiiiiiiuunHmmHMm'mm1*111111111111"11"1111111111111111"1111"11111111" iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinfiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiini Neptunus: Zeker van rijke lui?!" iiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiuiiiiiiiiiiii IIIMMIIIIIIIIIMIIIIM iiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiimiiiiiiiiiiiiiitiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii wendigheid, die alle gebeuren hoort te ver binden, is gesmeed naar het procédéonzer modern-psychologische prozakunst, als waar het verband moet worden gezocht in iets geheimzinnigs, iets dat door de logische gedachte niet achterhaalbaar is.*.. Daardoor leest men het eene verhaaltje achter het andere zonder overtuigd te worden dat het zoo moest, en juist dit fataliteits-element wil de schrijver vaak voelbaar maken. Uiterlijke middelen : vlotte verteltrant, rhetorische wen dingen, dialect als innigste gemoeds-uitstorting, kunnen hier niet helpen, ja, zij bren gen veeleer het tegengestelde te weeg van hetgeen de schrijver bedoelde. Sterk komt dit uit in het verhaaltje De koe", waarin van het sterk-dramatische gegeven: ouders, d'e hun eenige koe verkoopen, om hun zoon die gestolen heeft, uit de gevangenis te redden, niets terecht -komt Wel aardig is De ongewasschen vrouw", dat de boersche watervrees tot onderwerp heeft. Een boerevrouw heeft levenslang haar lichaam niet gewasschen en wil als ze ziek wordt, geen dokter hebben, omdat ze bang is, dat ze dan de kuip in moet. Dan sterft ze. En het verhaaltje eindigt: De buurvriendinnen waren op het lichaam van de ongewasschen vrouw aangevallen, woest, en ze waschten het met kokend water en schuimende zeep." Ook Scherzo" en Twee concurreerende aansprekers" hebben waarde. HERMAN MIDDENDORP MMIIMIIIIIItlllll Nieuwe Engelse Boeken DE PLEEGKINDEREN. A Woman of the Desert. By MOORE RITCHIE. Andrew Melrose. 1920?Ij-. The Bite of Benin. A Romance of the African Jungle. By ROBERT SIMPSON. Hodder and Stoughton. 1921?7/6. Swamp Breath. Zelfde schrijver, uitgevers, jaartal en prijs. Siri Ram, Revolutionist, A Transcript from Life (1907?1910). Bij EDMUND CANDLER. Second Edition. Constable. 1922. /6Abdication. Bij EDMUND CANDLER. Con stable. 1922?7/6. Van deze vijf is nummer een het netst en het aardigst uitgevoerd; gedachtig aan het ere wie ere toekomt maak ik daarvoor m'n compliment aan uitgever Melrose. Ook wat de inhoud betreft is het zowel verdienstelik als interessant, ondanks de zeer duidelijke invloed van de schrijver van Plain Tales from the Huls, de verheerliker van Britse men of action en van varierlike, hoewel soms wat hardhandse, bestuurders van achterlike of zwakbenige volken en stammen, en de verguizT van verre of nabije bureaucratie, de invloed in n woord, van Rudyard Kiplinc; ook van Kipling de verzensmid, de afbeuler van refreinen. Ook zou ik A Woman of the Desert de enige roman willen noemen, die zich bij het vijftal bevindt. Nummers twee en drie zijn romances, in de Engelse betekenis van het woord, n.l. wilde, avontuurlike ver halen, waarbij het minder aankomt op levensvizie en karaktertekening, maar des te meer op het spannend vertellen van 'n reeks ongewone, buitengewone of ook wel totaal onmogelike voorvallen. En nummers vier en vijf, ofschoon letterkundig zeker niet de mindere van Moore Ritchie's boek, en ofschoon als tekenen des tijds verreweg de belangrijkste, zijn feitelik vlugschriften in verhaalvorm. A Woman of the Desert speelt in Somaliland, het driehoekig schiereiland dat, uitstekend in de Indiese Oceaan, de Golf van Aden helpt vormen, en dat verdeeld onder Frankrijk, Engeland, Italië en Abyssinië.?'n zeer homogene bevolking van kameelfokkende nomaden herbergt. Noem ik deze bevolking homogeen, dan heb ik het oog op landaard, taal, levenswijs en godsdienst. Maar er zijn 'n menigte stammen met 'n menigte veten, veten, die zich steeds bestendigen, omdat de oorzaken steeds dezelfde zijn: droogte, en weinig drenkplaatsen voor 't vee. En aan gezien uit de kleine binnenbrandjes, die daar chronies zijn, steeds grote uitslaande branden dreigen te ontstaan, dank zij de vechtlustige, roerige en fanatieke aara van de rijzige en donkerkleurige Scmali's, allen Mohammedanen, hebben de vertegenwoor digers van het Europese gezag de handen vol met het beslechten van kleine geschillen. Veel valt er niet uit het land te halen. Met zout, huiden en struisveren is het meeste opgesomd, 'n Onafhankelik SomaU-land zou echter zeer gevaarlik zijn voor de rust in Afrika. De gekke Mullah", die in 't begin van deze eeuw zoveel van zich deed spreken, was 'n Somali. En hij was geen op zichzelf staand fenomeen. Telkens en telkens zijn er daarginds gekke, d.i. door Allah's geest geïnspireerde, Mullahs opgestaan, die de hei lige veroveringsoorlog predikten.Maar de een brengt het nu eenmaal in de wereld verder dan de ander. Men vergelijke Jan van Leiden en Knipperdolling maar 'ns met Lenin en Trotzky. Moore Ritchie beschrijft de carrière van zo'n mislukte Mullah, of Mahdi, 'n misda diger, die. met 'n beetje meer succes, held had geheten, en 'n dynastie had gegrond vest. Kranige kerel, vurig Mohammedaan, ijverig bidder en, zoveel mogclik, wasser; en overtuigd aanhanger van de befaamde moraal: 't Is goeci aL jij je buurman's kamelen steelt, maar als hij de jouwe komt roven, da's slecht. En ook, evenals al z'n stam genoten, leugenaar-dat-ie-zwart-worat, met dit enkele onderscheid, dat hij de liegkunst niet beoefent om de kunst, maar uitsluitend met niittigheidsoogmerken. Zo'n type onder scheidt zich tiatuurlik in de strubbelingen van stam met stam, verkrijgt hoe langer hoe meer overwicht, en wordt ten slotte door de blanke opperheersers erkend als officieel machthebber en nuttig tussenpersoon, met dit gevolg, dat de succes-roes hem naar 't hoofd stijgt. En dan, op zekere dag die hij gunstig waant voor z'n doel, werpt ie zo noemt men zulks, zei Stuffel Pieterse het masker af". En veroorzaakt enige hinder, als 'n lastig insect in de pels van 'n levende beer. Meer niet. Het eind staat van te voren vast. Hij wordt na enig bloed aftappen, gepakt en geknipt. Sic transit gloria Abrahim Mursatl. Ook zonder de krenking en de wraak van z'n vrouw Faduma, de woestijnvrouw, zoud-ie ten onder zijn gegaan. Geeft Moore Ritchie ons 'n aardig-duidelike kijk op de Somali's en hun leven, ik zou niet durven beweren, dat Robert Simpson, die de Goudkust van West-Afrika tot toneel van z'n verhalen heeft gekozen, z'n evenknie is. Zonder twijfel zijn de grouwelikheden van het vroegere Benin, de sinistre negerstad, zo veelsoortig en romanties als iemand maar wensen kan, maar de schrijver van The Bite oj Benin (Bight, baai, wordt bedoeld, de spelling Bite deugt hier niet) en van Swamp Breath, is anthropologies zeer onvoldoende onderlegd, terwijl ie evenzeer de gave mist zich intuïtief in de negergeest te kunnen indenken. Moore Ritchie's geval" of gegeven is eenvoudig, en blijvend-waar, en kan nooit afgezaagd raken. Maar Simpson's avonturierster, die de wildernis intrekt om haren broeder te redden, en die daarbij intri geert en koketteert tegen de klippen op, is 'n tot op 't geraamte versleten figuur. En z'n Europeaan, die 'n dubbel leven lijdt, en soms als blanke voor den dag komt, om dan hokus-pokus te veranderen, in 'n wasechte Guinea-neger en invloedrijk opperhoofd, is ook niet bepaald fris van vinding. Bovendien is in z'n stijl en verhaaltrant ook weinig eigens en distinktiefs. Het best is ie, waar ie aan de oppervlakte blijft, en zich bepaalt tot het leven van beambten en handelaars. Maar 'm in een adem te noemen met Stevenson, met de schrijver van Treasure Island en Kidnapped, de schepper van de houtbenige boekanier John Silver en van Dr. Jekylle en Mr. Hyde, da's veel te kras. En toch is dat in Engeland gebeurd. En 't feit mag mij, als criticus, bescheidenheid leren; kritiek van tijdgenoten is al zo vaak gelogenstraft; is al zo vaak futiel gebleken. Zoveel is echter wel zeker: Siri Ram en Abdication van Edmund Candler zijn van blijvende waarde als historiese dokumenten, en als zodanig verdienen ze lezers. Tijd: van 1907 tot op heden. Plaats: Brits-Indië. Onder de personen 'n- belangwekkende figuur als Gandhi, en verder typen, die staan zowel voor de Europese pleegvaders als voor de donkerkleurige pleegkinderen, die beginnen te vinden, dat het nu welletjes" is, dat ze niet eeuwig onmondig willen zijn, en dat ze best d'r eigen zaken kunnen waarnemen. Candler is zeer objektief, in Abdication" nog meer dan in Siri Ram", en noch bij z'n Engelsen, noch bij z'n Hindoe's vinden we karikaturen, al werkt de zelfgenoeg zame eenzijdigheid, die we bij velen van de eerste rubriek aantreffen, vaak even humoristies als de naïeve redeneringen en het verkeerd te pas gebrachte, dichterlike Engels van de tweede. Volgens Candler evenwel heeft 'n Brit niet het recht over zulk Engels te glimlachen. De opleiding, die aan de, al of niet leergrage, Hindoejeugd ten deel valt op de in Indië gevestigde Engelse colleges, is in deze de hoofdschuldige, 'n Kundig en bekwaam direkteur, zoals we vinden afge beeld in Skene, heeft geen steun aan zijn inlandse leerkrachten, aan wie de katechetiese of liturgiese methode in 't bloed zit. Op 'n morgen komt ie in 'n klasselokaal, waar net gedaan wordtaan,,aardrijkskunde". The teacher had drawn a series of cones on the blackboard like the teeth of a saw, and hèwas leading the class in a kind of chanted litany. , , 'What are these?" 'Mountains". 'What are mountains?" 'Mountains are stee*)." 'What are plains?" 'Plains are low." 'What are these?" 'Mountains." Siri Ram saw the teacher's back stiffen as hèraised his voice to catch the sure res ponse. "What are these?" "Mountains." "Stand l" The boys leapt up. Action in the hall was paralysea. The hot, red man filled the space between the two classes. He was speaking to Siri Ram's teacher, evidently displeased. Then hèswung round to the class. "Has any boy here ever seen a mountain?" hèasked. "Has any boy seen a mountain?" the teacher repeated. "Those who have seen mountains hold up their hands.... Yes, it is very bad, no doubt, af ter all. Every boy ought to have seen a mountain. Teaching must be accompanied by observation, of course. Eye must work with brain. Other methods are wrong. In future...." Mr. Skene luistert niet naar deze stukjes en brokjes van buiten geleerde methodiek. Hij is kwaad. Plotseling steekt een van de jongens z'n hand op. Ah, mooi zo. Jij hebt 'n berg gezien. Vertel er 'ns wat van. Waar was het?" Bergen zijn steil!" jodelt de jongen. En nu vertoont zich een glimlach op 't vergramde gelaat van de Principal Sahib.... Hij neemt de vederlooze papegaaien mee naar het platte dak van de school. Daar ginds, ver aan de noord-oostelike kim, daar ver hieven zich donkere, purperen gevaarten. Ja, dat waren de bergen. Al 'ns rheer op gemerkt? Ze wisten 't niet. 'n Enkele zei van ja. Maar Mr. Skene is geen vrij man." Het schoolprogramma schrijft gebiedend voor: 'n opleiding in de Engelse kuituur. En we zien 'm zwoegen met een klas over 'n mooi gedicht van Keats, dat z'n discipelen even koud laat als The Rape of the Lock, van Alexander Pope, met z'n beaux en z'n nim fen" en het toilet van Belinda, dat de stumpers moeten uitpluizen. Ze volgen de hartveroveringen van Thackeray's heldinnen. Ze verslikken zich aan Shakespeare. Volgens Candler is het 'n dwaalbegrip, dat 'n Hindoe 'n levendige verbeelding zou hebben. In weerwil van z'n ingewortelde onnauw keurigheid, is ie de meest letterlike en prozaïese geest, die er bestaat. Logica, wijsbe geerte, ethica, hij kan er bij. Zelfs bij humor, wanneer die z'n ondervinding raakt; maar op poëzie reageert z'n wezen niet. Verbeel ding staat voor hem vrijwel gelijk met ver'menigvuldiging. Het is 'n soort van ver grootglas waardoor ie 'n gezwollen heelal ziet." Aan dergelijke karakters kan 'n half Westerse opleiding niet veel goed doen, maar wel veel kwaad. Men maakt er, om zo te zeggen, geestesmulatten van, noch vis, noch vlees. Aan geen van beide zijden voor vol aangezien. Resultaat: oproerigheid; 'n zich onmogelijk . maken; 'n verlangen naar wraak, en het koelen daarvan op 'n niets-vermoedend en niets dergelijks verdienend slachtoffer. En dit wordt wederom gewroken, ditmaal gerechtelik. En dat is het einde van de ramp spoedige loopbaan van 'n Siri Ram. Abdication" vertelt, hoe het afliep met Siri Ram's vriend, de Bengalees Banarsi Das, die eveneens in de revolutionnaire beweging werd betrokken, en die, dank zij z'n week karakter, in de roep kwam, eerst van onbe trouwbaarheid, later van snood verraad. Fei telik typeert ie alle Bengaalse Hindoes, die in de laatste tijd samenwerking zoeken met hun vroegere erfvijanden, de Brits-Indiese Mohammedanen, en die als eenmaal de be schermende hand van de Europeanen van hen is afgetrokken, ongetwijfeld de rol zullen spelen van de aarden pot naast de ijzeren; ongerekend de Goerka's, die noch 't een noch 't ander zijn, en graag op eigen houtje hun berghellingen zullen afdalen, om gewapend met buks en vechtmes in de rijke vlakte te gaan plunderen. De schrijver ziet dat alles opperbest in; toch is zijn motto: abdiceren. Het meerendeel van de z.g. inlandse grieven is ongegrond; de Engelsen hebben veel voor Indië gedaan. Ze hebben afgerekend met Thugs en Dacoits, de quasi-godsdienstige roversen moordenaarsorganisatie, die het kolossale land sedert eeuwen en eeuwen onveilig hadden gemaakt. Ze hebben betere wetten ingevoerd, en daaraan de hand gehouden; ze hebben de binnenlandse rust verzekerd; knevelarij be streden ; met epidemische ziekten gekampt ....?Laten we d'r toch maar uitgaan" zegt Riley, de journalist, die blijkbaar Ed mund Candlers eigen denkbeelden vertolkt; niet zozeer ter wille van Indië als ter wille van ons zelf." En het bloedbad van Amritsar stelt hem in 't gelijk. De volgende historiese opfrissing is misschien welkom. De Amritsar atrocity" vond plaats op 13 April 1919. 'n Enquête-kommissie onder Lord Hunter bracht er rapport over uit in Mei 1920, en veroordeelde in allen dele de bewerkers van het bloedbad, in de eerste plaats Brigade-Generaal Dyer, die met vijftig gewapende fuseliers zonder waarschuwing op 'n weerloze en samengepakte menigte ging schieten. Per man werden hierbij in tien minuten 1650 scherpe patronen verbruikt. Officieel heetten er 379 gedood en duizend gewond. WlLLEM VAN DOORN 1) Voor 'n degelik, betrouwbaar boek kan ik verwijzen naar At the Back of the Black Man's Mina (Macmillan, 1906) door de zendeling R. E. Dennett. 2) Vergelijk het werk van kolonel Meadows-Taylor: Confessions of a Thug. Eerste uitgave 1839. Tans in The World's Classics", Milford.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl