De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 7 oktober pagina 10

7 oktober 1922 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 7 Oct. '22. - No. 2363 Uit het Kladschrift van Jantje IIIIIIII IlllmiM RUIZE-RIJMEN LOF DER ZOTHEID, III Hij heeft dan 't gebeente gebroken Van 't andere boksende beest; Dat ligt nu met krakende knoken Te wachten totdat het geneest. Het lot was den nero genegen, Nu wordt hij naar waarde beloond, Door Godes genadige zegen Tot koning der knokkers gekroond. Ons Vaderland blijft zijn Historie, Zijn roemrijk verleden getrouw: Hij huwde, tot Nederland's glorie, Een spierwitte, Hollandsche vrouw. Dies mocht het Zijn Hoogheid behagen, Dat Z' ook ons klein landje bezocht, Eerbiedig, in lange verslagen, Beschrijven de bladen den tocht. Een span van vier paarden voor 't rijtuig, Medailles versieren zijn borst, En juichende 't volk (volgens mij: tuig) Bejubelt een kaffer als vorst. Waarna Zijn Doorluchtigheid plechtig, En minzaam ontvangt, schrijft de krant; En 't achterbuurtplebs dringt aemechtig Vooruit, om een druk van Zijn hand. Zie, hoe hem de zotten omzwermen ! ? Fel worden zijn deugden geroemd, Hij wordt in hoogdravende termen De Grootste der Grooten genoemd. Ik, Groenamsterdammersche kikker, Ben koeler, zooals men wel weet, En 'k noem dien vet-glimmenden nikker Eenvoudig een bloedneusproleet. CHARIVARIUS KUNSTBRONS-& METAALGIETERIJ DE KROON" HOUTMARKT 23 - HAARLEM Bronzen Beelden en Placquetten CHAR! VARIA Een oude dame wijdde den brieven bus aan de tram in. Twee brieven verdwenen in de gleuf. Ditmaal echt. Een heer volgde. En nu liep het zaïkje geregeld; bij vrijwel elke halte ver meerderde de inhoud". (Hbl.) De heer zal 't benauwd gekregen hebben ! Populaire Ars poëtica Op v. Hemert rijmt alleen: gemeenert". (Revue der Sp.) Populaire Natuurkunde Zij zijn de twee buizen van een communiceerend vat." (N. K. C) Op de glibberige paden Deze stemmen zijn uitgegroeid tot een drang." (/V. V. Tooneelvereeniging ir. Herman Heijennuns). Tualverrijking Zoo gij u los wilt maken van het prijskartel, zendt uw opzage aan Mr. B. Perridon." (Adv. N. R. C.). Het juiste woord op de juiste plaats Men trede het gevaar met eenparigen schouder tegemoet." (N. R. C.) Gisteren is de Gemeentelijke /wem inrichting officieel dichtgegaan." (N. Ap. C.) QOEDKOOP WONEN gim. HEEMSTEDE, bulten di annixitiiplinninBouwt op Leeuw en Hooft" d/d Haarlem merhout gemeente Heemstede Lage belasting, billijke prijzen. Watersport; uitstekend onder wijs ; Centrum van 't land, onder den rook van Amsterdam. Vraagt geill. brochure, die gratis wordt toegezonden. BouwterralDia LEEUW ft HOOFT", Haïti Bliuwt Brug. T»l«tne»S8039 HET EERSTE GROOT-RUSSISCHE BALALAIKA-ORKEST Teekeningen voor de Amsterdammer" van Bernardvan Vlijmen iiiiiiiiiiiimiiiiimmiiiiiiiMiiliiiiiiiiiiiii De vlammen belichtten scherp zijn niet onknappe trekken, door zorg en het buitenleven gebruind." (C. V. L. de Jeude, Nora.) Moge het meevallcrtje,dat wij hem van harte toewenschen,hem spoedig weer wat opbleeken. Onze adverteercnde humoristen Wij verrichten alle mogelijke reparatiën tegen prijzen, die in den regel 100 pCt. lager zijn dan elders." i (Adv. N. C.) Nasporingen op elk gebied. Geheime zendingen. Eerste klas referent! en. (Nimmer van cliënten)." (Adv. Leven) Er biedt zich aan een nette Baakster." (Adv. S. C.) CORRESPONDENTIE Aan P. te S. Ja, ja, ik had het wel gezien. Ook de Koningin is noch aan het teeken, noch aan de datief-accusatief constructie ontkomen, en het deelwoordenjammer is niet aan haar voorbijgegaan. Maar ik voel er niets voor haar taalkundige tekortkomingen onder de Charivaria te plaatsen. Om een menschelijke en om een constitutioneele reden. De Koningin, in tegenstelling met ieder ander, kan zich niet verdedigen. Zij kan niet schrijven in onze spreekcel.engeen ingezonden stuk van haar hand kan verschijnen in eenig blad, geen beleefd verzoek om opname in uw veelgelezen blad, dankende voor de ver leende plaatsruimte, met hoogachting. En een ongewapende mag men niet aanvallen. Maar verder. In 1848 is den Koning bij de Grond wet alle persoonlijke macht in staatszaken ont nomen. Alle grondswctswijzigingen hebben dien toestand bevestigd, en niemand, ook de vurigste Oranjeklant niet, zou hem die macht terug willen geven. Gebleven is de waardig heid. Wie ten onzent den Koning zijn waardig heid ontneemt, onttroont hem, en elke poging daartoe is revolutionair. Revolutionair ben ik niet. Van alle regeeringsvormen is hier in.i. het koningschap, zoolang de menschen niet wijzer zijn, de beste. Aan L. te R. Neen, daar beginik geen cam pagne tegen. Zoo" voor zooals" is goed oud Hollandsen. Lees Van Effen en Wolff-Deken maar eens na. Aan S. te H. Geen bezwaar. Integendeel, de Nationale Opera verdient allen lof, dat zij het kunstwerk zoo gaaf mogelijk, en niet in de gebuikelljke plat-Duitsche verminking ver toont. Ik lees wel eens een boek in 't Duitsch, Fransch of Engelsen, en voel me toch geen landverrader. iiiiniiminifiiii iiiiiilniiimimiiiiiiiiiiiiiiimiMiinimiiMM LA FESTA Dl SAN GIOVANNI Rome kan geen feest vieren. Het heeft dat vermoedelijk nooit gekund. Wel hoort men steeds verhalen van de schitterende feesten die liier vroeger gevierd werden. Maar het zal met die schitterende feesten wel gesteld zijn als met zoovele andere zaken, die nu een maal in den goeden ouden tijd" zooveel beter waren dan nu. De oorlog krijgt de schuld. De oorlog die alles veranderd, vernuchterd heeft. Maar waarom zijn dan de kerkelijke feesten in Napels, en trouwens in heel ZuidItalie, minstens even schitterend, zoo niet schitterender, als vór den oorlog? Is niet ook over Napels de oorlog gegaan en is niet ook daar het leven veranderd en verniichterd? Het is moeilijk aan te nemen dat de kerkelijke feesten te Rome thans zooveel min der zouden zijn dan vór den oorlog. Het is het verschil in karakter tusschen middenen zuid-Italianen. Het is de nuchtere onver schilligheid van den Romein, en de kinderlijknaïeve levensblijheid van den zuiderling, die den feesten hun stempel opdrukke.n En het is natuurlijk ook de grootere intimiteit", om het zoo maar eens te noemen, die in Napels en heel het zuiden bestaat tusschen het volk en zijn heiligen. In Rome is een heilige iets onwezenlijks, zooals trouwens in de meeste noordelijke ka tholieke landen. De heilige troont in het para dijs; hij is de goede geest, die hen helpt, die in hem gelooven en hem stil vereeren. Maar hij blijft iets onwezenlijks. Niet alzoo in Napels, en wat nog zuidelijker ilgt. De heilige is daar, een huisgenoot. Niet dat hij daarom minder vereerd wordt. Inte gendeel ! Men dweept met hem en wijdt hem meer kaarsen in de maand dan de Romeinen in een jaar. Maar de verhouding is anders. Men roept zijn hulp in als het noodig is, en klopt hem, figuurlijk gesproken, gemoedelijk op den schouder, als alles naar wensch gaat. Hij wordt vereerd en verzorgd. Maar hij heeft het daarom nog niet gemakkelijk. Het zijn wonderlijke kinderen, die Napolitanen. Is er n heilige, dien zij meer vereeren dan San (iennaro, die telkens weer Napels van dood en verderf redt als de Vesuvius gaat spoken? Want tegen San Gennaro is geen lava-stroom opgewassen en asch-regens vermogen niets tegen hem. En toch.... ziet nu deze kinderen van het zuiden, als het jaar lijks terugkeerende wonder van het vloeibaarworden van zijn bloed niet spoedig genoeg plaats vindt. Ziet ze daar knielen, zich de haren uitrukken, en hoort hen roepen: Doe het wonder ! Doe het wonder !" Want het is van het grootste belang dat het wonder zoo vroeg mogelijk geschiedt. Als in de vroege ochtend-uren het bloed vloeibaar wordt, dan beteekent dit immers een jaar vol voorspoed. En hoe later het wonder, hoe meer rampen en ellende. En zij smeeken en bidden tot het wonder geschiedt. Geen enkel jaar nog is San Gennaro bestand gebleken tegen de smeekbeden van zijn Napolitaansche ver eerders. Een volk, dat op zulk een vertrouwelijke/i voet met zijn heiligen staat, weet ook hunne feesten waardig te vieren. En zij zijn van eene schittering en pracht, die feesten, die men in Rome tevergeefs zoekt. Het feest van San Giovanni daaren tegen is niet anders dan een feest van lawaai, waarop het volk van Rome, met toeters en trompetten gewapend, een helsch kabaal ver wekt in de straten en op het plein van de kerk, aan San Giovanni gewijd. En zelfs de povere illuminatie van de kerk kan aan dit alles ter nauwernood een schijn van feestelijkheid Dr. Swerkoff, dirigent. Mw. Dr. Swerkoff (v. h. orkest) Wladimir Rutchkowky (danser) M w. Helene Sokolskaja (danseres) Het Eerste Groot-Russische Balalaika-Orkest maakt onder leiding van het Nederiandsch Concertbnreau Dr. G. de KOOS een tournee door Nederland. Het orkest brengt werken ten gehoore van Glinka, Andrejef, Ljadow, Naprawuik en Dargomischky, terwijl verschil lende Russische volksdansen worden uitgevoerd. geven. Men gaat er heen om lawaai te maken, om meisjes met veeren of andere kittelwerktuigen in de bronzen halsjes te kriebelen, en om groepjes guitaren en mandolinen bespelen de jongelingen te zien langs trekken. Want hooren doen zij, in het hoorn-getoeter rond-om, ternauwernood zich zelven. Ook het orkest dat elk jaar bij die gelegenheid op het op geslagen podium staat te blazen, zou even goed door wassen beelden met bolle wangen kunnen vervangen worden. Want ook hun koper-geschetter gaat reddeloos verloren in het helsche geloei der feestende Romeinen. Het is het feest van lawaai en van eten in de open lucht in de ,,trattorie" der omgeving, die, elk jaar weer opnieuw, niet weten hoe de tallooze gasten te bedienen. Zij hebben wat lampions uitgehangen ter eere van het feest. En een legertje van hulp-krachten sleept in het zweet haars aanschijns spijzen en dranken aan. Maar het is nooit voldoende en zal dat wel nooit of te nimmer zijn. Zoo min als het vroeger voldoende zal geweest zijn toen er nog geen sprake was van San Giovanni, en toen dit feest gewijd was aan Ceres, de godin van het graan. Want het is het al-oude zonnewende-feest, dat de katholieke kerk overnam na het van naam te hebben doen veranderen. In die dagen, terwijl de priesters aan Ceres offeroen, ontstak het volk groote vuren op de velden om de booze geesten te bezweren die den oogst bedreigden. Maar het vergat daarbij niet ook aan den inwendigen mensch te den ken. En het maakte van het feest een geweldig bachanaal, waaraan de openlucht-gastmalen der Romeinen van heden nog slechts zwak herinneren. Johannes de Dooper kwam. De godin Ceres werd afgezet, en het feest werd aan San Giovanni gewijd. Maar het bachanaal bleef. En op den voor-avond van zijn feest verzamelde zicli het volk van Rome in de omgeving van de aan hem gewijde kerk. Of trok, bij fakkellicht, naar buiten in de wijngaarden, om daar feestmalen aan te richten. Na afloop van die feestmalen weigerden gewoonlijk de fakkels plotseling verder te branden. Welke merkwaardige eigenschap der fakkels den pausen aanleiding gaf het volk te verbieden zich op den voor-avond van San Giovanni buiten de muren te begeven, zijnde de duisternis een van de vele oorkussensdes duivels. Thans, nu er geen verbod meer bestaan kan, daar alle poorten dag en nacht open staan, taalt het volk er niet meer naar zich naar buiten te begeven. Trouwens, het zou ook bezwaarlijk er in slagen een wijngaard te ont dekken om er bachanalen te gaan houden. En doof nu maar eens electrisch licht, als je niet bij den contactknop of het lampje kunt komen ! Zoo werd het bachanaal tot een gezellig openlncht-maal vór een volks-restaurantje. Maar het lawaai, dat vroeger als bezwering 12 cent 12canfc Sumatra (JUJITENCMEWOOH) Sigaar gold tegen de in dien nacht ronddwalende heksen, bleef. Al denkt ook heden niemand meer aan die arme heksen, die ook al afge dankt zijn. Maar het is nog niet zoo heel lang geleden dat vrome zielen, die geen tijd of lust hadden mee te doen aan het heksen verdrijven de lawaai, een schotel met grof zout en een bezem buiten de huisdeur zetten. Geen beter middel tegen heksen ! Want de heksenwet schreef voor dat, alvorens het huis te betreden om daar onheil te stichten, zij alle bezem vezels en alle zoutkorrels moesten tellen. Wat zelfs voor heksen niet zoo eenvoudig is. En diezelfde wet gaf aan den duivel het recht om, als de heksen zich vergist hadden, haar te dwingen weer opnieuw te beginnen. Daar de Juni-nachten kort zijn, werden zij dan door het ochtend-gloren verrast bij het ijverig tellen, en moesten ijlings per eigen bezem er van door. Dat de heksen zulke bezem- en zout-woningen maar liever ongemoeid lieten, spreekt wel vanzelf. Bij de oude Romeinen werden op dit feest der zonne-wende alle familietwisten uit den weg geruimd. Het was het feest der algemeene verbroedering in den boezem van het gezin. Of die verbroedering van langen duur was ver meldt de geschiedenis niet. De telkens wederkeerende vernieuwing er van geeft grond tot sombere vermoedens. Ook de Romeinen van heden gebruiken het feest van San Giovanni als een soort van familie-twisten-schoonmaak. Tot dat doel worden van de gekookte slakken,met grooten ijver het eerst de voelhorens afgebeten, want deze symboliseeren de tweedracht. Het middel schijnt afdoende te zijn, maar tevens dorstwekkend. En de tot het lesschen van dien dorst gebruikte wijn van de castelli romani" heeft de snoode eigenschap der zoo juist ver moorde tweedracht weer nieuw leven in te blazen. Ook heden nog ligt de duivel op de loer, gelijk men ziet. Zoo is dit feest van San Giovanni een won derlijk mengsel van heidensche en kerkelijke gebruiken, doorspekt met lawaai. En het zal San Giovanni vermoedelijk zelf vrij duister zijn, wat hij er eigenlijk mee te maken heeft. Edoch, het leven is nu eenmaal vol raadselen. En het grootste raadsel is wel hoe de niettoeterende Romeinen er in slagen door dat helsche kabaal, dat bijna den gansenen nacht duurt, heen te slapen. Met of zonder heksen, zij zijn onze volle en (.'enigszins afgunstige bewondering ten zeerste waard. Nap els A. H o i. n u R T

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl