Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
14 Oct. '22. - No. 2364
EAST AND WEST
door ELLEN FOREST
,
tl
,,East and West slïall never mecfheefteen
der groote Japanologen gezegd. En hoe langer
men in Japan is, hoe meer men hiervan over
tuigd geraakt.
East and West kunnen met elkaar omgaan,
zeker! Ze kunnen een compromis sluiten. Ieder
kan zijn best doen den ander nader te komen,
maar tot elkander komen, zooals wij Euro
peanen dat verstaan, is onmogelijk. Onze
levensopvatting is bijna tegenovergesteld. In
groote zoowel als in kleine dingen zijn de
Japanners anders. Was de tegenstelling nu
inderdaad zoo compleet als ze lijkt, dan
was er een nogal eenvoudige truc,'n.1. in
overeenstemming daarmee te handelen.
Maar zoo is het ook weer niet. Opeens merkt
ge, als ge onzen weg n den hunne vergeefs
gegaan zijt,een derden weg denjapansche
den meest onverwachte, den onmogelijkste.
Ik kan u misschien het best uitleggen wat
ik bedoel, door u een paar, door ons zelf
beleefde gevallen, mee te deelen.
We hadden aan boord van den steamer",
die ons naar Japan bracht, kennis gemaakt
met een Japanner.
Natuurlijk hadden we over Japan gesproken
en gevraagd: Is het leven duur in Japan?
We hopen dit niet, want we moeten van
guldens leven."
,,0h no heelemaal niet duur. Zoodra we
in Tokyo zijn, gaat u een paar dagen in een
hotel, ik zoek terwijl een Japansch huis,
dat kost 35 of 40 yen in de maand, ik bezorg
u een ama" voor 15 yen, een kok voor 20
yen, dan moet u van 250 yen in de maand
kunnen leven."
We jubelden inwendig en zagen ons al
aan het hoofd van een klein fortiiintje. Een
leeraar vinden bood ook geen moeilijkheden ;
voor 15 of 20 yen in de maand scheen je den
beste te kunnen krijgen.
We waren in de wolken en begroetten de
schoone Inland Sea" als het oord van
waaruit de fortuinmakerij eindelijk zou
beginnen.
In Tokyo wachtten we geduldig de aange
kondigde vondst van het huis af. Er kwam
niets. Wel kwam de vriend iederen dag
een beetje Engelsch praten.
Als we over het huis begonnen, hoorden we :
,,1 am in touch...." of just I look "
Daar bleef het bij. Ondertusschen hadden
we eens hier en daar gevraagd en begonnen
we in te zien, dat de goedkoopte van Japan
een sprookje was; en na een paar dagen hadden
we alle droomen van sparen of boeken koopen
al lang opgegeven en gingen zelf op een
huis uit.
Na lang zoeken vonden we twee leege
kamers voor 155 yen per maand; pension
kwam op 700 yen.
Zes weken hebben we daar geleden. Toen,
op een morgen, terwijl mijn man met hooge
koorts in bed lag, kwam de vriend: hij had
een huis !
f^Hij had een huis van 225 yen per maand,
Japansche waterput op het land
iiiiiiiiiiiiiipiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii
Japansche straatgroet
een Japansch huis, 5 kamers en keuken met
kleinen tuin.
But how can that be so dreadfully
expensive ?"
O just central."
We namen het huis, betaalden den vriend
n maand vooruit, omdat het een huis
van een zijner bekenden was. Nu moest er
huisraad zijn, maar we besloten, dat te
koopen als we in 't huis waren.
l Maart: 't goot, zooals het alleen in
Japan gieten kan, zoo'n schuine, zingende
regen.
De karren met elf koffers, drie fietsen, een
kachel en een stoel hadden we zien afrijden
en daar gingen wij dan ook, op weg naar
ons ,,huis".
Toen we er kwamen, was het nog bewoond
en de bewoner wilde er niet uit. Wel wilde
hij ons een paar kamers geven. We praatten
als Brugman. Het hielp niets. Twee kamers
wilde hij behouden, n waar zijn
tempelschatten in bewaard werden en dan de
kamer daar vlak naast,...
We waren wanhopig.
Maar waarom heeft de man ons dan zijn
huis verhuurd?" vroegen we den vriend.
Oh just to please me !"
Maar je vertelde ons toch niets van die
schatkamer die hij niet afgeven wilde,
waarom niet?"
I thought you would not like it."
Dat we er nu nog meer op tegen hadden,
begreep hij niet.
Een Japanner onder Japanners is met
alles tevreden. Ze vinden ons, Europeanen,
lastig en veeleischend.
Natuurlijk namen we het huis niet, maar
kregen ook het geld niet terug, en zoo stonden
we met al onze bagage in een stortregen
ergens in Tokyo ! dank zij onzen vricndelijken
en hulpvaardigen vriend.
Op een goeden dag kwamen de moeder en
zuster van onzen vriend op bezoek. Ze
dronken thee en bleven zitten.
Het werd zes uur en ze gingen niet weg.
We konden haar niet voor hetdinerinviteeren
omdat we er niet op gerekend hadden.
't Werd zeven uur, de conversatie, toch al
moeilijk, omdat wij weinig Japansch, zij
echter in 't geheel geen andere taal spraken,
begon te tanen.... maar ze bleven zitten.
We kregen honger en begonnen te vreezen,
dat ze eigenlijk gedacht hadden te blijven
eten.
Wat te doen? Het sloeg half acht. Toen
zei een van ons: Ik krijg honger."
Opeens als had een veer haar opgedrukt,
stonden ze alle twee en begonnen met de
formeele af schei ds zinnen.
Plat op den grond bogen ze ongeveer
tienmaal en daar gingen ze. Sayo mara."
(tot ziens).
Later zei onze vriend, dat zijn moeder en
zuster veel te laat thuis gekomen waren.
Maar waarom bleven ze dan zoo lang?"
Dat is de reigi (beleefdheidsleer), we
mogen niet opstaan eer u het teeken geeft."
Precies andersom als bij ons weer.
't Aardigste was een scène, die we mee
maakten bij een Amerikaansche missionarisse,
een van de bekende figuren in Tokyo.
Daar was een heel hooge militair op bezoek
geweest. Toen de man wegging, zei ze den
Boy San (bediende) hem met zijn jas te helpen.
De jongen verroerde geen vin. Ze herhaalde
haar bevel, nog eens en nog eens.
De jongen bleef onbeweeglijk staan. Later
legde hij uit, dat het hem onmogelijk geweest
was het bevel op te volgen : die militair was
zóhoog, dat hij hem niet aanraken mocht.
Dit verklaart ook waarom de Japansche
keizer en kroonprins, als ze Europeesch
gekleed zijn, er zoo potsierlijk uitzien.
Geen sterfelijk mensch mag hun de maat
nemen.
Hoc de kroonprins het nu gearrangeerd
heeft, om een behoorlijke garderobe mee naar
Europa te nemen, is iedereen een raadsel. Men
vermoedt, dat hij zich in het geheim heeft
laten aanmeten.
Een ander geval:
Een dame vroeg den kok van een vriendin
of hij voor haar geen kok wist.
I just go away, come to you."
Alles werd afgesproken, maar de kok kwam
niet.
Later vertelde de dame het geval aan haar
vriendin, die lange jaren al in Japanfwas,
deze begon vreeselijk te lachen.
Heb je heusch er op gerekend, dat de kok
zou komen? Er is geen sprake van weggaan
ooit geweest, dat is Japansche beleefdheid.."
Ze mogen nooit iets weigeren en moeten
zich zelf altijd direct ten dienste stellen.
Just to please maar ze hoeven het niet
te houden. Onze fout met onzen Japanschen
vriend was, dat we zijn hulp, zoo grif aange
boden, telkens accepteerden. Een Spanjaard
zegt ook: A la disposicion de Ustcd" als ge
iets van hem bewondert. Maar wee, die het
vriendelijk aanbod aanneemt! Iedereen, die
naar Spanje gaat, weet dat. Die naar Japan
komen, weten niets en dan hebben ze hun
desillusies, die ze dan op rekening van de
Japanners boeken.
Wie naar Japan komt, zonder ingelicht
te zijn, betaalt zeer duur leergeld in den
vorm van desillusies.
Hoe vaak hebben we ons geërgerd, als
onze vriend beloofd had te komen, niet
kwam en we dan den volgenden dag een
brief vol excuses ontvingen.
Dan was het altijd weer: Waarom?" En
het antwoord was stereotiep: We must
be polite".
Eenmaal had hij ons een beetje te bar
voor den gek gehouden. Mijn man zei: Maar
een man van eer, in welk land ook, heeft
maar n woord van eer," waarop de arme
zei: I think in Japan just little difference."
We lachten. Maar toch is er waarschijnlijk
nooit waarder woord gesproken.
In Japan just little difference." Niet
alleen op 't gebied van eer, maar op elk
gebied.
Als men de eerste maal in een Japansch
huis komt, neemt men het welkomscadeau
mee. Wie zou daar bij ons aan denken?
Toch is het een charmant gebruik. Als ge in
een theehuis komt, begint ge met een fooi
te geven: de thee is gratis.
Als ge weg gaat, laat ge nog een geschenk
in den vorm van geld achter, waarvoor u dan
ook weereen geschenk gegeven wordt; meestal
een waaier.
Als ge in een restaurant de gast zijt, betaalt
ge de fooi; zijt ge gastheer, dan gaat de fooi
u niets aan; dit wordt door uw gast geregeld.
Een Japanner, in een tram of trein, spreekt
u aan en vraagt waar ge vandaan komt,
waar ge heen gaat, hoe lang ge al in Japan
zijt en daar denkt te blijven. Dat is geen
nieuwsgierigheid, dat is belangstelling en
mum HIIIII i iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii il nu
N. V. PRAKTA
TOT INRICHTING VAN MODERNE KANTOREN
Heerengracht 563 hoek Ihorbeckeplein
AM STERDAM
BEZOEKT ONZE STAND No, 3
op de Tentoonstelling
HET KANTOOR"
PALEIS VOOR VOLKSVLIJT
MlimilllllllllllllllllllllllllllllllMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
"- "
N. V. CoMOFïi/A. Dc glimlachende mevrouw
Beudet, door DBNYS AMIEL en
AND KI': OBEY.
Te midden der meer eclatante successen,
waarvoor wij vaak de schouders ophalen,
Verschijnen in Frankrijk telkens van die stille
innige vertellingen, die in hun beknoptheid
alles in zich vereenigen wat ons, als erfenis
der besten, zoo bijzonder lief is in de Fransche
litteratuur. Zulk een evenwichtig, klaar en
ontroerend boekje was in de laatste jaren
o.a. ,,Pour moi senle", van AndréCorthis,
waarvan ook een Nederlandsehe vertaling
is uitgegeven; in de lijn onzer eigene geaard
heid: een voorbeeld van voortreffelijker!
huize, in zijn eenvoud, ik zou zeggen, een
klein meesterwerk. Het geeft, in
dagboekvorm, wat thans twee jonge schrijvers ge
tracht hebben op het tooneel te geven: het
martelaarschap van een te-weinig gelukkig
huwelijk, de lange ..glimlachende" verkrop
ping, die hetzij tot een innerlijke, hetzij tot
een'uiterlijke crisis leidt. Dat men voor deze
stille,kiesche stof veelal den dagboekvorm koos,
Emants' ,,Nagelaten bekentenis," werd im
mers ook in den eersten persoon geschreven,
lijkt mij alreeds een vingerwijzing om zoo
mm mogelijk getuigen te roepen bij een
proces, dat zich in de diepte voltrekt en waar
aan, zoodra het zich aan de oppervlakte ver
raadt.... in den letterlijken zin van het
woord geen kunst meer is". Juist dit, dat
het een strijd is: pour moi seiile.een nagelaten
bekentenis" wijst op het gevaar deze inti
miteit waaraan meer kanten zijn dan men
op het tooneel vertooncn kan - voor de
toeschouwers te brengen. Want het is niet
zoozeer dit burgcrmansleed dat ons interes
seert, dan wel de zwaveldichte atmosfeer, die
de tijd, de lange duur van het leven, optrekt
rond de nooit rechtstreeks uitgesproken
grieven, de onbegrepen tekorten, den goeden
wil.... Uitgesproken, verandert dit leed in
zoover, dat het zijn druk verliest en daarmee
zijn weemoedigen glans en dan blijft er in de
meeste gevallen (,, boodendans" is een geniale
uitzondering) niet veel van over.
Hiermede is voor mij De glimlachende
mevrouw Beudet", een vertelling van
fijnlitteraire qualiteit, als dramatisch conflict
veroordeeld. Om het te laten slagen had
mevrouw Beudet de ietwat fijner besnaarde
vrouw van een groven goedzak, welke, onder
vaak kwetsende, en in elk geval stom verve
lende handhaving van het mannelijk gezag,
zijn hulpeloosheid jegens devrouwop wie hij
geen vat" heeft, poogt te verbergen ??slechts
behoeven te glimlachen, onafgebroken, en in
duizenderlei nuances. Maar aangezien wij in
de zaal niet zaten om den geheelen avond
raadsels op te lossen en een en ander omtrent
dit ongelijk huwelijk ons inmiddels moest
worden geopenbaard, terwijl niemand daarvan
zoo goed op de hoogte kon zijn dan de naaste
getuigen, de heer en mevrouw Beudet zelf,
was zij wel genoodzaakt dien glimlach te
laten varen en zich te onzen behoeven te
stellen op den rang van de eerste de beste
burger-mevrouw, die aan haar vriendinnen",
en bijnaaan de dienstbode, confidenties doet. .
Dat deze indirect (want aan ons) bedoeld zijn,
belet niet hèt on middellijk effect: dat mevrouw
Beudet met haar huwelijksleven te koop loopt,
en opent als het ware de achterdeur van haar
gevangenschap.
Onder deze omstandigheden wordt het ons
onmogelijk gemaakt aan de superioriteit",in
den goeden zin van het woord, van deze vrouw
tegcloovencn hellen we al dadelijk over naar
den inferieuren" man, die wel niet minder
openlijk moppert over zijn verzuurden echt.
maar die dan ook geen andere pretentie heeft
dan een beetje inschikkelijkheid ten opzichte
van zijn mannelijke gebreken.
Zelden heb ik de te-veel veroordeelde al
leenspraak" weer zoo van harte gewaardeerd
als in dit drama, dat n lange alleenspraak
had moeten zijn om mij, naar zijn aard, te
voldoen. En het is of de schrijvers zelf oor
spronkelijk van een andere gedachte zijn uit
gegaan dan zij voltooiden, of zij, aanvankelijk
geïnspireerd door den titel, die iets
heldhaftigs, dieps en stils belooft: een vrouw,
welke het masker van haar persoonlijke
teleurstellingen twaalf jaar met zooveel be
minnelijke energie wist te dragen, dat nie
mand in het stadje bij de Beudets onraad be
speurde door den tooneelvorm op andere
wegen zijn gedwongen, waar grovere middelen
moesten ..werken,"en de grove, in den grond
goedhartige grapjas het pleit wint ten koste
der gevoelige vrouw, die. altijd migraine"
heeft als hij eens graag wat wil....
Teekenend. en nochtans hoe mis voor dit
werk is al dadelijk de inzet; de tevreden burger
die er zich een kinderlijk genoegen van voor
stelt dien avond met zijn knappe vrouw en
enkele door hem genoodigde vriendin in een
o pe raio ge te prijken, terwijl mevrouw, die
niet van Gounod, noch van haar man's ver
maken houdt, halsstarrig weigert hem dit
onbeduidend ,,offer" van haar persoonlijkheid
te brengen. Hier moet een huiselijk voorval
- een uit de eindelooze reeks, die in dit
huwelijk de maat deed overloopen -?op zich
zelf getuigen, en relief geven aan een tooneel"
waarvan ons slechts het over jaren strekkend
voorspel belang inboezemt. En wat wij te
zien krijgen is een, in zijn stand goedmoedig
man, door een drein van een vrouw tot des
potisme getart, om in de oogen zijner vrienden
zijn mannelijke figuur nog eenigermate te
redden. De fijner beschaafde vrouw, die dank
zij deze beschaving, niet den goeden en wijzen
wil en de takt bezit voor enkele uren bonne
mine te maken a mauvais jen, is, zou men
zoo zeggen, voor elk huwelijk onbekwaam, en
wanneer haar strijd ten slotte tot de misdaad
als-verlossing stuwt, gelooven wij noch in
haar persoonlijke waarde, noch in de
onverbiddcllijke kracht van hel noodlot, dat deze
ongelijken naar den rand van tien afgrond
drijft.
Afscheid van een vriendin
vaak ook de begeerte Engelsch te spreken,
wat hun meest zeer slecht afgaat, maar wat
ze dolgraag doen.
(Ie moogt een Japanner nooit naar den wel
stand van zijn vrouw of vrouwen vragen,
dat is een der brutaalste, onbeschaafdste
dingen. De Japansche vrouw bestaat alleen
voor haar man en moet door alle mannen
geignoreerd worden.
Geeft de man een diner, dan verschijnt ze
even, begroet knielend haar man en zijn
vrienden bedient hen soms, maar dan
alleen thee, en verdwijnt weer na veel bui
gingen achter haar papieren wandje, om
bij het afscheid nog even te verschijnen.
In zaken zijn de Japanners eenvoudig
onmogelijk.
Een Japanner rekent er n.l. op, dat ge hem
doorziet en rekening houdt met al -zijn trucs.
Merkt hij, dat ge eenvoudig vertrouwen in
hem stelt, dan is zijn verachting zoo immense,
dat hij u afzet zooveel hij maar durft.
Voor den Chinees is handel een nobel vak,
waarin het op volkomen vertrouwbaarheid
en eerlijkheid aankomt.
Een Chinees stelt er zijn eer in, een order
goed uit te voeren, het beter te doen dan ge
van hem verwacht en zoo uw lof en vertrouwen
te verdienen. Sedert eeuwen is handel"
in Japan het domein van de heiinin", het
lage volk, van het slag menschcn, waarop
men geen goede verwachting bouwen kan.
Geen enkele betere Japanner denkt er aan
met kooplui" om te gaan en zelfs heel groote
in- en exporthandelaren, groote
machinefabrikanten, steunpilaren der maatschappij,
worden in geen enkele goede, oude Japansche
familie ontvangen.
Het is misschien hun vreemde onbetrouw
baarheid in zaken die voor hen echter niets
minderwaardigs heeft die den Chineezen
het woord Leugen-Europeaan in den mond
legt, als ze over Japanners spreken.
Het woord Leugen" is uit het vooraf
gaande voldoende verklaard. Europeaan is
er waarschijnlijk aan toegevoegd om de be
lachelijkheid, die hun streven naar Europeesche
imitatie voor iederen Chinees heeft.
Behalve in zaken, waar de leugen een zeer
egoïstisch doel heeft, kan men alle decepties,
die men in Japan heeft, aan den altruïstische)!
leugen wijten, den leugen om bestwil, om
plezier te doen, om een prettige stemming
te kweeken op het moment zeif - peu
importe, wat daarvan later de gevolgen zijn.
Laat mij nu dadelijk zeggen, dat die ge
volgen voor de Japanners onder elkaar niet
bestaan. Het ons kent ons" beveiligt hen
voor de liehtgeloovigheid en de strenge eer
lij kheidsopvattingen van Europeanen.
Gebeurt het toch eens, dat ze door een
misverstand een teleurstelling hebben, dan
heeft de Japanner zijn glimlach tot zijn
beschikking.
Die glimlach is iets heel bijzonders. Sedert
ik hem hier in zijne honderd nuancen gezien
heb, weet ik, dat hij bij ons niet of alken
heel elementair bestaat.
Wie geen kijk heeft op den glimlach van
den Japanner, leert hem nooit kennen. In
SPORTHORLOGES
Taylop stopwatche?
SPILLNER
VIJZELSTRAAT.N?83.ADAM
dien glimlach ligt heel zijn uitdrukkings
vermogen, 't is een arsenaal van verdedigings
middelen, het is een bolwerk tegen iederen
aanval van buiten.
De lach is schaarsch in Japan. Ze lachen
alleen bij heel zeldzame gelegenheden.
Op l Januari, in de haven van Hongkong,
kwam een der Japanners ons meedeelen, dat
zijn vriend Mr. Nakamura zich in zijn hut
opgehangen had. De man had schijnbaar
zoo'n plezier, dat wc aan een lugubere grap
dachten, een kwestie van. 's Avonds, toen
de acht overgebleven Japanners de kist
aan wal hadden gedragen, kwamen ze lachend
terug, dronken whisky en maakten een
heidensch kabaal.
Den volgenden dag spraken we met onzen
vriend er over en drukten vooral onze ver
wondering uit over het feit, dat hij, die
nooit dronk, na zoo'n ernstig ongeluk zich
zoo aangesteld had.
In zijn heerlijk pigeon-English kregen we
de verklaring.
,,We just must, life is too sad, we not may
make more sad by show off our grief."
Ik hoop, dat mijn lezer dit pittoreske
Engelsch begrijpen en den altruïstischen
wensch bespeuren zal achter de dwaze uiting.
Waarschijnlijk kunnen ze als ze nuchter
zijn zich toch nog niet zoodanig beheerschen,
dat ze dit vreugdegebod kunnen opvolgen.
Dan maar drinken en geen halve maat
regelen.
Het beheerschen is anders een der sterkste
punten in het Japansch karakter. Men hoort
een Japansch kind bijna nooit huilen. Hoe
de moeders die training tot zoo'n goed einde
brengen, is me een raadsel. Maar het feit
is daar. We hebben 10 weken in een Japansch'..1
buurt gewoond, waar het krioelde van
kinderen en nooit hebben we last van hen
ge h.'i d.
We konden, rustig, als eenige Europeaan
uit de buurt, onze shopping doen. Hoe
vreemd de kinderen ons ook gevonden moeten
hebben, met onze stijve kleeding, onze blonde
haren en blanke huid, nooit zijn we
nageroepen, nooit heeft een straatjongen ons
eenigen overlast aangedaan. Onze Hollandsche
kinderen kunnen op dat gebied nog heel wat
van de Japansche leeren.
En als we ons hoofdstuk begonnen met de
wanhopige uitspraak van een groot Japanoloog
East and West shall never meet" -?dan
moeten we er toch aan toevoegen: hoewel
de Japanner minstens evenveel goede
qualiteiten heeft als wij.
Ze zijn alleen zoo.... anders.
Japansche rommelwinkel. Specialiteit in
wajari's of stroosandalen
Waar het in de nuances dus niet wel te
vinden was, kreeg deze knappj scène a faire
een relief a la Bernstein, waarbij wij wederom
de vrouw van haar kleinsten kant zien, want
zij, die de revolver laadde in <lc hoop dat haar
man, spelenderwijs er zichzelf mee zal treffen,
vreest den hazendood voor zich, wanneer hij
dien, in de meening dat hij ongjladen is. voor
de leus richt op haar. Een vrouw, die twaalf
jaar zódiep geleden heeft onder een
onhondbaren toestand, dat zij voor een moord niet
terugdeinst, zou, consequent aan haar ver
meende superioriteit, ook (leze oplossing:
nu goed, dan ik, entweder-oder. ..." hebben
aanvaard.
De verzoening een vondst de man be
wijst zijn onnoozele goedheid door een
reflexIvweging. welke hem te elfder ure in de
oogen der labile vrouw plotseling verheft
was na dit spannend tooneel te weinig uitge
werkt om meer te zijn dan een verrassend
ettect, zonder diepte van verantwoorde
psychologie. Het komt niet in Beudet's hoofd
op, dat -zij Item naar het leven z<m hebben
gjstaan ; aan poging tot zelfmoord, denkt hij,
berouwvol. Doch goedhartig en berouwvol was
hij altijd, zonder dat mevrouw Reiidet hem
voldoende lief kon helihen, en het zijn helaas
onze deugden niet die tellen in den echt ....
De hoofdrollen van dit, als proefneming in
elk geval belangwekkend stok, met zijn vele
rake détails en n ontroerend tooneel
tusschen mevrouw en het dienstmeisje, dat
Herman Robbers' Ijs in de gracht" in
herinneringbraeht,waren in handen van mevrouw
Ranncci en Const. van Kerckhoven, en waar
de laatste een veel sterker speeltalent heeft
dan de eerste wier glimlach" wij den
geheelcn avond maar niet te zien kregen
viel de nadruk des te meer op den m.i. ver
keerden, mannelijke»kant. Had hier van
Kerrkhoven, die voor de rol van Beudet
krachtige Dualiteiten meebracht, zich moeten
inbinden terwille van het onbevredigend
legenspel''1 Ongetwijfeld; boven alles: de
slechts door geven en nemen te bereiken
harmonie, welke de atmosfeer weeft. Doch
daarnaast willen wij dan ook niet zwijgen
van de onbillijkheid, die erin schuilt aan
de enkele ras-acteurs, welke op deze levende,
rake wijze een rol kunnen vullen, altijd con
cessies te vragen terwille van het zeer zwak
milieu ----- ook de mise en scène liet alles te
we.ischen waarin ze zijn geplaatst.
Er zal in dit seizoen, waarin de wind weer
opsteekt in den speel-maar-raak-hoek, nog
gelegenheid te over zijn over dit kardinale
punt van gedachten te wisselen en dan zullen
wij ons dit geval herinneren als bewijs voor
de hooge, en nog altijd onbegrepen aanspra
kelijkheid. .. .van den regisseur.
Van Kerckhoven was Beudet, d.w.z. hij
gaf het prototype, en overwon de moeilijkheid
dezen onverdragelijk op de zenuwen werken
den middenstander nochtans te maken tot
een mensen, door wiens bluf wij gemakkelijk
heenzien, tot op den bodem van een aan
doenlijk dom maimehart.
Een vrouw van koeler allure en met meer
natuurlijke distinctie dan mevrouw Ranucci
zou dezen Beudet wellicht kamp hebben
kunnen geven. Haar gul-humoristische en
meer sentimenteele geaardheid wijst haar
juist in de richting, tegenovergesteld aan
deze reserve. In haar beste oogenhlikken (bij
de explosie), wist ze zich als actrice te hand
haven, doch la sonriante Madame Beudet"
hebben we niet gezien.
Na deze tragi-comedie, de verkwikkende
fantasie van Rostand .,Le souper blanc,"
weer allerliefst vertaald door den dichter
Rensbnrg, en fleurig, in rad tempo, gespeeld
door mevrouw van Kerckhoven (Colombinc).,
Const. van Kerckhoven als Jean-qui-rit en
Folkert Kramer als Jean-qui-pleurc, voor deze
gelegenheid genaamd de v ro olijke en de
trieste Piert'ot, en niet Carel van Hees, als
een pracht maitre d'hötel op den achtergrond.
Het was aardig, een gevalletje, dat men op
een bruiloftspartij wel eens hoort radbraken,
aldus, als een klein kunstwerk voor oog en
oor, tut zijn recht te zien gebracht.