De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 30 september pagina 3

30 september 1922 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

30 Sept. '22. - No. 2362 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND N.V. PAERELS' Meubileerlng-MIJ. AMSTERDAM COMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin 128 - Tel. 4541 N. DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar WHITE uit voorraad leverbaar. NIEUWE en GEBRUIKTE 2 TONNERS -:- beide met volle garantie -:N.V. Gebr. NEFKENS1 Automobiel Mij. AMSTERDAM - UTRECHT 03 O* XBBDDBni KS'S« i* &.AïXZ.-&&&:x;&^'»« EENIGE SPECIALITEIT in ka Ka 0 ?M u 't* [$H gjj[ KRIMPVRIJËp GEZONDHEIDS tt'fl . a.a «g ONDERGOEDEREN j OH Nederlandsch Fabrikaat 15 TRICOTHUIS g| HET | g| REG.BREESTRAAT.35 TEL. 5066 N. 1 Verschenen: VERJAARKALENDER geteekend door ft JO VAN OOSTEN SLINGELAND, B een juweeltje op het gebied der lithografie. <y == Prijs f t.SO == & , Verkrijgbaar in eiken boekhandel ^ Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amsterdam K IpörS WA.Spoörjr. Cutèmborq Abonneert u op DE VROUW EN HA&II Geïllustreerd Maandblad onder Redacti van Mej. E. M. ROGGE. Prijs per Jaargang f IC,?fr. p. post f 10,75 Proefnummer bij de uitgever* VAM HOLKEMA & WARENDORF, AMSTERDAM Ff. 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 6812 HEMDEN MAAR MAAT CHENARD&WALGKER N A S H M. A. N. Automobielen en Vrachtwagens N.V. Automobiel Mij. HET CEKT8UM" Parkstraat 91a - 'i-Gravonhage Tel. Haag 3569 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIttll llllltllIlllllllllIllllllllllllllllllllllEIillllIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illllllllllllllllltllllllllllllllllllll ENGELAND EN FRANKRIJK Toen na Waterloo de Duitschers, maar vooral de Pruisen, hun Franschen aartsvijand voor goed machteloos wilden maken, opdat het militaristische Frankrijk niet op nieuw den vrede van Europa zou kunnen ver storen, waren het, evenals thans, vooral de Britten, die matiging bepleitten. De Times, die onder het bewind van wijlen Lord Northcliffe bijna d tori et a travers de partij van Frankrijk had gekozen, maar toch ook af en toe tot matiging had geraden, heeft dezer dagen herinnerd aan de brief wisseling tusschen Wellington, Castlereagh en Lord Liverpool in Augustus 1815, toen Napoleon, die zoo lang de rust van Europa had verstoord, eindelijk van het tooneel verdwenen was. Vermoedelijk begreep men in Engeland zeer goed, dat zijn verdwijning niet alleen voor Europa, maar ook voor het Fransche volk een onverhoopt geluk beteekende. Daarom behoorde aan dit volk een vrede te worden opgelegd, die het,,een systeem en de gewoonten des vrcdes" zou verzekeren, zooals Wellington schreef, en die de Mogend heden in staat zou stellen, hare financiën in orde te brengen". Lord Balfour herhaalde slechts Castlereagh's woorden van 1815, toen hij verklaarde dat het er Engeland niet, door aan Frankrijk versterkte plaatsen te ontnemen wier namen een historischen klank hadden, om te doen moest zijn oorlogs trofeeën" te winnen, maar dat het Engeland s Nederl. Munt Hollands beste 1O cent sigaar doel moest zijn, aan Europa den waren vrede voor een zoo groot mogelijk aantal jaren te verzekeren. Wie de geschiedenis leest van de 25jarige Europeesche oorlogen, die .in 1815 eindigden, kan moeilijk nalaten, ze met den wereldoorlog, dien wij beleefd hebben, te vergelijken. Les comparaisons sont odicuses! Maar dat neemt niet weg, dat de gevoelens van Europa tegenover het Frankrijk dier dagen als twee droppels water gelijken op die van onzen tijd tegenover het Pruisen en Duitschland der Hohenzollerns. In sommige opzichten had trouwens Napoleon het nog heel wat erger gemaakt dan Duitschland in onzen tijd. Niet alleen was hij de incarnatie van het gehate Fransche militarisme van dien tijd. p een avond, toen iedereen zich bij gelegen heid van een hoffeest doodelijk verveelde, vroeg Napoleon aanTalleyrand,hoe dat kwam V C'est que vous avez l'air de vouloir dire a chacun comme a l'armée: Messieurs et dames, en avant marche !" Napoleon,die wel begreep dat Talleyrand, die trots al zijn fouten bovenal een goed Franschman was, hem doorzag, haatte hem, en toen hij zijn minister in het begin van 1814 voor de laatste maal zag, voegde hij hem toe: gij zijt een lafaard, een verrader en een dief. Gij gelooft niet eens aan God. Gij hebt iedereen verraden en bedrogen en gij zoudt uw eigen vader verkoopen". Maar ten slotte was het Talley rand en niet Napoleon die Frankrijk heeft gered: de pen woog zwaarder dan de degen. Maar behalve door zijn ultra-militarisme laadde Napoleon den vloek van millioenen op zich. De Duitschers, in hoofdzaak, vochten zelven in den wereldoorlog. Zij dwongen niet andere overwonnen volkeren hunne oorlogen voor en met hen te voeren. Trouwens, ze waren er nauwelijks toe in de gelegenheid. Maar Napoleon, toen hij zijn dolzinnigcn tocht naarRusland ondernam, dwong honderd duizenden vreemdelingen, die de gloire" van Frankrijk volkomen koud liet, hun leven in de ellendigste omstandigheden op te offeren. Wie telt de ongelukkige Nederlanders die op de slagvelden en bij den terugtocht in Rus land omkwamen? Toen in 17(.Hi de Fransche financiën in den meest wanhopigen toestand verkeerden, richtte hij een proclamatie tot zijne legers waarin hij o.a. zeide: Soldats, vous tes mis. Le gouvernement vous cloit beaucoup, il ne peut rien vous domier. ... Je vais vous couduire dans les plus fertiles plaines du monde; de fiches provinces, de grandes villes, serout en votre pouvoir; vous y trouverez honneur, gloire et richesses". Met dit leger marcheerde hij naar Italië, waar hij zware oorlogsschattingen hief (de hertog van Modena 10 millioen, Genua 15 millioen francs enz.) Napoleou's apologisten nijgen bewondering voor dezen genialen gewe^lenaar gevoelen, zijne tijdgenooten zagen in hem en in liet Fransche volk de voortdurende rustverstoorders van Europa, hetwelk zij ten eenen male hadden geruïneerd. Daarom was het zeer begrijpelijk, dat talloos velen niets anders verlangden dan Frankrijk's vernietiging, des noods door het te berooven van den El/as AUTOKLOKKEN Ankerwerk, acht dagen loopend, i 15, en Lotharingen en van Fransche Comté. Evenmin was liet (e verwonderen zoo de Pruisen de Pont de jêna, die Napoleon te Parijs had doen bouwen, wildon vernielen, hetwen nog op het laatste oogenblik door Wellington werd belet. Wanneer het ook thans weder EngelanJ is, dat matigend optreedt, dan hervat dat land slechts zijn historische rol in de Europce;che aangelegenheden. Slechts schoorvoe tend, eerst eenige weken na het uitbreken van den oorlog, voegde het zich bij de continentale legers tegen Diiitscliland. En eerst toen het duidelijk werd dat de Hohenzollcrn, evenals destijds Napoleon, op Engeland's onderwer ping uit was, ditmaal door Engeland met behulp van den rücksichtlosen" duikboot oorlog uit te hongeren, werd de algemeene dienstplicht ingevoerd eu nam Engeland met inspanning van alle krachten aan den oorlog deel. Maar zoodra liet gevaar was ge weken kwam, onveranderlijk als graniet, de oude politieke leuze weer te voorschijn: de balauce of power" op liet vasteland als hoeksteen van l-jigeland 's staat kunde. Daarom, ook al /ou Poincaré's destructieve politiek t. o. v. Duitscliland uitvoerbaar zijn het geen zij niet is - Engeland's staatkundige traditie zou haar nooit kunnen gedoogen. Die traditie noopte reeds Castlereagh aan Liverpool te schrijven: "The Cabinet ought to instruct the Duke of Wellington not to look to secure a fortified place the more or the less, which seldom tells for much in the contest of uations, hut to confer with the otlier Powers how we can best reduce the power of France and disqualify her from again assailing Europe...." Maar, zoo gaat hij voort, "I do not believe this to be compatible with any attempt now materially and permanently to affect the territoria! diameter of Franco. . .. ueither do I think it a clcar case that France may nut hèfound a useful rather than a dangerous ineniher of the European system". Zoo kan ook het eertijds agressieve Duitschland a useful inemher" van het Europeesche staten-systeem worden, mits de overwinnaars zich matigen. Men zal te Parijs verstandig doen, dezen wenk van de Times ter harte te nemen, want voor Engeland is de genoemde traditie in laatste instantie een voorschrift van zelfbehoud eu daarom onwankelbaar. H. D u N L o P inimiimiiii Verbetering In het vorig nummer is, op blz. 6, in onze Correspondentie" met Dr. Valewink een zinstorende drukfout ingeslopen. In plaats van ,,Dit zou ernstig gevaar loopen, wanneer aan pogingen om werkjes over ,,?De werelden die ons omringen"" bij het publiek ingang te doen vinden, niet onmecdoogend de kop werd ingedrukt" had er moeten staan : ,,om werkjes als" enz. REDACTIE Vraagt Uw Leverancier: JUIST U W SMAAKr ?jtj». ,-.w?7' ??1v<»*?'»WJ»CTC'' '?' ?* ' '"'?',?-??'?.-*?' HAVANA 12 SI? SIC AAR FABRÏKA'AT ,; FLÉvö" - UTRECHT fiiiiniiiiiiiii iiiiiiiiiimiiimi i umi iiKii nul uu iiitiiiiiiiiiiiMimi iiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini OORLOGSSTEMMING IN DUITSCHLAND Tijdens een vacantieverblijf in Holland, waar ik vór den oorlog twee jaren studeerde, word ik er van bevriende zijde op opmerkzaam gemaakt, dat ten gevolge van verschillende berichten van in Duitschland reizende Hol landers, onder de Hollandsche ontwikkelden in het algemeen de meening heerscht, dat er in het Duitsche volk vrijwel overal een meer of minder hartstochtelijke oorlogsstemming leeft. Ten deele is men zoo vriendelijk te trachten dit daardoor te verklaren, dal de druk van Frankrijk op Duitschland te groot zou zijn, dan dat een dergelijk gevolg zou kunnen uitblijven. Het feit, dat deze oorlogs stemming heerscht, schijnt in ieder geval voor het bewustzijn van de meeste beschaafde Hollanders aan geen twijfel onderhevig te zijn. -?Daar ik, als Duitscher, die midden in Berlijn woont en veel in alle deelcn van Duitschland reist, er van overtuigd ben, dat deze opvatting onjuist is, zou ik gaarne een paar woorden over deze kwestie zeggen. De Hollandsche reizigers ontvangen hun indrukken in den trein, in de coupc's eerste, tweede en derde klasse (het laatste al zeer zelden), in hotels, misschien ook in den om gang met eenige beschaafde families. Zij allen zullen zoo goed als nooit direct met arbeiders in aanraking komen. Toch mag men de stemming van een geheel volk niet beoordeelen naar de wijze, waarop bepaalde maat schappelijke kringen op de toestanden reageeren. Nu wil ik niet beweren, dat er niet ook onder het eenvoudige volk mensclien zonden zijn die, vooral in bepaalde omstandigheden, zouden meepraten over il e spoedige nood zakelijkheid van een nieuwen oorlog. Maar ik geloof,dat men niet bepaald de verschillende phases der oorlogspsychose in Duitschland behoeft te hebben meegemaakt, om te weten hoe volkomen zonder weerstand juist klein burgerlijke menschcn ten offer vallen aan de toevallig aanwezige stemmingsatmosfecr. Men spreekt zonder zich te bedenken iets na, dat op een bepaald oogenblik eenigszins plausibel lijkt, vooral als er sprake is van iets, waardoor men zijn gering gevoel van eigenwaarde kan versterken. Ik beweer echter, dat de arbeidersklasse in 't algemeen genomen vrij van deze stemming is. Ja, ik beweer, dat zij zich ook in de toe komst met succes daartegen zal weren. Ik beweer dat niet des te meer vertrouwen, omdat ik uit eigen innerlijke ervaring weet, dat ook in Augustus 1!H4 van eigenlijke oorlogsslemming bij de Duitsche arbeiders geen sprake was, maar dat de oorlogsstemming toen slechts het gevolg was van den allersterksten druk der uiterlijke omstandigheden. Ik was er voor korten tijd getuige van, hoe in een kleine vergadering van arbeiders in het noorden van Berlijn, waar over de verecniging van onafhankeiijken en meerderheidssocialisten werd gesproken, een onge veer 30-jarige arbeider zeide: Kameraiien, beu jullie dan vergeten, dat we den 4den Augustus UI14 's avonds in dil zelfde lokaal gezeten hebben en gesidderd en gebeefd hebben van woede over het verraad, dat onze kameraden in den Rijksdag tegen ons ge pleegd hadden, door Ie stemmen vór de oorlogskredieten?" En al was het dan niet heelemaal zoo scherp uitgedrukt, een der gelijke absoluut afwijzende stemming tegen over den oorlog heb ik zelf in Augustus 1!H4 in bijna alle arbeidcrshuizen ontmoet, die ik toentertijd als jong predikant in een stadje aan den Rijn heb bezocht. Onder de heer schappij der oude machten kon deze weer stand toen niet tot uitwerking komen. liet is niet absoluut zeker, dat dat nu het geval zou zijn. d.w.z. dat niet ook nu weer de ont zaglijke leugen van de z.g. openbare meening de overwinning behalen zou. Maar het is toch zeer waarschijnlijk - - en, naar ik meen, niet alleen voor Duitschland waarschijnlijk. Ik heb met zooveel nadruk van de arbeiders klasse gesproken, omdat daar de toestand het eenvoudigst is. Er zijn echter zeer zeker ook in vele andere maatschappelijke kringen mensclien genoeg, die zich tegen iedere ge dachte aan oorlog tot liet uiterste verzetten. liet is eenvoudig een verschijnsel van massapsyehologic, dat de voortdurende druk van Frankrijk op Duitschland in de kringen, die door hun historisch verleden of door hun politiek of maatschappelijk lot daartoe ge predestineerd zijn, een revanche-stemming opwekt. En niemand kan zeggen, hoe groot in het beslissende moment de kracht van deze strooming zal zijn. Maar in dezen zin zal de geschiedenis altijd onberekenbaar blijven. Men moet echter in een naburig land, welks welwillendheid vele, ontelbaar vele Duitschers dankbaar waar deereu, niet als gehypnotiseerd naar die eene groep staren. Dat de nationalistische kringen trachten door hun geschreeuw aan liet buitenland hun meening als de abso luut juiste op tediïngenjsniaaral teduidelijk. Het is echter niet noodig, dat de buiten landers, zooals zoovele kortzichiigen onder onze landslieden, zich daardoor laten be driegen. Zij moesten veeleer, oprecht mee voelend, diegenen helpen, die den strijd daar tegen in hun eigen land ondanks alle moeilijk heden dapper voeren. C" A u L M E N N i c K ie EEN NIEUWE WAAN In No. 23(i() van dit Weekblad schrijft Dr. IC. van Raalte over de Kabinetsformatie en het parlementaire stelsel." Een zijner con clusies is, dat het parlementaire stelsel zichzelf overleefd heeft, waaraan dan wordt vastge knoopt de mededeeliug: het stelsel der direkte volkswetgeving kan niet heel lang meer uitblijven." Alia.s: liet referendum dient ingevoerd te worden. Ik kan deze slotsom, door den vaardigen schrijver reeds meermalen gepropageerd, niet onbestreden laten, temeer waar den laatsten tijd telkens in onze periodieken die roep naar het referendum, on-Nederlandsch insti tuut bij uitstek, opduikt, doch, bedrieg ik mij niet, van slechts n bepaalde zijde, nl. die der sterk naar links georiënteerde Vrijzin nigen, ernstig naar vuren wordt genraeht. Ik zou het betreuren, zoo men er i u slaagde het referendum-vraagstuk, door maar voort Ni iologarage Archipel" 's Gravenhage Grootste Automobiel-Exploitatie hier ter stede. durend, nu hier dan daar over 't geval te schrijven, op te blazen tot een quaeslie, die onder de politieke vraagstukken van den dag kwam te staan. Rcchtstreeksche invloed op de wetgeving wordt hier te lande niet begeerd. Wie anders spreekt, spreekt een onjuistheid uit. Men weet zeer wel, dat, voor zoover het volk over vraagstukken van wetgeving een oordeel heeft, het in staat is dat oordeel in zijn staatkundige organisatie, in zijn kicsvcrccniging, uit te spreken en via zijn vertegenwoor digers op het Binnenhof te doen gelden. Wie het betwijfelt, herdeiike (om slechts enkele voorbeelden te noemen) de anti-tariefwctactie en den schoolstrijd. Het referendum is in zekeren zin een terug val. Ik kan met den besten wil ter wereld niet terug verlangen naar den tijd, toen een volksvergadering haar Brinio op het schild hief. Ik vrees bovendien, dat de moderne Brinio's van aanmerkelijk minder kaliber zouden zijn. liet volk" heeft geen wil. ,,1 let vol k "is ei'n onzinnig begrip in deze dagen. Staatkundig gesproken, is het ware volk het georganiseerde volk. Dat georganiseerde volk kan zich langs den weg, dien de huidige grondwet aangeeft, uitspreken waarover het wil. Wie niet georganiseerd wil zijn, heeft dat slechts aan zichzelf te wijten. l loe grooter een vergadering is, des te slech ter (in den zin van onbekwamer of incnmpctenter) wordt zij. Vervangt gij van tijd lot tijd de Staten-Generaal door eenige millioenen souvcreinc burgers, dan maak! gij de kans op goede wetgeving ontelbare malen slechter. Van een zuiver practisch standpunt gezien, zou 't referendum evenzeer te verwerpen zijn. Vraag U in gemoede af: moeten Brabaut's platteland en de achterbuurten van onze groote steden zelfstandig (!) oordcelen over vrijhandel of protectie? Wilt gij uw kinderjuffrouw raadplegen over ontwapening of 'bewapening en stelt gij prijs op het oordeel van uw 'krcntculcvcrancicr over de wensclielijkheid eener nieuwe Burgerlijke Rechts vordering? De opmerking, dat ik aan het oordeel van verschillende kamerleden over sommige dezer onderwerpen evenmin eenige waarde hecht, wordt gerepudieerd met de andere opmerking, dat in een Staten-Generaal altijd voldoende deskundigen zijn om de onwetenden voor te lichten en dat een Tweede Kamer een college is, dat althans vatbaar is om overeen zaak behoorlijk ingelicht te worden. Het volk in zijn geheel 'kan nooit worden in gelicht. Ik mag van de gastvrijheid der redactie geen misbruik maken, doch behoef dat ook niet om, althans mi en voor dit land, tot de conclusie te komen: liever het stroefst werkend parlementarisme, liever koninklijke kabinetten des noods, dan onze wetgevende machine te smeren met referendum-olie, van welk mate riaal men eenvoudig geen flauw begrip heeft naar welke trieste oorden zij het gevaarte zoude voeren. Ik mag er ten slotte op wijzen, dat ter ver gadering der Nederlandsche Juristenvereeniging, verleden jaar aan het referendumvraagstuk gewijd, men in het algemeen zeer sceptisch, goeddeels zelfs volstrekt afwijzend, tegenover het zuivere referendum bleek te staan, en de wanne verdediging slechts van dezelfde z.g. geavanceerd-linksche zijde kwam, van welke men zoo vaak kan constateeren, dat zij geneigd is aan ecu hobby" de eischen der werkelijkheid op te offeren. Mr. J. A. C o o p s iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiii JYANDEWEEK fe Als de Winter komt DOOR A. S. M. HUTCHINSON Uit lift I-jigelscli vertaald door . - CHR. MORESCO- -BRANTS Geïllustreerd omslag van J. ZON Prijs ingen. f 2.90; geb. f 3.75 Van dit boek, waarvan werden verkocht in AMERIKA 425.000 exemplaren] ENGELAND 380.000 exemplaren zegt Sir J. M. Barrie: De beste roman, dien ik sinds langen tijd heb gelezen. Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, A'dam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl