De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 14 oktober pagina 5

14 oktober 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

14 Oct. '22. - No. 2364 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BIJKOMSTIGHEDEN XLII September is ontegenzeggelijk de maand, waarin de meeste menschelijke energie wordt ontwikkeld. Ik denk, dat, wanneer men eens kon nagaan, op welken tijd de belangrijkste uitvindingen zijn gedaan, de schoonste plannen voor een kunstwerk zijn ontworpen, wijsgeerige stelsels zijn ontwikkeld en moeilijke sociale problemen zijn opgelost, men tot de ontdekking zou komen, dat een heel hoog percentage daarvan in September valt. September is de maand van de gouden boomen en den pittigen geur van herfstseringen; het is de maand van de laatste zomer zon en de eerste nevels,-het is de nige maand, dat men naar een tandarts kan gaan zonder gedeprimeerd te worden; de eenige maand, waarin we, al zijn we oud en grijs geworden, toch nog een stil uur vinden, waarop de wereld ons zoo mooi lijkt, zoo volmaakt in haar rijp heid, als we haar nog nooit hadden gezien. Het is de maand van de liefste herinneringen, en toch ook van de hoop; een onredelijke hoop, alsof we nog niets verloren en nog niets ver speeld hadden. Ik herinner me dien drang tot activiteit, die September in ons wekt, van mijn eerste kinderjaren af, als ik beredderig met mijn kruiwagen door den tuin waarde, om de dorre blaren te verzamelen, (die zoo gezelig kraakten als je ze op elkaar drukte) en me voornam mijn verdere leven nu altijd de paden zoo netjes te onderhouden, omdat het toch eigen lijk een heel plezierig werk was. De herfstseringen geurden; uit de kraan, die een beetje lek was, sijpelde een heel dun straaltje water met suizend geluid; de donker roode wingerd om de spijlen van de verandah maakte, dat moeder achter haar naaidoos net een portretin-een-lijstje leek; en ik werkte en was gelukkig en had er geen vermoeden van, dat er een tijd zou kunnen komen, dat .datzelfde ik, ?ergens in Den Haag aan een statig bureau, die vredige en lichte herinneringen zou oproepen, om er een stukje voor de krant van te maken. Later op school was September de eerste maand na de groote vacantie; en als dan de drukke roes van het weerzien voorbij was; als de nieuwe boeken waren nagezien, en de stilte heerschte in het heele, groote gebouw, dan kwamen, met de rust, de goeie voornemens, als voor een ,,nieuw" leven, met een nieuwen ijver. Dan besloot je in het vervolg de lessen, die je te leeren kreeg, altijd in het kort voor jezelf op te schrijven, omdat dat toch de eenige manier was om te weten, of je ze wezenlijk kende; dan zou je, dadelijk als je van school thuiskwam, eerst piano studeeren, omdat je dan den heelen avond voor jezelf hadt; dan zou je iederen morgen om half zeven opstaan,en in den tuin hardop Vondcl's Lucifer lezen, of iets anders heel moeilijks en opvoedends, (en hoe verrukkelijk waren die enkele doorschijnend-koele ochtenden, als je het wezenlijk volbracht, en in een soort extase van on-uitgeslapenheid en hongerigheid de nobele regels door de stille lucht liet klinken;) dan zou je ... .dan zou je.... Maar de wonderlijkste, de onvergetelijkste Septembermaanden van mijn leven zijn toch die van mijn studententijd geweest; die brach ten het weerzien na de lange zomervacantie; die voerden de jeugd uit alle streken van het land weer samen in een oud, stil stadje, dat juist in den herfst haar ontroerendste schoon heid toonde. Was ergens de hemel zoo hoog en klaar; leek ergens sterven zoo triomfante lijk heerlijk? Hoe dansend gingen we naar de rede van den rector magnificus, omdat daar alle goeie vrienden ons weer wachtten, en omdat dat weer het begin was van ons hernieuwde leven voor vrijheid en vreugd". Hoe scheen de zon in ons serretje, als ik den eersten middag uit college kwam, en zij wachtte me op niet thee en kaakies, en we /aten weer tegenover elkaar aan ons eigen tafeltje en zij reikte me een kopje van ons eigen blad ! Maar dit was ook de eenige maand, dat we ernst maakten met onze studie, dat we een strenge dagindeling bedachten, en schrapjes zetten voor de uren, die we verzuimd hadden. Wat ik ooit van de Ulfilas heb kunnen ont cijferen; wat ik weet van Theudoric en Wapene Martijn", dat heb ik bepaald allemaal in September opgestoken. Want dit was ook de eenige maand, waarin de dagen nog een betamelijk aantal uren hadden; later, in October en November, smolten ze weg tot niets; je hadt nauwelijks tijd om een boek, dat op zicht was gestuurd, in te zien; -- dan was het al weer avond; de schrapjes voor ver zuimde uren regenden, tot het heele pro gramma er mee volgeteekend was, en de onderneming haar zin verloor. Wonderlijke levensindeeling, die ons dwingt ons in abstracte kwesties te verdiepen, kennis in ons op te nemen, ons te verliezen in allerlei, dat niét onszelf is, juist in den tijd, dat we zoozeer vervuld zijn met ons eigen innerlijk groeien en bloeien; dat we zoozeer al onze krachten noodig hebben om te genieten en te lijden, dat er voor iets anders geen plaats overblijft. Te moeten léren, als men niet anders kan dan leven, uit alle macht.... September, September ook nu, nu alles stiller geworden is, ben je de vruchtbaarste maand van mijn leven gebleven. Nog altijd is het in jouw gouden licht, dat ik mijn plannen maak voor een heel jaar van werk en inspan ning; nog altijd stuw je mijn activiteit op, en voel ik een drang aan mijn innerlijk leven te gaan redderen, zooals eens aan den tuin van m'n kinderjaren; en ik neem me ook voor, dat innerlijk nu voortaan steeds netjes in orde te houden mijn heele verdere leven.... Maar dan komt October, slooper van mijn vreezen en mijn hopen"; en dan November, die alle' vreugde moordt; en December, als het bijna niet licht wordt; en Januari, de troostelooze maand van de uitverkoopen, als alle kracht, om den winter nog langer te dragen, ook uit verkocht" raakt. Voor heel lang hebben we het beste nu weer gehad. A N N l E S A L O M O N S VOOR HET NAJAAR Teekening voor de Amsterdammer' van Mdrietje Heyligers. MOEDERS SPINNEN II. Mijn dikke kruisspin heeft een klein vrijertje met een hazenhart. Hij leeft, zoolang als 't duurt, in vreeze en beven. Daar heeft hij alle reden'toe, want n ij heeft altijJ veel kansom door zijn Dulcinea verslonden te worden,nog eer zijn liefdebee verhoord is. En wordt hij soms verhoord, dan valt hij daarna zoo goed als zeker ten prooi aan de moordende tangen van zijn echtgenoote. Tot nog toe heeft hij zich aardig weten te redden. Deze week heb ik hem nog gezien. Hij komt aanloopen langs de sparretak en betast even de hoofddraad van het web van het wijfje. Deze verschikt zich even in haar centrale observatieplek, maar houdt zich overigens rustig. Intusschen heeft het mannetje een ankerkluitje van spinsel aan de sparretop goed een eind aan geplakt en wandelt nu een eindje het vrouwe- dit met dikwijls, lijke web op. Maar tegelijk spint hij een draad, die hij zorgvuldig vrij houdt van de DE THEORET1SCII-MODERNE MOEDER Nog voordat de baby geboren is heeft de theoretisch aangelegde aanstaande moeder zich een uitgebreide litteratuur over kinderverpleging, kinderkleeding, kinderspeelgoed, kindervoeding en kinderopvoeding aange schaft en die met loffelijke n ijver bestudeerd en doorgewerkt. Misschien heeft zij zelfs in een dictaatcahier uittreksels gemaakt van hetgeen haar bijzonder wetenswaard leek, om het altijd direct bij de hand te hebben. Heeft" het kleintje eenmaal zijn intrede ge daan en is de verpleegster vertrokken, dan worden al zijn levensuitingen streng theoretisch geregeld, geclassificeerd en in vakjes netjes in gedeeld. Voor alles heeft de moeder een boek of een brochure bij de hand om er in na te slaan, als dit of dat verschijnsel zich voordoet. Zijn slapen, zijn maaltijden, zijn waken, zijn spelen, alles wordt automatisch geregeld en volgens vaste principes ingedeeld. Met bewonderenswaardige nauwgezetheid blijft de moeder zich op de hoogte houden van alle litteratuur en van iedere publicatie, die betrekking heeft op de opvoeding van het kind. Maar vaak leest zij zonder oordeel des onderscheids en ijverig past ze iedere nieuwe vin ding op het gebied van kindervcrzorging en opvoeding toe op haar kroost. Maar daar iedere autoriteit of kwasi-autoriteit op dit uitgestrekte en nog lang niet ontgonnen terrein een andere en dikwijls tegenovergestelde meening ver kondigt, omhelst ze met vuur en benijdens waardig enthousiasme de meest tegenstrijdige theorieën. Zij onderwerpt haar kinderen ach tereenvolgens aan koudwater-therapie, Zweedsche gymnastiek, Dalcrose-lessen, slojd, pad vinderij en wat er maar wordt uitgevonden.Het overmijdelijk gevolg is, dat het kind een be klagenswaardig proefkonijn wordt, dat meer of minder gelaten ondergaat wat er over hem beschikt wordt en dat nooit weet, wat hem den volgenden dag boven het hoofd hangt. Als vandaag een dokter wijst op laat ons zeggen het diabolospel, als een gezonde uitspanning, dan haast de moeder zich naar een winkel en koopt zooveel diabolo's met toebehooren als er kinderen zijn. Publiceert morgen een andere dokter in de medische kroniek van een dag- of weekblad een artikel, waarin hij dit spel hoogst nadeelig noemt voor de harmonische ontwikkeling van het kinderli chaam, dan worden met evenveel haast alle diabolo's in beslag genomen en achter slot en grendel geborgen, tot weer eenderde confrater komt met de geruststellende mededeeling, dat het zoo erg niet is. Zoo gaat het met alles. De eene maand wor den de kinderen aan een vleeschdieet onder worpen, de volgende worden ze vegetarisch gevoed en zijn ze eenmaal aan dit regime ge wend, dan krijgen ze weer een gemengde voe ding. VRUCHTEN KOEKJES VAN SIPKES - HAARLEM zijn voortreffelijk van kwaliteit en aangenaam van smaak ,?,,mi. mm ''"" m mm '»' draden van het web; een niet kleverige draad. Nu doet het wijfje een paar schreden in zijn richting. Ofschoon ze nog ruim een deci meter van elkander verwijderd zijn, begint het mannetje nu zenuwachtig te worden. Met zijn op'een na achterste linkerpoot tast hij naar zijn eigen draad, misschien, om te voelen of die wel sterk genoeg is en heelemaal viij Dan gaat hij heel raar doen met zijn pooten strekt ze soms heelemaal recht uit aan bakboord, trekt ze dicht ineen aan stuur boord,maait met de voorpooten door de lucht, legt ze languit langs de radspaak van het groote web. Ook wappert hij met zijn knodsvormige kaaktasters en trommelt met de ronde knopjes op diezelfde radspaak. Hier op wordt het wijfje zeer levendig. In een paar sprongen is zij vlak bij het mannetje, met acht stra lende oogen in haar liefelijk aanschijn. Dat kan hij echter niet doorstaan, onthutst laat hij alles los en nu slingert hij aan zijn veiligheidsdraad vlug buiten bereik van zijn extati sche geliefde. Deze maakt tenslotte rechtsomkeert en kuiert terug naar haar centraal bureau. Ben poosje daarna zit ons heertje weer aan de draden te trekken en het spelletje begint van voren af aan, totdat er de een of andere manier voor Najaarscape van grijze gabardine, afgezet en gevoerd met zwart satijn. Japon van zwarte en grijze streepstof. Hoedje van grijze peau de Sutde met garneecse! van fluweel in de japonkleuren. En de moeder, die vervuld is van de beste bedoelingen en haar hoofd volpropt met aller lei heel of half wetenschappelijke verhandelin gen over het moeilijke vraagstukder opvoeding, kweekt in plaats van de gezonde, harmonisch ontwikkelde zelfstandige menschen, waartoe ze haar kinderen zou willen zien opgroeien, zenuwachtige, slecht geé'quilibreerde schepsel tjes, die in hun later leven zichzelf en anderen tot last zijn. VI. DE WFRKENDE MOEDER Zij heeft geleerd zuinig met haar tijd om t? gaan en dien logisch in te deelen. Daardoor heeft zij voor niets tijd te veel en voor alles tijd genoeg. Haar blik is verruimd en haar oog is open voor alles wat er om haar heen ge beurt. Zij weet mee te leven met haar kinderen, zij interesseert zich voor alles wat hun be langstelling wekt. Hun ontspanning na het schoolwerk is ook haar ontspanning na den arbeid. De kinderlijke pretjes en uitgangetjes zijn geen opofferingen, die van moeder ge vraagd worden, ze zijn voor haar een even groote vreugde als voor cie kinderen en een aangename verpoozing. De kinderen komen met alles wat hen be zighoudt of wat hen drukt bij moeder, omdat zij weten een open oor en een altijd gereede belangstelling te vinden. Want Moeder mag vermoeid zijn van inspannend werk, nooit is zij zenuwachtig of prikkelbaar, omdat de dienstbode brutaal was, de slager niet op tijd kwam of omdat zij tobt over een of andere kleine, huiselijke beslommering. Zij heeft immers geleerd de dingen in hun juiste ver houdingen te zien en haar humeur en zenuwen te beheerschen. Moeder is niet altijd thuis en daarom wordt het een feest voorde kinderen, zoodra moede r er, is. De stereotiepe en haast automatische kindervraag: waar is moeder? wordt in het huis der werkende vrouw gewijzigd in een bewust en verlangend: Is moeder er al ? Omdat ze niet altijd onmiddellijk bij iedere kleine moeilijkheid, die zich voordoet bij werk of spel moeders hulp kunnen inroepen, leeren de kinderen al vroeg zich zelf te helpen, zelf moeilijkheden op te lossen, zelf een beslissing te nemen, als dat noodig is. Ongemerkt en zonder eenigen dwang groeien ze op tot zelf standige, zelfdenkende en zelfhandelende menschen. Het samenzijn van moeder en kinderen behoort tot de 'kostbaarste «ogenblikken van den dag en ieder wacht zich wel de harmonie er van te verstoren door onbeteekenend ge kibbel en gekijf, dat de stemming zoo hopeloos kan bederven. Moeder draaft niet onophoudelijk voor de kinderen en is niet voortdurend voor hen in de weer; integendeel dezen, en zelfs de aller kleinsten, bedenken waarmee ze het moeder prettig kunnen maken, ze schuiven in den winter haar stoel in het lekkere hoekje bij de kachel, zetten haar pantoffels klaar en maken de theetafel gereed. En omdat moeder niet altij'd alles zelf voor haar kinderen kan doen krijgt wat er uit haar handen komt een heel eigen bekoring en aantrekkelijkheid en wordt tot een kostbaar bezit. Zoo vindt de werkende moeder dikwijls bij haar kinderen meer waardeering dan daar, daar zij altijd slooft en tobt in den kringloop der huishou delijke beslommeringen, die eigenlijk, sloopend als ze vaak zijn, nooit als vermoeiend werk worden aangemerkt, en waar de grootste opofferingen als iets wat vanzelf spreekt wor den aanvaard. DE ALTIJD-JONGE MOEDER Zij is de meest gave en volkomen verper soonlijking van het moederschap. Zij leeft met en voor en door haar kinderen. In plaats van haar krachten te ondermijnen schijnt ieder kind dat geboren wordt haar eenige jaren jonger te maken. Als de jongste inde wieg iigt, schijnt zij vaak de oudste zuster van haar eerstgeborene. Zij is het, die heeft uitgevonden, da t een paar kinderhandjes, die o ver haar gezicht streelen de beste schoonheidsmassage zijn en dat de kus der frissche babylipjes beter is dan alle cosmetiek. Misschien heeft zij nooit iets over opvoed kunde gelezen maar zij is de opvoedster bij de gratie ods en een blik van naïeve verwonde ring komt in haar klare oogen, als zij hoort zeggen, dat kinderen opvoeden zoo ontzaglijk moeilijk is. Van tijd tot tijd handelt zij waar schijnlijk dwars tegen alle wetten en voor schriften der paedagogie in, maar haar kin deren worden er niet te slechter om. Zij aan bidden hun moeder niet, zij hebben mis schien liorribile dictu! niet eens ontzag voor haar, maar zij hebben haar lief en hangen haar aan met heel de warmte en kracht van hun onstuimige kinderziel. Moeder is alles. Zij is voor haar kinderen het kort begrip van het heelal. Zij werkt met de oudsten en stoeit met de jonpsten,zij leest met hen, wandelt met hen, botaniseert met ze en verzint verrukkelijke spelletjes en knutselwerkjes op regenachtige dagen. Zij schatert met hen over een reuze-leuk" boek of een geslaagde mop en schreit met ze over een ge storven poesje of een van kou verkleumd vogeltje. Moeder weet altijd raad voor alles. Zij heeft naald en draad voor hopeloos gescheurde kielen, verband en pleisters voor gewonde knieën en woorden van troost voor gekwetste kindergevoeligheden. Kinderverdriet is voor haar groot verdriet en ze ziet niets belachelijks in de wanhoop over een gebroken poppekop of de verontwaardiging over een geplaagde poes of hond. Haar huis is n groote kinderkamer, waar ieder welkom is, die zich in dien toestand schikken kan. Zij maakt voor haar kinderen het leven zonnig en heerlijk en vult hun jeugd met een blijheid, die later hun donkerste oogenblikken nog met mooie en lieve herinne ringen verlichten en overstralen zal. Zij wordt nooit oud, ook al worden met de jaren haar haren wit, want de kinderen heb ben haar nooit den tijd gegeven om stijf van ledematen en stroef van ziel te worden. Zij heeft, in de beste 'beteekenis van het woord, de eeuwige jeugd. W I L L Y P l'; T I L L O N II iiliuilllimil Zomeravond op zee Stil, zacht, heel zacht, 't Geheim der nacht, Die ommewaart, Wordt verklaard. Zie hoe de zinkende zonne Kust in gulden gloed De zee tot een gouden bronne, Nog vór zij sterven moet. Zie de lucht is vol kleuren, Violet, rose, purperen pracht, Zelfs de meeuwen zwijgen, Langzaam komt zomernacht. Dan gaan die kleuren versterven, Blauw, effenblauw is de lucht. Sterren schitteren en flonken, Zachtkens windeke zucht. Nu de maan met haar vredige stralen, Als trouwe bode wacht. Tot duisternis dichter gaat dalen In zomernacht. l PLEMP v A N D u i v ELAN DZ i L L E s E N ZOHEH MODEM EIKEN EETKAMER Eigen Fabrikaat BESTAANDE UIT: Tafel met 2 inlegbladen Buffet 2 Fauteuils 4 Stoelen Theetafel COMPLEET f585.?. VAN ALLES WAT DE ,,BEZUINIGINGS"-MUTS Een vroolijke Najaarsmuts Ik heb een muts gemaakt van een stuk jutewandbekleeding, een stuk gordijn en wat strengetjes gekleurde wol; onder het motto: Bezuiniging ! Tot zelfs in mijn muts wilde ik trachten een kind van mijn zuinigen, op de kleintjes passenden tijd te zijn. Ik wil beproeven, het kostbaar geheim van mijn bezuinigingsmuts" te ontsluieren. Men neemt een cirkelvormig stuk jute, knipt den rand van den cirkel op regelmatige afstanden in, naait na eenig passen en meten de ingeknipte kanten op elkaar en zoomt vervolgens den onderkant om. Wanneer men eerst eenige proeven neemt met modellen van courantenpapier, komt men spoedig tot de meest geschikte grootte en vorm. Het geraamte" van de muts is nu klaar. Nu moet het midden van den bol bepaald worden. Dit behoeft niet meet-kundig juist te geschieden. Integendeel, het betrachten van een weinig nonchalance bij hetgeen volgt, is n der eerste vereischten voor het verkrijgen van een aardig resultaat. Uit het midden bor duurt men nu vier of vijf slingers van ver schillende, liefst sprekende kleuren, die het oppervlak in min of meer gelijke stukken verdeelen. Men kan iedere soort steek toe passen, als de jute maar geheel en al door het borduursel bedekt wordt. Uit deze slingers laat men nu zijtakken groeien en aan deze zijtakken eveneens weer loten ontspruiten, tot het geheel n wemeling van lijnen en kleuren wordt. De overgebleven onbedekte vakjes worden ten siotte ook volgeborduurd. Hoofdzaak is, dat men zorg draagt voor bewegelijke lijnen en leuke kleurafwisseling. De rnuts is nu klaar en behoeft nog slechts gevoerd te worden. Ik gebruikte tot dit doel een overgebleven stukje neteldoek voor gordijnen, maar natuurlijk kunnen overschotjes van zijde of een andere dunne stof ook uit stekend dienst doen. U ziet het: eenvoudig, goedkoop, en v/at het voornaamste is: aardig. Alleen is voor het rangschikken der kleuren een weinigje goede smaak onontbeerlijk. C L i N E SCHAAK E?V E R K o z E N tliiiiiiliiiii iiiiniiiiiiiiiiiiiiin minimum iiiimiiiiiiiiiiimiiim Kerstfeest op Zee (Ingezonden) Mag ik, evenals vorige jaren, weer het vriendelijk verzoek richten tot de dames in Nederland, die tijd en lust hebben een enkel handwerkje te maken voor de zeelieden, die met Kerstfeest niet thuis kunnen wezen? Mooie leesboeken zijn ook zér welkom ! Voor Amsterdam geschiedt de verzending door Mej. H. Boeke, P. C. Hooftstr. 85 voor Rotterdam door het Tehuis voor Zeelie den aldaar. Het liefste ontvingen we de handwerken vór l Nov. aan n der beide adressen. Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door Minnie Ortt, Tehuis voor Zeelieden, Veerhaven W. Z. 17, Rotterdam. () ,?, , ? m. mimmmi.miir'immmiiii.mimmHirmimiiiim. troiiilleert, snap je licht zoo'n avontuurtje, 't Is werkeiiJK nog al aandoenlijk, om te zien hoe dat spninenmannetje zijn veiligheidsmaat regelen neemt, ongeveer net als een alpinist, die een zeer gevaarlijke partij gaat beginnen. Ze hebben gelukkig lang niet alle zoo'n precair bestaan. Bij sommige spinnensoorten zijn de mannetjes zoo klein, dat het de moeite niet schijnt te loonen, ze op te eten. Bij nog andere soorten, o.a. bij de welbekende water spin, die de mooie duikerklokken bouwt,is het mannetje even groot als het wijfje of zelfs op komt. Men ziet een zonnigen voordenmiddag een paar dozijn kruisspinnesten bepaSpinnen-vrijage. grooter en daar konden de bordjes wel eens verhangen worden. En n soort is er, daarvan leven mannetje en wijfje eendrachtig bij elkaar, lief en leed deelend,zooals het behoort. Samen spinnen zij het fijne web aan het uiteinde van bloeiende stengels, samen vangen ze daar groote vliegen en leven genoeglijk, tot de nachtvorsten een eind aan hun bestaan maken. Dit goedige beest voert dan ook in de weten schap den bijnaam van benigna, de welwil lende voluit Ergatis benigna. Het zijn maar kleine spinnetjes, bruin met de bovenzijde van het lichaam bijna heelemaal wit. Hun nest is een zeer dicht spinsel met bijzonder fijne vangdraden, voor wel ker verzorging alweer een apart soort van kam noodig is, en die wel behooren tot het ijlste spinsel, dat de spinnenwereld voortbrengt. De fijnste spindraad heeft een middellijn,van duizendste deelen van een millimeteren wordt doorsommige schrijvers, die beter moesten weten, wel eens in voor ons ongunstigen zin vergeleken met de betrekkelijk grove producten van onze techniek. In dit verband is het wel eens nuttig er op te wijzen, dat onze technici er toch weer in geslaagd zijn, om kwarts draden te maken,die tienen honderd maal dunner zijn dan de spindraad. Zulke erge sukkels zijn we dus toch nog niet. Over omgang met spinnen is nog al veel verhaald en ook gefabeld, vooral over hun gezelligheid, mu zikaliteit en volharding. Daar heb ik zelf nooit iets van belang van gezien, maar ik wil heel graag gelooven, dat spinnen gedresseerd kunnen worden, om op bepaalde plaatsen of geregelde tijden voedsel te halen en ook wel te reageeren op geluiden. Dat ze ooit een mensen als mensen zouden herkennen lijkt mij al zeer onwaarschijnlijk. Mijn kruisspinnen negeeren mij volkomen en maken zich niet eens uit de voeten, als ik ze wil vangen. Andere spinnensoorten, vooral de kleinere en die geen web spinnen, zijn wel schuw en ont vluchten de grijpende hand of het vangtangetje als een groot bewegend ding, dat wel gevaarlijk kon zijn. Meestal grijp ik mijn spinnen gewoon tusschen de vingers, maar de groote ontzie ik toch wel sedert n mij ,,gebeten" heeft. Dat was nog wel zoo pijnlijk als een bijensteek, maar gauw over. Zulke dingen willen echter nog al eens verschillend uitvallen, al naar de toevallige omstandigheden van bijtster en slachtoffer. Ik had mijn kruisspin in een glazen huisje gevangen, om haar thuis nog eens goed te bezien en wat details te teekenen. Daarna bracht ik haar weer naar buiten in het blauw sparretje. In overeenstemming met haar sedentaire leefwijze was zij niet in staat om haar woonboom te herkennen en dacht er dan ook niet aan,om haar web op te zoeken. Ze zou getroost aan een nieuw begonnen zijn. Maar toen ik haar in haar eigen oude web plaatste, herkende zij dat toch onmiddellijk en holde via het centraal bureau langs de korte verbinding naar haar gewone schuil plaats. JAC. P. T H i j s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl