Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Oct. '22. - No. 2365
Het Reclamebiljet
In deze nieuwe rubriek, die in het
vervolg; geregeld verschijnt, worden de,
door Nederlandsche kunstenaars
geteekende, reclamebiljetten besproken.
Wij verzoeken den drukkers van
dergelijke biljetten ons geregeld een
exemplaar van het door hen vervaar
digde reclamebiljet (plak- en winkel
reclame) te willen toezenden.
REDACTIE
Ik reken me geenszins tot hen, die de affiche
in het paradijs der vrije kunsten willen op
nemen.Zij behoort tot de dienende.de
gebruikskunst,en moet zich dus schikken naareenige
eischen der praktijk. Ik ben er trouwens van
overtuigd, dat juist dit conflict der belangen
haar als kunstgenre tot iets geheel eigens
maakt, en als prikkelende factor bij de in
spiratie kan medewerken. Dat het dit niet
immer doet, is doorgaans niet aan de opgaaf
te wijten, maar aan het falen der ingeving,
die toch ook bij de vrije kunstuiting menig
maal ,,se fait désirer". Ds affiche,intusschen,
wordt doorgaans op bestelling gemaakt...
en dan is er soms weieens geen tijd, om op in
spiratie te wachten. Ook indien het veel
geroemde ,,heilige moeten" dapper meehelpt,
blijft de kunstenaar dan niet zelden beneden
zijn kunnen". Dit verklaart volkomen het
verschijnsel, dat vlak na elkander eenige affi
ches van den zelfden kunstenaar zich op
de reklameborden aan het. heldere daglicht
exponeeren, waarvan er n voortreffelijk te
noemen is, terwijl de overige nog eenige
graden beneden het middelmatige blijven.
Ik constateerde dit verschijnsel dezer dagen
zeer sterk bij 3 affiches van JAC. W. STEGEMAN
(Drukkerij Bukman en Sartorius) voor de
firma Vroom en Dreesman: ., Restanten in
alle afdedingen" is een tamelijk goed deco
ratief biljet. Di niet bizonder fraaie, maar
duidelijke, roodbruine letters spreken krach
tig tegen net tot een stilleven van koopmans
goederen verwerkte zachtgrijze fond. Het ge
heel maakt een nogal aangenamen, eenigszins
naar.jfleftige reserve strevenden indruk. Men
kan vrijwel aannemen, dat deze affiche veel
dankt aan het heilige moeten". Van bedenke
lijk geringer kwaliteiten is een tweede prent.
E""n sliertig-lange juffrouw (wit tegen een
achtergrond van smoezelig kanarieg:el) kijkt
met een gezicht als een boschnegcr onder
een totaal. misteekende en verkeerd vastge
houden parasol uit. Aan een koord heeft ze een
hondje, dat blijkbaar op rolletjes loopt,want
het volgt in geenen deele de trippelpasjes
zijner meesteres, maar staat plaatsrust.
Achter mevrouw gaat meneer haar gemaal,
met zevenmijls-schreden, die doen vermoeden,
dat hij Mevrouw en haar hondje weldra in
een ver verschiet zal laten.
Dit is bovendien verkwiste energie, want
het dikke ventje zwoegt onder de pakjes, die
zijn ega gekocht heeft op de ..Uitverkoop" bij
Vroom en Dreesman,en het is zijn eigen schuld
dat de zweetdroppels als jobstranen langs
zijn gelaat biggelen, want als hij behoorlijk
aan de zijde zijner trippelende echtgenoote
en haar lui hondje bleef, kon hij 't op zijn
doode gemak aandoen, zonder zwoegen en
zonder /wee.ten. Dit beeld mist alle logica en
alle charme. Hier heeft zelfs het ,,heilige
moeten" gefaald. Maar bij de derde, affiche,
daar heeft men het wonder !.... De inspiratie
heeft plotseling den Heer STEGEMAN te pakken
gekregen. Is hij zulk een svbariet, dat alleen
de gedachte al aan een heerlijke wollen deken
van Vroom en Dreesman. hem in edelen gloed
doet ontbranden? De ..Dekenweek" inspi
reerde hem toteen geestig en voortreffelijkblad,
dat zich ver boven zijn beide andere prenten
verheft. Op het dikke, welgedane gelaat van
den slaper, door een koddige slaapmuts be
kroond, zweeft een zalige glimlach van zich
verkneukelend genot. Het pluimpje van zijn
pikker heeft zich liefkozend geslingerd om de
letter W. van hetwoord ,,Dekenweek", dat met
simpele maar krachtige karakters het witte
bovenstuk kroont. De plooien van het kussen,
waarin de slaper gedoken ligt, spatten als
grillige arabesken om zijn glunderende tronie,
of streven zegevierend naar omhoog, en de
gele deken, met de over hot buikje gebolde
roode streepen, werkt alseen vlag, uitgestoken
ter eere van het brillante dekenfeest.
Het goede, sterksprekende effect is be
reikt met een minimum van middelen. De
breede, raak op gezette lijnen kan men
tellen en er zijn slechts twee kleuren ge
bruikt, rood en geel. Drukker ook van dit
blad is Bukman en Sartorius. Het is een op
merkelijk feit, dat sterke inspiratiesober is in
het aanwenden der middelen, en dat slapte en
decadentie hun hulpeloosheid trachten te be
dekken achter overdadige detailleering en
profusie van lijnen, dingen die, vooral ook bij
de affiche met haar half-decoratief karakter,
te vermijden zijn. Het echte straatbiljet is
bestemd om op verren afstand te spreken te
gen den vluchtigen voorbijganger. Krachtige
kleurwerking is een van de middelen, waar
mee, dit bereikt kan worden.
Het is wel merkwaardig, dat er veertig
jaar nadat de beweging voor het artistieke
aanplakbiljet in Frankrijk begon, in Nederland
nog altijd affiches voor den dag komen, die
naar niets lijken. Vooral als het van min of
meer officieele zijde komt, is het er doorgaans
glad naast. Er liggen weder twee van deze
gewrochten (pas op, zetter, maak van de ir
geen d) naast mij. De 3 Octaber feesten" te
Leiden kondigen zich aan met een harde,
rammelende maskerade-p ren t van Leiden's
ontzet, in smakelooze roode omlijsting en
met blokletters, die, indien ze
suikerhakkerswerk waren, ons nog te goedkoop zouden
schijnen, om er de gezondheid onzer
spijsverterings-organen aan te wagen. Zelfs als
illustratie is deze plaat amper te waardeeren.
Alleen het bovenstuk geeft een niet onverdien
stelijk stadsgezichtje in Klinkenbergschen
trant. De Nederl. Rotogravure Maatschappij,
die er haar adres onder zet, blijkt
medeschuldige te zijn aan deze affiche-zonde.
Niet minder bedenkelijk is het gesteld met
OPENT SEPTE/ABER HAAR StlZOEH I92Z-23 IM MET
CEMTRAAL TM EATER
S. L. SCHWARZ (DRUKKERIJ KOTTIXG)
lllllilllllinilliiiliiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiMiiiiiiiiiiimi
Op den Economiscben Uitkijk
In afwachting (II, Slot)
De twee, in de Troonrede genoemde, on
derwerpen, waarover ik thans nogeen en ander
zou wenschen te zeggen: publiekrechtelijke
regeling van de arbeidsovereenkomst en vereen
voudiging van de verzekeringswetgeving, zijn,
natuurlijk, aangelegenheden van zeer ver
schillenden aard, die ik slechts daarom hier
samenvoeg, omdat zij de eenige punten van
sociale en van econonrsche beteekenis zijn,
die door de Regeering met name in die
redezijn genoemd als onderwerpen van een te
wachten wettelijke regeling. Zonder nadere
aanduiding van de richting, waarin zich die
regeling zal bewegen, is ook hier afwachten de
boodschap; bij de indiening der daarop be
trekking hebbende wetsvoordrachten zal er
alle aanleiding zijn om de voorstellen van
meer nabij te bezien. Doch reeds thans kan ge
wezen worden op het gewicht, dat toegekend
moet worden aan de bijzondere vermelding
van deze twee, en van juist en alleen deze
twee aangelegenheden in dit staatsstuk.
Dat alleen deze twee zijn genoemd, geeft
aan de Troonrede ongetwijfeld het karakter
van een voor een jaar, althans voor nauwe
lijks veel langer tijd ontwikkeld program. Het
is toch niet wel denkbaar, dat een Regeering
voor den vermoedelijken duur van haar
leven", op het gebied van sociale en econo
mische belangen geen verder strekkende
plannen zou hebben dan het aan de
ordestellen van deze beide zaken.
Waarom juist deze twee zijn genoemd, is
mij n'et duidelijk. Vereenvoudiging van de
verzekeringswetgeving valt binnen het kader
van bezuiniging en past dus geheel in de lijst
van deze troonrede, die over weinigandersdan
dat gewaagde. Het andere onderwerp is
waarschijnlijk genoemd, omdat de regeling
daarvan verkee't in wat de Regeering pleegt
aan te duiden als een vergevorderd stadium
van voorbereiding". Het is althans bekend, dat
de Hooge Raad van Arbeid reeds over deze
zaak werd gehoord.
Wat nu allereerst cit punt betreft, laat ons
beginnen met woordelijk aan te halen wat
daaromtrent in de Troonrede gezegd werd,
want in een staatss-tuk als dit zijn de woorden
wel overwogen, ieder ander dan een letterlijk
citaat is hier gevaarlijk. Overwogen wordt"
zoo lezen wij een regeling van de
Arbeids-overeenkomst welke zoowel het
burgerrechtelijke als het publiekrechtelijke
element in zich bevat". Heel fraai en lieel dui
delijk is deze tekst niet, maar ik kan mij toch
kwalijk iets anders voorstellen, dan dat hier
mee bedoeld is te zeggen: wij zullen niet alleen
de regeling der (collectieve) arbeidsovereen
komst in het B.W.aaneene herziening onder
werpen en dus beter dan tot nu toe de geldig
heid van zoodanig contract voor de partijen
vastleggen, maar wij willen bovendien door
wettelijke maatregelen of althans door in
grijpen van de overheid bereiken, dat de
werkings-sfeer van een collectieve arbeidsover
eenkomst wordt uitgebreid tot buiten den
kring der organisaties, die het over de bepalin
gen van die overeenkomst onderling eens wer
den, m. a. w.: wij zullen, voorzoover wetgeving
en bestuur daarbij betrokken zijn, de
algemeenbindend-verklaring van zoodanige overeen
komsten mogelijk maken.
Over dit denkbeeld nu wordt en is van stonde
af aan waarop het werd geopperd, verschil
lend geoordeeld. Die
algemeen-bindend-verklaring is een interessant vraagstuk. In 't kort
komt de quaestie hierop neer: organisaties
van werkgevers en van arbeiders sluiten een
voor alle bij die organisaties aangeslotenen
bindend contract, waarin zij allerlei arbeids
voorwaarden vastleggen; die organisaties
aan weerszijden omvatten echter niet alle
vakgenooten, noch onder de patroons noch
onder de werklieden. Die buitenstaanders
zijn aan niets gebonden en kunnen dus op
gansch anderen voet dan de georganiseerden
werken; zij kunnen daardoor dezen een zeer
bezwaarlijk te dragen concurrentie aandoen,
zoozeer zelfs dat de naleving van de collectieve
overeenkomst voor de werkgevers moeilijk,
misschien onmogelijk wordt. Indien nu aan
die buiten het contract staande groepen
(door de wet) verboden wordt andere ar
beidsvoorwaarden aan te bieden of aan te
nemen dan door de georganiseerden zijn
vastgesteld, dan zal de contractiieele rege
ling gelden voor heel het bedrijf. Ziedaar den
opzet en, in hoofdzaak, de leidende gedachte.
Hier rijzen verschillende vragen. Zoo deze:
of het taak en roeping der overheid is, loon
schalen en andere arbeidsvoorwaarden welis
waar niet vast te stellen, maar dan toch de
vaststelling daarvan door sommige groepen op
te leggen als bindend en dwingend aan andere
groepen, die klaarblijkelijk op anderen voet
VROOMu
DDEEJMAMM
JAC. W. STI;GEMAN (DKUKKEKÏJ BUKMAN
& SARTORIUS)
,,Tlie official iiiftirnwtioi! Office for Tourists
Hoogc Nieuwstraat 30, the llagne", dat de
lingelsche en Amerikanen commandeert:
,,(!<> tn Holland". Voor zijn reklameplaat, die
wellicht over een groot deel van <ie wereld
d.'n goeden naam van Nederland als
kunstcentrum gaat blameeren, heeft dit Bureau
zijn licht opgestoken bij de onzalige
hoschprent van den A. N. W. B.,
Laat niet als dank voor 't aangenaam ver
pozen , den eigenaar van 't bosch de schillen en
de doo/en". De boom staat precies op de
zelfde plaats maar is knal: op den grond echter
liggen geen schillen en doozi'n, rust ook geen
minnekozend paar, maar bloeien de
Haarlemsche hollenvelden. Vlak daarnaast, is
een slootje met knotwilgen, en iets verder
naar achter een molen; in 't verschiet de St.
Bavo of d." kathedraal van Veere of de Oude
kerk vanDjlft of de lange Jan van Middelburg
. . . .zoo precies kan ik 't niet zien,. . . . het is
in elk geval een h!ocmlez:ng van ,,tlu great
attrartions of Holland, tlv_> land of fanals,
milis and meadows". Het is jammer, dat ir
geen Volendammer vissch'T in den boom zit,
dit zon aan de schoonheid" van het gi. heel zeer
ten goede komen. D,: plaat is omgeven door
een rand, nco-renaissance motief van tulp.n
in zilvergrijs, op z:chzelf niet onaardig, al
maakt ze in deze combinatie een /v. t r mallen
indruk. DJZ:: beide prenten zijn anoniem,
laatstgenoemde ook wat dj n drukker betreft.
Zoovel de drukkerij als de lang niet onver
dienstelijk^' ti'cki r2';r hebben z:fh wellicht
over dit. officieel gecommandeerde knoeiwerk
gjschaamd, wat hun tot eer strekt.
In even volkomen mate als d.v.e twee platen
volstrekt geen affiches zijn, is ei n ander
nieuw blad het in den meest absolnten zin
wél. DJ ivklani"prer.t voor het
tooneclgezelschap ,,Ci)iiwedin" door Sniw \R/(Drukkerij
Kotting)is uitsluitend een affiche in kan niet
anders dan een afiche zijn; ze staat daarbij
ook wel een weinig aan de uiterste linkerzijde
van het affiche-achtige. . . . zeer zware con
touren, forsche en opzichtige vormen, groote
klenrvakken met sterke contrasteering: Julius
Klinger of Lucian Bernhard zonden het ampjr
zóaandurven, en toch is hier een effect be
reikt van zeer directe attractieve en bekorende
werkzaamheid op groofen afstand. De sym
boliek van dit grillige, oostersche kleurenbeeld
blijft voor mij voorloop!g nog een raadsel,
maar de sprookjesachtige vogel Rok, die door
wild in elkander gestrengelde sfeeren vliegt
naar een onbekend doel, te midden van
bloemen, die uit het niets ontspruiten, houdt
me toch geboeid. Dit alles is zoo origineel en
ondanks zijn grilligheid zoo harmonisch, dat
ik het, tegen mijn neiging om te twijfelen in,
niettemin aanvaarden moet. Het gezelschap
Comoedia heeft met dit biljet de aandacht
van het publiek zeer uitdrukkelijk op zich
gevestigd, en indien het iets even origineels
en clatants geeft als de kunstenaar, dien het
zich tot aankondiger koos, is zijn succes ver
zekerd.
Ingetogener en van voornamer reserve zijn
twee andere biljetten die voor mij liggen. N.J.
van der Vecht ontwierp ze en teekende ze
beide op steen voor den Amstenlamschen
Kunstkring voor Allen". Een der beide isien
Ictteraffiche (Drukkerij Snefelder), en den
kunstenaar werd hier de niet lichte opgaaf
gesteld, een zeer uitgebreiden reklametekst
tot een decoratief geheel te verwerken. De
oplossing is hem, zou ik meenen, volkomen
gelukt. De klassieke zwart-rood combinatie,
die reeds de middeleeuwsclu rubricisten in
handschriften en vroege drukken op schit
terende wijze toepasten, heeft zich ook hier
proef houdend bewezen, de omlijsting is sober
en stijlvol en het zwarte vlak met de goed
verdeelde witte letters, releveert zich sterk
genoeg, om op eenigen afstand de aandacht
te vragen, niet dringend, maar met een
vriendelijk, gracieus gtbaar. De eentoonigheid
dezer 21 regels schrift van volkomen gelijk
corpus wordt gebroken, doordat enkele
letters, schijnbaar toevallig en zonder regel
maat, licht getint zijn. De zeer bewerkelijke
damasceering van het bovenschrift doet ook
hier de eentonigheid wijken en geeft een fijn
contrast. Het andere blad onderscheidt zich
zeer van het voorgaande. Het is een decoratie
ve vakvulling met symbolische beteekenis.
Twee vrouwenfiguren Materie en Cuest, flan
keeren het middenschild, dat gekroond wordt
door schrift en met schrift wordt gevuld. Van
de beide figuren uit dalen, in ten stroom, be
vruchtende kiemen naar de socle, waaron het
schild rust, en waaruit de bloem der kunst
ontspruit. Ook dit biljet is in zwart en rood,
maar het rood is zeer sober in kleine bloem
en damasceeringsfiguren aangebracht, zoodat
het zwart en het wit overheerschtn.
Op het schrift heb ik twee aanmerkingen.
De scheefstaande O's zijn een fout. Men zet
middenin een woord geen cursief tussclun
willen werken? De vraag ook: of zoodanige
inperking van het bedrijfsleven in een codex
met gezonde ontwikkeling van het bedrijf
vereenigbaaris te achten? 1-ji: waar bij zoodanige
stramme reglementeering, die van overwe
genden invloed is op den prijs van het onder cl c
werking dier reglementen vervaardigd pro
duct, de waarborg te vinden is, dat hier niet
een samenspanning van werkgevers en werk
nemers tegen den verbruiker ontstaat,waarbij
te bedenken valt niet slechts dat wij allen,
als particuliere personen, consumenten van
allerlei goederen zijn, maar dat ook in het
groote productie-proces de eene nijverheid als
verbruikster van wat de andere voortbrengt,
optreedt.
Met het stellen van deze enkele vragen wil ik
maar aangeven, dat cieze
aigeinecn-bindcndverklaring allerminst behoort tot die soort
van maatregeien, over welker
wcnschelijkheid vrijwel eenstemmigheid bestaat.
Ook princirfiee'e voorstanders daarvan zijn
van oordeel, dat invoering //«msniet raadzaam
is te achten, zoo o.a. Ir. B. Bólger, die in de
Maart-afl. van de Vragen des Tijds aan dit
onderwerp een belangwekkende studie wijdde.
Deze schr. acht het niet gerechtvaardigd
dat men thans overgaat tot een stap, waaraan
zuiver om opportunistische overwegingen,
dit houde men goed in het oog, zoo groote
bezwaren zijn verbonden en waarvan de
resultaten thans zoo weinig zeker zijn,
als wij hierboven uiteengezet hebben".
Wat mij betreft, ik wil wel zeggen dat eene
regeering, die in dezen moei lij ken tijd meent
de volkswelvaart te bevorderen en aan de
nijverheid een goeden dienst te bewijzen door
thans collectieve arbeidsovereenkomsten al
gemeen bindend te gaan verklaren, het spoor
bijster is. Tenzij. ... ze de zoo voor de hand
liggende bezwaren van zoodanigen maatregel
weet te ondervangen. Hoe dit te bereiken
zou zijn? Ik wacht het af 1).
Over de stelselloosheid, ontstaan in het
bont geheel onzer arbeiders-verzekerings
wetten, schreef ik laatstelijk in de NOS. van 10
en 24 Juni d. j. Daarnaar verwijzende, behoef ik
wel niet uitdrukkelijk te betoogen, dat op dit
gebied nuttig werk voor de Regeering te doen
is. De vraag is alweer: Iwe zal zij dit verrichten?
De tekst der openingsrede gewaagt alleen van
voorstellen ter vereenvoudiging van de
(onderwijs- en de) verzekerings-wetgeving".
Vereenvoudiging In welke richting? Door
meer centralisatie? Of door decentralisatie? Of
door een terugkeer op den publiekrechtelijke!]
HETBOEK
VANDEWEEK
Met portret en handteekening
van den schrijver
Prijs geb. in prachlbd f 5.90
Uitgave van
V* n Holkema & Warendorf,Amst.
Zie de groote advertentie op pag. 3 v. d. omslag
WEEKBLAD VOOP. NEDERLAND.
UITG: VAM HOLKEMA .-.-, WARE NDORF. A'DAM
Is. VAN MENS (DRUKKERIJ VAN LEER)
romein. Dit is een zonde, die tegen alle goede
typografische begrippen indruischt. Verder
zijn de hjide onderschriften der figuren, die
de geheele symboliek moeten verklaren, in
zulk onzinnig onduidelijk schrift aangebracht,
dat de meest ingewikkelde letterraadselen
van den heer Wijdeveld er simple comme
bonjour" hij schijnen.
Deze heide bladen zijn geen zeer goede affi
ches, daarvoor zijn ze te precieus en te gere
serveerd, maar dit weerhoudt mij niet ze als
mooi en knap graphisch werk te waardeeren.
De kleine, symbolische prent is trouwens,
naar ik vermoed, niet bedoeld als straat
maar als interieur-biljet.
Van der Vecht is geen sterke individualiteit.
Zijn letteraffiche doet aan Rriedée denken, zijn
symbolisch biljet al te dichtbij aan Roland
Holst. Iets dergelijks valt op te merken bij
een ander knap teekenaar. Piet van der
Hem is een zeer pregnante persoonlijkheid, en
ISIDORI: VAN MENS (de jongere) behoort,
misschien meer dan hij zelf weet. tot zijn be
wonderaars. Nochtans is het WINKELBILJET,
dat van Mens voor ,.De Groene" teekende een
zeer geestig en sjiek blad. In deze vlotte,
frissche illustratie wordt de decoratieve lijn,
die eener affiche is, geenszins gemist. In uit
muntend evenwicht vult de voorstelling het
blad, en de gespannen aandacht der heide door
de lectuur van het weekblad geboeide mon
daine figuren, is uiterst suggestief. De kleur
sluit zich in frissche distinctie bij het beeld aan.
Het typographische onderschrift, dat aan
het geheel geen goed doet, is feitelijk een
overbodig.' toevoegirg, uit de voorstelling
zelf blijkt voldoende waarom het gaat.
Nederland bezit thans reeds heel veel goede
en verdienstelijke afficheurs, en men moet er
v.'Ch over verbazen, dat het Jaarbeurs-Be
stuur te Utrecht geen keus uit de goeden
wist te doen, maar liever de slechten neemt.
Nadat het met Lion Cachet, Hoffinan en
Frans ter (last een lofwaardig begin had ge
maakt, is het eerst met niets en toen met een
onbenullig prulletje van den Utrechtschen
schilder GARRIEI.S voor den dag gekomen ....
Maar zelfs het niets wordt in de schaduw
gesteld door de jongste affiche, van LEO
(iKSTF.L, want dit opus is voorwaar nogminder
dan niets. Dit griezelige, grauwe, vorm- en
geestlooze biljet is wellicht in een groot ge
deelte van de beschaafde wereld verspreid.
DJ Jaarbeurs-Directie mag er zich weieens
rekenschap van geven, dat ze zoodoende een
zware verantwoordelijkheid op zich neemt.
Kr wordt daarmee onzer kunst en onzen kun
stenaars tegenover het buitenland een blaam
opgelegd, dien ze allerminst verdienen.
1. D. C. VAN D o K K u M
minimin minimin tmmmiiiiimimmiiiimmiiiMmmimmiiniiiiiimmmmiiimmnimmmnimillimmiiiiiH
HET VEILIGHEIDSSChEERAPf
BIJ UITNEMENDHEID
ECN?Gittette" SAFLTX RAZOR LAAT ^
U NIMMER IN DEN STEEK;
EEN&CMEERRIEM is OVERBODIG; GIJ BEHOEFT>C
OOK NIET TE WACHTEN TOT UW
SCMEERMESVANDEN BAR- '
BIER, BIJ WIEN U MET IAAT '
AANZETTEN,TERUGKOMT "
CN TOCH SCHEERT U
7ICM ALTIJD
ONBERISPELIJKGIAD,
SNEL EN MET VEEL j
;COMFORT ^..jH
OVERAL, VERKRIJGBAAR
PRIJ3 '
LÏQ.521
\
[l GH.LETTE5AFE.Ty KMO
KEIZERSGRACHT/*
'l AMSTERDAM f
1) In het Nr. van 15 Ap;il l.l. besprak ik
dit oiuiiruerp uit\ oer'ger.
weg en door koers te zetten naar een privaat
rechtelijke regeling op den voet als feitelijk
reeds bij de zee-ongevallenverzekering geldt?
Dit laatste zal wel als te ,radicaal" ter
zijde geschoven worden. Toch waren juist
daardoor de meeste vereenvoudiging en de
grootste bezuiniging te winnen. Vermoedelijk
zal de kosten-besparing, die toch ongetwijfeld
uit de vereenvoudiging zal moeten voort
vloeien, nagestreefd moeten, worden door de
medewerking van ambtenaren aan de uit
voering van sociale verzekeringswetten in zeer
belangrijke mate te beperken. Maar daarmee
zal wel veel, doch nog niet genoeg zijn bereikt.
Het is reeds gebleken, dat deze Regeering
niet ongaarne besparing of bezuiniging noemt
wat slechts is verschuiving van lasten. Zoo
werd de Rijksbijdrage in de kosten der sala
rissen van de
Rijksvcrzekeringsbank-ambtenaren geschrapt van het budget en overge
heveld in de (door de nijverheid op te biengen)
administratiekosten dier instelling. Dit be
spaarde" den fiscus l millioen gulden, maar
een bezuiniging" was het niet: de lasten
bleven dezelfde; i!e groep v;;n hen, die deze
lasten dragen, werd eenandere.
Vooreendergelijke overwenteling zal men zich bij de aange
kondigde herziening van de organisatie onzer
sociale verzekering moeten wachten. Mag
men hopen, dat de keus van het woord ver
eenvoudiging" hier wijst in de gewenschte
richting? De tijd zal het antwoord geven. Maar
niet zoo heel spoedig, denk ik. Want die reor
ganisatie zal een zeer omvangrijk ook een
zeer netelig werk zijn, waaraan de Regeering
allereerst en daarna het Parlement veel zorg
zal moeten geven. Wachten wij af....
Dat is, voorloopig, het laatste woord.
Indien het maar met eenige blijmoedigheid
kon worden geuit! Maar, nog eens, wij gevoe
len zoo heelemaal niets van de krachtige leiding
die zoo bitter noodig is, juist nu. Want de
tijden blijven donker en de toekomst meer dan
ooit onzeker. Indien wij maar gelooven kon
den dat het volle besef daarvan zich niet
slechts in zorgvolle troonrede-zinnetjes uitte,
doch zich openbaarde in daden van regeer
ders, die alle verzet tegen hun vasten wil
ten goede durven breken !
S M i s s A ie n T