Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23 Sept. '22. - No. 2361
HET CENTRUM DER STAD,
met aangifte der juiste plaats en grootte der hoofdgebouwen, pleinen, straten en grachten (bewerkt naar de officieele Oemeentekaarten)
A. Paleis, B. Bestaand Raadhuis, C. Nieuw Raadhuis, D. Goederenbeurs, . Effectenbeurs, F. Oude Kerk, G. Nieuwe Kerk, H. Postkantoor, /. Bijenkorf, K. O. 1. Huis, L. Zuiderkerk, M. Trippuiliuis, N. Rembrar.dthuis,
O. Mozes- en Aaronkerk, P. Synagoge, R. Hortus Botanicus, 5'. Scheepvaarthuis, T. West Ind. Huis, V. Douane, W. Montelbaanstoren, Y. Marinewerf, Z. Waaggebouw.
BOUWKUNST
EEN NIEUW RAADHUIS VOOR
AMSTERDAM.
Een verjongingskuur van
het Hart der Hoofdstad.
Amsterdam heeft dit met den recht
schapen mensch gemeen, dat het 't hart
links draagt.
Bedoelt men echter met ,,hart" het middel
punt, het centrum, dau is dit geenszins de
Dam maar de Nieuw-Markt.
Een cirkel toch, getrokken door de buitenste
ringgracht de Singelgracht heeft de
Nieuw-Markt als middelpunt. Dit plein met
zijn al-ouo, historisch Waaggebouw vormt
dus het centrum van den onvergelijkelijke!!
halve-maanvorm der hoofdstad, van welke
stad Potgieter eens getuigde, dat hij hoopte,
dat zij eenmaal tot een volle zou mogen
wassen....
Waar nu de Dam langzamerhand te klein
wordt en zeker geen plaats meer in de toekomst
biedt voor den bouw van een nieuw Stadhuis,
waar zou dan een zinrijker middenpunt
gevonden kunnen worden voor een nieuw
grootsch plein met den zetel der Stedelijke
regeering, dan juist op de plek, die in waarheid
het centrum der stad dient genoemd te wor
den?
Wij laten het aan den lezer over, deze be
langrijke vraag voor zich zelf nader te over
denken en uit te spinnen.
De ontzaglijke uitbreiding van Amsterdam,
wat de woonruimte betreft, gedurende de
laatste 50 jaar geschiedde hoofdzakelijk
naar het zuiden.
Velen zijn dan ook van meening, dat de
plaats voor een nieuw Raadhuis naar die zijde
gezocht dient te worden. En op het eerste
gezicht valt voor dit denkbeeld veel te zeggen.
Gaan we echter op het vraagstuk dieper in,
dan moet onmiddellijk worden erkend, dat
de voorstanders dezer plaatsing naar den
zuidkant, zich op de voordeelen daarvan
eenigszins blind staren.
Amsterdam toch vond de oorzaak van zijn
ontstaan aan IJ en Amstel. En dit moet hij
een juiste, dus logische en praktische uitbrei
ding nimmer worden vergeten.
Tusschen IJ en Amstel ligt de oorsprong,
en daar alleen - hoe uitgebreid Amsterdam
in de toekomst ook moge worden -- zal
steeds het centrum van zijn leven en bestaan,
zijn handel, scheepvaart en industrie, zich
moeten blijven bevinden.
We behoeven hier niet lang over te redenee
ren. De natnnr-zclf wijst immers den weg.
Wordt dit niet bevestigd door de zich aan de
overzijde van het IJ steeds meer vestigende
industrieën en scheepsbedrijven en de daaraan
verbonden wooncomplexen dergenen, die in
deze bedrijven hun bestaan vinden?
Deze overzijde staat bij velen nog in een
verkeerden reuk. Dezen kunnen zich een
grootsche stadsuitbreiding aldaar nog niet
voorstellen. En 't moet helaas worden er
kend de wanstaltige en verbrokkelde
planaanleg, met, als noodwendig gevolg
daarvan, een onaesthetische terreinindeeling,
toont op heden nog allerminst, welke schit
terende mogelijkheden voor welstand en
stedenbouw daar bij oordeelkundiger aanleg
zich zullen kunnen ontwikkelen.
Want, wat nog niet i's, kan worden. Het
meer dan slecht begin kan geleidelijk worden
verbeterd. Gelukkig kwam daar aan de over
zijde tot heden nog maar betrekkelijk weinig
tot star-d.
Men neme voor dergelijke uitbreidingen toch
de talenten in den arm, die hiertoe geroepen
zijn ! Goddank, daar zijn er eenigen in ons
land, die voor de stedenbouwers van andere
landen in 't minst niet behoeven onder te
oen.
Is 't niet uiterst merkwaardig, dat we tot
heden nog geen volledig uitbreidingsplan
voor die kostelijke gronden aan de overzijde
IIIIIIIIMIIIIIIIIIII
Mr. C. P. VAN ROSSE.M, Huiiwresken en
Sarcasmen, van Holkema& Warendorf,
Amsterdam.
Mr. C. P. van Rossem geeft ons,
ineenvroolijken omslag van Jordaan, een serie van zes
Humoreskon en Sarcasmen.
Is. van Mens heeft er plaatjes bij geteekend.
Mr. van Rossem's humor is vrij van de
platheden die in dit lage land maar al te vaak
noodzakelijke attributen voor grappigheid
schijnen geacht te worden, en zijn .sarcasmen
zijn nergens bitter. Hij fluit zoo-maar half
voor zijn eigen pleizier, zijn liedje, en hij vindt
het ook bar-leuk om zooeens iemand onver
wacht vlak onder zijn neus te fluiten, als hij
hem niet zetten kan.
Ook in zijn novellen is van Rossem nog de
tooneelschrijver par droit de naissance. Zijne
figuren schept hij allen zoo, dat ze over het
voetlicht komen," dat wil zeggen, dat hij
hunne eigenschappen zoo fel belicht, dat er
geen misverstand omtrent des schrijvers be
doelingen kan ontstaan.
Indien een Grieksche tooneelspeler zich,
op stelten, en met zijn masker voor, in de
menigte zou begeven, dan zou men geneigd
zijn, diens verschijning als onwaarschijnlijk
te beschouwen. Deze onwaarschijnlijkheid
gevoelen wij een beetje, wanneer wij de fi
guren van van Rossem van het tooneelafin
een novelle stappen zien. Ze zijn dan te gro
tesk om levend te zijn.
Dat geldt voor de hoofdfiguren, die de
handeling dragen. Op het achterplan zijn
scherp geteekende, aardige figuurtjes, die ook
buiten het tooneel nog zoo aannemelijk zijn
als de besten onder de koristjes uit een revue.
Wij zijn er van overtuigd dat het niet de
bedoeling van den auteur is geweest niet dezen
bundel een zware letterkundige" critiek uit
te lokken. Hij wil amuseeren, en dat doet hij
voortreffelijk. Geen criticus zal het in zijn
hoofd krijgen de geestige poppen van van
Rossem op de psychologische snijtafel te
leggen.
Evengoed zou men een carricaUitistische
teekening kunnen gaan controlceren naast
een anatomisch zuiver gipsafgietsel van de
academie voor beeldende kunsten.
Maar waarom wordt in ons vaderland amuse
mentslectuur als deze uitgegeven voor zulk
een pretenüeuse prijs....? Iedereen kent de
bundeltjes uit de Parijsehe serie Une Heure
d'Oubli, die nog geen franc per stuk kosten
en elk een tiental novellen van uitstekende
auteurs bevatten. Men koopt ze tegenwoordig
op reis aan elk station. Maar wie voor de
Nederlandsche kiosken staat, ziet bijna geen
enkel boekje in dat genre, en beneden den
prijs van ? 1.50 (in een soliede formaat,
dat in de zak van geen enkele jas past !)
Het komt mij voor, dat er in Nederland plaats
zou zijn voor zulk een serie, en wij hadden er
de Humoresken en Sarcasmen van van Rossem
gaarne de eerste plaats in zien krijgen.
H. S.
iiiiiliiiilimlilllillililll HIIIII muil iiiiiuiiiiit i
RECLAME EN SCHOONHEID
Hier in de stad is de ontsiering van een
aardig oud grachtje begonnen doordat een
stuk oude Lmuur bij het water, waartegen
je van de overzijde ziet, is witgekalkt,
waarna er met brutale letters een reclame op
bezitten? Alles wordt bij stukjes en beetjes
aan elkaar gelapt en gelijmd, al naar gelang
der behoefte.... Een groot, in alle deelen
weloverwogen,uitbreidingsplan bestaat echter
niet.
Om kort te gaan, slaat men het oog op de
allerbelangrijkste terreinen aan de overzijde,
dan moét het een ieder duidelijk zijn, dat het
centrum van Amsterdam het centrum moet
blijven, en dat er van een geleidelijke verplaat
sing vanjdat middelpunt nooit sprake zal mogen
zijn. Een dergelijke verplaatsing het zou
blijken op den duur -- zou het léven-zelf
dezer prachtige stad aantasten.
En als we dan van het hart van Amsterdam
spreken, dan bedoelen we daarmee niet den
Dam uitsluitend, doch den Dam met heel zijn
naaste omgeving; dus de kern der stad, gelijk
deze zich binnen den halve-maanvorm
tusschen de grachten bevindt, rustend tegen
het IJ met haar vlakke zijde. Het IJ als
bronader voor Amsterdam voor het groote
en wereldverkeer, met en Amstel als
hoofdader voor de naaste omgeving.
Bovenstaande overweging vormde het
uitgangspunt van het plan, gelijk we dit hier
in groote trekken ontvouwen en door bij
gaande kaart verduidelijken. Het is 'n plan,
niet gelijk aan den zoeten inval van 'n ge
lukkig moment; maar een als-van-zelf ge
groeid denkbeeld, op natuurlijke wijze ont
sproten uit een jarenlang geestelijk verkeer
met, en een nog oudere liefde voor deze ter
wereld nige stad.
Ook is het hier ontwikkelde plan niet het
onuitvoerbare denkbeeld van een fantast,
waarvan gezegd zou moeten worden:
,,Es war zu schön gewesen,
Es hat nicht sollen sein."
Want de verwezenlijking van dit ontwerp
is met, in verhouding tot het beoogde doel
en de te verkrijgen praktische resultaten,
zeer bescheiden middelen tot stand te brengen.
Hoe kom je in 's Hemelsnaam op 't idee;
hoe durf je op dit oogenblik, in dézen tijd van
algeheele verwarring en depressie, mef een
dergelijk voorstel voor den dag te komen?
zullen ongetwijfeld velen vragen. Doch die
dit doen, zijn zij niet kortzichtig? Zij ver
geten dat Rome en Parijs niet op n dag
gebouwd zijn, en dat juist tijden van druk als
deze de schoonste gelegenheid bieden, om
grootsche plannen van alle kanten te bezien
en rustig te overdenken en uit te werken.
Waarom brengt onze tijd geen hooge
kunst ? Waarom is het beste wat voortgebracht
wordt, steeds toch nog maar half werk?
Het is, omdat er geen tijd is voor rustig
overleg, voor ernstig nadenken, voor minu
tieus wikken en wegen. Ons werk gaat niet
door de smeltkroes'. Ziedaar de oorzaak
zooveler mislukkingen of half-scheppingen.
Er blijft te veel bezinksel in het edel-metaal
achter. Geen louter goud is het wat over blijft.
Onze juweelen zijn niet zuiver, alkantig
geslepen ....
Waarom zouden we ons minder achten,
dan we zijn? Ziehier dan : we zijn niet minder
waardiger dan die ons voorafgingen. Maar....
gelijk ook oudtijds nimmer een machtig
werk als 'n eendagsvlieg geboren werd, zoo
zal het dat ook nu niet doen, evenmin als
het ooit geschieden zal.
Alzoo: nu, nu is het de tijd tot het scheppen
en voorbereiden van machtige werken.
Stel niet uit. Zit niet bij de pakken neer.
Do i t no w !
Mogen de voor de verwezenlijking van dit
plan noodzakelijke onteigeningen niet gering
zijn, men vergete daarbij toch niet, welke
waardevolle bouwterreinen aan den nieuwen
verkeersweg en aan het plein erdoor verkregen
zullen worden.
Een schitterende gelegenheid wordt hier
geboden voor de oprichting veler voorname
* * gebouwencomplexen, gelijk deze reeds in
lui iiiiiiimiimiiiimiiiMimiliimiiiliiiliiiimiliiiiiiimmliliMimiiiiiiiimiimimiillilllilliliiiimiiwHiimiiiiiiiiiiiiiiiii
Ik heb aan den heer Braakensiek en aan de
redactie van de Groene Amsterdammer"
dank willen brengen voor een plaat in het
nummer van dit weekblad van 16 September
1922.
de pen zijn, doch met het oog op de tijdsom
standigheden" uitgesteld werden.
Maar deze toestanden zullen immers niet
eeuwig duren. Voor de toekomst dienen we
paraat te zijn. En dan denken we daarbij
bijvoorbeeld aan een voorgenomen bouw als
de geprojecteerde tusschen Spuistraat en
Singel, waardoor een voornaam deel van het
karakter der stad als geheel zou aangetast
worden.
Verder aan die van de Nederlandsche Bank
en zoovele andere. Waar zouden dergelijke
moderne bouwwerken in het centrum der
stad beter plaats kunnen vinden, dan aan den
hier geprojecteerden 40 M. breeden verkeers
weg, of het 100 x 200 M. groote plein?
Bestudeert men het hierbij gereprodu
ceerde plan, dan ziet men met n oogopslag
hoe alle voorname gebouwen der oude stad
in een krans om dit vernieuwde centrum
en zijn raadhuis zich bevinden.
In het volgend artikel zullen we in
't kort, puntsgewijs, de voordeelen die dit
plan biedt, uiteenzetten.
Want niet alleen, dat er een geschikte
plaats voor een nieuw Raadhuis met een
hem waardig plein en gelijkwaardigen breeden
verkeersweg door mogelijk gemaakt is, maar
ook een nieuwe directe groote verbindingsweg
met het Oosten der stad en het voormalig
Watergraafsmeer wordt erdoor verkregen;
een directe flinke weg, welken onze stad nu
ten eenenmale naar die zijde mist. Bij dit
volgend artikel zal tevens de ligging van
Raadhuis, Plein en omgeving op grooter
schaal gereproduceerd worden
Nog even dienen we er op te wijzen, dat
voor deze uitbreiding geen gebouwen van
historische of aesthetische waarde behoeven
opgeofferd te worden. Voor het meerendeel
zijn het krotten en sloppen welke erdoor
verdwijnen.
H. J. M. WALENKAMP Cz.
VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS
Utrecht.
J. P. V A N M A N S V i: I.T
is geschilderd. Die m u u r i s zich nu gaan voelen,
omdat je er niet langer aan zien kunt, dat hij
een huis heeft helpen bouwen (wat tot zijn
mooiheid bijdroeg) en doordat hij meent, dat
hij nu niet langer maar-wat staat te vertellen,
maar nu iets aankondigt.
Iets vertellen, dat zijn maar praatjes en
aankondigen is nuttig, en op nut komt het
dan toch maar aan in de wereld !
Wel vertelt dat stuk muur nog iets: dat je
geen mooiheid bederven moet, maar dat weet
het niet.
Een gaskwitantie is niet draagster van
schoonheid, maareen reclame op de keerzijde
van een gaskwitantie is leelijk. Want een
kwitantie is allerminst bestemd tot omkeering
en elke opdringerigheid is leelijk (waarmee
niet gezegd is dat er geen mooie
reclameprenten bestaan).
Er is sterker verband tusschen een reclame
op de achterzijde van een kwitantie en het
in duiten omzetten van het mooie Gooi dan je
op het eerste gezicht zeggen zoudt.
En de zucht tot reclame, kenmerkend voor
den tijdgeest, is een van de oorzaken die be
werken dat er veel leelijks gaat komen in de
wereld en dat er veel moois verdwijnt.
Correspondentie
De heer Dr. (i. C. A. Valtwink zendt ons een
geschriftje toe, waarin hij anti-eritiek oefent
op een beoordeeling van zijn boek De we
relden die ons omringen", opgenomen in De
Amsterdammer" van 27 Mei II.
Zijn verwijt, dat wij hem geen exemplaar
van dit nummer hebben toegezonden, be
hoeven wij ons niet aan te trekken. Daar het
adres van den schrijver niet altijd bekend is,
wordt alleen aan de uitgevers van boeken,
diein ons weekblad worden beoordeeld, een
exemplaar toegezonden van het nummer,
waarin deze beoordeeling voorkomt.
Onze medewerker, die zich den toorn van
Dr. Valewink op den hals heeft gehaald, is
een volkomen bevoegd beoordeelaar van
werken over sterrenkunde. Wij hebben hem
het geschriftje van Dr. Valewink doen toe
komen. Hij schrijft ons: Dit verweerschrift
geeft mij alleen aanleiding tot de volgende
opmerkingen. Over het algemeen staat in
ons land de populair-wetenschappelij'ke voor
lichting op een hoog peil. Dit zou ernstig ge
vaar loopen, wanneer aan pogingen om werk
jes over De werelden die ons omringen" bij
het publiek ingang te doen vinden, niet
onmeedoogend de kop werd ingedrukt. Ik vrees,
dat de schrijver zich geen goed doet, nu hij
door een verweerschrift" als het onder
havige, de aandacht van een grooter aantal
bevoegde beoordeelaars op zijn boekje gaat
vestigen. Zelfkritiek en berusting zijn moeilijk
aan te leeren. Er is natuurlijk geen sprake van,
in' iilliiiiimimilillliliilillimiiiiiiMmmiiiimiiiiiii minimumn
dat ik, door mijn naam bekend te maken, het
relletje, dat de heer V. blijkbaar wil maken,
zou gaan verlengen".
Hieraan hebben wij slechts toe te voegen, dat
wij den heer V., indien hij in ons weekblad
tegen het oordeel van onzen Sterrekundigen
medewerker op zakelijke wijze^had willen op
komen hij zou dan natuurlijk in anderen
toonaard hebben moeten schrijven dan in
zijn Verweerschrift" - de gelegenheid daar
toe niet zouden hebben geweigerd. Hij heeft
echter zelfs geen poging daartoe gedaan.
REDACTIE
HETBOEK
VAN DEWEEK
HERMAN SALOMONSON
BOMSTON
Ingen. f 3.50 Geb. f 4.90
Een zomerboek. En een amusant
zomerboek! Smakelijk en beschaafd geschreven,
in een levendigen, sprankelenden stijl vol
aardige vondsten en wendingen en door!
strooid van even onverwachte als humo
ristische vergelijkingen. Daarbij in al zijn
luchtigheid en duchtig doorwerkt boek,
waarvoor ernstige bronnenstudie noodig
is geweest.. Wie dit boek leest, zal
verademen. Het is een weldaad in dezen
zwaar-literairen tijd. Nei. BMiographie.
itgivi vin VAN HOLKEMA i WARENDORF, A'dam