Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Oct. '22. - No. 2365
$
EDUARD VERKADE ALS MACBETH
IIIIIMIIIIIIIIIIIHIIMIMIIltlirilllirillllllllllllllllllllHIMlIIIIIIMMIIIIIIIIIIItllHIIIII
iiiimiimiimi
iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
VAN HET TOONEEL TE
BERLIJN
PROLOOQ.
Ik wilde u dan gaarne dezen winter een
en ander mededeelen van het zoeken, vinden,
worden en vergaan in het Berlijnsche
tooneelleven. Maar reeds vór ik beginnen ga,
komt een verlammend gevoel van aarzeling
over me.... Want, klinkt het niet bijna
als ironie? Van vredig en nijver
tooneelspelen te gaan vertellen, terwijl ieders aandacht
strak gespannen is op het gigantisch
wereldtooneel, waar het ne drama zonder pauze
op het andere volgt, waar de tragische
ver.wikkelingen nauw tijd tot denken laten en
de groote Regisseur achter de wolken waarlijk
verstaat zijn publiek vast te houden, het
't hart toe te schroeven in onderworpen
spanning
En dan van het tooneel te Berlijn te gaan
spreken. Van het arm, vuil en verwaarloosd
geworden Berlijn, met zijne vervelooze gevels
en zijn atmosfeer van loodzwaren druk;
zijn stervenden middenstand, hongerende
intellectueelen' poenig-lompe proletariërs en
schaamteloos brassende vreemdelingenbevol
king; het Berlijn, dat de heksenketel is,
waarin het mér gist en borrelt dan ooit;
dat uit de verte al den dreigenden orkaan
hoort gieren, de furiën van nood, broeder
strijd, werkloozenhaat, machthonger hoort
aanstormen....
En dat toch, trots alles, nooit ophield,
met wanhopige krachtsinspanning te trachten
het vaandel van zijn kunst hoog te houden;
dat het centrum blijft van muziek en
tooneelktmst, en dit alleen daarom kan blijven, om
dat de fanatieke liefde zijner burgers voor die
kunst eigenlijk niet noordsch, maar van schier
zuidelijk karakter is.
Velen van ons zullen allicht in 't leven
hebben opgemerkt, hoe weinig menschen de
kunst verstaan van luisteren. L'Art d'
couter" is een gave, door weinigen bewust
aangekweekt. Op het veelhoofdig lichaam
toegepast, dat men publiek noemt, heb ik
dikwijls in stilte waargenomen, dat het
Berlijnsch toehoorderschap in merkwaardig hooge
mate deze kunst van luisteren verstaat.
Van die honderden luisterende menschen
gaat bijna steeds een aandacht uit, die niet
de geringste stoornis verdraagt; het kan z
doodstil zijn in de zaal, dat men zelf onwille
keurig den adem inhoudt; een zoo intensieve
spanning, een fluïdum kan er heerschen,
tusschen de tooneelspelers en de zaal, dat het
contact spoedig bereikt wordt, al mag
het ook negatieve resultaten met zich brengen,
want bij een premièreslag " kan het wild
en hartstochtelijk toegaan, als zaten we in
Sicilië....
Ik stel me voor, dat bij ons in Holland de
meeste burgers, die in aanmerking komen
om zich een toegangskaart voor een
tooneelvoorstelling te gunnen, in deze benarde tijden
zullen overleggen: eerst het stuk vleesch op
tafel, als Bruin 't dan nog kan trekken,
gaan we naar de komedie".
Hier zijn er talloozen, die stellig, om van
vleesch heelemaal niet te spreken zich al
het mogelijke ontzeggen, om het noodige
bijén te krijgen voor een plaats, zij het parket,
zij het een galerij-staanplaats; die er uren en
uren voor in de file staan, vór de kas nog ge
opend is, om toegang te krijgen in het aller
heilige. Men kan Zaterdagavond Onder de
Linden al van 9 uur 's avonds af vór de
groote Opera de eerste wachtenden vinden,
die zoo den hélen nacht staan, in een steeds
aangroeiende file, waarin familieleden elkaar
aflossen, elkaar warme koffie brengen; men
nu en dan om de beurt op een klapstoeltje
uitrust, (de veroverde fileplaats wordt strikt
gerespecteerd,) met kwinkslagen den langen
nacht doorworstelt, tot den volgenden
Zondagmorgen om 10 uur de kas geopend
. wordt en de uitgifte van billetten voor de
heele week geschiedt! Dit zijn bijna uitsluitend
studenten enz., die alleen 3de en 4de rangs
plaatsen kunnen koopen, en deze worden
slechts in beperkt aantal afgegeven. Wie om
half elf komt, vindt stellig niets meer. Z
fanatiek als voor de Opera, is men over 't
algemeen voor de andere theaters niet gezind,
maar ook daar staan de menschen uren lang
in de barre winterkou te wachten. Dat is de
echte liefde, die ook de theaters in 't leven
houdt. Want, trots alle voorspellingen voor
dezen zwaren winter, die maar al te zeer
door het dagelijksch gebeuren gestaafd schij
nen te worden, bleven niet alleen de veertig
bestaande schouwburgen in leven en beweging,
maar er kwamen er zelfs nog een drietal bij,
die in het Westen geopend zullen worden !
Dat, ook al sluiten zich vele andere poorten,
die van de theaters, trots onlusten, revolutie
en verbitterde opwinding, waarbij dadelijk
bloed vloeit, hardnekkig open blijven, hebben
we in 1918 beleefd.
Onvergetelijk blijft me de vreemde sensatie
van een Opera-avond, na bloedigen strijd
Onder de Linden. Telegraaf en Postkantoor
waren door de revolutiemannen veroverd;
in de krantenwijk, waar de groote Bureaux
van de Vorwarts, het Berl. Tageblatt enz.
liggen, werd nog fel geschoten; een roode
gloed drong door de sombere rookwolken aan
den donkeren Januarihemel. De straten,
die naar de Linden voerden, waren onheil
spellend leeg. Hier en daar een wachtpost,
een rood vaandel; de weinige menschen schoven
haastig langs de muren voort. En toen op
eens: een helder verlicht Operagebouw;
uitverkochte zaal, binnenstroomende menigte
in avondtoilet; een schitterende
Carmenvoorstelling, het was alsof we droomden....
Aldus werden, gedurende een G
tterdammerungvóorstelling, vier, vijf dooden en ge
wonden in de entreehal van het Opera
gebouw gedragen. En wie er toevallig uit het
foyer heen verdwaald raakte, kon het bloed
zien sikkeren over de marmeren steenen....
In de zaal dreigde het schieten nu en
dan de zangstemmen te dekken, het pu
bliek bleef rustig en aandachtig. Is dit cy
nisme?. ... Het zou te ver voeren, hoe inte
ressant het ook ware, een en ander te willen
verklaren uit de gemoedsgesteldheid van die
dagen, waarin de ne verrassing zóop de
andere volgde, men zich zoo overrompeld
voelde door de telkens elkaar verdringende
gebeurtenissen, dat een zekere stompheid,
een ,,Nitschewo"-stemming ten slotte alles
verdrong.
En, ik ben er zeker van, zoo zal het ook
nu weer zijn, wanneer de aanstaande winter
dergelijke gebeurtenissen op nieuw voor ons
in petto mocht houden; er moet al hél wat
gebeuren, voor deBerlijner zijn geliefd theater
ontrouw wordt. Dit houdt schijnbaar bij de
verschillende Directies den moed er in, ook
al moeten zij de prijzen steeds meer onrust
barend verhoogen. Panis et Circenses ! Het
zijn hier de twee noodzakelijke dingen in 't
leven, over welker stijgende kostbaarheid men
zich het meest bezorgd maakt. Maar, wan
neer men de ingezonden stukken in de kranten
leest, dan geldt die bezorgdheid minstens
zooveel, zoo niet mér, de weldra onbetaalbare
theaterprijzen !
Zoo, nu heb ik mezelf waarlijk toch
moed ingeschreven om, bij een mij nog
vreemden lezerskring, belangstelling te wekken
voor wat, onder zeer benarde omstandigheden,
op de Berlijnsche planken gaat gebeuren. Bij
den harden wedstrijd, die de theaters met de
bioskopen, die er ware paleizen op na
houden, te voeren hebben, valt het op,
hoezeer zij toch trachten hun idealisme niet
ten onder te doen gaan, en in de jongeren
blijven gelooven.
Het Deutsches Theater" opende liet
Teekeningen voor de Amsterdammer" van B. van Vlijmen
Dr. WILLEM ROYAARDS ALS ISIDORE SOLOMON
in Welkom Vreemdeling!"
i iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii
iiui. MiimmUMiiiiiMiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIII
winterseizoen met een nieuwe instudee
ring van Strindberg's Vater", waarop ik
nog terug hoop te komen, evenals op Jean
Sarment's Schattenfischer" in de
Kammerspiele. Het Lessingtheater" begon met
zijne deuren te openen voor een hernieuwd
optreden van het Moskauer K
nstlertheater", ditmaal onder persoonlijke leiding en
met medewerking van den onvergetelijken en
onvervangbaren Stanislafski zelf; dan zal
het de verschuldigde eer bewijzen aan den
jubilaris Gerhart Hauptmann, door nieuwe
instudeeringen van zijn Biberpelz" (met de
niet minder onvergetelijke Else Lehmann)
en Friedensfest". Als eerste noviteit wordt
ons daarop Joachim v. d. Goltz' drama:
Vater und Sohn" beloofd, waarop andere
levende duitsche dichters zullen volgen:
Franz Werfel met zijn Bocksgesang"; Georg
Kaiser's Noli me tangere"; Carl
Sternheim's Die Kassette"; Alfred Brust's Die
Wölfe", en Hermann Essig's Ihr stilles
Glück". En ook de 60-jarige jubilaris Arthur
Schnitzler zal nog post festum gevierd
worden door eene opvoering zijner Liebelei",
met de jongst ontdekte ster" Ka'the Dorsch
in de hoofdrol. Naast Goethe's Egmont"
en Hebbel's Maria Magdalena", wachten ons
wijders Octave Mirbeau's Geschaft ist Ge
schaft", met Emil Jannings; Shakespeare's
Wie es Euch gefallt", Ibsen's John Gabriel
Borkmann" en Baumeister Solness". Ten
slotte: Hans Müller's Der Vampyr" en
Alfred Savoir's blijspel: Banco", (met
Leopoldine Konstantin en Kurt Göt z).
Dat is maar eerst het menu van n der
hoofdtheaters !
Sterke belangstelling gaat altijd uit naar
Leopold Jessner's daden in het
Staats-Schaiispielhaus. Men weet, dat deze Intendant en
scherpzinnige regisseur dit hoftheater, waaruit
oude traditie en persoonlijke hofdictatuur
elke frisschere moderne strooming banden,
herschapen heeft in een tooneel, waaroo
hij, Reinhardt nog zeer voorbijstrevend,
vaak interessant experimenteert. Maar daar
bij is Jessner er steeds op uit, jonge, sterke
begaafdheden in zijn ensemble te voegen. De
drie laatsten komen uit Frankfort en stelden
zich in eene nieuw ingestudeerde opvoering
van Maria Stuart" voor. De Eiisabeth,
Gerda Muller,maakte sensatie. Zij zal misschien
de verrassing van dit seizoen worden.
Daarnaast ontbreken de extravagances
niet! Waar de nieuwste buitenissigheid: de
Nachtvoorstellingen, reeds in het vorig sei
zoen nu en dan plaats vonden, en begin
Oktober door het Theater am Kurf
rstendamm" hervat zullen worden, met nachtelijke
opvoeringen van Carl Vollmoeller's nieuwe
pantomime Die Schiessbude", muziek van
onzen landgenoot Jaap Kool, heeft het
Residenztheater" het eerst sympathie ge
voeld voor de bioskoopmode, om de avonden
door mér dan n voorstelling lucratiever
te maken. Het laat nu om 7-} uur
Hauptmann's Hannele", en dan om 9 uur?Feodora"
(met Tilla Durieux) spelen. Door de ne
deur gaan de Hannelebezoekers nog in
tranen naar buiten, en voor de andere staan
reeds de Feodora-liefhebbers trappelend te
wachten.... Geschaft ist Geschaft", zegt
Octave Mirbeau. De direktie mompelt iets
van slechte tijden".
En Goethe, de Alweter, beweerde reeds
in zijn Faustproloog, onder mér steeds
weer lezenswairdig actueels:
,,lhr wisst, auf unsern deiilschen Bunnen
Probiert dn ieder, was er mag...."
C o R N E i. i i; v A N O o s T i; i; /. i; E
iiiiiiiiliiiiilliiiimiiiililiiimiimiiiiiiiiMiiiii" miitiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiimiiMuiiiHiiiiiit iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiilliliiiilllliiiiiiiiiiiliiiiiiniliiii
mers geen druk behoeft te worden. Op meer
dan n niveau kan de persoonlijkheid gelden,
en onder alle putten die zullen worden gedempt
vór de laatste schouwburgbezoeker ver
dwenen is, zal ook deze in aanmerking komen:
dat voor het dagelijksch werk de boog niet
onverpoosd op het hoogst gespannen kan zijn
en dat er voor alles een maatstaf is. Wachtend
op het,,Winteravondsprookje",heeft men thans
den Vreemdeling" hartelijk welkom"
geheeten, en toen bleek het in zijn soort zoo'n
genoeglijke vertooning, dat de enkele on
verzadigbare kunstvriend, die meende, dat
Dr. Royaards zich voor dit eeresaluut aan den
rnilden en wijzen jood, toch minstens tot
Lessing had kunnen wenden, na het vierde
bedrijf verslagen zat.
Aaron Hoffmann, naar wlen voor het
overige mijn collegiale gevoelens niet uitgaan,
toont zich door de hoofdrol van dit stuk een
mensen, die, om het luttel verschil in den
snit van zijn neus, in een harde maatschappij
wel bitter moet hebben geleden eer hij het
bracht tot de ruime, redelijke en blijmoedige
opvatting van al dit betrekkelijke, dat even
bezeert, doch de sterke ziel van een volk
onaangetast laat. Eer hij er zoo rustig om
kon lachen. Want dit is het lieve in deze
zeer volledige karakterschets van Isodore
Solomon.een joodsch koopman uit den midden
stand, dat niet zijn gebreken als deugden
worden voorgesteld, maar dat ze, aan den
wortel ontbloot, inkrimpen tot zoo volkomen
verklaarbare en verteederende eigenaardig
heden, zoo ras-echt blijken in een beteren zin
dan men in den regel aan de oppervlakte
erkent, dat zijn waarde onwillekeurig stijgt
met elk bedrijf. Kind van alle werelden,
moest hij zich wel assimileeren naar-buiten,
terwijl hij heimelijk van-binnen de eenzaam
heid ronddraagt, waarin een goed woord
gemakkelijk weerklinkt. Isodore Solomon
merkt het wel, dat men hem uit vooroordeel
nergens wil, doch hij kent tevens - al bijna
tweeduizend jaren kent hij haar de wereld
een lappendeken van religies -?die dit
vooroordeel schiep, en daarom maakt hij
zich niet boos op die of gene, welke, zoo
min als hij, de ware schuld draagt aan het
misverstand en wacht geduldig tot voor de
zooveelste maal in zijn leven een en ander
zich zal hebben opgenelderd en vereffend.
En in deze tegemoetkoming, die kruiperig
vaak schijnt, onderscheiden wij, met de
heeren notabelen van h 11 stadje waar de
ongewenschte vreemdeling neerstrijkt, allengs
? K. V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL
Welkom Vreemdeling!" door Aaron
i Hoffman.
Terwijl de geleerden de koppen bij elkaar
steken wat-te-doen tegen de malaise in het
schouwburgbezoek, en Dokter Klaus, geroepen
in dezen nood, op het ergste voorbereidde ...
geschiedde eensklaps het wonder van weer
eens een stampvolle schouwburgzaal voor een
stuk, dat noch van Shakespeare, noch van
Dumas-fils pretendeerde te zijn en bevestigde
voor den tooneelkunstenaar het dichterwoord
dat die Persönlichkeit" souverein erkent.
En het moet voor Royaards, die als ieder
ordentelijk kunstenaar langen tijd behoeft
eer hij een werk, waaraan hij zich gegeven
heeft, oplevert, d. w. z. innerlijk loslaat,
prettig zijn geweest te ervaren, dat de men
schen ook in dezen tijd, klaarblijkelijk,
slechts op hem hadden gewacht. Was de zaal
zoo vol geloopen om bijv. Koning Lear",
we zouden het verschijnsel in zekeren zin
nog gelukkiger, aan den anderen kant minder
geruststellend hebben gevonden. Voor de pre
mière van een tooneelgebeurtenis" heeft
zich met de jaren een publiek, dat zich res
pecteert, gevormd. Hier echter viel op niets
classieks, metaphysieks, verplichtend of ver
lokkend chic's.... te hopen, een onbekend
stuk van een onbekend auteur uit de
overzeesche gewesten, die ons kunsthart nu juist
niet van verwachting doen kloppen, en niette
min was men opgekomen met vertrouwen,
om de regie en om het spel, om een naam die
voor beide borg stond. Tegenover de nivel
leering in kunst, waar het in den laatsten tijd
zoo onrustbarend naar toe is gejaagd, mogen
we thans dit vertrouwen verblijdend noemen,
en wij gunnen den leider van het Nederlandsch
Tooneel dit persoonlijk en eenvoudig succes
des te liever omdat de vereischte veelzijdig
heid van. een stadsschouwburg-repertoire
voor den kunstenaar, die zijn beste krachten
ongetwijfeld liever aan Sophocles dan aan
Aaron Hoffmann wijdt, een plicht is, die
imde natuurlijke hoffelijkheid, eigen aan elk
oud geslacht, en het eenvoudig beginsel:
wat gij niet wilt, dat u geschiedt. . .." wordt
hoe langer hoe eenvoudiger in den positieven
vorm, dien deze zoon van het zwervend
volk altijd droomend van'het verloren betere
en beste daaraan weet te geven.
Isodore Solomon wint natuurlijk het uiter
lijk pleit, een tooneelschiijver heeft dat in
zijn hand, en als we in I vernemen, dat hij
zijn goede geld in een onderneming steekt
tot electrificatie van het achterlijk stadje,
dan twijfelen we geen oogenblik aan zijn
gesternte. Maar het aardige is, dat hij, als
het ware en passant", ook een innerlijkpleit
wint een, dat een schrijver niet in zijn hand
maar in zijn hart moet hebben en de gene
genheid van den toeschouwer ten slotte niet
uitgaat naar den gewieksten jood, maar naar
een zachtgeaard en hartelijk menschenras.
Gebouwd op een Strand-Magazine scenaro,
uit blijspel-elementen, waarbij de slagvaar
digheid van dit ras aanleiding geeft tot
doorloopend vermakelijke repliek, verheft
zich de hoofdrol ver daarboven, en ofschoon
de vertooning, waarin alle figuren (vertolkt
door o.a. Kreeft, Saalborn, ui m berg en het,
gevoelig gespeelde jonge meisje: Helene Vink)
medewerkten tot een levend vol en vast
geheel, geenszins een ster-vertooning is ge
worden, ligt in die eene figuur toch de ver
klaring voor het meer dan gewoon succes.
Want ook Royaards had aan dit beminnelijk
exemplaar, ais vertegenwoordiger der soort,
zijn hart gegeven, en de volle maat van zijn
talent. Een van alle kanten doorwerkte
analyse, met een overvloed van détails toch
sterk levend in n lijn, volkomen overtui
gend daar, waar de speler niet trachtte de
aangeboren uiterlijke kenmerken van het ras
te accentueeren, maar natuurlijk-weg het
innerlijke, den mensen Isodore Solomon
beeldue. Een, in zijn bedrijvigheid, inschik
kelijkheid, en onknauwbaar goede gezind
heid, ontroerend mensen.
LES COMPAGNONS DE LA CIIIMCKE".
Martine, door Jean Jacques Bernard.
Verleden week, terwijl ik u schreef over
La souriante Madame Beudet", meende ik
nog, op grond van deze proeve, dat het toch
niet wel ging: Ie conte simple op het tooneel,
de geheele handeling geconcentreerd op niets
dan een glimlach.... En nu heeft het tooneel,
het al-machtige, ons alweer beschaamd.
Niets is onmogelijk in ik peillooze stilte
binnen zijn drie wanden, in de onmetelijke
ruimte van dit perspectief. In de lieflijke
gedaante van Marguerite Jamois (Martine)
is deze boodschap tot ons gebracht op klare
en simpele wijs", een zuivere verblijding.
Oneindig als het leven is het tooneel, niet
wegens zijn inhoud alleen, neen, ook in zijn
middelen is het onuitputtelijk. Les compag
nons de la Chimère" behoeven hun idealen
niet toe te lichten, waar zij het geluk hebben
deze te kunnen toonen aan een volmaakt en
lichtend voorbeeld. Commentaar daarbij ver
stoort de rust, perkt af, en leidt tot
overmoedigheden als: Er bestaat dan ook voor
het tooneel geen ernstiger vijand dan de lit
teratuur". Alsof, beminnelijke Gezellen van
de schoonc verbeelding",datgene wat tusschen
de regels staat, en door u met nadruk wordt
gespeeld, niet tot de litteratuur behoorde !
Ge wildet zeggen, wij begrijpen het wel,
dat een groote kunstenares als bijv. Margue
rite Jamois, voldoende heeft aan de schets,
en dat een tooneelschrijver, mits hij rekenen
mag op de medewerking van, in zijn sfeer
scheppende tooneelspelers, er zich met weinige,
zeer gecomprimeerde aanduidingen af kan
maken en vooral moet zorgen dat de gevoe
lens niet struikelen over een te-veel aan
woorden. Zonder zweem van vijandigheid
kunnen schrijvers en spelers dit ideaal deelen.
Hoeveel gevaar er voor de minder begaafden
in commentaren schuilt, die op de vertooning
vooruitloopen, bleek voorts herhaaldelijk
bij deze, in zijn geheel sympathieke doch
geenszins model" voorstelling, o.a. wanneer
de opzettelijk, als een rustmaat, ingelegde
stilte" niet juist berekend of te opvallend
van duur was. Eenmaal zelfs trof zulk een
misrekening van de regie Marguerite Jamois,
uit wier innig wezen voor het overige elke
stemming zoo natuurlijk voortvloeide als had
ze maar, gelijk een bloem, te ademen, en
noodzaakte haar (4e tafereel) te lang in een
houding te blijven staan, die, ware ze korter
en even verantwoord geweest bijv. door
in haar verslapte vingers een stukje van de
uitgezochte wasch te laten ten bewijs dat
zij niet geheel willekeurig in de kamer, waar
zij het jong-gehuwd paar te-veel was, ver
bleef ;n n woord,met de geheele, w
ndergave uitbeelding, subliem te noemen zou
zijn. Martine", een doipsmeisje, is het bij
toeval, door een voorbijganger op den land
weg, aangeschoten vrouwehart, waarvan de
wond onder het eelt der berusting blijft
woekeren met een doffe, elke andere vreugde
aanvretende pijn. Hoe diep het ging, wij peilen
het, als zij, de vrouw van een weigestelden
braven boer, in blijde verwachting
verkeerend, op deze, haar van alle kanten opge
drongen blijheid, niet anders reageeren kan
dan met een verlegen schouderophalen. Z
volstrekt had haarinnigste verbeelding eenmaal
een andere b'.ijde verwachting toen de
vrouw van haar vriend zijn kind droeg
gedeeld, in elke phase, als het ware aan den
lijve doorjubeld en doorleden, dat haar moeder
lijke verlangens waren uitgeput voor het kind
van den onverschilligen boer, van haar eigen
vleesch en bloed. Ik herinner mij niet ooit
op het tooneel een dergelijk complicatie te
hebben zien weergeven, zoo sprakeloos waar,
en in al haar ragfijne roerselen zoo aangrijpend.
Het moederschap, Martine, dat is voor een
vrouw het hoogste geluk...." Oui, on Ie
dit". Vier woorden, onvergetelijk voor wie
ze haar hoorden zeggen, dans Ie silence oii
l'ame se réveille. Jammer is, dat de schrijver
de rol van Julien, de voorbijganger, een jonge
man boven haar stand, die het haar zonder
arg" aandeed, niet heeft kunnen volhouden;
de naïeve wreedheid waarmee Julien bij het
afscheid Martine met de herinnering aan hun
lentedag martelt, gaat voor een man, welke
ons niet als de incarnatie der mannelijke
ijdelheid is geschetst, weerzinwekkend ver.
M. Gabriel V'erge, die de rol vertolkte, deed
het mogelijke om dien, mannelijken" schijn
te vermijden en waarschijnlijk ook als gevolg
van deze inspanning bleef zijn optreden,
waarbij, naast Madame Jamois' zuiverheid,
telkens iets te-veel de routine-speler om
den hoek kwam, knap, doch zonder bekoring.
De lieve rol van de Grootmoeder werd helaas,
door de actrice bedorven. En wat de decora
tieve opvatting betreft, kunnen wij beden
king voelen tegen de vermenging van een
gestyleerd, vlak geschilderd achterdoek in I,
en de realistisch uitgewerkte boerenkamer,
met echte, suggestief tikkende klok in het
laatste bedrijf, zonder, waar zoowel het een
als een ander op het moment-zelf voldeed,
daaraan al te veel gew;cht te hechten. Wij
zijn Les Compagnons de la Chimère", hun
leider, Gaston Baty, het initiatief van Neder
land?Frankrijk, ten slotte ook te erkentelijk
voor wat zij bereikten en brachten:een eerlijk
pleit voor den waarachtigen eenvoud op het
tooneel, die mogelijk bleek aan n kunste
nares van buitengewone begaafdheid en
buitengewone beheersehing.
TOP N A E i' i