De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 21 oktober pagina 9

21 oktober 1922 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

21 'Oct. "22. - No. 2365 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE TOENADERING VAN FRANKRIJK TOT RUSLAND Teekenlng voor <Je Amsterdammer" van Joh. Braakenslek Marianne: Zoo knap als zijn voorganger is hij niet, maar ik n NIH iimminiiiiimiiii MUI itn tt IIMIII nu UMI IIIM 1111 i u n kan niet kieschkeurig zijn!" iiMnmiiiiiiiiMiiimiiiiiiimimmiiMMMitmiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiimiii CHARIVARIA d?K. alleen helaas nog in ons midden zijt, dank te brengen voor wat gij in die 25 jaar deed." Onze schok-lwek Aan de Weesperzij kwam heden middag een agent in botsing met een motorrijwiel. Na verbonden te zijn konden beiden huiswaarts keeren." ^hari varius had alleen den agent verfSln. Levensverzekering Maatschappij H A A R L B M" Wllsonspleln 11 DE VOORDEELIOSTB TARIEVEN In werkelijkheid echter was hij zeer verheugd den promovendus voor zich te zien. Deze bezwaren zijn geheel overkomen," schrijft het Hbl. in een artikel, waarin slechte vertalingen uit het Engelsch gelaakt worden. De Eerw. Directeur installeert ver volgens de nieuwe leden met eenige passende moorden." (Centr.) De ex-kroonprins heeft bij het motorrijden zijn voet verstuikt. Boven dien heeft hij een verkoudheid opgeloopen." (O. H. C.) Op 25 loten n winstkans," erkent de Prijs-circulaire der Qroote Verloting te Utrecht eerlijk. Een voorloopig gasmonster wees uit, dat het gas brandbaar, ofschoon niet licht ontvlambaar is; het is overi gens oogenschijnlijk reukloos." (Tel.) Maar hou je neus dicht, als je 't door de loupe bekijkt! Bestelt bij W. A. Eisma Czn. te Leeuwarden: HET GEHEIM VAN DEN WORSTMAKER." (Adv. Geïll. Slagersvakblad) Charivarius bestelt het niet. Hij wil nog wel eens een stukje worst eten. De Amerikaansche kopermagnaat Gugenheim is kort voor zijn vertrek naar New York plotseling overleden." (N. R. C.) Weineen kort voor zijn begrafenis ! Het juiste woord op de juiste plaats Dr. v. Breemen opende de bijeen komstder Vereeniging voor lichamelijke opvoeding, en gaf zijn bewondering te kennen, dat zoo weinig doktoren hier aanwezig waren." (O.H.C.) De daden der duikbooten hebben de bewondering der geheele wereld geoogst." (Gedenkschr. Ex-keizer). Gij hebt gelijk, wiens volk helaas, Door hoogmoed, naar den val ging Als 't woord bewondring," oude dwaas, Een drukfout is voor walging." "«"> IIHIII1MII HM l|,||?,?, ???..,l?u?lm OP KOFFIE-VISITE BIJ DEN SULTAN IN DEN VROEGENMORGEN 800 GENERAALS EN KOLONELS OH DE LOOPER De juiste wond op de juiste plaats Het kind bekwam een lichte hoofd. wonde aan het hoofd." (Gooi- en Eetnl.) iiiiiiiiiimiiiiiMiiimiiiH Le grand Chambellan de Sa MajestèImp riale Ottomane a l'honneur d'inviter Monsieur et Madame ,,So und So" d'assister a la r ception dans Ie palais Dolman BachtsjéIe H) Juillet prochain. Toilette de rigueur. Onjest priéd'être présent a 8 heures du matin. Vroeg dag bij zoo'n Sultan ! Doch dat was minder schrikaanjagend dan de voorafgaande kennisgeving: Toilettte de rigueur." Wie ging een verre reis ondernemen met rok en smoking, wie rekende op soirees en recepties, welke in vol ornaat moeten worden bijgewoond? Gelukkig stelde de Nederlandsche legatie te Constantinipel ons gerust. Een dergelijke clausule wordt aan de uitnoodiging niet toegevoegd, om rok of smoking te laten luchten, maar alleen als beperkings middel tegen het achteloos optreden van denEngelschman. Men had de ondervinding op gedaan dat zelfs voor de deftige ontvangzaal het volmaakte sportkostuum met korte broek en gelamferden helmhoed niet werd afgelegd, dat de mozaiek-en parketvloeren vaak door schoenen, berglaarzen met ijzeren spijkers, werden betreden. Die vrijheidszucht ging den ceremoniemeester en kamerheeren wat al te ver en aan dergelijke unhoffahige" gasten werd de toegang begrijpelijkerwijze ontzegd. Reeds om zeven uur kwamen de rijtuigen voor, die ons door de heerlijke frissche morgenlucht over de heuvelen langs den Bosporus zouden rijden naar het Keizerlijk paleis aan den zeekant gelegen. Op den bok de tot de tanden gewapende Kawassen van het Nederlandsche gezantschap. Wanneer er iets gebeurd ware van een hinderlaag of een overval, dan hadden de beide ruige, harige, ruw uitziende mannen hunne dolken, sabels, messen, geweren, buksen en pistolen met patroonbandeliers tot hunne beschikking gehad, om ons In henzelven te verdedigen. Hunne verschijning was die van een wandelend arsenaal, waaruit met gemak een achttal manschappen gewapend had kunnen worden. Aldus beveiligd ving de vroege morgenrit aan, die door de pittoreske buurten van Stamboel en Pera leidde. De honden op straat, die in Constantinopel toen nog de rol van reinigingsdienst verrichtten, waren steeds met hun werk bezig en sleepten hun voedsel naar hunne legers ter zijde. De ratten, die wij bij honderdtallen den vorigen avond over de straatsteenen hadden zien huppelen, zich de magen vullend met den overal neer geworpen afval, de ratten hielden zich nu schuil in hunne onvindbare holen. Thans hadden wij slechts oog voor de heerlijk schitterende Gouden Hoorn en het blinkend witte paleis in de verte, Dolman Bachtsjé, dat ons gastvrij wachtte. Blinkend wit ja ! maar niet van marmer ! Geen marmerpaleizen als in Venetië', in Flo rence. Een sultanisch huis, grootsch van schijn, maar van nabij gezien van witte suikerbakkerskalk, met duizenderlei figuren beplakt en als in papier-machéuitgebeeld. On tegenzeggelijk maakt het uitgestrekte gebouw een rijken indruk van verre, zooals het tusschen eucalyptusboomen en zware platanen zich in het groen tracht te verschuilen, wat niet gelukt, omdat de reeds in den vroegen morgen felle zomerzon op de witkalk flikkert en den bouw verraadt. De weidsche ingangspoorten staan open, bewaakt door Klein-Aziatisch Turksche troe pen. Eerste oponthoud! De uitnoodigingsbrieven moeten worden nagezien en eerst na behoorlijke confrontatie mag het rijtuig doorrijden tot n der vlak aan het water gelegen paviljoenen, waarin de gasten worden ontvangen. Ook daar weer een onderzoek. Men voelt dat men gewantrouwd wordt, dat er althans zorgvuldig gewaakt wordt, dat geen onwelkome gezellen worden binnengeloodst. Een kamerheer, goud beladen, met de fez versierd, neemt de honneurs over van den deurwachter en plaatst de vroegtijdige bezoekers in de wachtsalons. Want geduld is thans de boodschap ! Men had ons van het iegatiegebouw kennis gegeven, dat wij moesten zorgen zér vroeg aanwezig te zijn. Dat was gewoonte. Zóhadden wij gelegenheid veel op te merken. We bestudeerden de burgerlijk mooi" gemeubeleerde salons, met echt Europeesche sopha's en gemakkelijke stoelen, met.... enfin, laat ons zeggen hél gewone keurige aankleeding, waartusschen hier en daar een mooi Oostersch meubelstuk weldadig maar vreemd aandeed; een aangenaam rust punt voor het oog. De blik uit de ramen op den Bosporus met zijn blauw deinend water, vergoedde ruimschoots de inwendige teleur stelling. De meubels werden evenwel lang zamerhand gemaskeerd door de toestroomende gasten, de kleurige en gouden oostersche uniformen warrelden door de salons en bedek ten den Europeeschen wansmaak. Eindelijk werd een militair signaal geblazen: de Kamerheeren verschenen om de genoodigden te geleiden naar de receptiezalen. Gidsen waren daartoe niet overbodig, want in den doolhof van gangen en vertrekken zou men licht kunnen verdwalen, (zooals aan Madame So und So", die zich onvoorzichtiglijk uit nieuwsgierigheid ter zijde begaf ook werkelijk iimiiiiiiiuiimmiiiiiMinMlHiiii J, S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜBN HAAQ DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND DE MUISGRIJZE door ARTHUR ELOESSEK Mr. X is de vier trappen naar zijn bovenwoning niet zonder moeite opgeklommen. De beide kinderen, welke in de deuropening tegen hem opbotsen, laten zich door hun Vader, die altijd pas komt eten als iedereen klaar is, niet ophouden. De jongen zal wel naar het voetbalveld moeten en het meisje naar de muziekschool. De jongen krijgt, in der haast om weg te komen, een vaderlijken tik op zijn wang, het meisje een vluchtigen kus, die ze allebei nog van gisteren of eergisteren van hun weledelgestrengen heer Papa te goed hadden dan valt hij, na een lichten zucht in de richting waar de kinderen ver dwenen, aan de nog niet heelemaal afgeruimdv: tafel. Terwijl het eten voor hem opgewarmd wordt, stilt hij zijn honger met het juist ver schenen Avondblad". Bepaald warm kan de soep, die men hem opdient, niet genoemd worden, maar daar staat tegenover dat de bloemkool aangebrand is. Nu ja, dat komt terecht. Als ze hem nu maar een lekkeren, sterken kop koffie zetten, goed heet, waar je een beetje van opkikkert, dan kan hij dade lijk weer aan het werk gaan. Als altijd heeft hij nog een stapel onverwerkte akten mee naar huis genomen. Met den rook van een opgesto ken sigaar, den eenigen, welke hij zich per dag nog veroorlooft, stijgt hem de toovergeur der mokka reeds in den neus.... Mevrouw laat vragen of mijnheer even in haar kamer wil komen?" De man springt op. Dag lieveling.." Dag, mannie, het spijt me zoo, dat ik je nog niet goejendag heb kunnen zeggen, ik had zoo graag met je koffie gedronken, maar ik sta half uitgekleed, ik moet, zooals je weet, naar den jour van Bella, en nu wouikgraag weten of het warm of koud is?" Warm, kind". En August beweert, dat het koud is". Nu ja, laat ik dan zeggen, het is zwoel en daarbij ietwat koel". Maar je komt toch van buiten. Hoe kan het daar nu zwoel en koel tegelijk zijn?" De man, gelijk alle mannen, die op klaarlichten dag stranden in een, over de geheelu slaapkamer verspreiden hoop zijde, fluweel, batist, kousen, schoenen, hoeden, linten en strikken, verliest terstond het laatste spoor van intelligentie: Ja, terwijl ik in de tram naar het Gerechtshof reed, kwam het mij nogal zwoel voor, en toen ik op den terugweg vór op het balcon stond, vond ik het tamelijk koel". Hoe dikwijls, lieve schat, heb ik je nu al gezegd niet op het vórbalcon te gaan staan; de vorige week heb je mij nog met je verkoud heid aangestoken". Kleed je dan vandaag vooral warm". Je hebt gemakkelijk praten.... Ik moet vandaag mijn muisgrijze japon aan doen, die met het punthalsje, en daarbij mijn niniche-hoed. Dien heb ik bij Bella nog niet opgehad". Dat zou ik dan doen, lieveling l". En als het dan gaat regenen? Je zei toch dat de lucht betrok...." Zei ik dat?" Ha ! daar komt de man op een van die gezegende, praktische invallen, welke slechts voor de mannen zijn weggelegd trek in elk geval onder die dunne japon een paar stevige laarzen aan en zet een anderen hoed op". De hemel beware me!.. Ik kan toch bij de muisgrijze niet anders dan mijn peau-desuède riemschoentjes dragen, en natuurlijk mijn niniche-hoed". De man, die, zelfzuchtig als alle mannen slechts aan de koude koffie denkt, verzamelt zijn laatste geestelijke krachten om zich het beeld van den niniche-hoed voor oogen tt' roepen. Het gezicht, dat hij daarbij trekt, is opvallend hulpeloos.... O, je houdt niet meer van mijn ninichehoed? Nu, eigenlijk is die ook niet meer naar de laatste mode". Zijn gezicht ontspant zich tot een grimas, die het raadselachtig midden houdt tusscben hoop en vrees, zooals dat gaat bij een man, die de aanschaffing van een hoed naar de aller laatste" dreigen ziet: Integendeel, ik vind het een buitengewoon lieven hoed en juist naar mijn smaak. Hij staat je uitstekend. Ik deed stellig de muisgrijze aan, met den niniche !" Hij heeft den deurknop in de hand, zijn voet over den drempel.... Wacht.... nog een oogenblikje.... O, je verlangt naar je koffie?" Ja. Een beetje wel". . Nu, dan zal ik je niet ophouden. Je gelooft dus vast, dat het weer zich goed zal houden en ik het met de muisgrijz" erop wagen kan?...." Ik hoop het, lieveling". Je hoopt het, je weet het dus niet. En als het dan gaat regenen, dan is de heele japon bedorven.... Ik heb ju toch gezegd, dat ik mij dit jaar in geen geval meer iets nieuws kan veroorloven." Dan zou ik wat anders aantrekken". Ja, zie .e, dat had ik ook al gedacht, en daarom heb ik hier mijn reebruin mantelpak al voor den dag gehaald". Wel, lieveling, dan trok ik dat aan !". Maar de muisgrijze is toch veel mooier, schat ! Beslist, veel mooier". Zoo. Dus het mantelpak vind je niet bij zonder? Dacht ik wel; toen ik het de laatst. iraal aan hnd, heb JL- me ternauwernood aan gekeken". Nu vraag ik je toch, niet ik, jij vond het; ik vind ze allebei het mooiste.... ik bedoel natuurlijk elk op zijn tijd en al naar de ge legenheid.... En aangezien het weer op zijiminst twijfelachtig is, zoo raad ik je het reebruine mantelpak. Dat is toch eenvoudig genoeg". Voor jou .... is alles eenvoudig. Met al mijn ondergoed heb ik op de muisgrijze gerekend. Ik kan toch niet van voren af aan beginnen. Het is nu half zes en om vijf uur zou ik bij Bella op de thee zijn". Maar, lieveling, was dan wat vroeger begonnen". Hoe kon ik dat nu? Den heelen middag heb ik op jou gewacht, omdat ik met je hoopte koffie te drinken". 12 cent Sunatro 12 cent Sigaar gebeurde. Dat zij later geplaagd werd als aspirante voor den Harem van den Sultan is te begrijpen l) In de groote receptiezaal was het parool wér: wachten. Doch er was genoeg te zien en te hooren. De Turksche muziekcorpsen zwegen niet. Zij lieten onafgebroken hun tonen schallen. Alles Europeesche Operamuziek. Slechts toen de Sultan Binnentrad en op den troon plaats nam, weerklonk de Turksche Hamidjé-marsch?zooveel geldend als in onze landen het Wilhelmus", het God save the King", het Heil dirimSiegeskranz" uit de dagen van Olim ! En toen de Sultan (dien wij uit onze loge een paar uren lang uitnemend konden waarnemen) op zijn troon gezeten was, kon het défiléaanvangen. De troon was.... een kanapeetje op een laag en klein podium. Een baldakijn ontbrak. Achter den troon plaatsten zich de grootwaardigheidsbekleeders die het eerst binnenkwamen: de minister van finantiën; de grootvizier, de Gardien de la Salie de Sa majesté, d.w.z. de dikke, paffige, vette Groot-Eunuch; de Sjeik al Islam, het geestelijk element vertegenwoor digend, zooals de anderen het geldelijk, het staatkundig en het verliefde element repre senteerden. En op den groet van deze vier grootmachten volgde in lange rij een ontelbare reeks van generaals en kolonels, van admiralen (want ook deze heeft Turkije in enkele specimina) en burgerambtenaren, van priesters en hadsjis en uleima's en Koran-geleeTden. Velen met den groenen tulband, als afstammelingen van den Profeet. Het was een schilderachtige groep, die van boven gezien werkelijk aan onze anti-dienstplicht-betoogende dames het recht zou kunnen geven om te spreken van een goudvisschenkom daarbeneden." We hadden den tijd, want de receptie duurde eenige uren en ik telde in dit tijdsverloop ten slotte wel 800 personen, die hunne opwachting kwamen maken. Regelmatig ging de plechtigheid haar gang; alles was uitnemend geordend: zij die hunne opwachting kwamen maken,betraden de zaal overeen looper die langs andere, haaksch daarop staande loopers tot den troon leidden, van waar zij, achteruitloopend, langs een weg wér door loopers aangewezen, bij de wanden der reusachtige zaal terecht kwamen, waar tegen zij zich in het gelid schaarden. Zuiver militairement. De Turksche onderdanen brach ten allen hun Turkschen groet, den kau-ta, waarbij men zich tot den bodem bukt, twee, driemalen en den indruk geeft aan den toe schouwer, dat men kikkert: een hoogst komi sche voorstelling. De niet-Turken bleven met opgeheven hoofde recht overeind en kusten zóde sjerp van den Sultan, welke hun door den Grootvizier werd voorgehouden, bij wijze van handkus. De Sultan bespaarde zich de moeite van het opheffen der hand: hij zat rustig, indolent toe te zien, deed niets. De plechtigheid was afgeloopen. De Sultan had zijn plicht gedaan. Hij kon gaan. De gasten wachtte thans na het wel belangwekkende, maar tevens vermoeiende schouwspel de ver kwikking van de nooit ontbrekende Turksche koffie. Geurig is het vocht, aromatisch is het drab, zoet is het kooksel dat in de kleine kopjes wordt rondgediend; welriekend zijn de siga retten die de kamerheeren u bieden om de dampen als een dank- en reukoffer voor den rooten Heer te doen opstijgen; maar heer lijker nog en onvergefelijker is de herinnering welke blijft na zulk een schouwspel dat men slechts nmaal in zijn leven geniet. N. J. SINGELS Nieuwe Puzzle (Luciferspuzzle) Hoe maakt men met behulp van 9 lucifers drie dozijn ? Oplossingen te zenden voor Vrijdag a.s. onder letters A. B. Ach, dat spijt me, ik kon niet vroeger komen; nu, maar dat is dan in orde en de muisgrijze doe je aan". Terwijl je daarnet juist zei: de reebruine, het mantelpak?...." De man gaf een millioen als hij wist of hij het vorige oogenblik ree of muis gezegd had en trekt daarbij een overtuigend denkersgezicht. Ik zie het al, er is weer niets uit je te krijgen. Ga maar, naar je koffie! Voor andere dingen heb jij toch geen belangstelling". Met bedrukt gelaat maakt mijnheer de verschuldigde tegenwerpingen, voelt zich inmiddels opgelucht weldra uit dit doolhof van zijde, fluweel, batist, hoeden, linten en strikken en daarbij behoorende half-voltooide vrouwelijke lieftalligheid bevrijd te zullen zijn, want hij heeft nog eenige uren werk voor den boeg. Tamelijk getroost trekt hij zich ten slotte in de eetkamer terug, alwaar nog een kalmeerend huiselijke geur van bloemkool zweeft, giet de koude koffie door zijn keel en steekt de koude sigaar weer op. En terwijl hij juist dreigt te bezwijken voor een klein dutje van wegen de vermoeidheid, die hem in den na-middag bijna als een physieke pijn in zijn hersens boort, ruischt mevrouw hem voorbij: inuisgrijs, met de peau-de-suède riemschoen tjes en den niniche-hoed. Jong, schoon, en triomfantelijk bewust van haar waarde. Ah l ik zie, dat je je koffie al op hebt, en je sigaar gerookt. Dat is goed, schat. En teletoneer dan nu nog even gauw aan Bella, dat ik zoo lang op je heb moeten wachten en bijgevolg niet vór half zeven bij haar kan zijn".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl