De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 16 september pagina 6

16 september 1922 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 16 Sept. '22. No. 2360 DOCTOR HONORIS CAUSA JAC. P. THIJSSE 't Is weldra vijf-en-twintig jaar geleden, dat ik kennis maakte met den man, wien straks honoris causa de doctorsbul gereikt zal wor den; die oude relatie en de groote sympathie, ik mag wel zeggen, vereering, -- die ik voor het streven en werken van Thijsse gevoel, geven me den moed aan het vriendelijk verzoek der redactie te voldoen, een enkel woord te voegen bij zijn conterfeitsel. Toen, voor enkele maanden, het besluit be kend werd, dat de Amsterdamsche Universiteit hem het eeredoctoraat in September zou verleenen, is door velen op zijn groote verdiensten ten opzichte der Natuurlijke Historie gewezen. Mij moge het vergund zijn hier te vertellen, wat hij voor ons, ouderen, geweest is, toen hij met Heimans en Jaspers de Levende Natuur oprichtte en met eerstgenoemde de serie boek jes Van Vlinders, Bloemen en Vogels" het licht deed zien, om daaraan enkele herinnerin gen en indrukken vast te knoopen over zijn werk en leven, die een beeld mogen vormen van wat hij zijn mcdeinensclien wilde geven. Wanneer je in het begin der negentiger jaren in een sjofel pakje met een plantenbus op je rug en een tooneelkijker aan een touwtje om je hals, vol van al het heerlijke, dat je genoten had in bosch en heide, in plas en moe ras, weer in de bewoonde wereld terugkeerde, keek de eene helft der inciischheid je meewarig aan en de andere deed dat niet eens, maar beschouwde je als een goedaardigen dwaas. Je schaamde je dan wel een beetje n twijfelde wel eens, of hetgeen je zoo'n echt en groot genot verschafte, inderdaad de moeite waard was, er zooveel werk en tijd aan te besteden. Want zoo gemakkelijk als tegenwoordig was toen de Natuurstudie niet; geïllustreerde flora's en goede vogelboeken waren voor een gewoon mensch onbereikbaar en, wat er van dergelijke boeken betaalbaar was, veel geleer der en ingewikkelder dan thans. Als een revelatie kwamen toen de eerste afleveringen der Levende Natuur. Daar waren de bloemen en vogels, de vlinders en bijen, de kikkers en salamanders, en wat daar verder kruipt en loopt, vliegt en zwemt, geteekend en beschreven naar het leven. Als vroeger werden anatomische en inorphologische kenmerken nauwkeurig nagegaan, maar niet als op zich zelf staande verschijnselen beschouwd; altijd weer werd gewezen op het verband met de levensuitingen van het behandelde individu. Niet meer een droge opsomming van feiten was 't, maar een levendig, soms geestig ver haal van plant of dier: cte biologie werd ons in .den onderhoudendsten vorm geschonken. Vraagstukken werden zóbehandeld, dat het prikkelde tot onderzoek en nagaan van het geschrevene. Daarenboven was het alles zoo gezellig en huiselijk, dat ook jonge en onerva ren natuuronderzoekers met hun vragen en vondsten durfden komen, waardoor menige anders nooit gepubliceerde merkwaardigheid of noviteit op natuurhistorisch gebied bekend werd. fc.En dat alles gebeurde met een enthousiasme voor al het mooie er in, een liefde voor al wat leeft, een diep gevoel voor de natuur in al haar openbaringen, dat je er warm van werd om ie hart ! De eerste ontmoeting met Heimans en Thijsse was dan ook een gebeurtenis, een feest en, wat hun geschriften beloofden, werd nog overtroffen bij nadere kennismaking. Wat een geestdrift, wat een plannen en wat een heerlijk optimisme ! Na een wandeling met die beiden was er van schaamte over plantenbus en gevoelens geen sprake meer. Integendeel: je liep", zooals Thijsse eens schreef, in je verschoten kleeren zoo rustig over de wereld heen met groote, blinkende oogen en een hoogmoedig gezicht, net of je Engelsen kende en bij Emer son gelezen had: ,, Oive me health and a day and l will make the pomp of emperors ridiculous" ". Blijdschap vervulde je hart, dat wat zooveel vreugde en genot je schonk, weerklank vond bij zulke frissche, vroolijke en verstandige menschen. Zoo knap als lateiwaren zij nog niet; Heimans was er juist achter hoe een roodborstje zong, en een hoomklever was een onbekende grootheid voor hem; een bosch met aronskelken, sleutelbloemen, gulden boterbloemen en bosch weden k, een beek jemetgoud veil en springbalsa inlenen waren voor beiden ongekende heerlijkheden. In hoeveel strophen ontleedden we het lied van den winterkoning en welke hypothesen werden er vastgeknoopt aan 'net al of niet gevlekt zijn van het Aronskelkschutblad ! ? Voor ons, die al aan natuurstudie deden, was hun optredeneen vervulling. Voor hoevelen is het toen en later een opwekking geworden, die zoo krachtig doorwerkte, dat na luttele jaren een menigce van biologische studenten naar onze universiteiten stroomde. Leek de drang zelfs niet zógroot te worden, dat Prof. Hugo de Vries meende een waarschuwend woord te moeten doen hooren in de Levende Natuur? If- Voor hen moet dat echter een groote voldoe ning geweest zijn, zóhun belangeloozen arbeid succes te zien hebben. Onverdroten bleven zij doorgaan ent usschen al het werk i n de Levende Natuur kwam de serie boekjes Van Vlinders, Bloemen en Vogels" uit, waarin zoo knap van liet eenvoudige opgeklommen werd naar he.t meer gecompliceerde, terwijl bovendien de geïllustreerde flora met haar duizenden tekstfiguurtjes en nieuwe methode van determineeren tot stand kwam. Dit alles moest gebeuren in den vrijen tijd, dien de school hun liet en zag in vijf jaren tijds het licht. Intusschen hadden beiden zich meer gespecialiseerd en het is te begrijpen, dat Hei mans met zijn ster ke verbeeldingskracht zich aangetrokken ge voelde tot de geologie met haar geweldige om wentelingen en perioden en Thijsse's levendige geest e-n vlugge opmerkingsgave geboeid wer den door de vogels, /elf een en al activiteit en brio. Van deze studie was Het vogeljaar" de eerste vrucht en voor wie /onder geweer ! onze gewone Nederlandsche vogels willen leeren kennen, bestaat geen beter boek. hnkele jaren later volgde Het intieme Leven der Vogels". Wat in zijn artikelen over vogels in de Levende Natuur en in het Vogeljaar reeds zoo bekoorde, de frissche, liefdevolle,dikwijls humoristische wijze van beschrijven, kwam in deze uitgebreidere schetsen nog beter tot uiting. Lees nog eens die teere, innigdoorvoelde be schrijving van het fitislied in het ontluikende berkenbosch of die fijnspottende vergelijking bij het behandelen van nut en schade van den merel en gij zult erkennen dat weinigen i n bin nen- of buitenland hem daar evenaren. Voor mij is dit het boek, waarin men het diepst beseft, hoeveel hij w n de vogels in hun vroolijk en onbezorgd bestaan houdt ; hier spreekt het duidelijkst zijn sentiment, zonder dat er ooit van sentimentaliteit sprake is. De echte vogel beschermer is hieraan 't woord, die niet alleen de lieve, aardige en mooi zingende Teekening voor ,,dc Amsterdammer" van Bernard van Vlijmen Doclor honoris causa JAC. P. THIJSSE vogels liefheeft, maar rek den spei wer/ijn buil waartoe wij maar al ie va;.k geneigd zijn. gunt en den slimmen Vlaamschcn gaai zijn l laddtn de vogels meiischelijke neigingen en eilje hij 't ontbijt. Steeds tracht hij daarbij de verstand, dan zongen zij hem zeker, als moei'ijke klip te vermijden, om het vogeile- dank voor alles, wat hij voor hen deed, op ven uit mcnschclijk oogpunt te bekijken, den dag zijner promotie de morgcnliym'nen ? toe waarover hij zoo dikwijls en zoo enthou siast schreef! In 1914 trof hem een groote en smartelijke slag, toen zijn vriend Heimans zoo plotseling heenging. Maar Thijsse zou Thijsse niet ge weest zijn, wanneer dit hem geheel terneer geslagen had. Zijn onverwoestbare levenslust en geeslkracht deden hem verder gaan opzijn weg en uitgebreider werd steeds zijn werkkring. In 1905 opgericht, eischte de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Neder land" voor eengroot deel zijn werk! voort durend meer van zijn tijd en arbeidskracht. Hier konden zijn illusies verwerkelijkt worden, hier al zijn eigenschappen tot haar recht ko men. Want bij al zijn werken en schrijven op na tuur-historisch gebied is dit wel de innerlijkste drijfveer geweest: zijn medemenschen iets te geven vanoe innige liefde voor de schepping, die hem bezielde; hen te laten beseffen,welk een onuitputtelijke bron van genot, welk een verhooging van levenslust en levensvreugde het meeleven met en doordringen in de natuur geeft. Wat moest dat heerlijk voor hem zijn, voor zoovelen de gelegenheid te scheppen lot genieten en wandelen in de merkwaardigste en mooiste terreinen van ons land ! En wien zou dat beter toevertrouwd zijn dan den man, die in zijn jonge dagen half Neder'and in zijn vacanties doorwandelde en met z'n vlugge opmerkingsgave tweemaal zooveel zag en hoorde als een gewone wandelaar? Hoeveel geduld, hoeveel volharding, hoeveel optimisme was en is daarvoor echter noodig, vooral optimisme en een nooit versagend ge loof in het goede der menschen! Velen zijn, als Thijsse, in hun jeugd vervuld geweest van ide alen, maar hoe weinigen hebben als hij, bij het klimmen der jaren, na de vele en onvermijde lijke tegenslagen, die ook hem niet gespaard zijn gebleven, die idealen ongerept bewaard en staan, als hij, met eenzelfde feu sacrébezield, steeds op de bres wanneer zij bedreigd worden. Hoe kan hij dan op de hem eigene wijze, een mengeling van jovialiteit,ernst en geest, een heele vergadering, uit heterogene elementen saamgesteld, tot zijn inzichten overtuigen, hoe weet hij dan jonge enthousiasten en oude ren en voorzichtigeren,aan den eenen kant te temperen, anderzijds op te wekken ! Is het wonder, dat hij zitting heeft in bijna allebesturen van lichamen, die zich op natuurhis torisch gebied bewegen? De meeste daarvan richtte hij trouwens mede op; om enkele der belangrijkste te noemen: de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging, de Ornithologische Vereeniging, de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten, die alle veel aan hem te danken hebben. Niettegenstaande al dit werk, en ik somde nog lang niet alles op, (alleen, wat hij in dit weekblad schreef, vult een boekdeel !) blijft Thijsse jong en frisch. Wie, die hem de laat ste jaren zag of hoorde, gelooft, dat die kwieke figuur de vijftig reeds enkele jaren achter den rug heeft en al een paar maal grootvader is? Neen, hij mag ouder in jaren worden en ik hoop, dat er hem nog vele gegeven mogen zijn een ouwe heer" wordt hij nooit ! Daarvoor is zijn altijd bezige geest te levendig, zijn hoofd te vol toekomstplannen, zijn levenslust te exuberant. I i n wanneer straks de plechtige promotie heeft plaats gehad en hij het deftige doctor" vór zijn Jae. F. mag schrijven, dan zal hij blij veil, wat de vogeltjes "zijn op z'n briefvignet: onbekommerd" en de eenvoudige, hartelijke mensch en vriend, die hij steeds was. Hardinxveld. P. v. i). B r R o DE BRIEF UIT RUSLAIsD Teekening voor de Amsterdammer" van Gcorge van Rafmdunck YaV / \ fr^SI J^-4. " i-'O ' , l$l ^-" _ n ~^=r'~ ^-De afzender 11. De post 11 Miiladelphia CitiirantenbericM : Een dame te Philadelphia ontving een brief uit Rusland, gefrankeerd met 1025 postzegels Ze waren geplakt op beide zijden van een afzonderlijk stuk papier, Ui'voet lang en 7 inches breed, dat aan den brief was bevestigd. Al de 1025 postzegels wart n zorgvuldig afgestempeld. --- ,,Manchester Gr.ardian". TOONEEL N.V. COMOEDIA'S JOYELSE ENTREE IN HET CENTRAAL THEATER ' Max van thlder is met klaroengeschal uit het Centraal-theater getogen, Comoedia" is er met bekkenslag ingetrokken. Het was wederom feest in het theater in de Amstelstraat en wederom zaten in de fauteuils, in de stalles en op de overige rangen keurig uitgedoste dames en heeren om het feest mee te vieren. Elk gezelschap heeft zoo zijn aan hang en zijn speciaal publiek en dus zagen wij de gezichten, die wij bij Comoedia" steeds plegen te zien. En het is nu nr'.ar zaak voor deze spelers, en voor andere ook, te zorgen dat zij hunne oude vrienden behouden en dat zij er nieuwe bij krijgen bovendien. Comoedia" bestaat uit een sympathiek groepje menschen, sympathiek, omdat zij beschaafd zijn en omdat er eene onderlinge collegialiteit bestaat, die men elders mis schien niet zoozeer vindt, en omdat er hard wordt gewerkt en, niet het minst, omdat deze luidjes jonge idealen hebben. De collegialiteit onder de sociétaires: het echtpaar v. Kerckhoven-Kling, het echtpaar Lobo, Dirk Verbeek en Bets Ranucci-Beckman, vindt uiting in het rose blaadje dat Comoedia" uitgeeft, in deze woorden: Na tuurlijk hebben wij niet allemaal denzelfden, smaak. Steeds meer willen wij er naar streven onafhankelijk van elkaar te werken, ons beur telings aan eikaars zienswijze te onderwerpen. Wij verwachten dat de veelhoofdigheid van ons bestuur ons .voor eenzijdigheid zal bewaren. Een vaste band bindt ons: de liefde voor ons werk en de overtuiging dat wij de kunst niet dienstbaar mogen maken aan onze be langen, maar dat wij er zijn om de kunst te dienen". En van hun idealisme geven zij blijk reeds door het repertoire voor het komende seizoen, waarin o.a. stukken van Dunsany, Wecekind, Schuit zier, Lenormand en ook van een Nederlandse!) schrijver: dr. laan van (ielder, staan. De sociétaires zullen wat met de handen in het haar hebben gezeten met de keu/e van het stuk of van de stukjes, waarmee zij dit jaar openen moesten. In het vorige seizoen hadden zij een gelukkigen greep gedaan: eerst met de Herbergierster" en daarna met Vlam", maar nu kwamen ze in eens in zoo'n geheel ander theater, waar steeds de kleinkunst en het cabaret hoogtij hadden gevierd en zij besloten blijk te willen geven van een ernstig willen door eenige fijne, geestige eenacters op te voeren, waarin toch een tikje van het navrante schuilt en door een stukje van philosophische waarde te geven, zooals ik zelden op het tooneel heb gezien. Maar tevens wilden zij de brug slaan tusschen het vroegere Centraal-theater-genre en dat van nu, door ook iets te geven van wat des cabarets is. Wij zullen, wat dit laatste betreft, goedmoedig wezen en maar eens glimlachen over de entree, de parade door het geheele gezelschap vór een kleurig doek, dat dal van een kermisten! verbeelden moest en waarvór Dirk Verbeek de clowns en overige sujetten met heuschen bekkenslag hij het verbaasde publiek introdu ceerde. En wij zullen niet te veel kwaads zeggen van een flauwiteit je van den schrijver Jacob Veimaas, dat volgde en dat een soort Barbarosserittjc" was, maar veel minder geestig. En och, Als de menschen slapen" een poëtischer cabaret-niimmertje, waarbij Greetje Lobo en Mienlje van KerckhovenKling als Pierrot en Pierrette over de leuning van een bank hingen, waaruit allerlei vrouwen gestalten opdoemden, die verrukt waren of jaloersch om de liefde daar boven, de liefde, die zich uitte in een liedje was ten slotte wel een aardig gedoente. En evenmin willen wij kwaad spreken van de eiansnummers uitgevoerd door de kunst danseres Greta Wallmann. Wij hebhen er betere gezien, maar slechtere ook. Maar blij zijn wij zonder voorbehoud dat wij gul het spel kunnen prijzen in n de keuze van de drie ecnactert jes. Twee Coutverts" van Sacha (hiitry behandelt het geval ? van eenal bejaarden vader, die zich n t nantieel en in zijn liefdelcven opoffert voor zijn zoon. Hij is weduwnaar, had twee maal kun nen trouwen en heeft het twee maal gelaten: den eersten keer, omdat /.ijn jongen te jong was, den tweeden keer, omdat hij te groot was. Nu verwacht de vader zijn zoon met twee fijn gedekte couverts, omdat hij eind examen gymnasium gedaan heeft. Eerst ver schijnt de minnares van vader Pelletier, die hij afpoeiert, want de/e dag is voor zijn zoon en voor hem alleen en die liefde is geheel afge scheiden van die geheel andere. De knaap ver schijnt, is gezakt en hoogst onverschillig. Hij wii \":n <chuo: ,:f. de ;cerar:n zijn stomme 'ingen, de genles zakken. Aan vadenijkr ver maningen heeft hij maling, voor goed gemeen den raad haalt hij de schouders op. En eten zal hij wat kunnen hem de twee eouverts schelen bij een vriend. De vader gaat eenzaam de kamer binnen. Een eenvoudig gevalletje van allen dag, maar Sacha (iuitry heeft het niet alledaags uitgewerkt en Lobo speelde den vader zoo uiterst fijn met dien ondergrond van weemoed, die er in het ge val" ligt, zoo echt als pere noble", zooals hij hij de parade" was ingeluid. Ook Rosaiind" van J. M. Barrie, door Lobo uitstekend uit het Engelsch vertaald, is in den grond wat weemoedig, ofschoon (i reet je Lobo er toch al haar kost e l ij ken humor, dien zij in zulke rijke mate bezit,in leggen kon. Het is moeilijk voor eene vrouw haar leeftijd te dragen, voor een actrice bovenal. En dat is zóbegrijpelijk, want het publiek zou wel eens de illusie kunnen verliezen als het precies Nederl. Munt Holland»boste t O cent sigaar wist hoe oud de jeune amoureuse" is en hoe veel kinderen zij heeft. En als zoo'n actrice ongetrouwd is, dan speelt zij allicht ook in het gewone leven de jeune amoureuse of nietamoureuse. .Althans de 40-jarige actrice in dit stukje ik bedoel niet cl e actrice, die de actrice speelt, want Grcetjcs leeftijd doet er niet toe: zij is waarlijk eeuwig jong doet in het gewone leven alsof zij den leeftijd heeft van Rosaiind, de rol uit Shakespeare's As you like it," die zij met zooveel voorliefde speelt. Vandaar dat het geen wonder is dat Charles verliefd op haar is en haar portret in eene portefeuille op zijn hart draagt. Maarmejuffrouw Page, die Rosaiind speelt, gaat en retraite" bij eene niet jonge hospita en nu wil zij de weelde van haar 40 jaar plus de Meimaandjes" eens genieten. Zij kamt heur haar sluik naar achter, schurkt zich in haar stoel als een bejaarde poes, vertelt dat zij de moeder is van de beroemde Rosalind"speelster, wier portret op tafel staat. Heel toevallig verschijnt Charles, verregend, in het vertrek, ziet het portret van zijne geliefde, spreek! met de moeder", totdat deze hem ten slotte het mysterie openbaart. En dan is ook bij hem de illusie verstoord, maar. wijl hij gentleman" is, zal hij haar tot het volgende station geleiden. Mejuffrouw Page verkleedt zich en zósterk is 'hare transformatie-kunst en die van (ireta Lobo is er recht evenredig aan dat zij als de jeugdige rol verschijnt, als de jeugdige rol, die zij in het wonderlijke leven te spelen heeft. (Treetje Lobo's spel was schattig en meer, en Johan Kaart Jr?die eene mooie stem heeft en goede soepele houdingen en juiste gebaren, gaf eveneens uitnemend :le te spelen figuur weer. In De coulissen der ziel", een monoclrama van N. Evreinot'f was Kaart in eten proloog een droge professor -mooi karakterspe! - die vór een zwart bord het publiek college geeft in moderne psychologie (de namen van Freud, Wundt en anderen werden genoemd): Het Ik (met een hoofdletter) onderscheidt zich in drie kleinere ikjes het publiek lachte natuurlijk, zonder reden - in die van het verstand, het gevoel en het latent onderbe wuste. In harmonisch verband vormen die een harmonisch geheel, maar als n van die factoren te zeer overheerscht, dan is de vrede in het individu verstoord. Loopt het gevoel zonder den leiband van liet verstand, zooals in dit monodramatje geschiedt, dan vervalt de mensch in waanzin. De plaats der hande ling van het stukje is.... de mensch: Men ziet hart, longen, wervelkolom, waaraan draadjes met een telephoontoestel (de zenu wen, die de gevoelsindrukken naar de hersens teleplioneeren"). Gevoel, verstand en onder bewustzijn zijn hier gescheiden door drie acteurs, successievelijk Constant v. Kerck hoven Jr?Eolkert Kramer en Jack Hamel, die ligt te slapen (het latent onderbewustzijn). Het gevoel wil ongebreideld liefhebben, onge controleerd, migereglementeerd. Het verstand waarschuwt. Het gevoel (in dit stukje) be mint eene vurige danseres. Het verstane! waar schuwt tweeledig: het is de schoone schijn, die bedriegt, zie hoe zij in werkelijkheid is, zonder schmink, zonder andere schoonheidsattributen, zie hoe leeg is haar mond, hoe vaal haar gelaatskleur. En: denk aan je vrouw en je kind. Als phantasmagorie verschijnt de danseres in schoonen schijn, de danseres zonder en de moeder met het kind. Ook ver schijnt nog de waarlijk minnende vrouw in anderen vorm: in dien vaneene vrouw van het volk. Want het gevoel is niet het gevoel van een bepaalden mensch, maar van den mensch in het algemeen, gelijk Elckerlyc de geheele menscliheid symboliseert. In het stukje overweegt het gevoel: de danseres bokst de moedervrouw neer, het gevoe' worgt het verstand. En de mensch van louter gevoel, de psychose menscli, schiet zich voor den kop, Het latente onderbewustzijn zal zich latent in een ander mensch manifesteeren: De treinconducteur" heeft het gewaarschuwd dat het overstappen moet. v. Kerckhoven speelde het gevoel" goed, iets te veel uit, mevrouw v. Kerckhoven-Kling was de zoete moedervrouw, die voor haar klein kindje een slaapliedje zingt, Eolkert Kramer, koel en nuchter gelijk het moest - het verstand. Dit stukje was de daad" van dezen avond. IllUllllllllllulllllllllltll HETBOEK VAN DE WEEK OLGA WELGEMOED DOOR FELIX SALTEN Vertaling van ALICE VAN NAHUYS Prijs gebonden met geïllustreerd omslag van IS. VAN MENS f 1.50 Het Haarlemsch Dagblad schrijft: I-eli.\Salten heeft deze kleine, maar zeer tragische en aandoenlijke ge schiedenis beschreven in een fijnen toon, gevoelig, en waar het noodig was, levendig en vol gloed en kleur. Uitgave van VAN HOLKEMA i WAflENDORF, A'dam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl