De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 23 september pagina 5

23 september 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

. '22. wNo. 2361 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BIJ DEN AANVANG 't Is jammer, dat het eenige maanden geleden opgedoken denkbeeld, om de kiesbiljejtten voor vrouwen een andere kleur (dit natuurlijk in gansch letterlijken zin te nemen !) te geven, als dat der mannen, bij débevoegde autoriteiten geen ingang heett gevonden. Dan zouden de vele gissingen en vergissingen die nu wel gemaakt moesten worden, bij het onderzoek naar den invloed dien het Vrouwenkiesrecht op den ver kiezingsuitslag heeft gehad, grootendeels ver meden zijn.De belangstellende staatsburger(es) zou willen weten, welke resultaten door zijne bemoeiingen gedurende de verkiezings campagne en dór zijn uitgebrachte stem zijn verkregen, maar ook en voornamelijk, welke gevolgen daarvan en van de nieuwe samenstelling der 2e Kamer te wachten zijn; en men wilditspoedigweten,omdat men eigen lijk reeds nu al weer moet gaan werken voor de verkiezingen der Gemeenteraden en Pro vinciale Staten in 1923. Hoe echter die onderzoekingen ook zullen uitvallen de regeering zal ongetwijfeld te harer tijd de noodige statistieken wel wereldkundig maken n ding staat toch nu al vast, namelijk dat de vrouwen va.i het haar geschonken recht minstens een even ruim gebruik hebben gemaakt als de mannen, en haar burgerplicht in het algemeen naar behooren hebben vervuld. Technische fouten zijn er vele gemaakt, getuige het groot aantal ongeldige biljetten. Het verschil in kleur zou ook hier dadelijk hebben uitgemaakt of de vrouwen in deze onhandiger zijn geweest dan de mannen. De vrouwen mogen zich wel eens afvragen of er nu eigenlijk wel afzonderlijke vrouwen belangen zijn ?Als wij vragen,-ja, vurig wenschen naar een verbeterde huwelijkswetgeving, doen wij dit toch niet uit egoïsme, maar in de hoop op een gelukkiger gezinsleven voor alle gehuwden en hunne kinderen. Als wij ons op het stand punt stellen, dat de arbeidster even goed haar loon waard is als de arbeider, en dat zij bij het bepalen der arbeidsvoorwaarden (-tijd !), k als mondig moet worden beschouwd en dus het recht moet hebben even lang en even veel te arbeiden als haar mannelijke collega en in de werkplaatsen die zij zelf verkiest, dan doen wij dit, omdat wij niet wenschen dat de vrouw onderkruipster zal zijn van echt genoot, vader of broers; wij willen daardoor gelijke ontwikkelingsvoorwaarden voor allen scheppen. Dit voelen wij misschien wel veel dieper dan mannen, maar het is daarom nog niet noodig, ja zelfs onpractisch, om daarvoor een afzonderlijke vrouwenpartij te stichten. Door overtuiging, en als gevolg daarvan door samenwerking, komt men sneller en zekerder tot het doel, vooral nu er reeds zoo vele mannen zijn, die ons daarbij behulpzaam willen zijn. Deze laatste regel geldt niet alleen voor de kiezeressen, maar ook voor de nu gekozen vrouwen. Op de 100 afgevaardigden hebben wij nu 7 vrouwen in de vorige Kamer slechts twee. Wij zijn dus wel sterk voor uitgegaan en een veel grooter aanwas wa.,, gezien de plaatcing op de lijsten, ook niet te verwachten. De belangstelling is, nu de vrou wen aan die keuze hebben medegewerkt, in belangrijke mate gestegen en deze zal haar weldadigen invloed ook op het zevental uitoefenen. Zij zullen daardoor voortdurend herinnerd worden aan het feit, dat zij, wel is waar volgens het grondwettelijke beginsel het geheele Nederlandsche volk en niet in de eerste plaats een partij of een sekse vertegenwoordigen, maar dat zij toch ook tegenover hare kiezeressen een bepaalde verantwoordelijkheid hebben en dat aeze haar zelfs wel eens in conflict kan brengen met haar mannelijke collega's, zelfs van haar eigen partij; want er zijn werkelijk vraag stukken, die door de vrouwen vooralsnog van hooger gewicht worden geacht, dan door vele mannen, ook al zijn deze bereid daaraan eveneens hun aandacht te schenken. Wij willen daarvan enkele noemen, maar wijzen tevens op het feit, dat ook de vrouwen, over de oplossing daarvan, volstrekt niet eenparig denken. Zelfs de onpartijdige formuleering daarvan, kost moeite doch wij willen trachten, de belangrijkste alleen vermeldende, deze aldus kenbaar te maken: 1. Bezuiniging, overal waar dit in de staatshuishouding ook maar eenigsziiis mo gelijk is. 2. Ontwapening, of zoolang deze nog tot de vrome wenschen moet behooren ver mindering der persoonlijke en finantieele militaire lasten. 3. Herziening der verouderde huwelijkswet geving, in hoofdzaak nu nog dateerende van 1838. 4. Betere zorg op hygiënisch, moreel en financieel gebied voor de aanstaande en jonge moeder. 5. Behartiging der belangen van de arbeidende vrouw, met gelijke ontwikke lingsvoorwaarden voor de beide seksen, en dus ook gelijk loon voor gelijken arbeid. Dat deze punten in behandeling zullen moeten komen, en liefst zo j spoedig mogelijk, daarover zullen onze vrouwelijke kamerleden het wel eens zijn, maar wat kunnen wij nu van haar verwachten, ten opzichte van deze ingrijpende vraagstukken? Al de gekozenen hebben natuurlijk door hun vroegeren politieken en socialen arbeid een verleden, waarnaar zij ook verder zullen willen handelen, al hoopt men, dat door de samenwerking met de andere Volksvertegenwoordigers, zij hare inzichten nog zullen blijven verbreeden en verruimen, maar niet minder, dat zij zich haar vrouwelijk inzicht zullen kenbaar maken bij het vastleggen van wetten. Het verleden van Mejuffrouw SUZE GROENEWEG staat ons borg, dat zij zal medewerken, om genoemde vrouwenwenschen naar voren te brengen en te steunen. In haar 4-jarig Kamerlidmaatschap heeft zij dit getoond en ook, dat de feministe in haar begon te groeien en zij niet altijd vór alles S. D. A. P.er was. Van Mevrouw Dokter DE VRIES-BRUINS, haar Partijgenoote, mogen wij ook het beste hopen. Zij is, als lid van den Gemeenteraad n van de Provinciale Staten in Groningen, bekend als een resolute, kordate persoon, die zich vooral interesseert voor verbetering van het onderwijs. Een vrouw-dokter in de Kamer, is zeker een groote aanwinst en bij de be handeling van moederschapszorg kan zij wellicht eens een consult houden met dokter Scheurer van de Anti-Revolutionaire Partij, ook omtrent het vraagstuk van den vaccinedwang. Mejuffrouw Jon. WESTERMAN heeft, i;; het jaar dat zij reeds zitting had in de 2e Kamer. bewezen, dat het meisjesonderwijs haar zeer ter harte gaat en zij daarvoor opkomt. Zullen de feministische eisenen hierboven genoemd, ook bij haar steun vinden? Zal zij pal kunnen staan voor dit echt moederlijk streven, duurzamen vrede ,e helpen bevorderen, zonder ver meerdering van militaire uitgaven? Mejuffrouw MR. L. VAN DORP, eertijds een vurige strijdster in den Bond voor Vrouwen kiesrecht is hare conservatieve neiging getrouw gebleven. Wanneer men hare laatste brochure, ,,Het bankroet der tegenwoordige sociale politiek" als haar politieke richtsnoer mag beschouwen, dan ziet men haar als een begin seivaste liberale staathuishoudkundige- De door haar aangehangen leer van Staats onthouding zal haar Bezuiniging doen zoeken op een geheel ander gebied dan de Econo mische Democraten. Mejuffrouw MR. FRIDA KAT/, heeft in haar praktijk zich zeer geïnteresseerd voor de misdadige jeugd. Wanneer de benoeming van een vrouw als rechter aan de kinder rechtbanken aan de orde komt, verwachten wij veel van haar hulp in deze. Van Mevrouw BRONSVEI.D-VITRINOA, is be kend dat zij in den Roomsen- Katholieken Vrouwenbond ijverig werkzaam is. Wat men van haar als feministe kan verwachten? De toekomst zal het leeren, want in de algemeuie vrouwenbeweging was zij totd iisver onbe kend. Met Mevrouw BAKKER-NOKT kwam de derde vrouwelijke Jurist in onze Volksver tegenwoordiging. Zij heeft niet, zooals meestal geschiedt, als jong meisje het Gymnasium bezocht en is daarop naar de Universiteit Drinkt SIPKES* Limonades. Smakra BIÜTAT n v«rfri««ch«ad. gegaan, maar zij heeft eerst in latere jaren, toen zij reeds eenige jaren gehuwd was, de Rechtsstudie gekozen. Dit geeft m.i. daaraan een geheel andere beteekenis. Door haar academisch proefschrift, dat gewijd was aan ,,de Rechtspositie der gehuwde vrouw" heeft zij bewezen, dat zij hare studie in de Rechten wilde dienstbaar maken aan de belangen der vrouw. De vrouwelijke leden van den Duitschen Rijksdag blijven gewoonlijk werkzaam in partijverband. Toch vereenigen zij zich van tijd tot tijd tot een vrouwenfractie" wanneer speciale belangen van vrouwen en kinderen behartigd moeten worden. Zij deden dif o.a. bij het protest tegen de hongerblokkade en nu, kort geleden, bij de behandeling der kinderwetten (met uitzondering der meest conservatieven). Wij wülen niet al te veel op de schouders onzer vrouwelijke afgevaardigden laden; haar taak zal moeilijk genoeg zijn, maar wij hopen dat zij het voorbeeld harer Duitsche collega's zullen volgen en elkaar, ver de Partijen heen, de hand zullen reiken, wanneer de feministische belangen dit eischen. Al is haar aantal nog maar gering, toch zal er een zegenrijke invloed van haar kunnen uitgaan. N. M A N S F E L D T DE WlT T HU B ERTS VITRINE POPPEN iiuiiiiniimi i iiiiiHiiiimiimiiiiimiiiiiiiiiiiiitt MOEDERS lll DE MONDAINE MOEDER Voor e mondaine moeder is haar kind een byou, dat haar eigen bekoorlijkheden rehausseert, of een kostbaar bibelot. Soms beschouwt zij het als een stukje speelgoed, zooals ook haar Pekinese of griffon is. Haar mondaine verplichtingen verhinderen haar de baby zelf te voeden, als het niet toevallig bon ton is dit wél te doen. Dikwijls ook heeft de arts, die in de mode is, voldoend moreel overwicht om mevrouwtje te dwingen, dagelijks enkele uren aan haar baby af te staan. Overigens wordt het kindje verzorgd door een verpleegster en later door een kinderjuffrouw, die nurse of bonne heet, naar gelang de mode naar Engelsche of Fransche imitatie overhelt. Deze baadt het en kleedt het, speelt er mee, wandelt er mee, verpleegt het, als het ziek is en troost het, als het schreit. Het kind heeft natuurlijk zijn eigen appar tement. Op den jour van mama wordt het binnen gebracht in een fraai geborduurd gewaadje, dat in alle opzichten voldoet aan de eischen der laatste baby-mode. Die der hygiëne en doelmatigheid komen pas in de laatste plaats. Wordt het kindje grooter, dan mag het na het diner een oogenblikje aan het dessert komen in een jurkje of pakje, dat har monieert met het toilet van mama. Bij het goedennacht zeggen wordt den gasten de gelegenheid gegeven in verrukking te geraken over het touchante tafereeltje van het kinder kopje tegen moeder's wang en het mollige kinderlijfje in moeder's armen - mits zoowel liet kinderkopje als de armen fraai van lijn en vorm zijn, anders wordt het laatste deel van het tableau geschrapt. 's Avonds, voor mama uitgaat, verschijnt ze als een soort schitterende fee aan de bedjes der kleintjes om ze goedennacht te wenschen. De kinderen der mondaine moeder hebben voor haar een stille, verre adoratie. Zij ver eeren haar als iets onwezenlijks, als een schoon idool. Zij hebben Haar lief met een hunkerende, hongerige liefde en zij idealiseeren haar, omdat ze haar zelden zien en in hel geheel niet kennen. Veeleischend is de mondaine moeder niet tegenover haar kinderen. Als ze keurig een knix kunnen maken, bijna nog voor ze goed geleerd hebben stevig op hun beentjes te staan, als ze zich netjes gedragen, rechtop zitten, een gekuischte vocabulaire hebben in gezelschap en zwijgen tot het woord tut hen gericht wordt, om dan met gepaste beschei denheid te. antwoorden, dan is mama tevree. En ze knikt voldaan, als men haar compli menteert over de goede opvoeding, die de kinderen krijgen. Van hun innerlijk leven weet ze niets. Hun echte ongekunstelde levensuitingen kent alleen de governess. Slangenbe zweerder Jammer, de kleurtn dot n 't in foto niet, de popjes zijn 't bezichtigen zoo ten volle waard. Ze zijn kunstig gemaakt van enkel woldraden. Een in 't lichaam verborgen spiraaldraad, doet het pep je allerlei standen aannemen. De slangenbezweerder in zijn fel oranje en rozerood wolkostuum is in type best getroffen en de Parisienne met de rose en witte luchtige dradenrokjes en de groote bloemkoolruikerin den arm niet minder. 't Is knap, humoristisch werk van aanDL BEÜil.LENDE MOEDER Zij demonstreert gaarne overal en ten allen tijde, dat zij haar kinderen een goede opvoeding geeft. Zij smaakt er een pervers genot in alles te verbieden. Daartegenover staat echter, dat zij niet eischt, dat haar verbod meer of minder stipt in acht wordt genomen. Het verbieden geschiedt meer ter wille van het verbieden zelf dan met de bedoeling dat er gehoorzaamd zal worden. De meest directe uitwerking van deze opvoedingsmethode, zelfs op nog zeer kleine kinderen, is volkomen onverschilligheid voor moeders woorden en een ontstellende ongehoor zaamheid. Waarmee de moeder trouwens genoegen neemt; immers dit geeft haar gereede aanleiding om straks opnieuw te verbieden. De kinderen begrijpen natuurlijk nooit, waarom hun iets verboden wordt; ook weten zij niet precies wat nu eigenlijk verboden is en wat niet, omdat in de hartstocht van verbieden alle logica ontbreekt. Wat van daag wordt toegestaan, mag morgen niet en wat heden verboden werd, is morgen geoorloofd. Als de kinderen werkelijk ernstig zouden willen pogen om te gehoorzamen, zouden ze waarschijnlijk nooit iets anders doen dan als zemelen poppen op een stoel zitten, netjes rechtop, cle handjes uitgespreid en de beentjes gestrekt, als tenminste dat ook niet weer verboden werd. Daarvoor zijn echter alle gezonde, normale kinderen te vol bewegingsclrift en levenslust. Daarom gaan ze hun gang, doen waar ze lust in hebben en laten moeder praten. Wat heel verkeerd is, dat spreekt vanzelf. Als men de moeder hoort verbieden mogen de kinderen niets, doch feitelijk mogen ze alles, omdat aan geen enkele verbodsbe paling de hand wordt gehouden. Dit verandert echter wel eenigs/.ins, zoodra er bezoek komt of als de familie zich op publieke plaatsen beweegt of in openbare middelen van vervoer bevindt. Dan worden er moeilijke oogenblikken doorleefd, moeilijk voor alle betrokkenen. Want dan barst e demonstratieve en onpaedagogische verbodspassic los als een storm, die over de kinderhoofdeii raast. Onder spottende blikken van toehoorders en toeschouwers kan het noodlottige geval zich voordoen, dat moedei plots stipte gehoorzaamheid vordert en een gezag wil doen gelden, dat ze zelf reeds lang vergooid heeft en dat door de kinderen niet wordt erkend. Als dezen niet toevallig van Parisienne zienlijke vrouwen uit Oostenrijk en NoordDuitschland, die hierin trachten een bijver dienste te vinden. In de etalages van de firma H. Meijer, KonigsnpU'in te Amsterdam c-n de firtnaVan der Laan, Bartcljorisstr. te Haarlem kan men nog veel meer van deze geestige pronkjes zien en.... kocp^n. 't Zijn leerzame voorbeel den voor haar die liefhebberij hebben in knutselen. E. M. R. g ZOMEN 180 X 225 Vanaf f 4.80 een wonderlijke lijdzaamheid en een engel achtig humeur zijn en er een eigen zinnetje op na houden, is het gevolg van een dergelijk onverwacht autoritair optreden een hevige scène met trappend, slaand, gillend en brullend protest. Arme moeder, die met negentig procent minder verbieden veel meer gehoorzaamheid zou kunnen kweeken ! W i L L v P T i L i. o N O zalige jeugd! H ie heerlijk is het jong te wezen Met cverblijde levenskracht, Het kloppen van je hart te voelen En 't leven in zijn volle pracht. Het levenssap te voelen bruisen, In al zijn rijkdom frisch en rein ; Hoe heerlijk is de jonge lente, Hoe heerlijk is het jong te zijn ! Hoe treurig is het oud te worden, Met mind'ren van deu levensmoed, 't Verslappen van de kracht te voelen, Het trager stroomen van je bloed; Te zien, hoe onze haren grijzen, Te zien de rimpels, grof en fijn, Hoe treurig is het ouder worden, Hoe treurig afgeleefd te zijn. A. K i- E i N--v. D. L E ij Naschrift. Is afgeleefd, afgeleefd iemand op aarde, Die jong nog van harte en wakker van geest Meeleeft met het liedenen vredig vertrouwend, Niet droevig bedenkt, hoe 't voorheen is geweest? E. M. R. llimiltlllllllimifIMIIIIII UtlllllllllUIIIIMIIIMHMtlll IMIHIIIIIIIII Illl iiiiiiiiiitiuiM iiiiiiHimimiiimiiiimiiiiiiiiimiiiimmiMiMiiiMiiii itiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiMiiiiiiii PADDENSTOELEN Van 23 tot 25 September wordt te Utrecht in het Botanisch Laboratorium weer eens een groote Paddenstoelententoonstelling gehou den, georganiseerd door de Nederlandsche Mycologische Vereeniging. Gelukkig zijn er alweer paddenstoelen, maar nog lang niet genoeg, want al klettert de regen alweer vroolijk uren achtereen tegen mijn raam, toch heeft het grondwater nog lang niet het peil bereikt, dat we tot twee jaar geleden als het normale" hadden beschouwd. Op onze hooge gronden hebben in die jaren verscheidene plantensoorten veel te lijden gehad en de paddestoelen niet het minst. Het was veel erger dan in 1911, toen de droogte maar een Boïetus flavus Snel groeiende Mycena's goed half jaar duurde. Ons beweeglijk duin stoof en rolde meer dan ooit en gaf blank zand te zien, waar vroeger de mooiste bloe men groeien. Waar het vastgelegd was, door hoornen en struiken, hielden ten slotte alleen de taaie mossen het uit, maar al wat niet diep wortelde kwijnde weg en op sommige plaatsen ging zelfs het houtgewas afsterven. Voor een enkele zeldzame plantensoort maakte ik mij zelfs beducht, dat ze uit onze Flora zou verdwijnen. Misschien zou dat ook gebeurd zijn, als we nog een derde of vierde jaar van droogte had den gekregen. Maar nu is gelukkig de regen gekomen en wat als plant was afgestorven blijkt toch nog in den grond aanwezig te zijn geweest als zaad of spore, als wortelstok of mycelium. Allerwege komt nu jong gedoe te voorschijn en het bosch begint er alweer ge zellig uit te zien, al is de chronologie nog een beetje in de war. De woestenij moet natuurlijk van voren af aan beginnen. In het goede bosch zijn cle paddenstoelen altijd present. Al vertoonen de hoeden zich niet, dan vindt ge toch het dunne draderige zwamvlokweefsel in de diepe lagen van de afgevallen naalden en bladeren. Of wanneer ge de worteluiteinden van het naaldhout en loofhotit bekijkt, dan vindt ge die merkwaar dig vervormd ouder invloed van het zwam vlokweefsel, dat niet alleen het worteltje be kleedt, maar ook doordringt tusschen de schorscellen of nog dieper. Het is nu al vele jaren geleden, dat Frank de aandacht vestigde op dit bondgenootschap van de hoogere planten met sommige zwam men. De vemvamde wortel werd mykorrhiza" genoemd en het bleek dat een zeer Kleurige Russula's groot aantal hoornen en struiken en kruiden er mee behept zijn. Ook werd al zeer spoedig de tmening uitgesproken, dat wij hier te doen hebbeu met een samenleving tot wederzijdsch voordeel, want in dien tijd had men over het algemeen een blijmoedig vertrouwen in de goedheid van de natuur. Tegenspraak bleef niet uit en tot op den huidigen dag is de zaak nog niet geheel uitgevochten. Ook ver keerde men in het onzekere omtrent de soort van zwammen, die bij de mykorrhizavormiiig betrokken zijn; sommigen dachten, dat het schimmels waren, anderen meenden, dat de ,,gewone groote paddestoelen" van deu wan delaar de hoofdrol speelden. Nu zijn juist daaromtrent in deu jongsteii tijd belangrijke dingen aan het licht gekomen. In The Journal for Ecology" van Februari 1922 doet Elias Melin een voorloopige mededeeling over de mykorrhiza van den groven den en van den fijnspar. Hij vertelt.dat het hem gelukt is de zwamvlokdraden uit de wor tels af te zonderen en dan voort te kweeken. Daardoor werd het hem mogelijk naar wille keur zaden van den en spar te laten ontkiemen en de kiemplantjes te doen voortgroeien al of niet in gezelschap met de zwamvlok. Het bleek nu, dat de zaden van deze naaldboomen geen aanleg van zwamvlok bij zich hebber, wat met sommige andere planten wel het ge val is. Bij afwezigheid van de zwam vorn t het kiemplantje gewone wortels met worte haren. In bepaalde gevallen groeit het boomp'e beter wanneer het mykorrhiza's kan vorm: n en Melin vond dat de mykorrhiza voor die naaldboomen onontbeerlijk is, wanneer ze groeien zullen op venigen bodem. Bovendien wezen zijn proeven ook uit, dat de mykorrhiza van deu groven den in staat is om de stiksti.f uit de lucht vast te leggen, evenals de brikteneknollet jes van de vlinderbloenien dat doer. Ten slotte ontdekte hij nog een zwamvlok die met de naaldboomworiels een pseudi.mykorrhiza" vormt, die n;,deelig is voor c'e plant en de zaailinget jes binnen enke'e jan n doet afsterven. Bij voortgezet onderzoek gelukte het Melin zelfs om de identiteit vast te stellen van enkele paddestoelensoorten, die bij de mykorrhiz; vorming betrokken zijn en dat waren dan twee broodzwamrnen en wel de bekende Gele Ringboleet, Boletus Intens en de niet minder bekende Bruine Ringboleet, Boletus flavus, onze twee oude vrienden uit Hei en Dennen. Ze zullen allebei wel op de Tentoonstelling present zijn en mogen ren eervolle vermelding hebut-n als de eerste ni'. t tamf lijk groote zeker heid bekende vormers van ,,goede"mycorrhizr. Maar de eenige zijn ze hoogstwaarschijnlijk niet en wanneer ge wandelt langs de kleurige Russuia's, de snelgroeiende Mycaena's, c'e sappige melkzwammen, de slanke Amanita's, dan moogt ge in hen allen vrienden vermoeden van het bosch n zijn bewoners, onmisbare medewerkers. JAC. P. T H ij s s E.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl