De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 14 oktober pagina 8

14 oktober 1922 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 14 Oct. '22. - No. 2364 EAST AND WEST door ELLEN FOREST , tl ,,East and West slïall never mecfheefteen der groote Japanologen gezegd. En hoe langer men in Japan is, hoe meer men hiervan over tuigd geraakt. East and West kunnen met elkaar omgaan, zeker! Ze kunnen een compromis sluiten. Ieder kan zijn best doen den ander nader te komen, maar tot elkander komen, zooals wij Euro peanen dat verstaan, is onmogelijk. Onze levensopvatting is bijna tegenovergesteld. In groote zoowel als in kleine dingen zijn de Japanners anders. Was de tegenstelling nu inderdaad zoo compleet als ze lijkt, dan was er een nogal eenvoudige truc,'n.1. in overeenstemming daarmee te handelen. Maar zoo is het ook weer niet. Opeens merkt ge, als ge onzen weg n den hunne vergeefs gegaan zijt,een derden weg denjapansche den meest onverwachte, den onmogelijkste. Ik kan u misschien het best uitleggen wat ik bedoel, door u een paar, door ons zelf beleefde gevallen, mee te deelen. We hadden aan boord van den steamer", die ons naar Japan bracht, kennis gemaakt met een Japanner. Natuurlijk hadden we over Japan gesproken en gevraagd: Is het leven duur in Japan? We hopen dit niet, want we moeten van guldens leven." ,,0h no heelemaal niet duur. Zoodra we in Tokyo zijn, gaat u een paar dagen in een hotel, ik zoek terwijl een Japansch huis, dat kost 35 of 40 yen in de maand, ik bezorg u een ama" voor 15 yen, een kok voor 20 yen, dan moet u van 250 yen in de maand kunnen leven." We jubelden inwendig en zagen ons al aan het hoofd van een klein fortiiintje. Een leeraar vinden bood ook geen moeilijkheden ; voor 15 of 20 yen in de maand scheen je den beste te kunnen krijgen. We waren in de wolken en begroetten de schoone Inland Sea" als het oord van waaruit de fortuinmakerij eindelijk zou beginnen. In Tokyo wachtten we geduldig de aange kondigde vondst van het huis af. Er kwam niets. Wel kwam de vriend iederen dag een beetje Engelsch praten. Als we over het huis begonnen, hoorden we : ,,1 am in touch...." of just I look " Daar bleef het bij. Ondertusschen hadden we eens hier en daar gevraagd en begonnen we in te zien, dat de goedkoopte van Japan een sprookje was; en na een paar dagen hadden we alle droomen van sparen of boeken koopen al lang opgegeven en gingen zelf op een huis uit. Na lang zoeken vonden we twee leege kamers voor 155 yen per maand; pension kwam op 700 yen. Zes weken hebben we daar geleden. Toen, op een morgen, terwijl mijn man met hooge koorts in bed lag, kwam de vriend: hij had een huis ! f^Hij had een huis van 225 yen per maand, Japansche waterput op het land iiiiiiiiiiiiiipiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii Japansche straatgroet een Japansch huis, 5 kamers en keuken met kleinen tuin. But how can that be so dreadfully expensive ?" O just central." We namen het huis, betaalden den vriend n maand vooruit, omdat het een huis van een zijner bekenden was. Nu moest er huisraad zijn, maar we besloten, dat te koopen als we in 't huis waren. l Maart: 't goot, zooals het alleen in Japan gieten kan, zoo'n schuine, zingende regen. De karren met elf koffers, drie fietsen, een kachel en een stoel hadden we zien afrijden en daar gingen wij dan ook, op weg naar ons ,,huis". Toen we er kwamen, was het nog bewoond en de bewoner wilde er niet uit. Wel wilde hij ons een paar kamers geven. We praatten als Brugman. Het hielp niets. Twee kamers wilde hij behouden, n waar zijn tempelschatten in bewaard werden en dan de kamer daar vlak naast,... We waren wanhopig. Maar waarom heeft de man ons dan zijn huis verhuurd?" vroegen we den vriend. Oh just to please me !" Maar je vertelde ons toch niets van die schatkamer die hij niet afgeven wilde, waarom niet?" I thought you would not like it." Dat we er nu nog meer op tegen hadden, begreep hij niet. Een Japanner onder Japanners is met alles tevreden. Ze vinden ons, Europeanen, lastig en veeleischend. Natuurlijk namen we het huis niet, maar kregen ook het geld niet terug, en zoo stonden we met al onze bagage in een stortregen ergens in Tokyo ! dank zij onzen vricndelijken en hulpvaardigen vriend. Op een goeden dag kwamen de moeder en zuster van onzen vriend op bezoek. Ze dronken thee en bleven zitten. Het werd zes uur en ze gingen niet weg. We konden haar niet voor hetdinerinviteeren omdat we er niet op gerekend hadden. 't Werd zeven uur, de conversatie, toch al moeilijk, omdat wij weinig Japansch, zij echter in 't geheel geen andere taal spraken, begon te tanen.... maar ze bleven zitten. We kregen honger en begonnen te vreezen, dat ze eigenlijk gedacht hadden te blijven eten. Wat te doen? Het sloeg half acht. Toen zei een van ons: Ik krijg honger." Opeens als had een veer haar opgedrukt, stonden ze alle twee en begonnen met de formeele af schei ds zinnen. Plat op den grond bogen ze ongeveer tienmaal en daar gingen ze. Sayo mara." (tot ziens). Later zei onze vriend, dat zijn moeder en zuster veel te laat thuis gekomen waren. Maar waarom bleven ze dan zoo lang?" Dat is de reigi (beleefdheidsleer), we mogen niet opstaan eer u het teeken geeft." Precies andersom als bij ons weer. 't Aardigste was een scène, die we mee maakten bij een Amerikaansche missionarisse, een van de bekende figuren in Tokyo. Daar was een heel hooge militair op bezoek geweest. Toen de man wegging, zei ze den Boy San (bediende) hem met zijn jas te helpen. De jongen verroerde geen vin. Ze herhaalde haar bevel, nog eens en nog eens. De jongen bleef onbeweeglijk staan. Later legde hij uit, dat het hem onmogelijk geweest was het bevel op te volgen : die militair was zóhoog, dat hij hem niet aanraken mocht. Dit verklaart ook waarom de Japansche keizer en kroonprins, als ze Europeesch gekleed zijn, er zoo potsierlijk uitzien. Geen sterfelijk mensch mag hun de maat nemen. Hoc de kroonprins het nu gearrangeerd heeft, om een behoorlijke garderobe mee naar Europa te nemen, is iedereen een raadsel. Men vermoedt, dat hij zich in het geheim heeft laten aanmeten. Een ander geval: Een dame vroeg den kok van een vriendin of hij voor haar geen kok wist. I just go away, come to you." Alles werd afgesproken, maar de kok kwam niet. Later vertelde de dame het geval aan haar vriendin, die lange jaren al in Japanfwas, deze begon vreeselijk te lachen. Heb je heusch er op gerekend, dat de kok zou komen? Er is geen sprake van weggaan ooit geweest, dat is Japansche beleefdheid.." Ze mogen nooit iets weigeren en moeten zich zelf altijd direct ten dienste stellen. Just to please maar ze hoeven het niet te houden. Onze fout met onzen Japanschen vriend was, dat we zijn hulp, zoo grif aange boden, telkens accepteerden. Een Spanjaard zegt ook: A la disposicion de Ustcd" als ge iets van hem bewondert. Maar wee, die het vriendelijk aanbod aanneemt! Iedereen, die naar Spanje gaat, weet dat. Die naar Japan komen, weten niets en dan hebben ze hun desillusies, die ze dan op rekening van de Japanners boeken. Wie naar Japan komt, zonder ingelicht te zijn, betaalt zeer duur leergeld in den vorm van desillusies. Hoe vaak hebben we ons geërgerd, als onze vriend beloofd had te komen, niet kwam en we dan den volgenden dag een brief vol excuses ontvingen. Dan was het altijd weer: Waarom?" En het antwoord was stereotiep: We must be polite". Eenmaal had hij ons een beetje te bar voor den gek gehouden. Mijn man zei: Maar een man van eer, in welk land ook, heeft maar n woord van eer," waarop de arme zei: I think in Japan just little difference." We lachten. Maar toch is er waarschijnlijk nooit waarder woord gesproken. In Japan just little difference." Niet alleen op 't gebied van eer, maar op elk gebied. Als men de eerste maal in een Japansch huis komt, neemt men het welkomscadeau mee. Wie zou daar bij ons aan denken? Toch is het een charmant gebruik. Als ge in een theehuis komt, begint ge met een fooi te geven: de thee is gratis. Als ge weg gaat, laat ge nog een geschenk in den vorm van geld achter, waarvoor u dan ook weereen geschenk gegeven wordt; meestal een waaier. Als ge in een restaurant de gast zijt, betaalt ge de fooi; zijt ge gastheer, dan gaat de fooi u niets aan; dit wordt door uw gast geregeld. Een Japanner, in een tram of trein, spreekt u aan en vraagt waar ge vandaan komt, waar ge heen gaat, hoe lang ge al in Japan zijt en daar denkt te blijven. Dat is geen nieuwsgierigheid, dat is belangstelling en mum HIIIII i iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii il nu N. V. PRAKTA TOT INRICHTING VAN MODERNE KANTOREN Heerengracht 563 hoek Ihorbeckeplein AM STERDAM BEZOEKT ONZE STAND No, 3 op de Tentoonstelling HET KANTOOR" PALEIS VOOR VOLKSVLIJT MlimilllllllllllllllllllllllllllllllMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII "- " N. V. CoMOFïi/A. Dc glimlachende mevrouw Beudet, door DBNYS AMIEL en AND KI': OBEY. Te midden der meer eclatante successen, waarvoor wij vaak de schouders ophalen, Verschijnen in Frankrijk telkens van die stille innige vertellingen, die in hun beknoptheid alles in zich vereenigen wat ons, als erfenis der besten, zoo bijzonder lief is in de Fransche litteratuur. Zulk een evenwichtig, klaar en ontroerend boekje was in de laatste jaren o.a. ,,Pour moi senle", van AndréCorthis, waarvan ook een Nederlandsehe vertaling is uitgegeven; in de lijn onzer eigene geaard heid: een voorbeeld van voortreffelijker! huize, in zijn eenvoud, ik zou zeggen, een klein meesterwerk. Het geeft, in dagboekvorm, wat thans twee jonge schrijvers ge tracht hebben op het tooneel te geven: het martelaarschap van een te-weinig gelukkig huwelijk, de lange ..glimlachende" verkrop ping, die hetzij tot een innerlijke, hetzij tot een'uiterlijke crisis leidt. Dat men voor deze stille,kiesche stof veelal den dagboekvorm koos, Emants' ,,Nagelaten bekentenis," werd im mers ook in den eersten persoon geschreven, lijkt mij alreeds een vingerwijzing om zoo mm mogelijk getuigen te roepen bij een proces, dat zich in de diepte voltrekt en waar aan, zoodra het zich aan de oppervlakte ver raadt.... in den letterlijken zin van het woord geen kunst meer is". Juist dit, dat het een strijd is: pour moi seiile.een nagelaten bekentenis" wijst op het gevaar deze inti miteit waaraan meer kanten zijn dan men op het tooneel vertooncn kan - voor de toeschouwers te brengen. Want het is niet zoozeer dit burgcrmansleed dat ons interes seert, dan wel de zwaveldichte atmosfeer, die de tijd, de lange duur van het leven, optrekt rond de nooit rechtstreeks uitgesproken grieven, de onbegrepen tekorten, den goeden wil.... Uitgesproken, verandert dit leed in zoover, dat het zijn druk verliest en daarmee zijn weemoedigen glans en dan blijft er in de meeste gevallen (,, boodendans" is een geniale uitzondering) niet veel van over. Hiermede is voor mij De glimlachende mevrouw Beudet", een vertelling van fijnlitteraire qualiteit, als dramatisch conflict veroordeeld. Om het te laten slagen had mevrouw Beudet de ietwat fijner besnaarde vrouw van een groven goedzak, welke, onder vaak kwetsende, en in elk geval stom verve lende handhaving van het mannelijk gezag, zijn hulpeloosheid jegens devrouwop wie hij geen vat" heeft, poogt te verbergen ??slechts behoeven te glimlachen, onafgebroken, en in duizenderlei nuances. Maar aangezien wij in de zaal niet zaten om den geheelen avond raadsels op te lossen en een en ander omtrent dit ongelijk huwelijk ons inmiddels moest worden geopenbaard, terwijl niemand daarvan zoo goed op de hoogte kon zijn dan de naaste getuigen, de heer en mevrouw Beudet zelf, was zij wel genoodzaakt dien glimlach te laten varen en zich te onzen behoeven te stellen op den rang van de eerste de beste burger-mevrouw, die aan haar vriendinnen", en bijnaaan de dienstbode, confidenties doet. . Dat deze indirect (want aan ons) bedoeld zijn, belet niet hèt on middellijk effect: dat mevrouw Beudet met haar huwelijksleven te koop loopt, en opent als het ware de achterdeur van haar gevangenschap. Onder deze omstandigheden wordt het ons onmogelijk gemaakt aan de superioriteit",in den goeden zin van het woord, van deze vrouw tegcloovencn hellen we al dadelijk over naar den inferieuren" man, die wel niet minder openlijk moppert over zijn verzuurden echt. maar die dan ook geen andere pretentie heeft dan een beetje inschikkelijkheid ten opzichte van zijn mannelijke gebreken. Zelden heb ik de te-veel veroordeelde al leenspraak" weer zoo van harte gewaardeerd als in dit drama, dat n lange alleenspraak had moeten zijn om mij, naar zijn aard, te voldoen. En het is of de schrijvers zelf oor spronkelijk van een andere gedachte zijn uit gegaan dan zij voltooiden, of zij, aanvankelijk geïnspireerd door den titel, die iets heldhaftigs, dieps en stils belooft: een vrouw, welke het masker van haar persoonlijke teleurstellingen twaalf jaar met zooveel be minnelijke energie wist te dragen, dat nie mand in het stadje bij de Beudets onraad be speurde door den tooneelvorm op andere wegen zijn gedwongen, waar grovere middelen moesten ..werken,"en de grove, in den grond goedhartige grapjas het pleit wint ten koste der gevoelige vrouw, die. altijd migraine" heeft als hij eens graag wat wil.... Teekenend. en nochtans hoe mis voor dit werk is al dadelijk de inzet; de tevreden burger die er zich een kinderlijk genoegen van voor stelt dien avond met zijn knappe vrouw en enkele door hem genoodigde vriendin in een o pe raio ge te prijken, terwijl mevrouw, die niet van Gounod, noch van haar man's ver maken houdt, halsstarrig weigert hem dit onbeduidend ,,offer" van haar persoonlijkheid te brengen. Hier moet een huiselijk voorval - een uit de eindelooze reeks, die in dit huwelijk de maat deed overloopen -?op zich zelf getuigen, en relief geven aan een tooneel" waarvan ons slechts het over jaren strekkend voorspel belang inboezemt. En wat wij te zien krijgen is een, in zijn stand goedmoedig man, door een drein van een vrouw tot des potisme getart, om in de oogen zijner vrienden zijn mannelijke figuur nog eenigermate te redden. De fijner beschaafde vrouw, die dank zij deze beschaving, niet den goeden en wijzen wil en de takt bezit voor enkele uren bonne mine te maken a mauvais jen, is, zou men zoo zeggen, voor elk huwelijk onbekwaam, en wanneer haar strijd ten slotte tot de misdaad als-verlossing stuwt, gelooven wij noch in haar persoonlijke waarde, noch in de onverbiddcllijke kracht van hel noodlot, dat deze ongelijken naar den rand van tien afgrond drijft. Afscheid van een vriendin vaak ook de begeerte Engelsch te spreken, wat hun meest zeer slecht afgaat, maar wat ze dolgraag doen. (Ie moogt een Japanner nooit naar den wel stand van zijn vrouw of vrouwen vragen, dat is een der brutaalste, onbeschaafdste dingen. De Japansche vrouw bestaat alleen voor haar man en moet door alle mannen geignoreerd worden. Geeft de man een diner, dan verschijnt ze even, begroet knielend haar man en zijn vrienden bedient hen soms, maar dan alleen thee, en verdwijnt weer na veel bui gingen achter haar papieren wandje, om bij het afscheid nog even te verschijnen. In zaken zijn de Japanners eenvoudig onmogelijk. Een Japanner rekent er n.l. op, dat ge hem doorziet en rekening houdt met al -zijn trucs. Merkt hij, dat ge eenvoudig vertrouwen in hem stelt, dan is zijn verachting zoo immense, dat hij u afzet zooveel hij maar durft. Voor den Chinees is handel een nobel vak, waarin het op volkomen vertrouwbaarheid en eerlijkheid aankomt. Een Chinees stelt er zijn eer in, een order goed uit te voeren, het beter te doen dan ge van hem verwacht en zoo uw lof en vertrouwen te verdienen. Sedert eeuwen is handel" in Japan het domein van de heiinin", het lage volk, van het slag menschcn, waarop men geen goede verwachting bouwen kan. Geen enkele betere Japanner denkt er aan met kooplui" om te gaan en zelfs heel groote in- en exporthandelaren, groote machinefabrikanten, steunpilaren der maatschappij, worden in geen enkele goede, oude Japansche familie ontvangen. Het is misschien hun vreemde onbetrouw baarheid in zaken die voor hen echter niets minderwaardigs heeft die den Chineezen het woord Leugen-Europeaan in den mond legt, als ze over Japanners spreken. Het woord Leugen" is uit het vooraf gaande voldoende verklaard. Europeaan is er waarschijnlijk aan toegevoegd om de be lachelijkheid, die hun streven naar Europeesche imitatie voor iederen Chinees heeft. Behalve in zaken, waar de leugen een zeer egoïstisch doel heeft, kan men alle decepties, die men in Japan heeft, aan den altruïstische)! leugen wijten, den leugen om bestwil, om plezier te doen, om een prettige stemming te kweeken op het moment zeif - peu importe, wat daarvan later de gevolgen zijn. Laat mij nu dadelijk zeggen, dat die ge volgen voor de Japanners onder elkaar niet bestaan. Het ons kent ons" beveiligt hen voor de liehtgeloovigheid en de strenge eer lij kheidsopvattingen van Europeanen. Gebeurt het toch eens, dat ze door een misverstand een teleurstelling hebben, dan heeft de Japanner zijn glimlach tot zijn beschikking. Die glimlach is iets heel bijzonders. Sedert ik hem hier in zijne honderd nuancen gezien heb, weet ik, dat hij bij ons niet of alken heel elementair bestaat. Wie geen kijk heeft op den glimlach van den Japanner, leert hem nooit kennen. In SPORTHORLOGES Taylop stopwatche? SPILLNER VIJZELSTRAAT.N?83.ADAM dien glimlach ligt heel zijn uitdrukkings vermogen, 't is een arsenaal van verdedigings middelen, het is een bolwerk tegen iederen aanval van buiten. De lach is schaarsch in Japan. Ze lachen alleen bij heel zeldzame gelegenheden. Op l Januari, in de haven van Hongkong, kwam een der Japanners ons meedeelen, dat zijn vriend Mr. Nakamura zich in zijn hut opgehangen had. De man had schijnbaar zoo'n plezier, dat wc aan een lugubere grap dachten, een kwestie van. 's Avonds, toen de acht overgebleven Japanners de kist aan wal hadden gedragen, kwamen ze lachend terug, dronken whisky en maakten een heidensch kabaal. Den volgenden dag spraken we met onzen vriend er over en drukten vooral onze ver wondering uit over het feit, dat hij, die nooit dronk, na zoo'n ernstig ongeluk zich zoo aangesteld had. In zijn heerlijk pigeon-English kregen we de verklaring. ,,We just must, life is too sad, we not may make more sad by show off our grief." Ik hoop, dat mijn lezer dit pittoreske Engelsch begrijpen en den altruïstischen wensch bespeuren zal achter de dwaze uiting. Waarschijnlijk kunnen ze als ze nuchter zijn zich toch nog niet zoodanig beheerschen, dat ze dit vreugdegebod kunnen opvolgen. Dan maar drinken en geen halve maat regelen. Het beheerschen is anders een der sterkste punten in het Japansch karakter. Men hoort een Japansch kind bijna nooit huilen. Hoe de moeders die training tot zoo'n goed einde brengen, is me een raadsel. Maar het feit is daar. We hebben 10 weken in een Japansch'..1 buurt gewoond, waar het krioelde van kinderen en nooit hebben we last van hen ge h.'i d. We konden, rustig, als eenige Europeaan uit de buurt, onze shopping doen. Hoe vreemd de kinderen ons ook gevonden moeten hebben, met onze stijve kleeding, onze blonde haren en blanke huid, nooit zijn we nageroepen, nooit heeft een straatjongen ons eenigen overlast aangedaan. Onze Hollandsche kinderen kunnen op dat gebied nog heel wat van de Japansche leeren. En als we ons hoofdstuk begonnen met de wanhopige uitspraak van een groot Japanoloog East and West shall never meet" -?dan moeten we er toch aan toevoegen: hoewel de Japanner minstens evenveel goede qualiteiten heeft als wij. Ze zijn alleen zoo.... anders. Japansche rommelwinkel. Specialiteit in wajari's of stroosandalen Waar het in de nuances dus niet wel te vinden was, kreeg deze knappj scène a faire een relief a la Bernstein, waarbij wij wederom de vrouw van haar kleinsten kant zien, want zij, die de revolver laadde in <lc hoop dat haar man, spelenderwijs er zichzelf mee zal treffen, vreest den hazendood voor zich, wanneer hij dien, in de meening dat hij ongjladen is. voor de leus richt op haar. Een vrouw, die twaalf jaar zódiep geleden heeft onder een onhondbaren toestand, dat zij voor een moord niet terugdeinst, zou, consequent aan haar ver meende superioriteit, ook (leze oplossing: nu goed, dan ik, entweder-oder. ..." hebben aanvaard. De verzoening een vondst de man be wijst zijn onnoozele goedheid door een reflexIvweging. welke hem te elfder ure in de oogen der labile vrouw plotseling verheft was na dit spannend tooneel te weinig uitge werkt om meer te zijn dan een verrassend ettect, zonder diepte van verantwoorde psychologie. Het komt niet in Beudet's hoofd op, dat -zij Item naar het leven z<m hebben gjstaan ; aan poging tot zelfmoord, denkt hij, berouwvol. Doch goedhartig en berouwvol was hij altijd, zonder dat mevrouw Reiidet hem voldoende lief kon helihen, en het zijn helaas onze deugden niet die tellen in den echt .... De hoofdrollen van dit, als proefneming in elk geval belangwekkend stok, met zijn vele rake détails en n ontroerend tooneel tusschen mevrouw en het dienstmeisje, dat Herman Robbers' Ijs in de gracht" in herinneringbraeht,waren in handen van mevrouw Ranncci en Const. van Kerckhoven, en waar de laatste een veel sterker speeltalent heeft dan de eerste wier glimlach" wij den geheelcn avond maar niet te zien kregen viel de nadruk des te meer op den m.i. ver keerden, mannelijke»kant. Had hier van Kerrkhoven, die voor de rol van Beudet krachtige Dualiteiten meebracht, zich moeten inbinden terwille van het onbevredigend legenspel''1 Ongetwijfeld; boven alles: de slechts door geven en nemen te bereiken harmonie, welke de atmosfeer weeft. Doch daarnaast willen wij dan ook niet zwijgen van de onbillijkheid, die erin schuilt aan de enkele ras-acteurs, welke op deze levende, rake wijze een rol kunnen vullen, altijd con cessies te vragen terwille van het zeer zwak milieu ----- ook de mise en scène liet alles te we.ischen waarin ze zijn geplaatst. Er zal in dit seizoen, waarin de wind weer opsteekt in den speel-maar-raak-hoek, nog gelegenheid te over zijn over dit kardinale punt van gedachten te wisselen en dan zullen wij ons dit geval herinneren als bewijs voor de hooge, en nog altijd onbegrepen aanspra kelijkheid. .. .van den regisseur. Van Kerckhoven was Beudet, d.w.z. hij gaf het prototype, en overwon de moeilijkheid dezen onverdragelijk op de zenuwen werken den middenstander nochtans te maken tot een mensen, door wiens bluf wij gemakkelijk heenzien, tot op den bodem van een aan doenlijk dom maimehart. Een vrouw van koeler allure en met meer natuurlijke distinctie dan mevrouw Ranucci zou dezen Beudet wellicht kamp hebben kunnen geven. Haar gul-humoristische en meer sentimenteele geaardheid wijst haar juist in de richting, tegenovergesteld aan deze reserve. In haar beste oogenhlikken (bij de explosie), wist ze zich als actrice te hand haven, doch la sonriante Madame Beudet" hebben we niet gezien. Na deze tragi-comedie, de verkwikkende fantasie van Rostand .,Le souper blanc," weer allerliefst vertaald door den dichter Rensbnrg, en fleurig, in rad tempo, gespeeld door mevrouw van Kerckhoven (Colombinc)., Const. van Kerckhoven als Jean-qui-rit en Folkert Kramer als Jean-qui-pleurc, voor deze gelegenheid genaamd de v ro olijke en de trieste Piert'ot, en niet Carel van Hees, als een pracht maitre d'hötel op den achtergrond. Het was aardig, een gevalletje, dat men op een bruiloftspartij wel eens hoort radbraken, aldus, als een klein kunstwerk voor oog en oor, tut zijn recht te zien gebracht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl