Historisch Archief 1877-1940
. '22. wNo. 2361
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BIJ DEN AANVANG
't Is jammer, dat het eenige maanden
geleden opgedoken denkbeeld, om de
kiesbiljejtten voor vrouwen een andere kleur
(dit natuurlijk in gansch letterlijken zin te
nemen !) te geven, als dat der mannen,
bij débevoegde autoriteiten geen ingang
heett gevonden. Dan zouden de vele gissingen
en vergissingen die nu wel gemaakt moesten
worden, bij het onderzoek naar den invloed
dien het Vrouwenkiesrecht op den ver
kiezingsuitslag heeft gehad, grootendeels ver
meden zijn.De belangstellende staatsburger(es)
zou willen weten, welke resultaten door
zijne bemoeiingen gedurende de verkiezings
campagne en dór zijn uitgebrachte stem
zijn verkregen, maar ook en voornamelijk,
welke gevolgen daarvan en van de nieuwe
samenstelling der 2e Kamer te wachten zijn;
en men wilditspoedigweten,omdat men eigen
lijk reeds nu al weer moet gaan werken voor
de verkiezingen der Gemeenteraden en Pro
vinciale Staten in 1923.
Hoe echter die onderzoekingen ook zullen
uitvallen de regeering zal ongetwijfeld
te harer tijd de noodige statistieken wel
wereldkundig maken n ding staat toch
nu al vast, namelijk dat de vrouwen va.i het
haar geschonken recht minstens een even ruim
gebruik hebben gemaakt als de mannen, en
haar burgerplicht in het algemeen naar
behooren hebben vervuld.
Technische fouten zijn er vele gemaakt,
getuige het groot aantal ongeldige biljetten.
Het verschil in kleur zou ook hier dadelijk
hebben uitgemaakt of de vrouwen in deze
onhandiger zijn geweest dan de mannen.
De vrouwen mogen zich wel eens afvragen of er
nu eigenlijk wel afzonderlijke vrouwen belangen
zijn ?Als wij vragen,-ja, vurig wenschen naar een
verbeterde huwelijkswetgeving, doen wij dit
toch niet uit egoïsme, maar in de hoop op een
gelukkiger gezinsleven voor alle gehuwden
en hunne kinderen. Als wij ons op het stand
punt stellen, dat de arbeidster even goed haar
loon waard is als de arbeider, en dat zij bij
het bepalen der arbeidsvoorwaarden (-tijd !),
k als mondig moet worden beschouwd en
dus het recht moet hebben even lang en even
veel te arbeiden als haar mannelijke collega
en in de werkplaatsen die zij zelf verkiest,
dan doen wij dit, omdat wij niet wenschen dat
de vrouw onderkruipster zal zijn van echt
genoot, vader of broers; wij willen daardoor
gelijke ontwikkelingsvoorwaarden voor allen
scheppen. Dit voelen wij misschien wel veel
dieper dan mannen, maar het is daarom nog
niet noodig, ja zelfs onpractisch, om daarvoor
een afzonderlijke vrouwenpartij te stichten.
Door overtuiging, en als gevolg daarvan door
samenwerking, komt men sneller en zekerder
tot het doel, vooral nu er reeds zoo vele
mannen zijn, die ons daarbij behulpzaam
willen zijn.
Deze laatste regel geldt niet alleen voor de
kiezeressen, maar ook voor de nu gekozen
vrouwen. Op de 100 afgevaardigden hebben
wij nu 7 vrouwen in de vorige Kamer
slechts twee. Wij zijn dus wel sterk voor
uitgegaan en een veel grooter aanwas wa.,,
gezien de plaatcing op de lijsten, ook niet te
verwachten. De belangstelling is, nu de vrou
wen aan die keuze hebben medegewerkt,
in belangrijke mate gestegen en deze zal haar
weldadigen invloed ook op het zevental
uitoefenen. Zij zullen daardoor voortdurend
herinnerd worden aan het feit, dat zij, wel
is waar volgens het grondwettelijke beginsel
het geheele Nederlandsche volk en niet in
de eerste plaats een partij of een sekse
vertegenwoordigen, maar dat zij toch ook
tegenover hare kiezeressen een bepaalde
verantwoordelijkheid hebben en dat aeze
haar zelfs wel eens in conflict kan brengen
met haar mannelijke collega's, zelfs van haar
eigen partij; want er zijn werkelijk vraag
stukken, die door de vrouwen vooralsnog
van hooger gewicht worden geacht, dan door
vele mannen, ook al zijn deze bereid daaraan
eveneens hun aandacht te schenken. Wij
willen daarvan enkele noemen, maar wijzen
tevens op het feit, dat ook de vrouwen, over
de oplossing daarvan, volstrekt niet eenparig
denken. Zelfs de onpartijdige formuleering
daarvan, kost moeite doch wij willen trachten,
de belangrijkste alleen vermeldende, deze
aldus kenbaar te maken:
1. Bezuiniging, overal waar dit in de
staatshuishouding ook maar eenigsziiis mo
gelijk is.
2. Ontwapening, of zoolang deze nog
tot de vrome wenschen moet behooren ver
mindering der persoonlijke en finantieele
militaire lasten.
3. Herziening der verouderde huwelijkswet
geving, in hoofdzaak nu nog dateerende
van 1838.
4. Betere zorg op hygiënisch, moreel en
financieel gebied voor de aanstaande en
jonge moeder.
5. Behartiging der belangen van de
arbeidende vrouw, met gelijke ontwikke
lingsvoorwaarden voor de beide seksen,
en dus ook gelijk loon voor gelijken arbeid.
Dat deze punten in behandeling zullen
moeten komen, en liefst zo j spoedig mogelijk,
daarover zullen onze vrouwelijke kamerleden
het wel eens zijn, maar wat kunnen wij nu
van haar verwachten, ten opzichte van deze
ingrijpende vraagstukken? Al de gekozenen
hebben natuurlijk door hun vroegeren
politieken en socialen arbeid een verleden, waarnaar
zij ook verder zullen willen handelen, al
hoopt men, dat door de samenwerking
met de andere Volksvertegenwoordigers,
zij hare inzichten nog zullen blijven
verbreeden en verruimen, maar niet minder,
dat zij zich haar vrouwelijk inzicht zullen
kenbaar maken bij het vastleggen van wetten.
Het verleden van Mejuffrouw SUZE
GROENEWEG staat ons borg, dat zij zal medewerken,
om genoemde vrouwenwenschen naar voren
te brengen en te steunen. In haar 4-jarig
Kamerlidmaatschap heeft zij dit getoond
en ook, dat de feministe in haar begon te
groeien en zij niet altijd vór alles S. D. A. P.er
was.
Van Mevrouw Dokter DE VRIES-BRUINS,
haar Partijgenoote, mogen wij ook het beste
hopen. Zij is, als lid van den Gemeenteraad
n van de Provinciale Staten in Groningen,
bekend als een resolute, kordate persoon, die
zich vooral interesseert voor verbetering van
het onderwijs. Een vrouw-dokter in de Kamer,
is zeker een groote aanwinst en bij de be
handeling van moederschapszorg kan zij
wellicht eens een consult houden met dokter
Scheurer van de Anti-Revolutionaire Partij,
ook omtrent het vraagstuk van den
vaccinedwang.
Mejuffrouw Jon. WESTERMAN heeft, i;;
het jaar dat zij reeds zitting had in de 2e Kamer.
bewezen, dat het meisjesonderwijs haar zeer
ter harte gaat en zij daarvoor opkomt. Zullen
de feministische eisenen hierboven genoemd,
ook bij haar steun vinden? Zal zij pal kunnen
staan voor dit echt moederlijk streven,
duurzamen vrede ,e helpen bevorderen, zonder ver
meerdering van militaire uitgaven?
Mejuffrouw MR. L. VAN DORP, eertijds een
vurige strijdster in den Bond voor Vrouwen
kiesrecht is hare conservatieve neiging getrouw
gebleven. Wanneer men hare laatste brochure,
,,Het bankroet der tegenwoordige sociale
politiek" als haar politieke richtsnoer mag
beschouwen, dan ziet men haar als een begin
seivaste liberale staathuishoudkundige- De
door haar aangehangen leer van Staats
onthouding zal haar Bezuiniging doen zoeken
op een geheel ander gebied dan de Econo
mische Democraten.
Mejuffrouw MR. FRIDA KAT/, heeft in
haar praktijk zich zeer geïnteresseerd voor
de misdadige jeugd. Wanneer de benoeming
van een vrouw als rechter aan de kinder
rechtbanken aan de orde komt, verwachten
wij veel van haar hulp in deze.
Van Mevrouw BRONSVEI.D-VITRINOA, is be
kend dat zij in den Roomsen- Katholieken
Vrouwenbond ijverig werkzaam is. Wat men
van haar als feministe kan verwachten? De
toekomst zal het leeren, want in de algemeuie
vrouwenbeweging was zij totd iisver onbe
kend.
Met Mevrouw BAKKER-NOKT kwam de
derde vrouwelijke Jurist in onze Volksver
tegenwoordiging. Zij heeft niet, zooals meestal
geschiedt, als jong meisje het Gymnasium
bezocht en is daarop naar de Universiteit
Drinkt
SIPKES* Limonades.
Smakra BIÜTAT n v«rfri««ch«ad.
gegaan, maar zij heeft eerst in latere jaren,
toen zij reeds eenige jaren gehuwd was, de
Rechtsstudie gekozen. Dit geeft m.i. daaraan
een geheel andere beteekenis. Door haar
academisch proefschrift, dat gewijd was aan
,,de Rechtspositie der gehuwde vrouw"
heeft zij bewezen, dat zij hare studie in
de Rechten wilde dienstbaar maken aan
de belangen der vrouw.
De vrouwelijke leden van den Duitschen
Rijksdag blijven gewoonlijk werkzaam in
partijverband. Toch vereenigen zij zich van
tijd tot tijd tot een vrouwenfractie" wanneer
speciale belangen van vrouwen en kinderen
behartigd moeten worden. Zij deden dif
o.a. bij het protest tegen de hongerblokkade
en nu, kort geleden, bij de behandeling der
kinderwetten (met uitzondering der meest
conservatieven).
Wij wülen niet al te veel op de schouders
onzer vrouwelijke afgevaardigden laden; haar
taak zal moeilijk genoeg zijn, maar wij hopen
dat zij het voorbeeld harer Duitsche collega's
zullen volgen en elkaar, ver de Partijen
heen, de hand zullen reiken, wanneer de
feministische belangen dit eischen.
Al is haar aantal nog maar gering, toch
zal er een zegenrijke invloed van haar kunnen
uitgaan.
N. M A N S F E L D T
DE WlT T HU B ERTS
VITRINE POPPEN
iiuiiiiniimi
i iiiiiHiiiimiimiiiiimiiiiiiiiiiiiitt
MOEDERS
lll
DE MONDAINE MOEDER
Voor e mondaine moeder is haar kind een
byou, dat haar eigen bekoorlijkheden
rehausseert, of een kostbaar bibelot. Soms beschouwt
zij het als een stukje speelgoed, zooals ook
haar Pekinese of griffon is. Haar mondaine
verplichtingen verhinderen haar de baby zelf
te voeden, als het niet toevallig bon ton
is dit wél te doen. Dikwijls ook heeft de arts,
die in de mode is, voldoend moreel overwicht
om mevrouwtje te dwingen, dagelijks enkele
uren aan haar baby af te staan.
Overigens wordt het kindje verzorgd door
een verpleegster en later door een
kinderjuffrouw, die nurse of bonne heet, naar gelang
de mode naar Engelsche of Fransche imitatie
overhelt. Deze baadt het en kleedt het, speelt
er mee, wandelt er mee, verpleegt het, als
het ziek is en troost het, als het schreit.
Het kind heeft natuurlijk zijn eigen appar
tement. Op den jour van mama wordt het
binnen gebracht in een fraai geborduurd
gewaadje, dat in alle opzichten voldoet aan de
eischen der laatste baby-mode. Die der hygiëne
en doelmatigheid komen pas in de laatste
plaats.
Wordt het kindje grooter, dan mag het
na het diner een oogenblikje aan het dessert
komen in een jurkje of pakje, dat har
monieert met het toilet van mama. Bij het
goedennacht zeggen wordt den gasten de
gelegenheid gegeven in verrukking te geraken
over het touchante tafereeltje van het kinder
kopje tegen moeder's wang en het mollige
kinderlijfje in moeder's armen - mits zoowel
liet kinderkopje als de armen fraai van lijn
en vorm zijn, anders wordt het laatste deel
van het tableau geschrapt.
's Avonds, voor mama uitgaat, verschijnt ze
als een soort schitterende fee aan de bedjes der
kleintjes om ze goedennacht te wenschen.
De kinderen der mondaine moeder hebben
voor haar een stille, verre adoratie. Zij ver
eeren haar als iets onwezenlijks, als een schoon
idool. Zij hebben Haar lief met een hunkerende,
hongerige liefde en zij idealiseeren haar,
omdat ze haar zelden zien en in hel geheel
niet kennen.
Veeleischend is de mondaine moeder niet
tegenover haar kinderen. Als ze keurig een
knix kunnen maken, bijna nog voor ze goed
geleerd hebben stevig op hun beentjes te
staan, als ze zich netjes gedragen, rechtop
zitten, een gekuischte vocabulaire hebben in
gezelschap en zwijgen tot het woord tut hen
gericht wordt, om dan met gepaste beschei
denheid te. antwoorden, dan is mama tevree.
En ze knikt voldaan, als men haar compli
menteert over de goede opvoeding, die de
kinderen krijgen.
Van hun innerlijk leven weet ze niets. Hun
echte ongekunstelde levensuitingen kent alleen
de governess.
Slangenbe zweerder
Jammer, de kleurtn dot n 't in foto niet,
de popjes zijn 't bezichtigen zoo ten volle
waard. Ze zijn kunstig gemaakt van enkel
woldraden. Een in 't lichaam verborgen
spiraaldraad, doet het pep je allerlei standen
aannemen. De slangenbezweerder in zijn
fel oranje en rozerood wolkostuum is in
type best getroffen en de Parisienne met de
rose en witte luchtige dradenrokjes en de
groote bloemkoolruikerin den arm niet minder.
't Is knap, humoristisch werk van
aanDL BEÜil.LENDE MOEDER
Zij demonstreert gaarne overal en ten allen
tijde, dat zij haar kinderen een goede opvoeding
geeft. Zij smaakt er een pervers genot in
alles te verbieden. Daartegenover staat echter,
dat zij niet eischt, dat haar verbod meer
of minder stipt in acht wordt genomen.
Het verbieden geschiedt meer ter wille van
het verbieden zelf dan met de bedoeling
dat er gehoorzaamd zal worden.
De meest directe uitwerking van deze
opvoedingsmethode, zelfs op nog zeer kleine
kinderen, is volkomen onverschilligheid voor
moeders woorden en een ontstellende ongehoor
zaamheid. Waarmee de moeder trouwens
genoegen neemt; immers dit geeft haar
gereede aanleiding om straks opnieuw te
verbieden.
De kinderen begrijpen natuurlijk nooit,
waarom hun iets verboden wordt; ook weten
zij niet precies wat nu eigenlijk verboden
is en wat niet, omdat in de hartstocht van
verbieden alle logica ontbreekt. Wat van
daag wordt toegestaan, mag morgen niet
en wat heden verboden werd, is morgen
geoorloofd.
Als de kinderen werkelijk ernstig zouden
willen pogen om te gehoorzamen, zouden ze
waarschijnlijk nooit iets anders doen dan als
zemelen poppen op een stoel zitten, netjes
rechtop, cle handjes uitgespreid en de beentjes
gestrekt, als tenminste dat ook niet weer
verboden werd. Daarvoor zijn echter alle
gezonde, normale kinderen te vol
bewegingsclrift en levenslust. Daarom gaan ze hun gang,
doen waar ze lust in hebben en laten moeder
praten. Wat heel verkeerd is, dat spreekt
vanzelf. Als men de moeder hoort verbieden
mogen de kinderen niets, doch feitelijk mogen
ze alles, omdat aan geen enkele verbodsbe
paling de hand wordt gehouden.
Dit verandert echter wel eenigs/.ins, zoodra
er bezoek komt of als de familie zich op
publieke plaatsen beweegt of in openbare
middelen van vervoer bevindt. Dan worden
er moeilijke oogenblikken doorleefd, moeilijk
voor alle betrokkenen. Want dan barst e
demonstratieve en onpaedagogische
verbodspassic los als een storm, die over de
kinderhoofdeii raast. Onder spottende blikken
van toehoorders en toeschouwers kan het
noodlottige geval zich voordoen, dat moedei
plots stipte gehoorzaamheid vordert en een
gezag wil doen gelden, dat ze zelf reeds lang
vergooid heeft en dat door de kinderen niet
wordt erkend. Als dezen niet toevallig van
Parisienne
zienlijke vrouwen uit Oostenrijk en
NoordDuitschland, die hierin trachten een bijver
dienste te vinden.
In de etalages van de firma H. Meijer,
KonigsnpU'in te Amsterdam c-n de firtnaVan der
Laan, Bartcljorisstr. te Haarlem kan men nog
veel meer van deze geestige pronkjes zien
en.... kocp^n. 't Zijn leerzame voorbeel
den voor haar die liefhebberij hebben in
knutselen.
E. M. R.
g ZOMEN
180 X 225 Vanaf f 4.80
een wonderlijke lijdzaamheid en een engel
achtig humeur zijn en er een eigen zinnetje
op na houden, is het gevolg van een dergelijk
onverwacht autoritair optreden een hevige
scène met trappend, slaand, gillend en
brullend protest.
Arme moeder, die met negentig procent
minder verbieden veel meer gehoorzaamheid
zou kunnen kweeken !
W i L L v P T i L i. o N
O zalige jeugd!
H ie heerlijk is het jong te wezen
Met cverblijde levenskracht,
Het kloppen van je hart te voelen
En 't leven in zijn volle pracht.
Het levenssap te voelen bruisen,
In al zijn rijkdom frisch en rein ;
Hoe heerlijk is de jonge lente,
Hoe heerlijk is het jong te zijn !
Hoe treurig is het oud te worden,
Met mind'ren van deu levensmoed,
't Verslappen van de kracht te voelen,
Het trager stroomen van je bloed;
Te zien, hoe onze haren grijzen,
Te zien de rimpels, grof en fijn,
Hoe treurig is het ouder worden,
Hoe treurig afgeleefd te zijn.
A. K i- E i N--v. D. L E ij
Naschrift.
Is afgeleefd, afgeleefd iemand op aarde,
Die jong nog van harte en wakker van geest
Meeleeft met het liedenen vredig vertrouwend,
Niet droevig bedenkt, hoe 't voorheen is
geweest?
E. M. R.
llimiltlllllllimifIMIIIIII UtlllllllllUIIIIMIIIMHMtlll IMIHIIIIIIIII Illl
iiiiiiiiiitiuiM iiiiiiHimimiiimiiiimiiiiiiiiimiiiimmiMiMiiiMiiii
itiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiMiiiiiiii
PADDENSTOELEN
Van 23 tot 25 September wordt te Utrecht
in het Botanisch Laboratorium weer eens een
groote Paddenstoelententoonstelling gehou
den, georganiseerd door de Nederlandsche
Mycologische Vereeniging. Gelukkig zijn er
alweer paddenstoelen, maar nog lang niet
genoeg, want al klettert de regen alweer
vroolijk uren achtereen tegen mijn raam, toch
heeft het grondwater nog lang niet het peil
bereikt, dat we tot twee jaar geleden als het
normale" hadden beschouwd. Op onze hooge
gronden hebben in die jaren verscheidene
plantensoorten veel te lijden gehad en de
paddestoelen niet het minst. Het was veel
erger dan in 1911, toen de droogte maar een
Boïetus flavus
Snel groeiende Mycena's
goed half jaar duurde. Ons beweeglijk duin
stoof en rolde meer dan ooit en gaf blank
zand te zien, waar vroeger de mooiste bloe
men groeien. Waar het vastgelegd was, door
hoornen en struiken, hielden ten slotte alleen
de taaie mossen het uit, maar al wat niet
diep wortelde kwijnde weg en op sommige
plaatsen ging zelfs het houtgewas afsterven.
Voor een enkele zeldzame plantensoort
maakte ik mij zelfs beducht, dat ze uit onze
Flora zou verdwijnen.
Misschien zou dat ook gebeurd zijn, als we
nog een derde of vierde jaar van droogte had
den gekregen. Maar nu is gelukkig de regen
gekomen en wat als plant was afgestorven
blijkt toch nog in den grond aanwezig te zijn
geweest als zaad of spore, als wortelstok of
mycelium. Allerwege komt nu jong gedoe te
voorschijn en het bosch begint er alweer ge
zellig uit te zien, al is de chronologie nog een
beetje in de war. De woestenij moet natuurlijk
van voren af aan beginnen.
In het goede bosch zijn cle paddenstoelen
altijd present. Al vertoonen de hoeden zich
niet, dan vindt ge toch het dunne draderige
zwamvlokweefsel in de diepe lagen van de
afgevallen naalden en bladeren. Of wanneer
ge de worteluiteinden van het naaldhout en
loofhotit bekijkt, dan vindt ge die merkwaar
dig vervormd ouder invloed van het zwam
vlokweefsel, dat niet alleen het worteltje be
kleedt, maar ook doordringt tusschen de
schorscellen of nog dieper.
Het is nu al vele jaren geleden, dat Frank
de aandacht vestigde op dit bondgenootschap
van de hoogere planten met sommige zwam
men. De vemvamde wortel werd
mykorrhiza" genoemd en het bleek dat een zeer
Kleurige Russula's
groot aantal hoornen en struiken en kruiden
er mee behept zijn. Ook werd al zeer spoedig
de tmening uitgesproken, dat wij hier te doen
hebbeu met een samenleving tot wederzijdsch
voordeel, want in dien tijd had men over het
algemeen een blijmoedig vertrouwen in de
goedheid van de natuur. Tegenspraak bleef
niet uit en tot op den huidigen dag is de
zaak nog niet geheel uitgevochten. Ook ver
keerde men in het onzekere omtrent de soort
van zwammen, die bij de mykorrhizavormiiig
betrokken zijn; sommigen dachten, dat het
schimmels waren, anderen meenden, dat de
,,gewone groote paddestoelen" van deu wan
delaar de hoofdrol speelden.
Nu zijn juist daaromtrent in deu jongsteii
tijd belangrijke dingen aan het licht gekomen.
In The Journal for Ecology" van Februari
1922 doet Elias Melin een voorloopige
mededeeling over de mykorrhiza van den groven
den en van den fijnspar. Hij vertelt.dat het
hem gelukt is de zwamvlokdraden uit de wor
tels af te zonderen en dan voort te kweeken.
Daardoor werd het hem mogelijk naar wille
keur zaden van den en spar te laten ontkiemen
en de kiemplantjes te doen voortgroeien al of
niet in gezelschap met de zwamvlok. Het
bleek nu, dat de zaden van deze naaldboomen
geen aanleg van zwamvlok bij zich hebber,
wat met sommige andere planten wel het ge
val is. Bij afwezigheid van de zwam vorn t
het kiemplantje gewone wortels met worte
haren. In bepaalde gevallen groeit het boomp'e
beter wanneer het mykorrhiza's kan vorm: n
en Melin vond dat de mykorrhiza voor die
naaldboomen onontbeerlijk is, wanneer ze
groeien zullen op venigen bodem. Bovendien
wezen zijn proeven ook uit, dat de mykorrhiza
van deu groven den in staat is om de stiksti.f
uit de lucht vast te leggen, evenals de
brikteneknollet jes van de vlinderbloenien dat doer.
Ten slotte ontdekte hij nog een zwamvlok
die met de naaldboomworiels een
pseudi.mykorrhiza" vormt, die n;,deelig is voor c'e
plant en de zaailinget jes binnen enke'e jan n
doet afsterven.
Bij voortgezet onderzoek gelukte het Melin
zelfs om de identiteit vast te stellen van enkele
paddestoelensoorten, die bij de mykorrhiz;
vorming betrokken zijn en dat waren dan
twee broodzwamrnen en wel de bekende Gele
Ringboleet, Boletus Intens en de niet minder
bekende Bruine Ringboleet, Boletus flavus,
onze twee oude vrienden uit Hei en Dennen.
Ze zullen allebei wel op de Tentoonstelling
present zijn en mogen ren eervolle vermelding
hebut-n als de eerste ni'. t tamf lijk groote zeker
heid bekende vormers van ,,goede"mycorrhizr.
Maar de eenige zijn ze hoogstwaarschijnlijk
niet en wanneer ge wandelt langs de kleurige
Russuia's, de snelgroeiende Mycaena's, c'e
sappige melkzwammen, de slanke Amanita's,
dan moogt ge in hen allen vrienden vermoeden
van het bosch n zijn bewoners, onmisbare
medewerkers.
JAC. P. T H ij s s E.