Historisch Archief 1877-1940
14 Oct. '22. - No. 2364
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BIJKOMSTIGHEDEN
XLII
September is ontegenzeggelijk de maand,
waarin de meeste menschelijke energie wordt
ontwikkeld.
Ik denk, dat, wanneer men eens kon nagaan,
op welken tijd de belangrijkste uitvindingen
zijn gedaan, de schoonste plannen voor een
kunstwerk zijn ontworpen, wijsgeerige stelsels
zijn ontwikkeld en moeilijke sociale problemen
zijn opgelost, men tot de ontdekking zou
komen, dat een heel hoog percentage daarvan
in September valt.
September is de maand van de gouden
boomen en den pittigen geur van
herfstseringen; het is de maand van de laatste zomer
zon en de eerste nevels,-het is de nige maand,
dat men naar een tandarts kan gaan zonder
gedeprimeerd te worden; de eenige maand,
waarin we, al zijn we oud en grijs geworden,
toch nog een stil uur vinden, waarop de wereld
ons zoo mooi lijkt, zoo volmaakt in haar rijp
heid, als we haar nog nooit hadden gezien. Het
is de maand van de liefste herinneringen, en
toch ook van de hoop; een onredelijke hoop,
alsof we nog niets verloren en nog niets ver
speeld hadden.
Ik herinner me dien drang tot activiteit,
die September in ons wekt, van mijn eerste
kinderjaren af, als ik beredderig met mijn
kruiwagen door den tuin waarde, om de dorre
blaren te verzamelen, (die zoo gezelig kraakten
als je ze op elkaar drukte) en me voornam
mijn verdere leven nu altijd de paden zoo
netjes te onderhouden, omdat het toch eigen
lijk een heel plezierig werk was. De
herfstseringen geurden; uit de kraan, die een beetje
lek was, sijpelde een heel dun straaltje water
met suizend geluid; de donker roode wingerd
om de spijlen van de verandah maakte, dat
moeder achter haar naaidoos net een
portretin-een-lijstje leek; en ik werkte en was gelukkig
en had er geen vermoeden van, dat er een
tijd zou kunnen komen, dat .datzelfde ik,
?ergens in Den Haag aan een statig bureau, die
vredige en lichte herinneringen zou oproepen,
om er een stukje voor de krant van te
maken.
Later op school was September de eerste
maand na de groote vacantie; en als dan de
drukke roes van het weerzien voorbij was; als
de nieuwe boeken waren nagezien, en de stilte
heerschte in het heele, groote gebouw, dan
kwamen, met de rust, de goeie voornemens,
als voor een ,,nieuw" leven, met een nieuwen
ijver. Dan besloot je in het vervolg de lessen,
die je te leeren kreeg, altijd in het kort voor
jezelf op te schrijven, omdat dat toch de eenige
manier was om te weten, of je ze wezenlijk
kende; dan zou je, dadelijk als je van school
thuiskwam, eerst piano studeeren, omdat je
dan den heelen avond voor jezelf hadt; dan
zou je iederen morgen om half zeven opstaan,en
in den tuin hardop Vondcl's Lucifer lezen, of
iets anders heel moeilijks en opvoedends, (en
hoe verrukkelijk waren die enkele
doorschijnend-koele ochtenden, als je het wezenlijk
volbracht, en in een soort extase van
on-uitgeslapenheid en hongerigheid de nobele regels
door de stille lucht liet klinken;) dan zou je
... .dan zou je....
Maar de wonderlijkste, de onvergetelijkste
Septembermaanden van mijn leven zijn toch
die van mijn studententijd geweest; die brach
ten het weerzien na de lange zomervacantie;
die voerden de jeugd uit alle streken van het
land weer samen in een oud, stil stadje, dat
juist in den herfst haar ontroerendste schoon
heid toonde. Was ergens de hemel zoo hoog
en klaar; leek ergens sterven zoo triomfante
lijk heerlijk?
Hoe dansend gingen we naar de rede van
den rector magnificus, omdat daar alle goeie
vrienden ons weer wachtten, en omdat dat
weer het begin was van ons hernieuwde
leven voor vrijheid en vreugd". Hoe scheen
de zon in ons serretje, als ik den eersten middag
uit college kwam, en zij wachtte me op niet
thee en kaakies, en we /aten weer tegenover
elkaar aan ons eigen tafeltje en zij reikte me
een kopje van ons eigen blad !
Maar dit was ook de eenige maand, dat we
ernst maakten met onze studie, dat we een
strenge dagindeling bedachten, en schrapjes
zetten voor de uren, die we verzuimd hadden.
Wat ik ooit van de Ulfilas heb kunnen ont
cijferen; wat ik weet van Theudoric en
Wapene Martijn", dat heb ik bepaald allemaal
in September opgestoken. Want dit was
ook de eenige maand, waarin de dagen nog
een betamelijk aantal uren hadden; later, in
October en November, smolten ze weg tot
niets; je hadt nauwelijks tijd om een boek, dat
op zicht was gestuurd, in te zien; -- dan was
het al weer avond; de schrapjes voor ver
zuimde uren regenden, tot het heele pro
gramma er mee volgeteekend was, en de
onderneming haar zin verloor.
Wonderlijke levensindeeling, die ons dwingt
ons in abstracte kwesties te verdiepen, kennis
in ons op te nemen, ons te verliezen in allerlei,
dat niét onszelf is, juist in den tijd, dat we
zoozeer vervuld zijn met ons eigen innerlijk
groeien en bloeien; dat we zoozeer al onze
krachten noodig hebben om te genieten en
te lijden, dat er voor iets anders geen plaats
overblijft. Te moeten léren, als men niet
anders kan dan leven, uit alle macht....
September, September ook nu, nu alles
stiller geworden is, ben je de vruchtbaarste
maand van mijn leven gebleven. Nog altijd is
het in jouw gouden licht, dat ik mijn plannen
maak voor een heel jaar van werk en inspan
ning; nog altijd stuw je mijn activiteit op, en
voel ik een drang aan mijn innerlijk leven te
gaan redderen, zooals eens aan den tuin van
m'n kinderjaren; en ik neem me ook voor,
dat innerlijk nu voortaan steeds netjes in orde
te houden mijn heele verdere leven.... Maar
dan komt October, slooper van mijn vreezen
en mijn hopen"; en dan November, die alle'
vreugde moordt; en December, als het bijna
niet licht wordt; en Januari, de troostelooze
maand van de uitverkoopen, als alle kracht,
om den winter nog langer te dragen, ook uit
verkocht" raakt.
Voor heel lang hebben we het beste nu weer
gehad.
A N N l E S A L O M O N S
VOOR HET NAJAAR
Teekening voor de Amsterdammer'
van Mdrietje Heyligers.
MOEDERS
SPINNEN
II.
Mijn dikke kruisspin heeft een klein vrijertje
met een hazenhart. Hij leeft, zoolang als 't
duurt, in vreeze en beven. Daar heeft hij alle
reden'toe, want n ij heeft altijJ veel kansom
door zijn Dulcinea verslonden te worden,nog
eer zijn liefdebee verhoord is. En wordt hij
soms verhoord, dan valt hij daarna zoo goed
als zeker ten prooi aan de moordende tangen
van zijn echtgenoote.
Tot nog toe heeft hij zich aardig weten te
redden. Deze week heb ik hem nog gezien.
Hij komt aanloopen langs de sparretak en
betast even de hoofddraad van het web van
het wijfje. Deze verschikt zich even in haar
centrale observatieplek, maar houdt zich
overigens rustig. Intusschen heeft het mannetje
een ankerkluitje van spinsel aan de sparretop goed een eind aan
geplakt en wandelt nu een eindje het vrouwe- dit met dikwijls,
lijke web op. Maar tegelijk spint hij een
draad, die hij zorgvuldig vrij houdt van de
DE THEORET1SCII-MODERNE MOEDER
Nog voordat de baby geboren is heeft de
theoretisch aangelegde aanstaande moeder
zich een uitgebreide litteratuur over
kinderverpleging, kinderkleeding, kinderspeelgoed,
kindervoeding en kinderopvoeding aange
schaft en die met loffelijke n ijver bestudeerd
en doorgewerkt. Misschien heeft zij zelfs in
een dictaatcahier uittreksels gemaakt van
hetgeen haar bijzonder wetenswaard leek, om
het altijd direct bij de hand te hebben.
Heeft" het kleintje eenmaal zijn intrede ge
daan en is de verpleegster vertrokken, dan
worden al zijn levensuitingen streng theoretisch
geregeld, geclassificeerd en in vakjes netjes in
gedeeld. Voor alles heeft de moeder een boek
of een brochure bij de hand om er in na te
slaan, als dit of dat verschijnsel zich voordoet.
Zijn slapen, zijn maaltijden, zijn waken, zijn
spelen, alles wordt automatisch geregeld en
volgens vaste principes ingedeeld.
Met bewonderenswaardige nauwgezetheid
blijft de moeder zich op de hoogte houden van
alle litteratuur en van iedere publicatie, die
betrekking heeft op de opvoeding van het kind.
Maar vaak leest zij zonder oordeel des
onderscheids en ijverig past ze iedere nieuwe vin
ding op het gebied van kindervcrzorging en
opvoeding toe op haar kroost. Maar daar iedere
autoriteit of kwasi-autoriteit op dit uitgestrekte
en nog lang niet ontgonnen terrein een andere
en dikwijls tegenovergestelde meening ver
kondigt, omhelst ze met vuur en benijdens
waardig enthousiasme de meest tegenstrijdige
theorieën. Zij onderwerpt haar kinderen ach
tereenvolgens aan koudwater-therapie,
Zweedsche gymnastiek, Dalcrose-lessen, slojd, pad
vinderij en wat er maar wordt uitgevonden.Het
overmijdelijk gevolg is, dat het kind een be
klagenswaardig proefkonijn wordt, dat meer
of minder gelaten ondergaat wat er over hem
beschikt wordt en dat nooit weet, wat hem
den volgenden dag boven het hoofd hangt.
Als vandaag een dokter wijst op laat
ons zeggen het diabolospel, als een gezonde
uitspanning, dan haast de moeder zich naar
een winkel en koopt zooveel diabolo's met
toebehooren als er kinderen zijn. Publiceert
morgen een andere dokter in de medische
kroniek van een dag- of weekblad een artikel,
waarin hij dit spel hoogst nadeelig noemt voor
de harmonische ontwikkeling van het kinderli
chaam, dan worden met evenveel haast alle
diabolo's in beslag genomen en achter slot en
grendel geborgen, tot weer eenderde confrater
komt met de geruststellende mededeeling, dat
het zoo erg niet is.
Zoo gaat het met alles. De eene maand wor
den de kinderen aan een vleeschdieet onder
worpen, de volgende worden ze vegetarisch
gevoed en zijn ze eenmaal aan dit regime ge
wend, dan krijgen ze weer een gemengde voe
ding.
VRUCHTEN KOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
zijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
,?,,mi. mm ''"" m mm '»'
draden van het web; een niet kleverige draad.
Nu doet het wijfje een paar schreden in zijn
richting. Ofschoon ze nog ruim een deci
meter van elkander verwijderd zijn, begint
het mannetje nu zenuwachtig te worden.
Met zijn op'een na achterste linkerpoot tast
hij naar zijn eigen draad, misschien, om te
voelen of die wel sterk genoeg is en heelemaal
viij Dan gaat hij heel raar doen met zijn
pooten strekt ze soms heelemaal recht uit
aan bakboord, trekt ze dicht ineen aan stuur
boord,maait met de voorpooten door de lucht,
legt ze languit langs de radspaak
van het groote web. Ook wappert
hij met zijn knodsvormige
kaaktasters en trommelt met de ronde
knopjes op diezelfde radspaak. Hier
op wordt het wijfje zeer levendig.
In een paar sprongen is zij vlak
bij het mannetje, met acht stra
lende oogen in haar liefelijk aanschijn.
Dat kan hij echter niet doorstaan,
onthutst laat hij alles los en nu
slingert hij aan zijn veiligheidsdraad
vlug buiten bereik van zijn extati
sche geliefde. Deze maakt tenslotte
rechtsomkeert en kuiert terug naar
haar centraal bureau. Ben poosje
daarna zit ons heertje weer aan
de draden te trekken en het spelletje
begint van voren af aan, totdat er
de een of andere manier voor
Najaarscape van grijze gabardine, afgezet
en gevoerd met zwart satijn. Japon van
zwarte en grijze streepstof. Hoedje van
grijze peau de Sutde met garneecse! van
fluweel in de japonkleuren.
En de moeder, die vervuld is van de beste
bedoelingen en haar hoofd volpropt met aller
lei heel of half wetenschappelijke verhandelin
gen over het moeilijke vraagstukder opvoeding,
kweekt in plaats van de gezonde, harmonisch
ontwikkelde zelfstandige menschen, waartoe
ze haar kinderen zou willen zien opgroeien,
zenuwachtige, slecht geé'quilibreerde schepsel
tjes, die in hun later leven zichzelf en anderen
tot last zijn.
VI.
DE WFRKENDE MOEDER
Zij heeft geleerd zuinig met haar tijd om t?
gaan en dien logisch in te deelen. Daardoor
heeft zij voor niets tijd te veel en voor alles
tijd genoeg. Haar blik is verruimd en haar oog
is open voor alles wat er om haar heen ge
beurt. Zij weet mee te leven met haar kinderen,
zij interesseert zich voor alles wat hun be
langstelling wekt. Hun ontspanning na het
schoolwerk is ook haar ontspanning na den
arbeid. De kinderlijke pretjes en uitgangetjes
zijn geen opofferingen, die van moeder ge
vraagd worden, ze zijn voor haar een even
groote vreugde als voor cie kinderen en een
aangename verpoozing.
De kinderen komen met alles wat hen be
zighoudt of wat hen drukt bij moeder, omdat
zij weten een open oor en een altijd gereede
belangstelling te vinden. Want Moeder mag
vermoeid zijn van inspannend werk, nooit is
zij zenuwachtig of prikkelbaar, omdat de
dienstbode brutaal was, de slager niet op tijd
kwam of omdat zij tobt over een of andere
kleine, huiselijke beslommering. Zij heeft
immers geleerd de dingen in hun juiste ver
houdingen te zien en haar humeur en zenuwen
te beheerschen.
Moeder is niet altijd thuis en daarom wordt
het een feest voorde kinderen, zoodra moede r
er, is. De stereotiepe en haast automatische
kindervraag: waar is moeder? wordt in het
huis der werkende vrouw gewijzigd in een
bewust en verlangend: Is moeder er al ?
Omdat ze niet altijd onmiddellijk bij iedere
kleine moeilijkheid, die zich voordoet bij werk
of spel moeders hulp kunnen inroepen, leeren
de kinderen al vroeg zich zelf te helpen, zelf
moeilijkheden op te lossen, zelf een beslissing
te nemen, als dat noodig is. Ongemerkt en
zonder eenigen dwang groeien ze op tot zelf
standige, zelfdenkende en zelfhandelende
menschen.
Het samenzijn van moeder en kinderen
behoort tot de 'kostbaarste «ogenblikken van
den dag en ieder wacht zich wel de harmonie
er van te verstoren door onbeteekenend ge
kibbel en gekijf, dat de stemming zoo hopeloos
kan bederven.
Moeder draaft niet onophoudelijk voor de
kinderen en is niet voortdurend voor hen in
de weer; integendeel dezen, en zelfs de aller
kleinsten, bedenken waarmee ze het moeder
prettig kunnen maken, ze schuiven in den
winter haar stoel in het lekkere hoekje bij de
kachel, zetten haar pantoffels klaar en
maken de theetafel gereed. En omdat moeder
niet altij'd alles zelf voor haar kinderen kan
doen krijgt wat er uit haar handen komt een
heel eigen bekoring en aantrekkelijkheid en
wordt tot een kostbaar bezit. Zoo vindt de
werkende moeder dikwijls bij haar kinderen
meer waardeering dan daar, daar zij altijd
slooft en tobt in den kringloop der huishou
delijke beslommeringen, die eigenlijk, sloopend
als ze vaak zijn, nooit als vermoeiend werk
worden aangemerkt, en waar de grootste
opofferingen als iets wat vanzelf spreekt wor
den aanvaard.
DE ALTIJD-JONGE MOEDER
Zij is de meest gave en volkomen verper
soonlijking van het moederschap. Zij leeft
met en voor en door haar kinderen. In plaats
van haar krachten te ondermijnen schijnt
ieder kind dat geboren wordt haar eenige
jaren jonger te maken. Als de jongste inde wieg
iigt, schijnt zij vaak de oudste zuster van haar
eerstgeborene. Zij is het, die heeft uitgevonden,
da t een paar kinderhandjes, die o ver haar gezicht
streelen de beste schoonheidsmassage zijn en
dat de kus der frissche babylipjes beter is dan
alle cosmetiek.
Misschien heeft zij nooit iets over opvoed
kunde gelezen maar zij is de opvoedster bij de
gratie ods en een blik van naïeve verwonde
ring komt in haar klare oogen, als zij hoort
zeggen, dat kinderen opvoeden zoo ontzaglijk
moeilijk is. Van tijd tot tijd handelt zij waar
schijnlijk dwars tegen alle wetten en voor
schriften der paedagogie in, maar haar kin
deren worden er niet te slechter om. Zij aan
bidden hun moeder niet, zij hebben mis
schien liorribile dictu! niet eens ontzag
voor haar, maar zij hebben haar lief en
hangen haar aan met heel de warmte en kracht
van hun onstuimige kinderziel.
Moeder is alles. Zij is voor haar kinderen
het kort begrip van het heelal. Zij werkt met
de oudsten en stoeit met de jonpsten,zij leest
met hen, wandelt met hen, botaniseert met
ze en verzint verrukkelijke spelletjes en
knutselwerkjes op regenachtige dagen. Zij schatert
met hen over een reuze-leuk" boek of een
geslaagde mop en schreit met ze over een ge
storven poesje of een van kou verkleumd
vogeltje.
Moeder weet altijd raad voor alles. Zij heeft
naald en draad voor hopeloos gescheurde
kielen, verband en pleisters voor gewonde
knieën en woorden van troost voor gekwetste
kindergevoeligheden. Kinderverdriet is voor
haar groot verdriet en ze ziet niets
belachelijks in de wanhoop over een gebroken
poppekop of de verontwaardiging over een geplaagde
poes of hond.
Haar huis is n groote kinderkamer, waar
ieder welkom is, die zich in dien toestand
schikken kan. Zij maakt voor haar kinderen
het leven zonnig en heerlijk en vult hun jeugd
met een blijheid, die later hun donkerste
oogenblikken nog met mooie en lieve herinne
ringen verlichten en overstralen zal.
Zij wordt nooit oud, ook al worden met de
jaren haar haren wit, want de kinderen heb
ben haar nooit den tijd gegeven om stijf van
ledematen en stroef van ziel te worden. Zij
heeft, in de beste 'beteekenis van het woord,
de eeuwige jeugd.
W I L L Y P l'; T I L L O N
II iiliuilllimil
Zomeravond op zee
Stil, zacht, heel zacht,
't Geheim der nacht,
Die ommewaart,
Wordt verklaard.
Zie hoe de zinkende zonne
Kust in gulden gloed
De zee tot een gouden bronne,
Nog vór zij sterven moet.
Zie de lucht is vol kleuren,
Violet, rose, purperen pracht,
Zelfs de meeuwen zwijgen,
Langzaam komt zomernacht.
Dan gaan die kleuren versterven,
Blauw, effenblauw is de lucht.
Sterren schitteren en flonken,
Zachtkens windeke zucht.
Nu de maan met haar vredige stralen,
Als trouwe bode wacht.
Tot duisternis dichter gaat dalen
In zomernacht.
l PLEMP v A N D u i v ELAN
DZ i L L E s E N
ZOHEH
MODEM EIKEN EETKAMER
Eigen
Fabrikaat
BESTAANDE UIT:
Tafel met 2 inlegbladen Buffet
2 Fauteuils 4 Stoelen Theetafel
COMPLEET f585.?.
VAN ALLES WAT
DE ,,BEZUINIGINGS"-MUTS
Een vroolijke Najaarsmuts
Ik heb een muts gemaakt van een stuk
jutewandbekleeding, een stuk gordijn en wat
strengetjes gekleurde wol; onder het motto:
Bezuiniging ! Tot zelfs in mijn muts wilde ik
trachten een kind van mijn zuinigen, op de
kleintjes passenden tijd te zijn.
Ik wil beproeven, het kostbaar geheim
van mijn bezuinigingsmuts" te ontsluieren.
Men neemt een cirkelvormig stuk jute,
knipt den rand van den cirkel op regelmatige
afstanden in, naait na eenig passen en meten
de ingeknipte kanten op elkaar en zoomt
vervolgens den onderkant om. Wanneer men
eerst eenige proeven neemt met modellen
van courantenpapier, komt men spoedig
tot de meest geschikte grootte en vorm. Het
geraamte" van de muts is nu klaar. Nu moet
het midden van den bol bepaald worden. Dit
behoeft niet meet-kundig juist te geschieden.
Integendeel, het betrachten van een weinig
nonchalance bij hetgeen volgt, is n der eerste
vereischten voor het verkrijgen van een
aardig resultaat. Uit het midden bor
duurt men nu vier of vijf slingers van ver
schillende, liefst sprekende kleuren, die het
oppervlak in min of meer gelijke stukken
verdeelen. Men kan iedere soort steek toe
passen, als de jute maar geheel en al door
het borduursel bedekt wordt. Uit deze slingers
laat men nu zijtakken groeien en aan deze
zijtakken eveneens weer loten ontspruiten,
tot het geheel n wemeling van lijnen en
kleuren wordt. De overgebleven onbedekte
vakjes worden ten siotte ook volgeborduurd.
Hoofdzaak is, dat men zorg draagt voor
bewegelijke lijnen en leuke kleurafwisseling.
De rnuts is nu klaar en behoeft nog slechts
gevoerd te worden. Ik gebruikte tot dit doel
een overgebleven stukje neteldoek voor
gordijnen, maar natuurlijk kunnen overschotjes
van zijde of een andere dunne stof ook uit
stekend dienst doen.
U ziet het: eenvoudig, goedkoop, en v/at het
voornaamste is: aardig. Alleen is voor het
rangschikken der kleuren een weinigje goede
smaak onontbeerlijk.
C L i N E SCHAAK E?V E R K o z E N
tliiiiiiliiiii iiiiniiiiiiiiiiiiiiin minimum iiiimiiiiiiiiiiimiiim
Kerstfeest op Zee
(Ingezonden)
Mag ik, evenals vorige jaren, weer het
vriendelijk verzoek richten tot de dames in
Nederland, die tijd en lust hebben een enkel
handwerkje te maken voor de zeelieden, die
met Kerstfeest niet thuis kunnen wezen?
Mooie leesboeken zijn ook zér welkom !
Voor Amsterdam geschiedt de verzending
door Mej. H. Boeke, P. C. Hooftstr. 85
voor Rotterdam door het Tehuis voor Zeelie
den aldaar.
Het liefste ontvingen we de handwerken
vór l Nov. aan n der beide adressen. Nadere
inlichtingen worden gaarne verstrekt door
Minnie Ortt, Tehuis voor Zeelieden,
Veerhaven W. Z. 17, Rotterdam.
() ,?, , ? m. mimmmi.miir'immmiiii.mimmHirmimiiiim.
troiiilleert, snap je licht zoo'n avontuurtje, 't
Is werkeiiJK nog al aandoenlijk, om te zien
hoe dat spninenmannetje zijn veiligheidsmaat
regelen neemt, ongeveer net als een alpinist,
die een zeer gevaarlijke partij gaat beginnen.
Ze hebben gelukkig lang niet alle zoo'n
precair bestaan. Bij sommige spinnensoorten
zijn de mannetjes zoo klein, dat het de moeite
niet schijnt te loonen, ze op te eten. Bij nog
andere soorten, o.a. bij de welbekende water
spin, die de mooie duikerklokken bouwt,is het
mannetje even groot als het wijfje of zelfs
op
komt. Men ziet
een zonnigen voordenmiddag een
paar dozijn kruisspinnesten
bepaSpinnen-vrijage.
grooter en daar konden de bordjes wel eens
verhangen worden. En n soort is er, daarvan
leven mannetje en wijfje eendrachtig bij elkaar,
lief en leed deelend,zooals het behoort. Samen
spinnen zij het fijne web aan het uiteinde van
bloeiende stengels, samen vangen ze daar
groote vliegen en leven genoeglijk, tot de
nachtvorsten een eind aan hun bestaan maken.
Dit goedige beest voert dan ook in de weten
schap den bijnaam van benigna, de welwil
lende voluit Ergatis benigna. Het zijn maar
kleine spinnetjes, bruin met de bovenzijde van
het lichaam bijna heelemaal wit. Hun
nest is een zeer dicht spinsel met
bijzonder fijne vangdraden, voor wel
ker verzorging alweer een apart soort
van kam noodig is, en die wel
behooren tot het ijlste spinsel, dat de
spinnenwereld voortbrengt.
De fijnste spindraad heeft een
middellijn,van duizendste deelen van
een millimeteren wordt doorsommige
schrijvers, die beter moesten weten,
wel eens in voor ons ongunstigen zin
vergeleken met de betrekkelijk grove
producten van onze techniek. In dit
verband is het wel eens nuttig er op
te wijzen, dat onze technici er toch
weer in geslaagd zijn, om kwarts
draden te maken,die tienen honderd
maal dunner zijn dan de spindraad.
Zulke erge sukkels zijn we dus toch
nog niet.
Over omgang met spinnen is nog
al veel verhaald en ook gefabeld,
vooral over hun gezelligheid, mu
zikaliteit en volharding. Daar heb ik
zelf nooit iets van belang van gezien,
maar ik wil heel graag gelooven, dat spinnen
gedresseerd kunnen worden, om op bepaalde
plaatsen of geregelde tijden voedsel te halen
en ook wel te reageeren op geluiden. Dat ze
ooit een mensen als mensen zouden herkennen
lijkt mij al zeer onwaarschijnlijk. Mijn
kruisspinnen negeeren mij volkomen en maken zich
niet eens uit de voeten, als ik ze wil vangen.
Andere spinnensoorten, vooral de kleinere en
die geen web spinnen, zijn wel schuw en ont
vluchten de grijpende hand of het
vangtangetje als een groot bewegend ding, dat wel
gevaarlijk kon zijn. Meestal grijp ik mijn
spinnen gewoon tusschen de vingers, maar de
groote ontzie ik toch wel sedert n mij
,,gebeten" heeft. Dat was nog wel zoo pijnlijk
als een bijensteek, maar gauw over. Zulke
dingen willen echter nog al eens verschillend
uitvallen, al naar de toevallige omstandigheden
van bijtster en slachtoffer.
Ik had mijn kruisspin in een glazen huisje
gevangen, om haar thuis nog eens goed te
bezien en wat details te teekenen. Daarna
bracht ik haar weer naar buiten in het blauw
sparretje. In overeenstemming met haar
sedentaire leefwijze was zij niet in staat om
haar woonboom te herkennen en dacht er
dan ook niet aan,om haar web op te zoeken. Ze
zou getroost aan een nieuw begonnen zijn.
Maar toen ik haar in haar eigen oude web
plaatste, herkende zij dat toch onmiddellijk
en holde via het centraal bureau langs de
korte verbinding naar haar gewone schuil
plaats. JAC. P. T H i j s s E