Historisch Archief 1877-1940
[>,".?'i' /
J3 V '"
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Oct. '22. - No. 2365
TJIT
HET MODERNE VAASJE
Ja, ja," zuchtte de oude heer Kwistjes,
,,... .kleine oorzaken kunnen groote gevolgen
hebben....", en hij staarde in zijn half uit
gedronken glaasje met een gezicht, alsof hij
niets liever wenschte dan deze stelling met
eene anecdote toe te lichten.
En toen niemand iets antwoordde, ging hij
voort: daar heb je bijvoorbeeld het geval
van de Lammersen "
Wat was dat ook weer met die Lammer
sen ?" drong de jonge Ouwerkerk aan,
en hij knipoogde tegen ons, want klaarblij
kelijk was de oude Kwistjes weer in een van
zijne sentimenteel-dronken stemmingen waar
in hij allerlei zonderlinge, droevige verhalen
fantaiseerde, die hij tenslotte zelf geloofde en
die hem dan zoozeer ontroerden, datde tranen
hem in de oogen kwamen.
Kwistjes keek den kring rond, en, terwijl hij
ieder om beurten verbaasd aankeek, wisten
wij allen, dat hij zijn antwoord nog even
uitstelde om een uitgangspunt voor zijn leugens
te vinden.
Gunst," zeide hij langzaam, hebben jullie
de Lammersen niet gekend ? Dat is nu
een van die families die in een paar jaar ach
terop zijn geraakt Ze hadden het vrij goed
maar de hemel mag weten waar ze nu
uithangen Het is droevig hél droe
vig En dan te denken dat het allemaal
gekomen is door dat moderne vaasje...."
Wij zetten ons gemakkelijker in onze
stoelen, en de oude Kwistjes begon te vertellen:
Jullie moeten dan weten, dat Lammers een
vrij aardige betrekking had. Hij was getrouwd
met een lieve vrouw, en in den tijd waarvan ik
nou vertel hadden ze twee kleine kinderen.
Lammers zelf was een goeie sukkel, en hij was
veel te goed voor zijn vrouw die den heelen
dag niets deed dan op de canapéliggen met
romannetjes en afschuwelijke schilderijtjes
in elkaar flansen. Ze beweerde, dat ze vreeselijk
artistiek was, en Lammers loog in commissie
door altijd hoog op te geven van het talent
van zijn vrouw. Als je mij vraagt, was het niks
dan aanstellerij en grootdoenerij van dat
mensch ze had net zooveel gevoel voor
kunst als mijn kleine teen. Trouwens, waar
zou ze het vandaan moeten hebben ? Haar
ouders waren brave kaaskoopers geweest, en,
hoewel ze niet veel geld habben nagelaten was
er nooit zooveel op hun te zeggen.
Ze waren heel netjes, maar niet overdreven
ingericht met meubels uit de boedels van hun
ouders, en, in plaats dat ze daar nou mee te
vreden was, lag dat mensch van Lammers den
heelen dag te zaniken over moderne meubelen
en al dat gedoe meer. In het begin namLammers
daar geen notitie van, en daar had hij gelijk
aan, want al dat nieuwe gepruts haalt toch
niet in soliditeit bij een stevig ouwerwetsch
mahonie ameublement.
Hij was trouwens ook aan al die ouwe bullen
gehecht, en in het begin was hij flink en zei
tegen zijn vrouw, dat ze dan eerst maard'r
boeltje verslijten moe^t.
Maar tenslotte kon hij ook niet tegen dat
gezeur op, en toen is hij een keer zwak geweest.
Op haar verjaardag bracht hij haar zoo'n
modern vaasje mee.... je weet wel, zoo'n
ding van niks, dat er uitziet of het gebarsten
is, en waar de gestolde verf aan alle kanten
afdruipt.
De een of andere oplichter met lange haren
en een fluweelen jasje aan had hem tien of
twaalf gulden voor dat prul laten betalen, en
hij bracht het naar huis, gewikkeld in watten
en vloeipapier of het god-beter-me een schil
derij van Rembrandt zelf was.
Nou.... je kunt je voorstellen hoe die vrouw
te keer ging tóen ze d'r vaasje had uitgepakt..
Lammers was toch een goeie kerel, en hij
begreep haar dan toch.... hij waardeerde
dan toch de artiste in haar enfin, de
heele santekraam waar gewoonlijk de ellende
mee in huis komt, en^die het einde van elk
fatsoenlijk huisgezin voorspelt voor iedereen,
die niet zoo stom-verblind is als een Lammers
met een salarisje-van-niks.
Dat gebarste stuk kunst kwam natuurlijk
op de eereplaats te staan, midden op den
schoorsteenmantel in de huiskamer, en recht
in het vizier van iedereen, die binnenkwam.
Ik ben er in mijn hart van overtuigd, dat het
ding een ergernis voor Lammen was, want hij
was een nuchtere vent in zijn hart, en hij hield
niet van poppekasterij.
Want jullie begrijpt dat het er niet bij bleef.
Nu Lammers nmaal goed was geweest,
was er geen houden meer aan de
moderniseeringswoede van dat mensch, en het begon
al veertien dagen daarna. Dat vaasje stond
daar zoo raar voor dien ouderwtUchen spiegel
vond ze, en het vloekte bepaald met de ,
eniéL^ >ÊW - &&i0^& ^r
iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii
GOEDKOOP WOHEH
gim. HEEMSTEDE, bulten dl
«inuitliplinninBouwt op Leeuw en Hooft" d/d Haarlem
merhout gemeente Heemstede Lage belastin g,
billijke prijzen. Watersport; uitstekend onder
wijs ; Centrum van 't land, onder den rook
van Amsterdam. Vraagt geill. brochure, die
gratis wordt toegezonden.
Bwiwtwralnin LEEUW ft HOOFT",
Hiltt Blauwt Brug. T»lifo« 28039
RUN-& IOEZELWIINEH lanal 11.0.80 per U
WIJNHANDEL DE BARBANSON Amitel 51
Amsterdam.
dule. Zet het dan weg" zou ieder ander ge
zegd hebbei' in zoo'n geval, maar Lammers
had A gezegd en moest nu ook B. zeggen, en
in minder dan geen tijd was de spiegel weg
en hing er een soort vleeschkleurige lap voor
in de plaats met zwarte bloemen er op.
Toen begon het liedje eerst goed. De por
tretten van de oude Lammersen, die in ovale
zwarte lijsten aan weerszijden van den
schoorsteen mantel hingen, waren opeens niet
goed genoeg meer. Lammers kon hoog en
laag springen, hij kon al praten van respect
voor de dooden en van eerbied voor het ver
leden, maar er hielp geen
oude-vaderen-ofmoederen aan, de dingen moesten en zouden
naar den zolder, en een week later hingen er
prenten om van te blozen, met nakende
dansende vrouwen er op. Het wa> een schande
vooreen huishouden met jonge kinderen, maar
Lammers was het stuur kwijt geraakt, en
met de schoonmaak was hij niet zoo goed of de
behanger moest komen en de muren beplakken
met bruine strepen van drie duim breed, met
dikke moppen paars en blauw er tusschen,
zoodat het er begon uit te zien als een
schiettent.
Die vrouw van Lammers had nou ook geen
rust meer. Inplaats van op de canapéte
liggen lezen, waar ze tenminste geen kwaad
mee deed, was ze nu den heelen dag in de
weer met een jongen boef, met haar tot op
zijn schouders, die zich binnenhuis-architect
noemde en inden hoek,waar het cylinderbureau
gestaan had, een groot vurenhouten geraamte
in elkaar spijkerde, dat god-beter-het over
trokken werd met aardappelzakkengoed en
dat een rustbank zou voorstellen. Toen het
gevaarte stond, maakte ze op aanwijzing van
den architect drie-zes-en vierhoekige kussens
in alle kleuren van den regenboog. Als je voorbij
het huis kwam wist je niet wat je zag, want er
hingen achter de ramen gebloemde lappen die
gordijnen moesten voorstellen. Lammers ging
er onder door. Op een avond kwam hij op de
sociëteit en daar vertelde hij dat het thuis een
hel was. Zijn vrouw had den paardenharen
leunstoel, dien hij van zijn fatsoenlijken vader
geërfd had, op den aschbak gesmeten en nu
was er een smal, wankel meubel op drie pooten
om op te zitten, en waartegen je je aan alle
kanten builen stootte als je niet oppaste. De
arme kinderen zagen er uit als piassen. Ze
liepen er rond met fladderende haren en in
een soort monnikenhemden te rillen van
de kou. Schoenen kregen ze niet meer aan.
Lammers zijn vrouw zelf zag er uit als een
Russische koetsier. Mager was ze nooit ge
weest, maar toen ze --- met de permissie van
de heeren ook nog d'r corset had uitgelaten,
wist je niet meer wat er voor- of achter of
opzij aan haar was. Om d'r hals droeg ze
kettingen van vuistgroote gekleurde houten
en steenen ballen, zoo waarachtig als ik hier
zit, eu ik heb d'r toch eens met bloote voeten
op d'r fiets zien rijden.... !
Op een goeien dag kom ik Lammers half
huilende tegen, hij zag d'r uit om een cent
te geven, met geen knoop aan zijn vest en
met vetvlekken zoo groot als mijn hand op
zijn kraag.
Wat mankeert jou....?" vroeg ik nog
nuchterweg, en toen vertelde hij mij dat de
verbouwing van dien boef hem z'n maandsala
ris had gekost, eu dat zijn vrouw een geestelijk
huwelijk met den architect had gesloten.
Toen heb ik hem nog gewaarschuwd,
Loop d'r uit kerel," heb ik hem toen
gezegd,. . . . je weet net zoo goed als ik waar
dat naar toe loopt met die geestelijke huwe
lijken. ...".... maar de vent is zwak ge
weest, en een week daarna hoorde ik dat de
architect was komen inwonen, dat ze vege
tariërs waren geworden, en dat hij werk had
aangenomen in de avonduren, zeker om die
hossen radijs en wortelen van te betalen.
Op een goeien dag, dat ik langs het huis
kom, hoor ik een vreemd gegalm, en een buur
man, die op den weg staat te luisteren, ver
telt me,dat ze daarbinnen een nieuwen gods
dienst hebben uitgevonden, en dat ze onder
aanvoering van dien boef iederen avond met
de ramen open zitten te zingen tot schande van
de heele buurt. Ik hoef jullie niet te vertellen
dat de huisbaas hun de huur opgezegd heeft.
Jonge-jonge dat was me een schamel
rommeltje,dat daar uit huis werd gedragen..
de oude Lammersen zouden hun boedel n;et
herkend hebben.
De meubelen van dien binnenhuisprutser
mogen dan binnen wat geleken hebben, toen ze
met de pooten naar boven op den handwagen
lagen, zagen ze d'r uit als een
tooneclverhuizing van ongeverfde latten niet fladderende
lappen d'r aan gespijkerd. De heele familie,
met den grasvreter aan het hoofd, sjouwde
achter den wagen aan, en je kon het dat
mensch van Lammers aanzien dat het geeste
lijke huwelijk niet zonder gevolgen blijven
zou....
Enfin. . . . toen is het gauw trap-af met ze
gegaan.... eerst raakte hij zijn betrekking
kwijt en toen is hij aan het malen gegaan,
waarschijnlijk door ondervoeding.. . . want ik
heb me laten vertellen,dat ze hem de
sportbeschniten lieten eten en dat z'n vrouw met
den architect in de keuken vette carbonades
zat te kluiven.
Op een goeien dag waren ze d'r van door, en
Lammers bleef achter met zijn twee kinderen
en een geestelijk wurm van acht maanden.
Ze vonden hem op zijn kamertje niet dat
wurm op schoot. Hij zat maar te zingen en de
twee oudsten lagen te huilen van den honger.. .
Nou zit hij in een gesticht, en de kinderen
zijn door de liefdadigheid en door de familie
overgenomen . . . . "
De oude heer Kwistjes zuchtte, kuchte, en
dronk in n teug zijn glaasje leeg. Toen
keek hij droevig den kring rond, en conclu
deerde :
, en nu zien de heeren het eens
wat er komen kan van n moment van
zwakheid tegenover zoo'u wijf als waarmee
Lammers gezegend was. . . . Je weet nog niet
waar je aan toe bent als je d'r zóti-een een
modern vaasje mee naar huis brengt.... Je
geeft ze den pink en ze nemen de heele hand . . "
M E i. i s S 'r o K E
u IIIIIIIMI ui Hiiiii IIIIIHI
Illlllllllllfll MHIIIIIIIIIIIIM Illtll IIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
KUNSTBRONS & METAALGIETERIJ
DE KROON"
HOUTMARKT 23 - HAARLEM
Bronzen Beelden en Placquetten
DE AARDIGE OUDE DINGEN
DE POEFFEN
11
De poeffen waren de oude voetkussens.
We noemden ze poeffen en niemand heeft ons
ooit geleerd dat het pouffes moest zijn.
We hadden er veel, en in soorten. Maar /e
waren allemaal even groot. Ze waren zoo groot
als kleine hooge taartendoozeii en erg stijf
en loodzwaar. Elke kamer had zijn eigen
soort in de stof van het gespijkerd karpet.
Ze hadden twee overbodige ooren, want nie
mand dacht er ooit aan ze daarbij op te pakken.
Ze werden voortbewogen met den voet. Ook
waren er een paar sierlijke, zeshoekig niet op
gaande kanten en een lusje in het midden.
Er stonden er vier of vijf onder de groote eiken
tafel in de huiskamer, en enkele, nog
op elkaar gestapeld in den hoek. Ze waren
werkelijk zoo leelijk.dat ik ze nu in mijn huis
niet dulden zou. Maar ik ben blij dat mijn
ouders ze hadden, (al heb ik dat indertijd heel
normaal gevonden en me er nooit dankbaar
voor betoond) want de poeffen waren onbreek
baar speelgoed. Ze waren wielen van
imagrimaire rijtuigen, en ze waren ladder om mee op
de tafel te klimmen. Mijn zusje bouwde er
winkeltjes mee, of liet ze voor banken
fungeeren, als er schooltje gespeeld werd. Maar
ook waren het tronen, als je er een paar op
elkaar nam, of toren-»als je ze allemaal op
elkaar stapelde. Dan rolden ze om als je er
op klom. Na het spel waren ze zoo door de
kanier verspreid, dat de meid er soms over
struikelde, met theegerei in de hand. Als je
ouders er soms over vielen of dreigden te
vallen werd het poeffenspel wél eens tijdelijk
verboden, maar dit verbod verviel van zelf
weer, zonder dat er over werd gerept. De
spelen die je er mee kondoen waren onbegrensd.
Je kon ze van de trap laten rollen, van de
breede groote gemakkelijke trap met leuningen
die volmaakte tobagans waren. Je kon er
elkaar ook mee te lijf gaan. Je probeerde er
mee te voethallen, al waren ze daarvoor ook
wel wat te zwaar. Je maakte er sloten mee om
over te springen, en treinen die eigenlijk niet
goed loopen wilden, en kamers waar je visite
speelde. Ze waren mooier en bruikbaarder dan
de stoven, die in de keuken hoorden, al hoewel
ook die heel mooi waren, en veel expressiever.
Die mocht je feitelijk niet hebben, maar als je
ze krijgen kon, dan was het prachtig bouw
materiaal, dat je in combinatie gebruikte
niet de poeffen. ban kreeg je heele huizen en
paleizen. Maar de stoven waren minder solied
en te hard. Daar kou je niet zoo mee gooien.
Doch niet slechts amusant, ook nuttig waren
de poeffen. Ze verhoogden den stoel waarop je
pianoles kreeg, want op de uitgedraaide
pianokruk was je te bewegelijk, werd je afgeleid
door draaimolen associaties. En dan was er
geen heerlijker zitplaats dan een poef, als je
rondom moeder kroop, wanneer uie voorlas.
En als je voor de kachel zat was er geen plaats
zoo prettig als op een poef. En dan was de
poet' nog een voorwerp van groote opvoed
kundige waarde. Het was het leermiddel voor
de beleefdheid en voorkomendheid, en
gedienstighcid. Je eerste iesin wellevenüheid was
mevnuiween poef geven". In zoo'n geval kwam
liet soms voor, ais je het erg mooi oen wilde.
dat je de poet aan haar twee ooren droeg of
aan liet lusje in het midden.Voortschoppen was
heslist verkeerd, maar rollen mocht nog. Dat
kon er nog net mee door.
Aan het poeffuispcl ontgroeide je viij gauw,
maar nog lang hield je haar als /.ciel ni
eere. 's WiiHersavoiics na IK t eten b'.ev<_n /e
nog jaren de meest geliefde z;.tpl;'i.ls vuor c. e
haard. Maar als je ook daar ie groot voor
was vergat je ze. En ais je ze nu nog eu'iS vind,
Vraagt Uw Leverancier:
JUIST UW SMAAK.
JAC.URLUS
HAVANA 12 SI! SIC AAR
FABRIKAAT FLEVO'
UTRECHT
hier of daar in een heel ouderwetsch huis,
waar een oude dame er nog een gebruikt, dan
valt je soms zoo ineens de groote beteekenis
van de poeffen in je kinderleven je in. Dan
denk je er aan, dat die dingen, waar zooveel
van je jeugd aan vast zit, verloren gegaan zijn,
zonder dat iemand ooit gedacht heeft voor
wat ze naast gebruiksvoorwerp zijn ge
weest, dat ze mooier speelgoed waren dan
er misschien ooit in een speelgoedwinkel is
verkocht.
A K i
imiiiiiiiiiiiiiitiiifiifiiiiiiimiiiii ?
iiiitifiimmiiiiiiimiiiiiiiiiiiii
RIJM-KRONYCK
EEN DIALOGO
DE LEERAAR
Alvorens men U toe zal laten
in 't communistisch paradijs,
moet ik een beetje met u praten,
o jongeling , van de levenswijs,
die gij daar straks zult gaan betrachten.
De schoone dingen die u wachten
zijn vele. Stel ze dus op prijs.... !
Ten eerste dan: ge hebt twee huizen
en ik, uw leeraar, heb er geen.
Zoudt gij den ouden man verguizen
en hem niets geven....? Immers neen.. !
Zeg op, mijn vriend, wat zoudt ge doen
als communist van goed fatsoen....?
L LlitRI.IN
'k Schonk van mijn huizen n er een....
Di-: LEE K A A «
Bravo mijn zoon.... ! (Ie hebt zes vrouwen
en ik ben weduwnaar en zou
wel graag een beetje gaan hertrouwen....
Wat zoudt ge doen . ... ?
D E L i: E K L l N l i
't Principe trouw
gaf 'k van mijn vrouwen saus dépit
aan u, mijn vriend en leeraar, drie,
om zelf de andere drie te hini'en. . . .
DE L ie E K A A K
De communistische principes
brengt ge voortreffelijk te pas.
Maar stel nu dit: uw meester liep 'es
met bloote beenen rond.... Wat was
uw plicht dan....?.. Moet ge 't antwoord
zoeken. ... ?
DE LEERLING
.... 'k heb wel-is-waar TWEE onderbroeken. .
maar n daarvan is in de wasch....
MELIS S r o K H
iiiiiiiiiimitiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii
T
WOON
nMys
DIRECTEUR: F: J.ZEEGERS
**^*~***~*^^*~^^~*^~^*^.
LEID5CHE5TR.73
PRINSENGRACHT
709-711- 713
AMSTERDAM
LEVE Rt UITSLUITEN D
FABRIKAAT
MODELKAMERS
TABRIEK:
LIJNBAAN5GRACHT
23-^-236
BIJ HET
LEID5CMEPLEIN
Zoo dansen
(Kve,
De toerist: Is dit
plaatsje ?"
De inboorling: Vroeger -toen
de menschen hier nog niet kwamen
om rust te zoeken."
Man en vrouw neef en nicht volslagen vreemden.
Zoo, zit jij daar zoo in je eentje V Heb je niets te doen?"
Ik kan niemand krijgen om het zoek-spelletje met me
te spelen, nou heb ik zelf de vingerhoed maar verstopt
en nou zit ik te wachten tot ik vergeten ben, waar."
Fa, wee t u wel, dat u me beloofd hebt, me de machines
te laten zien? La we non gaan!"
Typ. Amst. Boek- CD Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.