Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
30 Sept. '22. - No. 2362
OOSTERSCHE TAFEREELEN III
Teekening voor de Amsterdammer" van Jan Poortenaar
Een Chineesche Tempel
Ja, zei de Engelsche predikant, met wien wij
in een bootje te Pinang aan land gingen,dat
is een goed plan van jullie, morgen vroegnaar
het Chineezendorp. Als wij eens samen een
auto namen? Dan hebben wij ieder maar
de helft van de kosten en een andere manier
is er toch eigenlijk niet. Dat vonden wij ook
geschikt, en daar reden wij dan met z'n vieren,
langs palmbosschen, kleurige tuinen met
overdadigen wasdom, brons-bruine Tamilen met
lichten tred en zwaar hobbelende ossenwagens.
Daar was het dorp: houten hokken, met ge
droogde palmbladen gedekt; kippen, kinderen,
geheel of bijna naakt. Verderop een ravijn, met
een stroompje over rotsblokken, en dan een
steile berghelling, zwaar begroeid. Daarachter
ligt de tempel, een complex van gebouwen en
terrassen, tegen de glooiing aan die boven door
bossen palmen is bekroond. Links en rechts een
heuvel, dicht van de cacaoboonen. De ingang:
een klimmende weg met trappen, daarop
bedelaars, vuil, schamel, in vodden, dof on
verstaanbaar brommend of prevelend; en
dan de poort, door twee reuzenboomen ge
flankeerd. Van den binnenhof komen wij in
de voorzaal, die een breede muurnis heeft,
waarin tientallen Buddha's, grillig en over
dadig. Dan volgen de terrassen, n met
tientallen schildpadden in een vijver, hoogerop
een tweede met goudvisschen in een bassin.
Blinkende zon overal. Een paar palmen rijzen
torenhoog op, en daarachter steeds hoogere
terrassen, trappen en gebouwtjes. Er staan
ook, afschuwelijk, uit groen geknipt met glim
mende steenen koppen, drie soldaten, ons door
een paar meeloopende bedelaars gewezen;
dus ook hier dezelfde mengeling van geraffi
neerde smaak en brute wansmaak die ons in
Chineesche woonhuizen al was opgevallen.
Daar hingen mooie wandschilderijen, mooie
geschriften, op wier poëtische en calligrafische
waarde de Engelsch sprekende eigenaar trotsch
was, en een sorteering van de allerbanaalste
petroleumlampen en ,,salon"-stoelen, zoo
execrabel als Europa ze nooit voortbracht, en
een met glazen pegels behangen prul van twee
meter middellijn als middenstuk aan de zol
dering.
Na de soldaten wijzen onze ongenoode gid
sen ons nu rechts te gaan, en moeizaam leggen
zij uit: hier moeten wij fotografeeren. Even
aarzelt onze Engelsche dominé, maar:
Everybody takes it from here", zegt zijn vrouw, en
dat hakt den knoop door. Knip, knip knip.
Klaar.
Weer hooger. En daar in een zaal moogt
ge uw naam zetten in het boek der aanzienlijke
bezoekers. Nuchtere Westerlingen noemen dat:
een bijdrage voor den tempel geven. Nu is de
predikant in een moeilijk parket. Moet hij
afgodendienst stijven? Neen, zegt mevrouw.
Maar iets moet je geven, meent hij, omdat je
den tempel mocht zien. Dat vinden wij ook,
en ieder onzer schenkt een bijdrage. Om hem
van alle gewetensbezwaren te ontlasten zet
ik mijn naam in het boek.... voor het volle
bedrag. Van die administratieve onregelmatig
heid echter hebben de tempelpriesters geen
weet of nadeel.
En wij dalen weer af, steeds omziende naar
die praal van bouw en natuur. Want wat wij
hier leeren kennen, is: hoe te bouwen zonder
de natuur te schennen. De oosterling kent het
geheim van te bouwen, te loopen, te leven in
harmonie met het heelal.
En ik, argelooze, vraag onze Engelsche
tochtgenooten: hoe vindt u het ? O, interesting,
maar erg bizar, zoo vreemd.... Ja, dat zal
wel. Maar de ligging? Oh yes, bizonder,
bizonder, dat's waar. En zoo gaan wij, ieder op
onze eigen manier tevreden, terug.
JAN POORTENAAR
RIJM-KRONYCK
IIIIIUIIIimillllllllllllllllllltlltlllllllllllIMIIIIIIlllllllttlllllllIlllllllllt
DE JACHT OP DICHTERS.
In de Oldenzaalsche courant wordt
gewaarschuwd tegen de gedichten van
De enestet: die de nog onbedorven
hersenen van de Roomsche
studeerende jeugd vergiftigen met de
pestwalmen van twijfelzucht aan het
bovenaardsche welke uit verreweg de
meeste gedichten van de enestet
omhoog stijgen...."
Mijn arme, ouwe Genestet,
laat ik je condoleeren.
Dat ze je op je ouwen dag
nog zó: vcraffronteeren"....
Dat er uit jouw gezellig werk
een pestwalm op moet stijgen....
dat is om van het dichtervak
voorgoed genoeg te krijgen.
We moeten je dus maar voortaan
als iemand gaan beschouwen,
die erger dan een duivel is
in 't helsche-drankcn-brouwen.
Wie had dat ooit van jou gedacht..?
Ik zag je in mijn gevoel
als een dood-goeien prater in
een ouderwetschen stoel....
En nu.... verstoord is 't vredig beeld.
De Oldenzaalsche krant
Ontmaskerde De Genestet
als pestwalm voor ons land".
Mijn arme, ouwe Oenestet,
Wat zou ik graag, mijn beste,
dien Oldenzaaischen pestwalm-vent
eens flink terug gaan pesten.. ..
De jachttijd op het dichter-wild
is hier thans in de mode,
Van Amersfoort tot Oldenzaal
wordt er verwoed .... verboden.
Kom.... trek je er maar niets van aan,
van 't keffen van de meute*)....
Je bent in goed gezelschap hoor....
Met Lessing en met Goethe....
MELIS S T OK
*) Een meute is een troep jachthonden.
voor de groote of lange jacht.
GOEDKOOP WOHEH
t»m. HEEMSTEDE, bultin di
innuitliplannmBouwt op Leeuw en Hooft" d/d Haarlem
merhout gemeente Heemstede Lage belasting,
billijke prijzen. Watersport; uitstekend
onderwijs; Centrum van 't land, onder den rook
van Amsterdam. Vraagt geill. brochure, die
gratis wordt toegezonden.
Brawtorralnin LEEUW ft HOOFT",
Haïti Bltim Bruo. Tilito»S8039
Uit het Kladschrift van Jantje
OPLOSSING PUZZLE
Indien A. B.'s kennis, wonende te Halfweg,
de geheele reis Amsterdam?Haarlem had
meegemaakt, zou hij de helft der kosten
moeten hebben dragen. Nu hij slechts de
helft van de reis heen en terug meemaakte,
is zijn aandeel billijkerwijs een vierde deel.
De puzzleprijs werd gewonnen door Louis
J. Citroen Mathlaan 341 te Rotterdam.
CORRESPONDENTIE
A. I. H. te Delft. Uwe oplossing was mij
bekend.
J. v. d. B. te Asdam. Hoe U aan 1/3
der kosten komt, is A. B. een raadsel; er
werden niet zes, doch slechts vier routes
afgelegd volgens uwe redeneering. Van deze
vier mag mijn vriend er slechts twee betalen
en natuurlijk niet ten volle, doch voor de
helft.
Een Puzzle met wijnglazen
Gegeven: vier wijnglazen van denzelfden
vorm en dezelfde grootte.
Gevraagd, om ze zoodanig te schikken, dat
het midden van den voet van elk glas even
ver verwijderd zal zijn van al de andere.
Oplossingen voor Vrijdag a.s. in te zenden
aan het secretariaat van De Amsterdam
mer", Keizersgracht 333, Amsterdam, onder
letters A. B.
IMIIIIIIIIIIIIMIIII
NIEUWE UITGAVEN.
Wil en We». Een Volksuniversiteit voor
jongeren en ouderen, geïllustreerd maandblad
onder leiding van Otto Barendsen, Prof.
R. Casimir, Mej. I. M. van Sngteren, Dr.
H. E. Greve, Dr. E. Reinders en Dr. Nico
van Suchtelen. Uitgave van de Maatschappij
voor (ioede en Guedkoope Lectuur.
Dit nieuwe blad wil leeren zien, leeren
hooren, leeren begrijpen, leeren denken, leeren be
seffen; en het wil aanwijzen luie men bereikt
wat te bereiken waardig is."
De abonnementsprijs is / 8.50 per jaar; voor
verschillende groepen van lezers is deze prijs
teruggebracht tot / (i.
Comoedia, Weekblad voor het tooneel in
minieren zin, tevens orgaan van den Kring
voor Oosterseh-Westersche synthese," onder
redactie van Joh. C. P. Alberts, H. de Boei
en Marcel van Gestel.
Het I-runsche boel;, maandblad, uitgegeven
door (iL'br. Zomer en Keuning te Wageningen,
Verschenen i
Dramatische Kroniek
Eerste, tweede en derde bundel
door
TOP NAEFF
....Top Naeff geeft meer, oneindig veel
meer, en daarom is haar werk van blij
vende waarde en van groot historisch
belang voor de toekomst.
Maar wat haar werk vooral zoo ver
dienstelijk maakt, is de karakteriseering
van het stuk zelf, haar eigen persoonlijke
kijk op ieder tooneelwerk. ledere be
schouwing heeft bij haar heur eigen toon,
luchtig causeerend, breed betoogend, streng
bestraffend, fijn humoristisch.
... f Ing. f 2.25
Prijs per bundel: (Geb f325
Ultg.vanVANHOLKEMA&WARENDORF
AMSTERDAM
officieel 'orgaan van de Vereeniging tot be
vordering der studie van het Fransch, is
thans eveneens het orgaan geworden van het
genootschap Nederland-Frankrij k.
In de serie Nederlandsche schrijvers, uit
gegeven door W. E. J. Tjeenk Willink te
Zwolle, verschenen nr. l : Gedichten voor
klassen l en 2 H. B. S. en Gymnasium, ver
zameld door J. H. van den Bosch en Nr 2.
Roman der Vier Heemskinderen, bewerkt door
Dr. A. J. de Jong.
Bij P. N. van Kampen <X Zoon te Amster
dam verscheen het Gidsartikel van Dr.
Mathée Valeton: Opmerkingen op het gebied der
Ethica in brochurevorm.
De andere wereld is liet eerste deeltje
J. H. DE BOIS - PRENTKUNST
Magazijn: HAARLEM, Kruisweg 68.
Depot: DEN HAAG, Bazarstraat 20.
van een serie boeken, die onder den titel De 4e
dimensie bij den boekhandel Synthese" te
's ravenhage zal verschijnen.
A. W. F. Idenburg schteef een voorwoord
voor de brochure van P. L. van der Harst,
De Beteekenis van de homoeopathie (uitgave
Gebr. Zomer en Keuning te Wageningen.)
Voor belangstellenden in niededeelingen van
gene zijde verscheen in de Occulte bibliotheek
van de N.V. Spiriüstische boekhandel en
uitgeveis maatschappij te Amsteidam :J.
KclnayBaniber's werk: Clande'a tweede boek.
LIEDERLIJKE VOLKSHUMOR
In nzelfde exemplaar van een populair
Hollandsch blad lezen wij drie staaltjes van
de soort grappen waarin ons volk uitmunt.
Deze berichten dragen onderscheidelijk
de titels: Bangmakerij met ernstige gevolgen,
Droevig ongeval door onvourzi'c/iti'g/ifi'd en
Dierenbeulen.
De beide eerste gevallen zijn met
doodelijken afloop, en het laatste is er een van
dierenmishandeling.
Bij-alle drie zal men aanvankelijk vergeefs
zoeken naar de drijfveeren van de daders.
De eerste dader is een boerenknecht uit
Loosduinen, die, zonder eenige aanleiding,
een met proppen geladen dubbelloopsgeweer
op een paar kampeerende jongens afschoot.
Hij deed dit om; die lui eens bang te ma
ken", en een van de jongens, die een prop
in zijn arm kreeg, overleed aan de gevolgen.
De tweede humorist is een Huizerjongen,
die zoo-maar-eens tusschen de beide beenen
van een ladder, waarop een electricien
tewerken stond, doorfietste en den ladder omver
wierp. De werkman viel op zijn hoofd en
stierf tengevolge van een schedelbreuk. De
derde grappenmaker sneed een koe in de weide
een tepel af. Hij is blijkbaar een recidivist,
want liet was reeds de derde maal dat aardig
heden van dien aard in die omgeving (Raalte)
voorkwamen.
Wat in deze drie gevallen terstond opvalt,
is de absolute onnoodzakelijkheid er van.
Ue achttienjarige schooljongen en de jonge
electricien hadden kunnen blijven leven....
de arme koe had gespaard kunnen blijven
van haar pijnen.
Met den besten wil van de wereld zou men
niet kunnen uitmaken waaraan /.ij ten slacht
offer gevallen zijn.
Er zijn mensehen, die on-tijdig sterven als
slachtoffers van het fatum: /.e worden over
reden, of ze verdrinken en dan kan men achter
af klagen of niet, maar de fatale samenloop
van omstandigheden was er. Indien /e vijf
minuten eerder of later uitgegaan of opgestaan
waren, zou het misschien niet gebeurd zijn.
Wanneer Cyrano de Bergerac een halve
seconde later den hoek van de straat omge
komen ware, dan zou de bloempot aan zijn
voeten in scherven gevallen zijn, en wie weet
hoe goed alles dan nog met Roxane in orde
gekomen was.
Er zijn ook mensehen die te vroeg dood
gaan, doordat ze het slachtoffer worden
van hartstochten. Dat zijn de liefdcsdramas
die - men kan zeggen wat men wil toch
alle een oogenblik van deernis wekken en
een poging tot begrijpen.
En dan zijn er tenslotte nog de grof-cynische
roofmoorden met de guillotine als
rcchtmatigen tegenzet.
Al deze sterfgevallen hebben hun
bespeurbaren oorzaak, en wat niet direct bespeurbaar
is schrijven wij bij op het willige debet van
het fatum.
En daarmee zijn de menschen en de ge
rechtigheid tevreden gesteld.
Maar heel anders is het met de grappen"
van de bovengenoemde soort. Zij bloeien op
ongi'cultiveerde bodems, zooals het onkruid.
Wanneer eenige negers rondplassen aan den
oever van een rivier, en een krokodil bijt n
hunner,onverhoeds, een voet af, dan schate
ren alk' anderen om het buitengewone ge
zicht van een sdnveiiwcnden mensch met
n normaal boen en n bloedige stomp
waaraan niet /.ooals dat toch hoort een
voet zit.
Wanneer een paar Hollandsche boeren
jongens langs een landweg bungelen, en een
wielrijdster moet plotseling afstappen omdat
haar band springt, dan reageeren zij daarop
met grijnslachen, want een fietsband behoort
dik en stijf te zijn, en het is allerongewoonst
om een juffrouw verbaasd te zien constatceren
dat hij plat en leeg is.
Alle dingen die niet precies /.oo zijn, als
men het verwacht, zijn grappig of angst
wekkend voor individuen die de cultuur
missen die het vermogen tot waardeschatting
van nuancen ontwikkelt.
Voor wilde stammen is een vliegmachinc
allergriezeligst, iemand zonder neus of met
een bochel eenvoudig om je dood te lachen, de
opening van de Staten-Generaal verbijsterend
en om er, alnaarmate men beschouwelijk of
actief is, doodstil, of gillend van opgetogen hei d
bij te staan.
Een dame die een baby verwacht is iets om
te grijnzen, een mijnheer die zijn afgewaaiden
hoed na-holt is iets om vergenoegd naar te
kijken, want liet is heerlijk om te constatceren
dat menschen, die er toch maar zoo goed
van leven, k in buitengewone omstandig
heden kunnen verkctan.
Alle menschen die, zooals de lüigelschen
het met een aardig woord noemen,
selfconscions" zijn, d.w.z. pijnlijk bewust van hun
eigen bewegen, zijn stellig de slachtoffers van
deze primitieve conceptie van humor, die
ze hebben leeren vreezen.
Naarmate de geest van een individu
grover is, moet de stimulans die het humo
ristisch effect te weeg brengt, van een meer
bevattelijke soort zijn.
Daarom grijnzen sommige menschen om
smerige aardigheden. Die menschen lachen
door hunne insticten.
Het is alleen maar jammer dat de
volkshumor zoo ver gaat, dat zij dooden maakt.
Natuurlijk is het vermakelijk, om een
electricien die immers van zelfsprekend
op een hooge ladder te werken staat, eens
te zien,onder aan die ladder, en niet werkende ,
maar liggende.
Het is ook grappig om met een fiets, waarop
men normaal gedacht over een breeden
weg rijdt, tusschen de beenen van zulk een
ladder door te rijden, want dat is ongewoon.
Vermakelijk is het nog om met een geweer
te schieten op achttienjarige jongens die
voorbijfietsen. Want met een geweer schiet
men op spreeuwen of jaagt ze op de vlucht, en
het is om-je-dood-tc-lachen dat jongens
gén spreeuwen zijn, en tóch op de vlucht
gaan, wanneer men datzelfde geweer op hen
afschiet.
Wanneer men nooit iets anders gezien heeft
dan een koe met vier tepels, dan is het
om te gieren, wanneer zoo'n beest, brullend
van pijn rondloopt en er maar drie heeft....
stel je voor.... drie!.... En er hooren er
vier te zijn !. ...
Het is natuurlijk vervelend om de nette
oude nee ren, die elkaar op een sociéteit
met ballotage smeerlappcrijen vertellen en
/jch amuseeren, op n lijn te stellen met
negers en boe re n vlegels, baldadige
landloopers en moordenaars.
Want de oude hcerui hebbui een beteren
tijd gekend toen ze nog jong waren en toen
ze nog belangstelling hadden voor geld-ver
dienen en liefde; en de negers en anderen,
die zoo vreeseüjk motten lachen om ver
rassende abnormaliteiten, hebben nooit beter
go we te n.
De lach van een mensch, is het gewaar
worden van een markante tegenstelling. Daar
door is een landschap met zonlicht vroolijk
en een mistige winterdag droevig.
Men kan op drieëérlei manier zulk een
tegenstelling constateeren:
1. Met de zinnen.
2. Met den geest.
3. Met de ervaring.
De oude vuilbekken op de sociëteit kietelen
eikaars afgestompte zinnen met erotische
grollen.
De gezonde en beschaafde mensch glim
lacht om twee waarheden die tesamen een
leugen zijn.
En de grijnslach om iets buitcngewoons,
dat afwijkt van de ervaring van eiken dag,
is die van de negers rondom den verminkten
kameraad, en die van de boerenpummels
bij de slappe fietsband. De laatste soort is,
als men wil, de directe doodsoorzaak, en de
meest liederlijke die men zich denken kan,
van de slachtoffers van volkshumor. Want
het is door volkshumor dat de electricien
en de schooljongen gestorven zijn, en niet,
zooals de kranten het schreven, door onvoor
zichtigheid" of door bangmakerij".
M r; i. i s S T o K
Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms <S Co.