Historisch Archief 1877-1940
7 Oct. '22. ~ No. 2363
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
CHENARD&WALCKER
N A S H M. A. N.
Automobielen en Vrachtwagens
l f. Automobiel Nij. I£T CENTRUM"
Parkstraat 91a - 's-Bravanhage
Tel. Haag 3569
F. FEDDEMA
WAOENSTR. 67
DEN HAAG
Telefoon 879
NIEUWSTE
MODELLEN
Heerenschoeisel vanaf
f 12.50
Boeken zijn veel
minder in prijs
qestecjen dan andere
dinqenvan dage
lij ksch qebruih.
aam 15
w
De N
L/e zekere Overtuiging dat
zoowel de fabrikant al} onze
firma zicr/blijVend Verantwoord
lijk Voelen Voor het rioo^e peil
onzer instrumenten, moet den muziekliefhebber
bij aankoop een tfeVoel Van ru5t en Voldoening
'TDe beste \0aarbortf biedt U de naam
onzer bekende 3fandaardmerken,waarVan
een fraaie collectie Piano'^ - vleuóel^
Plöyer - Piano'5 tegen ^emafi^de prijzen in
onze magazijnen 15 eèxpojeerd.
De aanweziótjeid Van eentje occasion^ onzer
5tandaardmerken tegen gereduceerde
prijzen verdient zeker de aandacht.
Indien \5ewenscht, kan de fmancièele kj^e^l'C
op de mee5t te^emoetkpmende wijze \?oor
U ereéeld worden.
In ruil te nemen instrumenten worden te«^en
de hoo^stmo^elijke waarde
UTRECHT AMSTERDAM HILVERSUM
CHOORSTRAAT
HEILIGEWE.G
1.ANGES.TRAAT
l
-Motor- en Zeiljachten
TE KOOP, In diverse grootten en prijzen.
Lijst van In commissie staande vaar
tuigen gratis en franco toegezonden.
BINGHAM & LUGT
AFD. JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
SIQABKN
Lunch f 2.50 - Diner i
5.Salons voor aparte Familie-Diners
V Verschenen:
VERJAARKALENDER
l Snslichrill RIENTS BUI
Zilfond. 99 Cint fr.
1 In den Boekh. en na
postw. bij RIENTS
BALT, Den Haag,
'Ttej&n' Daguerrestraat 28.
DEGELIJKE OPLEIDING, mond. on schrift.
aan bovenstaand adres
llllllllmillllllllllllllllllMIIIIIIIIIIHIIIIUIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllUtlllHUIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIM
geteekend door n
JO VAN OOSTEN SLINGELAND, B
@ een juweeltje op het gebied der lithografie. ^
ft - Prijs /f.50 ===== fl
| Verkrijgbaar in eiken boekhandel r*
A Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amsterdam K
DE KATHOLIEKEN EN HET
ZIONISME
ki de internationale Katholieke
missieweek, in het Katholieke centrum Utrecht
gehouden, heb ik een rede gehoord van den
missiepater Angelicus Hartman, die mij zeer
heeft getroffen. De pater had als onderwerp:
Palestine et Ie mouvement Sioniste", en de
conclusie waartoe hij kwam, was, dat het
onverdragelijk was voor de katholieke wereld
dat de Zionisten het Heilige Land hadden
geaccapareerd, en dat men zoo gauw mogelijk
van den Volkenbond de verandering van het
Mandaat moest zien te verkrijgen.
En waarom? Wat voor wandaden wist de
eerwaarde pater dan wel van de Joden te
vertellen, hoe schenden zij het gezag, hoe
benadeelen zij het land, hoe zuigen zij het uit,
hoe slechte, luie burgers zijn zij dan wel?
Dat alles niet. Het is juist van dit alles het
tegendeel wat pater Hartman met zooveel
verontwaardiging voordroeg. Hij had eerst
den toestand van vór den oorlog beschreven:
Palestina, een achterlijk, arm land, dor en
kaal, zonder bosschen. De bewoners, meeren
deels arme fellachen, die nog den landbouw
beoefenen den roofbouw zooals zij het
vór eeuwen reeds deden. Uit religieus oog
punt, uit het religieuze missionarissen-oog
punt van den spreker, een land waar geen
winste te behalen was. De Arabieren verstokt
in het Islamitische bijgeloof; een gering deel
wel Christenen, maar welke Christenen ! zonder
onderlinge eenheid, daar zij immers den Paus
llllllllllllllllllllllllfflIlllffflIlllllUflIlUllllflfflIlfflIlllllllllllllllllllllfll"
SPAAMSOH, EMOELSOH,
F RAUS OH, DUITS O H e f o.
Borlitz-School
HoorongraoM 481 H. 3286
Pract. Onderwijs door buiten!. Leeraren
niet erkennen, overgeleverd aan de kwade
praktijken van Grieksch-katholieke popen
van allerlei nationaliteit hier kreeg in
't voorbijgaan die Konkurrenz" een stevige
veeg uit de pan ; onwaardige scènes bij de
Christelijke Heilige Plaatsen.
Maar na den oorlog? Toen is het land, door
Christelijke wapenen veroverd, gegeven aan
de Joden. En dat kan de Katholieke wereld
maar niet verkroppen. De Joden, de Zionisten,
brengen handel en nijverheid in het land. De
Zionisten gaan het land bebouwen met mo
derne methoden. De Zionisten gooien hun
energie, hun menschen, hun geld in het arme,
achterlijke land. Zij onteigenen de arme Ara
bieren, zij buiten ze uit, en veroorzaken daar
door onlusten. Maar daarvan trekken Balfour
en de Sioniste fervent" Herbert Samuel zich
niets aan.
Maar zij weten het toch, deze katholieke
missionarissen, die in het land geweest zijn, als
zij met hun ooren willen hooren en met hun
oogen willen zien; zij moesten het toch weten
hoe verkeerd zij de zaken voorstellen. Hoe arm
de Zionisten zijn, met hoe ontzaglijke moeilijk
heden zij te kampen hebben, hoe de Hooge
Commissaris, de Sioniste Fervent", het land
sluit, op het oogenblik zelfs muurvast heeft
gesloten voor de Joden; hoe hij door zijn
zwakke en vreesachtige houding aan de Ara
bische eischen en onlusten steeds nieuw voedsel
geeft, zódat leven en goed van de Joden
herhaaldelijk onbeschermd bleken. Pater
Hartman moest zich schamen de fabel te ver
tellen van de Oost-Europeesche immigranten
die haast allen bolschewisten zouden zijn. En
hij diende beter te weten dan dat de rijke Joden
als n man achter de Zionisten staan. Zij die
fortes sommes" aan de Zionistische Organi
satie geven, zij zijn met een lantaarn te zoeken.
De kudde behoeft waarlijk niet aan 't sid
deren gebracht voor de rijkdom en overmacht
der Zionistische Organisatie. Die organisatie
is arm, altijd in geldnood.
Ik heb mij afgevraagd: vanwaar toch die
haat, die tegenwerking? Of bisschoppen en
patriarchen al met veel pathos verklaren dat
de Kerk niet toezien mag, hoe het Heilige Land
in onchristelijke handen komt wie kan aan
den ernst daarvan gelooven? Heeft zij niet
reeds zes eeuwen toegezien hoe het land in de
handen der Turken was? Of kan de Kerk in
ernst vreezen dat de Joden haar heilige plaat
sen niet eerbiedigen zouden? Was er maar n
geval bekend, dat aan de oneerbiedige scènes
op die plaatsen de Joden mede schuldig zijn,
hoe ware hun dit verweten !
Maar het is de Jodenhaat, de eeuwenoude
Jodenhaat derKatholiekeKerk. En indienhaat
is een sterk element: angst. Wel zijn er maar
.een 12 millioen Joden, en niet-te-schatten
zooveel millioenen onderdanen der Katholieke
Kerk. Toch vreest de Kerk. Zij heeft zich steeds
gehandhaafd door haar machtige, altijd door
uitgebouwde organisatie, die bij haar niet
meer aandoet als middel maar als doel. Van
de Joden, die geestelijke franc-tireurs, die zij
steeds bitterlijk vervolgd heeft en wier vrij
denkende kracht zij nimmer geheel kon bre
ken van de Joden ziet zij geen organisatie.
Maar daar toch die weerkracht onmogelijk
schijnt daar zonder, wordt er een organisatie
gefantaseerd. Is er geen openlijke, dan een
geheime. De vreemdste en ongeloofelijkste
verhalen over geheime Jodenorganisaties a
l'instar van de nog recente Elders of Zion"
hebben altijd door gereede verspreiding ge
vonden.
En nu is er dan een Joodsche organisatie,
Navigatie en Mooi-Nederland
DE ELITE-SIGARENMERKEN
Verkrijgbaar bij da voornaamste winkeliers
Fabr.: Finu MPPIUD t POTI ? Tiil
CADILLAC
Hit Meesterstuk der Autotechniek
ImporUor: K. LANDEWEER, UTRECHT
eene die zich open en eerlijk als Joodsch bekent,
die voor de Joden naar een openlijk erkend
doel streeft. Dat is de Zionistische Organisatie.
Op haar ontlaadt zich nu alle vijandschap en
angst. Zij groeit, in de voorstelling van deze
hare vijanden, tot die machtige beheerscheres
van Regeeringen de Engelsche,de
Amerikaansche, den Volkenbond , tot
beschikster over ongelimiteerde millioenen, tot nu
reeds gebiedster in het Heilige Land. Op dus,
te wapen tegen haar! Den geheelen invloed
der Kerk gebruikt om het werk dezer organi
satie ongedaan te maken ! Om door den Vol
kenbond het Mandaat over] Palestina gron
dig te doen veranderen! Dat de Arabische
onlusten symptomen kunnen zijn van de
révolte in de Islamitische wereld, welke te
bevorderen wel niet de taak der Katholieke
Kerk is, ja, dat die révolte door Moskou, den
sterken Antipapist, wordt gesteund , dat
schijnt niet op te wegen tegen het gevaar
dat er van de Zionisten te duchten valt.tegen
de winste die er in zit het Joodsche
vrijheidsstreven te knotten !
Voor ons Joden, voor ons Zionisten, die
in de laatste maanden ons hart wel eens zwaar
voelden worden van twijfel aan eigen Zio
nistische kracht en doorzet is zulk een rede
als van pater Angelicus Hartman een bemoe
digend ding. Het juiste beeld onzer krachten
en vermogens zien wij soms het best weer
kaatst in den spiegel onzer vijanden !
J. O R N S T E I N?H O O F I N
T
WOON
DM/5
DIRECTEUR: f: J.ZEEGERS
-^^^^«.^?^^«w^^^^^^s
LEID5CHE5TR.73
PRINSENGRACHT
7O9-711-713
AMSTERDAM
LEVERT UITSLUITEND
FABRIKAAT
MODELKAMERS
TABRIEK:
LIJMBAAN5QRACHT
23^-23
BIJ HET
LEID5CHEPLEIN
iiiiuliiiliiiiiiiiiitiiiiimii iiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimniimii,
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllln.lllliilllluii
Dr. A. ELOESSER
Naar aanleiding van o.a. het werk. dat hij, bij ge
legenheid van diens zestigsten verjaardag, over
perhart Hauptmann uitgaf, hopen wij op den schrijver
van onderstaand onschuldig schetsje nader terug te
komen- tot stichting van den lezer zij hier intusschen
vermeld, dat Arthur Eloesser in Duitsch'and behoort
tot de elite van den geest en in het bijzonder op the
atergebied een sedert lang gevestigden, alom
geferbiedigden naam draagt.
Georg Hermann noemde hem nog onlangs in een zij
ner letterkundige overzichten van het Handelsblad":
een der koelste en zekerste" beoordeelaars van
tooneelkunst, en behalve door dit wel zeer kenmerkende:
koel en zeker", een ongemeene, met beminnei-ijke
ironie omspeelde, en bezonken scherpte, onderscheiden
zich zijn, veelal in den nacht neergepende critieken
zoozeer naar den vorm, dat men van kleine essays"
mag spreken, luchtig, naar Franschen trant- doch
terdege verantwoord daarbij ! Elsevier's Maand
schrift" bracht verleden winter een paar, voor Hol
land geschreven, en in verband met onze eigen
tooneelkunst, weldadig ruim opgevatte en diepgaande
beschouwingen, terwijl de Wereldkroniek eenige
zijner, ook in dit Weekblad gaarne geciteerde
aphorismen" vertaalde. Arthur Eloei-ser was gedurende
vele jaren tooneclcriticus van de Vossische Zeitung;
tijdens den oorlog, voor zoover niet in den strijd be
trokken of gewond in het hospitaal, ging hij over naar
den anderen oever en werd dramaturg aan het
Lessingtheater. A's belletrist trad hij tot dusver niet op den
voorgrond; een, al om den titel bekorend boekje, ge
schreven in kwade uren : , ,Die Strasze meiner Jugenu"
onder het motto: Berlin, Berlin, du dauerst mir !"
houdt het midden tusschen vertelling en overpein
zing. Op het oogenblik dqet hij, wat alle Duitsche
intellectueelen doen, willen zij het hoofd boven
water houden, hij schrijft in den gierig vergaarden tijd,
die overblijft *usschen denachtcritiekenden|volgenden,
nagenoeg zonder uitzondering, in een der vijft:g
Berlijnsche schouwburgen doorgebrachten avond,
so viel eine Schreibmachine hergeben kann". Van
deze schrijfmachine, zoowel als van dezen, in de leer
school voor het menschelijke leven" fijn-geschoofden
geest, is Lilli's neus" het nederig product.
T. N.
LILLI'S NEUS
DOOR ARTHUR ELOESSER
,,Aan den gevel kent men het huis," zei
oom Bra'sig, Fritz Reuter's philosoof. Lilli
Meier bezat als Berlijnsche helaas te veel lit
teraire ontwikkeling om zich nog in een boek
als Stromtid" te verdiepen, anders zou ze
waarschijnlijk bewaard zijn gebleven voor de
droevige geschiedenis, die dezen zomerde beide
oevers van den Kurfürstendammin beroering
bracht.
Lilli Meier zoo heette zij sinds haar
huwelijk met W. L. Meier, die op de Beurs
aller achting genoot was, zoolang zij haar
neus tenminste ongeschonden in het front
droeg, een van de redelijkste en beminne
lijkste verschijningen. Zóweinig aanstoot
gaf zij, dat de vriendinnen haar met algemeene
stemmen den eeretitel van een hoogstaande
? vrouw" waardig keurden. Haar ouders hadden
haar met den voornaam Lilli toegerust, een
naam, die al dadelijk Ooethe's verloofde
staat voor deze lieve verbeelding borg
wees op een knappe, slanke,
gedistingueerde vrouwefiguur. De verwachting der
ouders zou inderdaad gerechtvaardigd zijn
geweest, indien Lilli maar niet dien neus be
zeten had, in het midden van een schier
mannelijk-krachtige welving, om in een tamelijk
breeden stompen en weemoedigen punt uit
te loopen. Dat vergroeit nog wel", meenden
de ouders, en ieder, die haar gaarne moed in
sprak. Maar hoe rank Lilli ook opgroeide
maagdelijk teeder waren haar smalle schou
ders de neus groeide onverpoosd mee.
Hij werd haar noodlot, hij drukte een stem
pel op haar karakter, hij bezorgde haar den
eeretitel van hoogstaande vrouw", aan
gezien een vrouw, van wie men ten slotte,
na al haar benijdenswaardige eigenschappen
te hebben opgesomd, moet zeggen: jammer"...
in den algemeenen strijd om bijval en be
wondering toch eigenlijk niet voor vol geldt.
Op deze wijze werd Lilli hetgeen een vrouw
maar zelden te beurt valt een neutrale",
een vertrouwelinge, een steun, in n woord:
een vriendin, de vriendin. Zij zat aan het ziek
bed, een zachte, niet-hinderlijke troosteres,
die zich ook in kleine kwalen kon verplaatsen ;
zij liet zich geduldig alles vertellen, waar zij
zelve niets te vertellen had, zij hielp haar
vriendinnen bij het kleeden voor festijnen,
waarin zij zelve geen lust had, zij hoorde
bovenal haar klachten over den man" rustig
aan, daar zij zich over den hare niet te be
klagen had. Want Lilli was een van de weinige
vrouwen aan den oever van den Kurf
rstendamm, die daar leefden in gelukkigen, in elk
geval zonder zenuw-storingen gedragen echt.
I1IIII1IIIIIIIIIIIIIHIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIII
Het bewustzijn dezen neus te haren laste te
hebben, had haar, als vrouw, voor elke pre
tentie bewaard, terwijl hij aan den anderen
kant haar man niet slechts stijfde in het
besef zijner mannelijke meerderheid, doch
hem daarenboven bezielde tot een soort
huisvaderlijken humor.
Wanneer W. L. Meier, die in gezelschap
voor geestig doorging, zijn beursmoppen had
uitgeput, placht hij daar nog een paar
anecdoten op den neus zijner vrouw aan toe te
voegen, waarover deze zelve de eerste was
welwillend te glimlachen en, als in weemoedige
berusting ook over deze joviale belangstelling,
haar zachte bruine oogen neer te slaan.
Zóging het tot de noodlottige
namiddagthee, een ver j aars bezoek, waarbij Lilli, geheel
tegen haar gewoonte de laatste was, omdat ze
de jumper", die zij als verrassing voor haar
vriendin Wally had bestemd, eerst had moe
ten afbreien. Toen Lilli met haar jumper,
haar bloemen en haar omhelzingen binnentrad,
kwam haar terstond dat onbestemde gevoel
tegemoet alsof haar verschijning een lichte
verlegenheid wekte, terwijl haar bij het af
doen van haar mantel in de gang zij was
fijn van gehoor een opgewekte conversatie
getroffen had. Men scheen haar iets te ver
bergen, weshalve zij besloot te blijven tot de
laatste bezoekster vertrokken was. Nadat de
immer hulpvaardige zich met haar vriendin
Wally in haar kleedkamer had teruggetrok
ken het verjaarsfeest zou met W. L. Meier
in de Opera eindigen en zij haar, zonder een
schijn van jaloezie, in de nieuwe
paillettenjapou had geholpen, gelukte het haar eindelijk,
na veel tegenstribbeling, het onderwerp van
het gesprek uit te visschen, niet het minst dank
zij de verzekering: ,,Voor mij behoef je toch
geen geheimen te nebben, je weet, dat ik nooit
iets kwalijk neem."
Wally liet zich den eed: dat zij werkelijk
niet in staat was iets kwalijk te nemen, nog
eenmaal zweren, niettegenstaande er wel
beschouwd niets kwalijk-neembaars was, want
het bewuste gesprek hadden streng objectief,
zelfs wetenschappelijk karakter gedragen.
Eerst had Lucie van den vooruitgang der
Medische wetenschap in het algemeen gespro
ken. Daarna was men, op dit gebied voort
gaande, in het bijzonder voor het heil der
vrouw in vervoering gekomen, waarbij Lucie,
je kent haar, weer van-die-dingen had verteld...
En vandaar op de chirurgie. Mimi had ver
halen gedaan, wonderbaarlijk, hoe men in
Parijs al vór den oorlog scheeve ooren recht
had gerukt en neuzen wist op te knappen door
het overtollige af te snijden of het ontbrekende
met paraffine op te spuiten. En ten slotte
had Lucie gezegd: Dat kan je in Berlijn net
even goed gedaan krijgen, hier woont een
wonderdokter, die jelui allemaal zoo mooi
maakt als je maar wilt. En niemand behoeft
meer rund te loopen met een neus, die niet op
zijn gezicht past. Maar ik verzeker je, Lilli,
de gedachte aan jou is daarbij niet in ons op
gekomen !"
Lilli bedankte haar vriendin op de, haar
eigen bescheiden wijze en vertrok na haar
een volledig succes in de nieuwe japon te heb
ben toegewenscht. Kort na dezen verjaardag
ging haar man op reis naar Zwitserland, ge
deeltelijk voor zaken, gedeeltelijk, naar hij
zeide, om zich een kleine ontspanning te ver
gunnen. Ook Lilli moest eens iets voor haar
wei-zijn ondernemen, doch verder dan Th
ringen mochten zich haar begeerten niet uit
strekken wegens den hoogen ouderdom van
W. L. Meier's moeder. Veertien dagen na
mijn verjaardag nooit van mijn leven zal
ik het vergeten" aldus vertelde Wally,
komt Lilli mij bezoeken, en vind ik haar met
hoed en voile in het salon. Wel? Al terug uit
Thüringen? Wil je je hoed niet afzetten?"
,,Ik ben heelemaalniet in Thüringen geweest",
zegt ze, zet haar hoed af en komt uit de duis
ternis van het paneel te voorschijn. Nooit....
ben ik zógeschrokken. Lilli had een nieuwen
neus, een classicken neus, zeg ik je, een neus
als de Venus van.... van.... een beeld van
een neus. Zoo lang ze niet spreekt, geloof je
niet dat ze het is."
Lilli's triomf was onbeschrijfelijk; zij werd
dooreen reeks van eere-en gala-thee's gevoerd,
want ieder wilde haar met den nieuwen neus
zien, en ik wenschte wel, dat ik hiermede haar
levensgeschiedenis mocht besluiten. Had aan
den eenen kant de nieuwe neus, dien zij met
lieve bevangenheid en een tikje ironie in haar
kring introduceerde, verrassend en ontroerend
gewerkt, aan den anderen kant geraakte
Lilli van haar vriendinnen met den dag meer
vervreemd. Zij was niet meer de hoogstaande
vrouw, niet meer de eenvoudige, behulpzame,
kiesche, betrouwbare Lilli, met haar gerust
stellenden, bijna streelenden weemoed, met
haar zachte, bruine oogen en den milden blik
vol toewijding. Integendeel, sedert zij den
nieuwen neus begon te dragen, juist als een
ouden neus ,die daar altijd gezeten had, kreeg
zij iets in de oogen, wat weliswaar de meeste
vrouwen daarin hebben, dat echter in de hare
zoo rustig1 had ontbroken: het eeuwig
vraagteeken: Hoe vindt je me? Knap? Niet? Zeg
het maar! en aangezien de vrouwen op een
afstand bleven, begon ze bij de mannen te
hengelen, die zoo'n slecht geheugen hebben en
er zich nauwelijks meer rekenschap van wisten
te geven hoe zij er voorheen" had uitgezien,
en dat haar neus een kunstneus was, en eigen
lijk in het geheel niet haar eigendom kon wor
den genoemd. En aangezien de vriendinnen
zich terugtrokken, begon ook Lilli zich terug
te trekken, en wel, zoo heette het tenminste,
bij voorkeurin kringen te verkeeren, waar men
haar vroeger niet gekend had. Wanneer thans
op de een of andere thee" naar Lilli wordt
gevraagd, volgt er gewoonlijk een afkeurend,
in het beste geval, een onverschillig schouder
ophalen: die heeft nu andere conversatie. Of:
Lilli Meier? die tennist tegenwoordig met de
jongelui, met de zér jonge lui. Of: Mevrouw
Meier? a maar eens kijken naar de th
dansant in de Splendid-Bar.
En W. L. Meier? Wat tusschen hen beiden
is voorgevallen nadat hij van zijn zakelijke
en heilzame Zwitsersche reis was teruggekeerd,
dat vermeldt zelfs de kroniek van den
Kurfürstendamm niet. Men weet slechts, dat deze
twee thans veelal alleen uitgaan, omdat de
heer Meier zijn oude gezellige kennissen heeft
opgegeven en aan de nieuwe, die Lilli
gemaakt heeft, niet wennen kan. Zijn vrien
den beweren, dat hij zijn gouden humor geheel
heeft ingeboet. Hij zelf, over wiens lippen nooit
n klacht kwam, noemt het zenuwen", de
nadeelige gevolgen van de Zwitsersche reis,
en vindt, dat men in het algemeen verstandiger
doet met thuis te blijven.