Historisch Archief 1877-1940
16 Sept. '22. - No. 2360
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
COORNHERTS VROUW
De aanstaande herdenking van de vier
honderdste verjaring der geboorte van Dirk
Volkertsz. Coornhert (1522?1590) moge aan
leiding zijn om hier enkele woorden te wijden
aan zijn vrouw, zijn lief wijf", zooals hij
haar in zijn geschriften placht te noemen.
Cornelia Symonsdochter heette zij. Het
huwelijk met haar was voor den zoon eens
wèlgestelden Amsterdamschen lakenkoopmans
een mésalliance, die hem de ergernis van zijne
moeder en het verlies van zijn ouderlijk
erfdeel bezorgde. Ondanks velerlei verma
ningen zette hij zijn wil door. Er kwam daar
door een eind aan zijn welaangenaam leven in
Amsterdamsche rederijkerskringen; wel bleef
hij steeds de pen voeren, maar den kost had
hij te verdienen met graveeren, een kunst
tot nog toe uit liefhebberij beoefend, doch
waarop hij zich thans ernstig en met goed
succes toelegde. Hij vestigde zich te Haarlem,
waar hij later notaris en stadssecretaris werd.
Zijn huwelijk met Neeltje bleef kinderloos,
maar vol innige liefde. In de woelige tijden
van politieke en kerkelijke twisten, waarin
hij- weldra gemoeid werd, en die hem veel
ergenis en zelfs tijdelijk gevangenschap
berokkenden, stond zij hem, naar haar
krachten, trouw ter zijde. In zijn studiën
en staatkundige bemoeiingen volgde zij hem
niet; maar wel deelde zij gewillig en blijmoedig
de bezwaren, die hij zich daardoor op den
hals haalde. Tweemaal verlegden zij hun
huishouden, over deDuitsche grenzen, omdat
het verblijf in 't vaderland niet veilig was voor
den slagvaardigen man; en al hanteerde hij
ook d&n vlijtig de graveernaald, zoo is het
toch wel te begrijpen dat het huishoudgeld niet
ruim was en de vrouw alle inspanning noodig
had om in de dagelijksche behoeften te voor
zien.
Een zware slag was het voor hem, toen zij
hem, in 1584, door den dood ontviel.
Ontroerend is de brief, waarin hij dit ver
lies aan zijn vriend Spieghel meldde, en die
zóbegint:
,,Amice ! lek groet u vriendelijk met u lieve
huijsvrouwe. De mijne is bij haar Heere,
die ze mij langhe gheleent heeft ghehadt.
Mag schoonheyt (zoo haar jeught was),
deughdelijckheyt (zoo haer bejaertheydt was)
ende vriendtlyckheyt (zooals haer leven was)
eens mans hart trecken tot liefde, zoo behoorde
mijn herte haer lief te hebben. Dat is oock
zo gheweest...."
't Is wel aardig, zulke woorden van
vrouwenwaardeering, uit dagen toen er van noodza
kelijkheid van vrouwenbfiregiVig geen sprake
was'.. . .
O E E R T R U I D A C A H E 1. S K N
iiiunlimilllii iiitniimiiiimiiimiiiiitiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
MOEDERS
l
DE HÏJisiiouoiaijKi; MOEUEK
Heel dikwijls is het moeilijk uit te maken,
wat de huismoeder het naast aan het hart
ligt, haar woning, met derzelver meubileering,
stoffeering en schilderwerk of haar kinderen.
Haar huis is een toonbeeld van netheid
en orde. De zeilen zijn glad en glimmend
gewreven, zoo glad, dat de jongste, die nog
niet zoo heel vast op zijn beentjes staat,
van tijd tot tijd pardoes met zijn neus op
den grond valt. De meubelen zijn keurig
geboend en geborsteld, geen kleedje ligt er
scheef, geen gordijn hangt uit de plooi, geen
bibelot staat anders dan op de eenmaal
daarvoor aangewezen en vastgestelde plaats.
Ieder vergrijp van de kinderen tegen de
keurige orde van het huis is een ramp en
kosi een zee van tranen. Een kras up het zeil,
een veeg op de deur, waar een kleverig handje
een oogenblik steun zocht, voor een ontstemd :
hoe dikwijls moet ik je dat nog verbieden !
het mollige pootje haastig deed terugtrekken,
het is meer dan voldoende om moeders
humeur grondig in de war te sturen. En een
paar modderige sporen van slecht geveegde
voeten op het tapijt zijn in staat een onweer
te doen losbarsten, waarbij de delinquent
voor een overvloedige begeleidende regenbui
zorgt.
Dieren mogen de kinderen niet houden,
omdat het maar een vieze rommel geeft:
haren op het kleed en modderpooten in de
gang.
Nu moet men niet de gevolgtrekking maken,
dat de huismoeder weinig of geen belangstel
ling voor haar kinderen heeft. Integendeel.
Alleen is die belangstelling wat eenzijdig.
Zij is zoo druk in de weer met haar zorgen
voor de materieele belangen van haar kroost,
dat zij geen tijd overhoudt voor wat daar
buiten ligt ei; er ook heel dikwijls het belang
niet van inziet.
Lust en opgewektheid ontbreken haar om
met de kinderen te spelen, te wandelen
en te deelen in hun vreugden en verdriet.
Zij naait voor ze, kookt voor ze, wacht en
strijkt voor ze, maakt jam en marmelade
voor ze en breekt zich dagen en soms nachten
het hoofd over het model voor een jurk of
over het probleem om van vaders afgedankte;!
ulster een modieus ' winterjasje voor den
jongsten zoon te di;tilleeren.
Zoo vergaat haar jeugd en haar kracht
in zorgen, zorgen en nog eens zo'rgen. Zij wordt
moe en overspannen, prikkelbaar en moeilijk
Van humeur. ... En de kinderen vragen zich
af, waarom het thuis, niettegenstaande alle
moeite, die moeder zich voor hen geeft,
toch zoo weinig gezellig is, waarom er de
zonnige blijheid ontbreekt, die te vinden
is bij een vriendje of vriendinnetje, waar de
moeder minder opgaat in haar beslommeringen
van huishoudelijken aard.
DE SLAVIN-MOEOER
Zij is allénmoeder,nauwelijks vrouw. Er be
staat voor haar niets anders dan de kinderen.
Van het oogenhlik hunner geboorte af kent
zij geen ander belang dan dat der kinderen.
Zij heeft voor niets anders meer tijd en voor
niets anders meer belangstelling. Haar man
is een bijkomstigheid in het allergunstigste
geval, in het andere een noodzakelijk kwaad.
Zoodra de eerste baby zijn intrede in het
gezin heeft gedaan, beperkt zich haar gezichts
kring tot de wieg en wat er mee samenhangt.
Zij gaat niet meer uit, zij ontvangt liefst
zoo min mogelijk bezoek, zij is j-iloersch op
iedere minuut, die men haar aan de baby
ontsteelt.
Worden de kinderen wat grooter, dan
voeren ze den boventoon in huis. Aan tafel
hebben ze het hoogste woord. Hun wenschen
zijn gebod. Een gezelschap, waar de kinderen
niet het middelpunt der belangstelling en
der bewondering vormen, mist voor de moeder
alle aantrekkelijkheid en bekoring. De bezig
heden in huis, de pretjes, de uitgangetjes,
die men zich al dan niet veroorloven zal,
zelfs het uur van het naar bed gaan en het
opstaan, alles draait om de kinderen.
Een muziekavondje is niet mogelijk, omdat
Jootje niet van muziek houdt en omdat
het geluid van een zangstem haar hindert,
een gang naar den schouwburg, waar een stuk
gaat, dat vader graag zou willen zien, wordt
afgelast, omdat Kareltje bezwaar heeft thuis
te blijven, als moeder uitgaat. De logeer
partij van een van vaders beste academie
vrienden blijkt een totaal fiasco, omdat
deze meent, dat er nog andere dingen zijn,
die belangstelling verdienen dan de kinderen.
Moeder sleept haar oude mantelpak en
oude japonnen jaar in jaar uit af om voor het
oudste meisje dure en modieuse jurken te
kunnen kempen in een groot magazijn, /ij
bezuinigt op het eten en bespaart op het
huishoudgeld om den oudsten zoon van tijd
tot tijd wat extra zakgeld te kunnen toe
stoppen. De kinderen worden immer
veeleischender en voor alle opofferingen, die
de moeder zich voor hen getroost, hebben ze
geen woord van dank, geen blik van erkente
lijkheid. Zij nemen alles aan. alsof het zoo
van zelf spreekt. Het is immers heel gewoon.
Het is altijd zoo geweest, van hun vroegste
herinnering af. Zij vinden het een wet der
natuur.
W i i. i. v P t': T i i. i. " N
HET NAARDERMEER
Op kaarten uit de veertiende eeuw zoekt
men de Loosdrechtsche en Ankeveensche
plassen tevergeefs, maar hét Naardermeer is
er te vinden, even groot als tegenwoordig en
met een lange uitwatering naar de Vecht.
Het is dus waarschijnlijk wel de oudste en
meest oorspronkelijke van de Vechtplassen,
hoewel het er niet naar uitziet. De beide po
gingen tot droogmaking toch hebben duidelijke
sporen achtergelaten, vooral de laatste in
1883, die de vlakke plas doorploegd heeft met
drie diepe kanalen in de lengte en eenige
dwarstochten. Van de vele kavelslooten uit
dien tijd zijn de meeste reeds verdwenen:
dichtgespoeld, waar golfslag staat, dichtge
groeid, waar men de planten ongestoord haar
gang liet gaan. En indien die hoofdvaarten
niet werden onderhouden, zouden zij in
enkele tientallen jaren ook al voor een groot
deel niet meer te vinden zijn. Een gedeelte
van het Meer is ongerept gebleven, de droog
making van 1883 is blijven steken aan de
Zijpelingskade en alles wat zuidoostelijk daar
van ligt, is nu minstens drie eeuwen lang on
gestoord. Wij weten namelijk niet zeker of
de droogmaking van 1625 ook dien hoek ge
respecteerd heeft. Maar wel weten wij, dat de
ontwerpers van het Gooische spoorwegplan
hun baan juist door dien ongerepten hoek
heen willen leggen, historisch en natuurhisto
risch het merkwaardigste deel van het meer.
En daarmee wordt ernstig inbreuk gemaakt
op de waarde van ons natuurmonument als
studieveld.
De bestudeering van onze zoo uiterst
merkDrinkt
SIPKES' Limonades
Sm«k«a Etdvw ta verfri*«ch«nd.
BRIEVEN UIT ZWEDEN
Dat er hier zoo openlijk, en soms zoo ver
woed gestreden wordt om een professoraat,
ligt niet zoo zeer aan de instelling van het
docentschap als wel in de wijze van benoeming
van professoren. Dat geschiedt hier op
demokratische wijze, ongetwijfeld -- maar moet
demokratie zoo omslachtig zijn? Wanneer
een professoraat open komt, wordt er een op
roeping geplaatst en candidaten ervoor mei
den zich aan. Een commissie van drie des
kundigen moet oordeelen over de bekwaam
heden dezer candidaten.
Gewoonlijk zijn het drie professoren in het
bewuste vak; soms is een er van een Deensch
professor, ook wel een echte" buitenlander,
(want Scandinavië is voor een Zweed toch
nog niet het buitenland) zooals in het
actueele geval van een zwaaromstreden professo
raat i n Slavische t alen, waar voo r een Tsjechisch
professor deskundige is. Het werken met
deskundigen is hier typeerend, men is hier
diep doordrongen van het besef dat men
ergens voor geleerd moet hebben" om er
verstand van te kunnen hebben. Het woord
deskundige Sakkunniga" zelt is schering en
inslag in elke Zweedsche krant. Zelfs om uit
te maken of en in hoeverre vrouwen in staats
dienst bruikbaar zijn, bestaat een commissie
van deskundigen !
De candidaten voor het professoraat nu
moeten al hun publicaties of manuscripten
inleveren en de deskundigen moeten dat
alles lezen en beoordeelen, onverschillig ot
ze al een gevestigden indruk van de personen
hadden of niet. Daarmee gaan vaak twee of
drie jaar heen ! Zij brengen dan een verslag
over hun bevindingen uit, dat gepubliceerd
wordt en waarover desgewenscht beklag inge
diend kan worden. Wanneer een deskundige
b.v. beweerd heeft, dat een der candidaten hier
of daar in zijn werk een onjuist betoog ge
leverd heeft, kan deze daartegen protesteeren
en als zijn argumentatie daarbij juist bevonden
wordt (wat soms dan weer door een
extradeskundige uitgemaakt moet worden !) kan
het oordeel in het verslag gewijzigd worden.
Hier nu ligt een bron van;eindeloozen strijd,
die niet binnen de muren der academie uitge
vochten wordt, maar stof levert voor tallooze
krantenartikelen, ja heele brochures. Vooral
als een der candidaten een buitenlander is
wordt het gevecht soms zeer heet, daar het
patriotisme het eigenbelang dan nog te hulp
komt. Een buitenlander mag n.l. alleen be
noemd worden als er geen competente Zweed"
te vinden is en als hij iemand is van uitne
mende verdienste" twee qualificaties waar
over natuurlijk hopeloos getwist worden kan.
Een booze docent is wel eens zoo ver gegaan
dat hij tegen een der deskundigen, een Deensch
professor, die aan een Duitscher voor het ambt
de voorkeur toekende, aanvoerde, dat een
Deen ook niet begrijpen kon wat de Zweedsche
uitdrukking utmarkt försjanst" (uit
nemende verdienste) inhield! N.b. als
men ze een klein beetje anders spelt zijn
deze woorden al evengoed Deensch als
Zweedsche !
Is het verslag van de deskundigen nu ein
delijk klaar, dan maakt een commissie uit
den academischen senaat een voordracht
op (waarover ook weer geklaagd worden kan)
en de regeering benoeiut. Wanneer het ee.i
professoraat aan de technische hoogeschoo!
geldt moeten de candidaten, behalve het
inleveren hunner publicaties, ook nog twee
proeflessen komen geven, een over een vrij,
n over een opgegeven onderwei p, opdat de
deskundigen over
hunpaedagogischebe.kwaaniheid kunnen oordeelen. Men ziet, er wordt
niet over n nacht ijs gegaan !
Er bestaat echter een uitweg uit al deze
zwaar op de handsche bepalingen. Wanneer
er iemand is die voor een bepaald professoraat
beslist de aangewezen man ,s, kan hij meteen
als zoodanig aangewezen worden door de
faculteit, als 2,3 van de stemmen vór zijn.
Dan worden verder geen candidaten opgeroe
pen en de benoeming wordt zoodoende zeer
bespoedigd. Maar dit procédéwordt slechts
een enkele maal toegepast; het is natuurlijk
hoogst eervol zoo benoemd te worden.
De hier beschreven wijze van benoemen
heeft natuurlijk voordeden. Het zal zoodoev.de
niet licht geschieden, dat persoonlijke relaties
b.v. invloed hebben bij de aanstelling van
een professor. Er is een tamelijk groote waar
borg dat de beste der candidaicn verkozen
zal worden omdat velen er over oordeelen,
of althans het recht hebben hun meening te
doen gelden. Maar er zijn ook groote nadeden :
WAT DE MODE BRENGT
waardige Nederlandsche flora en fauna stuit
telkens op de ontstellende omstandigheid,
dat een studieveld na eenige jaren van onder
zoek plotseling aan de wetenschap wordt
ontroofd door ontginning of aanleg van kana
len, wegen, militaire werken etc. Onze
natuuronderzoekers hebben dat gedragen met fata
listisch geduld, temeer doordat het Gruote
Publiek er weinig van besefte. Toen in 1883
het Naardermeer werd drooggemaakt. is daar
in het geheel geen protest tegen gerezen. In
hetzelfde jaar moest ook het Eiland bij Am
sterdam er aan gelooven met het oeverland
van het Nieuwe Diep bij de Zuiderzee, een
In Iv.-t varenwoud van het Naardermeer
(Foto E. A. Loeb)
van de rijkste en heerlijkste rietlanden ter
wereld met fabelachtigen plantengroei en
dierenwereld. Daar heeft toen geen haan naar
gekraaid. Reeris eerder was d:.- xlassieke
Breesaap doorgegraven en negeerder valt de ont
watering van den Zuidwesthoek der Texelsche
duinen, wel de grootste misdaad, die aan de
Nederlandsche natuur is bedreven. Ik zou dit
lijstje nog veel langer kunnen maken, maar
zie liever uit naar wat ons nog overblijft en
waar wij met eenig gevoel van zekerheid aan
het werk kunnen gaan. Dat zijn dan in de
eerste plaats de bezittingen van de Vereeniging
tot Behoud van Natuurmonumenten, niet aan
de spits het Naardermeer.
Hier hebben wij nu een scherp begrensd
gebied, waar wij ongewenschten menschelijken
invloed kunnen weren en rustig toezien, hoe
in het ordelijk verloop van natuurlijk gebeuren
de waterplas wordt tot oerwoud. En wonder
lijk is het om te zien, hoe op de eene plaats
de veranderingen geschieden met groote snel
heid, terwijl elders de toestand tegen alle
verwachting in buitengewoon bestendig blijkt.
Er zijn waterplassen in het Meer, waarvan wij
nu al kunnen zeggen dat zij nog wel een halve
eeuw en langer blank zullen blijven, indien
ons klimaat in dien tijd niet verandert, en er.
zijn andere plaatsen waar binnen tien jaar het
rietland plaats heeft gemaakt voor berken
woud of voor berkenpark met ruime partijen
van mossen en varens. Hier vormen zeggen
een buitenlandschap, elders weert een
bloembiezenveld zich al dertig jaren lang tegen iedere
verandering. Haast iedere voetbreed gronds
heeft iets belangwekkends te vertellen.
Eerst in de laatste dertig jaren hebben de
plantkundigen zich met ernst bezig gehouden
met het vraagstuk, hoe in een bepaald gebied
een piautenbevolkiug zich vestigt en hoe zij
zich wijzigt. In ons land is daar nog weinig
aan gedaan. In Zwitserland wordt deze gene
tische" plantengeografie met groot geluk be
oefend door de school van Schröter, in Enge
land en Amerika wijzen Tansley en Clements
den weg. Wij hebben stellig even interessante
dinj^n te vertellen als die Zwitsers en
Engelschen en van de duinen en het Zuidlaarder
Hoofdtooi van de Kaffers in Zuid-Afrika
Nieuwste hoofdtooi van de Parisienne
het duurt zoo lang voor een openbare plaats
weer bezet komt, er wordt door de deskundigen
zooveel onvruchtbaar werk gedaan met het
kritiseeren van alle ingekomen stukken, en
er wordt zoo veel en in zoo onaangenamer! toon
in 't openbaar getwist door en voor de ver
schillende candidaten.
De verhouding tusschen professoren en
studenten is hier bepaald vertrouwelijker
dan in Holland en eris meer onderling contact
Dit is wel in de eerste plaats te danken aan
de Akademiska Förening, waarover ik in
een vorigen brief reeds sprak; deze omvat n.l.
niet alleen alle studenten, maar ook de pro
fessoren en docenten, ieder in de nation waar
in hij thuishoort. Ook is de huidige voorzitter
der vereeniging in haar geheel een professor,
terwijl momenteel een docent voorzitter is
van het in de vereeniging vervatte studenten
corps docenten staan meest nog heelemaal
in het studentenleven. Als er feest is in de
Akademiska Förening nemen docenten en
professoren daar levendig deel aan. Ook is het
hier niet zoo heel ongewoon dat men profes
soren en studenten elkaar hoort tutoyeeren.
Wanneer een professor al ouder is geeft hii
studenten met wie hij veel omgaat soms per
missie ,.Onkel" tegen hem te zeggen; door het
eigenaardige gebruik van de derde persoon is
dit een tusschenvorm tusschen ,,u" en ,,je"
zeggen : de student zegt dan voortaan Onkcl,
heeft Ou kei..... wil On kei.. . . " enz
Vrouwen mogen hier nog geen professor
worden, althans niet aan de staatsuniversi
teiten ; de bekende Sonja Kowalewski was
professor aan het Karolinska Institut.
Onlangs heeft juist eui Commissie uit den
Academischen Senaat van Uppsala aan de
regeering advies uitgebracht over de
wenschelijk, al of niet, om ook vrouwen benoembaar
te maken. Telkens als hier de vraag opkomt
welke ambten voor vrouwen geschikt zijn,
duikt weer het axioma op, dat vrouweneden
gezag zouden kunnen uitoefenen. Zoo ook
hier: de professoren van Uppsa'a oordeelen
dat vrouwen in 't algemeen wel benoembaar
behooren te wezen, behalve Ie, in de
matheinatisch-physische sektie als aan hè; professoraat
verbonden is, of komen kan, het directeur
schap van ecu laboratorium ; 2e in de medische
faculteit; 3e observator in astronomie: 4e
in de theologie, voorloopig, daar de theolo
gische professoren deels priesterervarii;g
moeten hebben, en toch meest met a.s.
priesters hebben te maken. Daar er echter
liler ook veel a.s. leeraren in ..Christendom"
theologie studeeren, waaronder reeds eenige
vrouwen, kan later wellicht een vrouwelijke
professor in de theologie beter op haar plaats
zijn; 5e men oordeelt het eveneens nog geen
tijd voor de openstelling van de juridische
faculteit. Vrage wat blijft er over !
L. M. CoSTER-Wl.lSMAN
ZONEN
180 X 225 Vanaf f 4.80
OVER BOEKEN EN
TIJDSCHRIFTEN
In de bekende en beminde serie ,,De
Canneheuveltjes" door Marie Ovink?Soer,
Uitg. (i. B. van Goor Zonen, Gouda, verscheen
een nieuw deel dat Huize Canneheuvel heet
en den ondertitel draagt van ,,De Duiventü".
De kinderen zijn volwassenen geworden en
vliegen uit, kleinkinderen bevolken tijdelijk
het huis, er is een levendig, wisselend verkeer,
en de frissche, hartelijke toon tusschen al
deze, zoo levendig geteekende menschen en
kinderen maakt het lezen van dit boek, dat
ook vele fijne, ontroerende momenten biedt,
tot een genot. Dit is kinderlectuur van de beste
soort en deze boeken leenen er zich bijzonder
toe om door vader of moeder in den gezelligen
huiselijken kring te worden voorgelezen. Op
ongezochte wijze kunnen zij dan medewerken
tot het versterken van den familieband.
Ook uiterlijk zijn het aantrekkelijke boeken,
met een flinke letter en prettige platen van
Sijtje Aafjes.
Rie Cramer verzorgde de illustratie van het
eerste deel uit deze serie, ,,De Canneheuveltjes
in Indie", waarvan de uitgever G. B. van Goor
Zonen te Gouda een derden druk afleverde.
Van denzelfden uitgever bereikten ons nog
(wee goede kinderboeken, ,,Hnize Levenslust",
door Maren Koster met platen van Sijtje
Aafjes, een boek, meer bijzonder bestemd voor
meisjes (van 14 jaar en ouder) en Keteltje
in de Lor r ie", door Cor Bruijn, goed geïllu
streerd door J. H. Isings Jr., dat de lotgevallen
van een armen jongen uit visseherskringen
verhaalt en dat jongens in het bijzonder boeien
zal. De schrijver belooft een vervolg op dit
verhaal, dat Keteltje in het veerhuis" zal
heeten. Ook deze boeken zijn prettig van uit
gave.
Meer bestaan al belangrijke studies. Ook wordt
aan het Naardermeer al gewerkt sedert het
biv.it geworden is van de Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten. De Vereeni
ging heeft belangrijke inkomsten prijs gegeven,
om bepaalde deelen van het Meer volmaakt
ongestoord te laten vooral in de randgebieden,
die natuurlijk behooren tot de oudste gedeel
ten. Vandaar dan ook, dat wij ons niet alleen
om de lepelaars, maar ook om de onschend
baarheid van het studieveld zelve moeten ver
zetten tegen den afstand van elk stukje van
het Meer, hoe klein ook.
De toelichting tot deze bewering zou
boekAan den zoom van het berkenwoud in
het Naardermeer (Futu E. A. La tb)
deelen vergen. De bouwstoffen voor die boeken
liggen voor een deel reeds gereed, maar het
zal nog wel eenige jaren duren, eer wij met
ons Naardermeerwerk voor den dag kunnen
komen, als ten minste nog niet eerder de
spoorweg een streep door de rekening haalt
en voor ons de aardigheid er af is.
In Duitschland heeft men ook een merk
waardig Meer en Ven als natuurmonument,
het Plagevenn. De staatsdienst der natuur
monumenten heeft daar voor den oorlog een
studie over in het licht gegeven, een lijvig
boekdeel met vele platen en kaarten, een
mooien grondslag voor verdere studie. Dat
boek laat zien, hoe belangrijk het behoud van
zoo'n meer is. Ook put ik er de zekerheid uit
dat ons Naardermeer veel en veel belangrijker
is dan dat Plagevenn. Het behoud van het
Naardermeer en de onschendbaarheid van het
terreinisdaaromooknietalleen van belangvoor
de Nederlandsche wetenschap, maar voor de
heele wereld. De kwalen, waaronder wij lijden,
worden ook elders gevoeld en de roep om na
tuurbescherming wordt steeds luider en steeds
meer algemeen. Het kan niet uitblijven, of
deze natuurbescherming moet internationaal
worden geregeld. Laat ons toch zorgen
wij zijn het aan de heerlijkheid van ons land
verplicht -- dat wij dan behoorlijke dingen
kunnen inbrengen" en wel iti de eerste
plaats een ongeschonden Naardermeer.
J A c. P. T H ij s s t
f BEZOEKT (
LMOERHEIM"!
| DEDEMSVAART !
INAJAARSBLOEI)
i =
l Zaterdags na 12 uur en Zondags gesloten l